• No results found

Afval en behoud

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afval en behoud"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afval en behoud

Citation for published version (APA):

Tels, M. (1975). Afval en behoud. Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1975 Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

AFV AL EN

BEHOUD

·

.

Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de fysische technologie aan de Technische Hogeschool Bind.haven op 12 december 1975 door ir.M. Tels ..

(3)

Deze rede is gedrukt op recycle-papier

Voor Harry, Anneke en fer nagedachtenis aan mfin Moeder

(4)

M!Jne Heren leden van het College van Bestuur, Mynheer de Rector Magnificus,

Mfjnheer de Voorzitter van de Hogeschoolraad,

Dames en Heren hoogf!raren, lectoren en wetenschappel!Jk medewerkers, Dames en Heren leden van de tcchnische en administraticvc staf, Dames en Heren studenten,

en voorts g!J alien, die door Uw aanwezigheid blfik geeft van Uw belangstelling en de luister van deze b!Jeenkomst vergroot,

'Alie beken sfromen naar de zee, nochtans wordt de zeenietvol(rn)'. Deze woorden van de Prediker, die al zo'n 8 5 geslachten lang een vermaan zijn voor redenaars, schijnen mij op dit ogenblik wel zeer ernstigtewaarschuwen. SindsW.J.D.vanDijck(z) op 29 oktober 1936 de rij opende ben ik, wanneer ik tenminste goed heb gcteld, de 1 Sde

fysisch technoloog die in een intrede zijn visie mag geven op ons vak. Het lijkt een aanmatiging om zelfs maar te hopen, dat ik U nog iets van betekenis zal kunnen zeggen, wat mijn illustere voorgangers niet al hebben vermeld. Ik put de nogal euvele moed, die nodig is om ook mijn armzalig steentje bij te dragen, uit een uitspraak van rabbijn S.B. Rabinkow, de laatste grote talmoedist die in Nederland heeft gewerkt. Men vroeg Rabinkow eens hoe hij het waagde om opnieuw vraagstukken aan de orde te stellen, waarover befaamde-joodse wets-geleerden al in vroeger eeuwen uitspraken hadden gedaan. Rabinkow antwoordde (;) ~· Een dwerg, die staat op het hoofd van een reus, kan net iets verder zien dan die reus'. Staande dan, met permissie, op de hoofden van mijn beroemde voorgangers, wilik eerstkort iets zeggen over fysische technologie en proceskunde.

Over de definitie van fysische technologie bestaat in feite geen verschil van mening meer. De fysische technologie houdt zich bezig met de leer der fysische transportverschijnselen en met de toepassingen van die leer, vooral op het gebred van de proceskunde. Dat aan deze defini-tie de woorden 'toepassingen, vooral op het gebied van de- proces-kunde' moeten worden toegevoegd laat zien, dat wij te maken hebben met een sterk interdisdplinair getint vak. De leer van de fysische transportverschijnselen, dus overdracht van impuls, warmte en stof, is

(5)

een deel van de fenomenologische natuurkunde. Dat we ons ook wel met de grondslagen van die leer zelf mogen bezighouden danken we aan de vriendelijke inschikkelijkheid van onze fysische broeders. Toegepast wordt de leer door beoefenaren van allerlei takken van wetenschap en techniek: door aerodynamici, vliegtuigbouwers, hydro-dynamici, scheepsbouwers, metereologen, warmte- en koude technici om maar eens, een paar voorbeelden te noemen. Fysisch technoloog is hij, die vooral wordt geboeid door de toepassingen op het gebied van de proceskunde. Daaruitvolgt, dat de fysische technologie in hoofdzaak moet warden beschouwd als een subdiscipline van de proceskunde. Orn de fysisch technoloog begrijpelijk te maken moet ik dus ook de proceskunde deffu.ieren.

Het begrip proceskunde is op 1 5 ~anuari 1960, dicht bij de plek waar ik

nu sta, ingevoerd dqor Rietema (4). Over de definitie van cl.it begrip bestaat nog geen volledige eenstemmigheid. Het gaat hier om indus-triele processen, dus om opeenvolgingen van_ chemische, fysische en mechanische bewerkingen. De proceskunde beperkt zich echter tot een bepaald soort van processen. Ik ontleen aan het overzicht van de definities, dat kart geleden werd gegeven door Bruin (5 ), dat de verschillende auteurs het specifieke element van cl.it bepaalde soort van processen vooral hebben gezocht in twee richtingen. Rietema (4) en van .Swaay (8) karakteriseerden de proceskunde daardoor, · dat de stoffen, die in de betroffen processen warden verwerkt en voort-gebracht, bulkgoederen zijn. Thoenes (6) en Zuiderweg (7) schonken ook aandacht aan de gebruikte apparatuur, waarvan Zuiderweg op-merkt, dat ze meer bestaat uit vaten en leidingen dan uit machinerieen. Het lijkt verstandig om deze twee typen van definities te vergelijken door ze te toetsen aan een proces. Ik gebruik daartoe een wat onge-woon proces, omdat ik onder die omstandigheden de scherpste onder-scheiding verwacht. Ik kies een proces, :waarbij huishoudelijk afval wordt gescheiden in een aantal fracties. Ben van die fracties wordt binnen het proces, en twee buiten het proces, omgezet in b~kbare stoffen. De procesvorm, waarvan fig. 1 het flow-sheet toont, wordt

nog nergens uitgevoerd maar moet warden beschouwd als een vrij conservatieve grootste gemene deler van een aantal voorstellen uit de literatunr(bijv. (9) en( I o) ). Alie onderdelen zijn minstens op pilot-plant

(6)

schaal gerealiseerd, in Nederland bijv. door Co.Ion ( 1 o ).

Het proces verloopt als volgt: Het afval uit de vuilniszakken moet eerst in een maaltoestel warden verkleind. Dat is jammer, want het malen verslindt veel energie. Maar het afval moet warden gebracht op een afmeting, van zeg 1 5 cm, waarmee men iets kan beginnen. En

bo-vendien hebben de klassieke huisvrouw en de modeme huisman de goed vaderlandse, maar in dit geval ongelukkige, deugd om zuinig te zijn met vuilniszakken. Ze stoppen schilleo en proppen in lege con-servenblikken, pakken die blikjes in de dozen van de groenteboer en stouwen de dozen keurig in de zak. Wanneer men de bestanddelen van het afval van elkaar wil scheiden moet men dit fraaie bouwwerk helaas .

.

weer uit elkaar malen. Het verkleinde afval wordt nu onder een mag-neet door gevoerd. Die trekt de vieze, vertinde ijzerdelen van de conservenblikken aan en onze collegae van de Technische Hogeschool Twente fabriceren daaruit brandschoon ijzer en tin. Het ontijzerde afval komt in een zgn. zig-zag windzifter. Dat is een verscheidene malen geknikt kanaal, waardoor been een luchtstroom wordt gezogen. Groot en licht materiaal, zoals stukken papier en plasticfolie, worden door die luchtstroom meegevoerd en verlaten de zifter aan de boven-kant. Deze fractie wordt van stof bevrijd ·door zeven. Plastic en papier kunnen van elkaar gescheiden worden op een manier, die ik niet zal beschrijven.

Onder' uit de zifter vallen zware materialen, zoals glas en steen en ook het organische afval uit keuken en tuio. Dit betrekkelijk lichte materi-aal kan ruwweg van glas en steen gescheiden wordeo in een tweede zifter, waardoor men een snellere luchtstroom zuigt clan door de eerste. Het keuken- en tuinafval verlaat dit toestel aan de bovenkant en wordt nu in een oven onderworpen aan een pyrolyse proces. Dat is een verhitting onder uitsluiting van lucht, waarbij een gas, een zware olie en een soort houtskool worden verkregen. Deze drie materialen kunnen worden gebruikt als brandstoffen, de kool misschien ook als absorberende stof van lage kwaliteit. Daarnaast ontstaat helaas ook verontreinigd water, dat gezuiverd zal moeten worden.

De restfractie, die onder uit de tweede zifter valt, wordt op land gestort in dunne laagjes, die telkens met een laagje aarde wordeo

(7)

0\ huishoudelijk afval verkleind ofval

l

MAGNEET SCHEIDER

01

IQ

ontijzerd ·· afval vertind --~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~-ijzer pa pier plosticfolie stof tuin/keuken afval org. rest' anorg.rest ZEEF

L

.

> papier , _}' plosticfolie ~---<-stof hoofdz. tuin/ keuken afval ~---- stookgas ~-- stookolie water naar reiniging PYROLYSE OVEN ...._ _ _ _ ... kool

hoofdz. anorg. rest noar gekontr. storten Fig. 1 : Verwerk ing van huishoudelijk ofval.

(8)

afgedekt. Dit zgn. 'gecontroleerde storten' is, wanneer het goed wordt uitgevo.erd, hygienisch verantwoord.

Op dit proces passen we _nu zowel de 'vaten-en-leidingen' als de 'bulkgoederen' definities van de proceskunde toe. De apparatuur bevat inderdaad op vaten Iijkende toestellen, zoals de pyroly~e oven, en ook leidingen. Maar de verkleiningsmolen is beslist een machinerie en ik zou de zeefmachine ook eerder een machinerie clan een vat of leiding noemeti. Wat de magneetopstelling is, zou ik werkelijk niet weten. De eerste definitie van proceskunde geeft voor dit ongewone proces naar mijn mening geen duidelijk uitsluitsel.

Maar de tweede definitie doet dat weL Het proces brengt ijzer, tin, oud papier, plasticfolie, stookgas, olie en kool voort. Dat mogen vieze goederen zijn, maar bulkgoederen zijn het. De procesvoeding, vuilnis,

is 0ok een bulkgoed. De tweede definitie lijkt mij - ook in het alge-meen - scherper clan de eerste. Daarom definieer ik de proceskunde als volgt: De proceskunde houdt zich bezig met het hanteren en met het veranderen van de chemische samenstelling. of de fysische eigen-schappen van bulkgoederen. Tot die fysische eigeneigen-schappen reken ik dan ook de vorm van vaste deeltjes, waarvan de dispersies in gas of vloeistof bulkgoederen vormen. Het verkleinen beschouw ik dus als een bijdrage van de mechanische technologie tot de proceskunde. Natuurlijk behoort de triechanische technologie niet in haar geheel tot de pioceskunde. Zij moet warden beschouwd als een steunvak. Ook de fysische technologie hoort, volgens de definitie die ik gaf, niet in haar geheel tot de proceskunde. Maar toch wel in zo belangrijke mate, dat ik haar beschouw als een subdiscipline. Zo kent de proceskunde subdisciplines, geheel eigen onderdelen zoals de unit operations en steunvakken. Bij het ontwerpen van een proces heeft men meestal kennis uit vele of alle van deze, vakgebieden in allerlei combinaties nodig. Thijssen (n) noemt het geheel van die combinaties met een treffend woord een 'samenspel der technologieen'. Het is misschien aardig om iets meer te leren over het wezen van de proceskunde door te kijken naar het samenspel van technologieen, dat nodig is om on-derdelen te ontwerpen van het proces, dat ik als voorbeeld koos.

(9)

In de pyrolyse oven bijvoorbeeld wordt de structm;ir van de moleculen uit het keuken- en tuinafval door chemische reacties drastisch gewij-zigd. Orn de oven te ontwerpen zal dus een bijdrage nodig zijn van de chemische technologie. Maar de snelheid van die reacties en zelfs hun aard worden in beslissende mate bepaald door de overdracht van warmte naar de vaste deeltjes. Ook de fysische technologie zal dus een rol spelen. In feite zullen bij het ontwerp van de oven de bijdragen van de chemische en fysische technologie, van twee subdisciplines dus van de proceskunde, aan·elkaar verbonden moeten worden in een onont-warbare knoop. Dat is bij het berekenen van chemische reactoren een normale situatie. Zo normaal, dat Boelhouwer ( 1 2) spreekt van een huwelijk tussen fysische en chemische technologie met de reactor als huiselijke haard - een huiselijke aard die hier heel toepasselijk een pyrolyse oven is geworden. Nu kan men in dit huwelijk natuurlijk een zeer nauw samenspel van twee technologieen

a

la Thijssen zien. Maar men kan zich ook afvragen, of de scheiding tussen chemische en fysische technologie nog wel erg zinvol is. Natuurlijk kan niemand ontkennen, dat de opkomst van de fysische technologie onder invloed van het genie van Kramers en zijn school het onderzoek sterk heeft bevrucht en gestimuleerd. Maar nu die ontwikkeling is voltooid blijkt de scheidslijn tussen chemische en fysische technologie zo vaag te zijn geworden, dat ik me afvraag of ze niet wat kunstmatig is. In het be-drijfsleven is dat niet erg. Daar vallen jonge ingenieurs de petten met de opschriften 'chemisch' of 'fysisch' technoloog vaak erg gauw van het hoofd. Maar bij de opleiding kunnen niet strikt rationele scheids-lijnen wel eens hinderen. Ik geloof, dat we onderwijs en o·nderzoek zouden bevorderen wanneer we elkaar gingen beschouwen als wat meer chemisch of wat meer fysisch georienteerde proceskundigen. Ik zou er de voorkeur aan geven om af te zien van een specifiek Nederlandse verzuiling en terug te keren naar een mate van gemeen-schappelijkheid, die in de landen buiten het vasteland van Europa nooit is verlaten.

Na deze hartekreet keer ik eerst maar meer prozaisch terug naar mijn pyrolyse oven. Voor het ontwerp daarvan is nog meer proceskundige kennis nodig. De temperatuur moet zo constant mogelijk blijven. Omdat de vaste voeding nogal inhomogeen is en moeilijk precies constant gedoseerd kan worden, levert dit een interessant probleem op

(10)

voor de procesdynamici en een moeilijke opgave voor de regel-technici. Het toestel moet warden gebouwd door een chemische apparatenbouwer. Ik zou die voortreffelijke mijnhe".:r liever een proceskundige apparatenbouwer noemen, ,'.)mdat hij een schuldige belangstelling heeft voor het tekenen van allerlei helemaal niet che-mische apparaten, van pompen tot extractie-torens.

Naast de pyrolyse oven bevat ons proces oak toestellen, waarmee de proceskundige technologieen veel minder gewend zijn om samen te spelen. Fysisch technologen hebben meestal nog wel gehoord van maalwerktuigen en zeven, maar zifters en een magnetische scheider vinden proceskundigen maar exotische apparaten. We bevinden ons in dat deel van de proceskunde, waar de bulkgoederen dispersies van vaste delen in gassen of vloeistoffen zijn. Met uitzondering van een paar unit operations, zoals flotatie, sedimentatie en vooral fluidiseren, is dat een door fysisch technologen en andere proceski.mdigen maar weinig betreden terrein. Men merkt dit al aan de nogal verwarde terminologie, die op dit gebied wordt toegepast. Sommige namen van deelterreinen zijn weinig zeggend, zoals 'solids handling' en 'Aufberei-tungstechnik'. Andere zijn misleidend: 'mineral dressing' omdat het allang niet meer om ertsen alleen gaat en 'Mechanische Verfahrens-technik' omdat die term allerlei behandelingen omvat, waarbij de vorm van de vaste deeltjes helemaal niet wordt veranderd. In de 'poeder-technologie', overigens het enige woord N ederlands dat. erbij is, ver-staat men onder 'poeder' niet alleen wat iedereen poeder noemt, maar oak stapelingen van grate basaltblokken en alles wat tussen deze. uiter-sten ligt. Vervelender vind ik het, dat geen· van deze termen het hele gebied van behandelingen aan verdelingen van vaste stoffen omvat. En ik betreur het nag meer, dat geen van deze namen (behalve dan Mechanische Verfahrenstechnik, dat ik om andere redenen heb aange-vochten) oak maar iets verraadt van het verband met andere delen van de proceskunde.

Het lijkt me niet.heel moeilijk en wel constructief om deze

terminolo-. gische chaos wat te ordenen. Ik stel voor om het hele werkterrein te noenien 'de procesku~de van vaste stof dispersies' en om het zo in te delen als ook wordt gedaan met andere onderdelen van de proces-kunde. In de. eerste plaats valt dan een vrij groot aantal bewerkingen

(11)

op, die een zekere gelijkenis tonen met fasescheidingsprocessen. Ik denk bijv. aanflotatie, sedimentatie endensemedia separation, jigging, zeven, ziften, scheidingen met trilgoten en triltaf els en aan ballistische, elektrostatische en magnetische scheidingen. Ik zou deze 'groep van unit operations 'deeltjes-scheidingsprocessen' willen noemen. Sommi-ge van deze eenheidswerkwij.zen berusten hoofdzakelijk op impuls-overdracht, zodat de fysische technologie tot hun ontwikkeling moet kunnen bijdragen. Om andere van deze behandelingen te onderzoeken is een samenspel van de fysische technologie met andere takken van

wetenschap e~ techniek nodig, bijv. met kennis van

oppervlakte-verschijnselen voor flotatie en met delen van de klassieke natuurkunde vocr magnetische en elektrostatische scheidingen. Overigens wil ik met enige nadruk zeggen, dat ik het niet erg belangrijk vind tot welke discipline een bepaalde bewerking moet warden gerekend. Het inte-resseert me alleen, welke disciplines tot het begrip van die werkwijze kunnen bijdragen. Naast de verkleining zou ik 'deeltjes.-vergrotings-processen' willen onderscheiden, waartoe men bijv. granuleren, pelle-teren, tabletpelle-teren, persen en sinteren zou kunnen rekenen. Voor de studie van deze processen zullen behalve de mechanische technologie ook de chemische technologie, de colloiclchemie en de materiaalkunde van belang zijn. Misschien zou helt nodig zijn om de stromingsleer van vast-gas dispersies, met nog meer nadruk dan nu al gebeurt, te plaatsen naast de stromingsleer van vloeistoffen en gassen. Op de fluidisatie warden immers al jaren met zeer veel succes modellen toegepast,

waarin zowel de vaste als de gasfase warden beschouwd als stromende '

fluida. Het is misschien niet ondenkbaar, dat ook voor de stroming van meer compacte, korrelige dispersies nuttige analogieen gevonden kunnen warden in verwante takken van stromingsleer en rheologie. Het gaat hier vooral om impulsoverdracht, zodat de fysische techno-logie misschien ook op cl.it terrein een bijdrage kan leveren.

Ik hoop aannemelijk te hebben gemaakt dat het gebied, dat ik de proceskunde van vaste stof dispersies heh genoemd, voor proces-kundigen in het algemeen en ook voor fysisch technologen in het bijzonder een boeiend en rijk werkterrein vormt. In die mening sta ik niet alleen. Het lijkt me van meer clan alleen historisch belang om hier

te memoreren, dat W.J.D.van Dijck, de eerste onderzoeker die

Jn

Nederland een intreerede over fysische technologie hield, in die rede

(12)

juist cl.it gebied aanbeviel als een veelbelovend studieonderwerp (2). Men kan niet zeggen, dat alle fysisch technologen de uitdagfug van Van Dijck van de hand hebben gewezen. Het noemen van namen als Rietema, Drinkenburg, Stuijts, Colon, Stemerding, de Jong en Hcert-jes bewijst het tegendeel. Maar zowel in Nederland als in het buiten-land zijn bijv. de mees~e deeltjes-scheidingsprocessen niet veel meer clan vrij oppervlakkig bestudeerd. Dat is jammer. Want juist op het gebied van de proceskunde van vaste stof dispersies ligt tenminste

een .

op gave, die naar mijn mening niet alleen technisch en weteh-schappelijk boeit, maar oak van ilationaal en van meer clan nationaal belang is. Die opgave betreft het scheiden in fracties van huishoudelijk afval, waarover ik u reeds sprak. Ik wil nu proberen u te laten zien waarom wij zoiets raars zouden doen. Waar0m wij zo bijzonder

ungentlemanlike zouden gaan wroeten in elkaars vuilnisbakken.

Dames en Heren,

Ondanks de economische crisis !even wij nog steeds in een vrij wd-varend land. Ik zal cl.it toelichten aan de hand van een paar getallen. De gemiddelde Nederlander consumeerde in 1970 per jaar ( l 3): 3. 700 kg fossiele brandstoffen voor elektriciteit en verwarming

3 5 o kg benzine

2.000 kg steen, beton en cement

4 5 5 kg metalen 140 kg papier en karton 7 kg textiel 3 2 kg kunststoffen l 5 kg wasmiddelen en 15 kg rubber

De materialen, die nodig zijn om die gezonde eetlust te bevredigen, warden bereid uit grondstoffen. Die grondstoffen moeten in over-grote meerderheid worden aangevoerd uit bet buitenland. Dat geeft al enige indruk van hoe afhankelijk de Nederlandse economie is van de aanvoer van betaalbare grondstoffen. Maar cl.it beeld is nog aller-minst volledig. Wij moeten betalen voor wat wij consumeren. Op nationale schaal doen wij dat voor een belangrijk dee! door

(13)

stoffen in te voeren, deze grondstoffen te veredelen tot halffabrikaten en fabrikaten, en die halffabrikaten en fabrikaten weer uit te voeren. Dit vormt een van de voornaamste mechanismen, waarmee we onze betrekkelijke welvaart in stand houden. En dat mechanisme verbruikt ook grondstoffen. Ook in dit verband werken enige cijfers verhel-derend (tabel l ).

Tabel l

Import-export balans voor Neder!and in I j 7} in millioenen guldens (I 4)

Invoer Uitvoer

-Niet eetbare grondstoffen ( excl. brandstoffen) 5-317 4.051

Minerale brandstoffen, smeermiddelen etc. 8.743 8.693

Chemische produkten 5.362 9·5 56

Fabrikaten 13.449 I i.691

Machines en vervoersmateriaal 15.689 12.45 5

V oedingswaren en levende dieren 8.399 13.823

Dierl. en plantaardige olien en vetten 692 681

Dran~en en tabak 900 843

Overige goederen (waaronder kleding) 7.615 5.063

totale waarde 66.164 66.857

Dat deze balans over consumptie, 'veredeling en doorvoerhandel, ondanks de hoge consumptie-cijfers die ik U gaf, positief uitkomt illustreert ooze betrekkelijke welvaart. Maar de balans laat ook zien hoe griezelig afhankelijk wij zijn van de aanvoer van betaalbare grondstoffen. Nu wordt de aanvoer van betaalbare grondstoffen naar mijn mening in zeer onrustbarende mate bedreigd door tenminste vier verschijnselen. In de eerste plaats door de mogelijke uitputting van een aantal grondstoffen, waarover de Club van Rome zulke angst.:. aanjagende geluiden heeft laten horen. Wanneer dit apocalyptisch gezelschap gelijk heeft zullen bijv., indien er geen nieuwe voorraden gevonden warden en het jaarlijks verbruik gelijk blijft, goud en kwik op zijn nog voor ik de pensioengerechtigde leeftijd bereikt zal hebben. Mijn afscheid zal dan vrijwel onmiddellijk een echo vinden in de uit-putting van zilver en tin. Nu is er van vele kanten op de berekeningen

(14)

van de Club van Rome kritiek geoefend. Maar helaas is uitputting niet de enige bedreiging van de aanvoer van betaalbare grondstoffen. Ook schaarste en zelfs de angst voor schaarste kunnen de grondstoffen-prijzen aanzienlijk doen stijgen. Bovendien kunnen de grondstoffen-prijzen van bepaalde grondstoffen hoog worden opgevoerd door arbitraire maat-regelen van de landen, die ze exporteren. Zo komt, zoals U weet, de huidige energiecrisis voort uit een srijging van de prijs van ruwe aard-olie niet factoren tussen 2 en 7; die stijging is weer het gevolg van een mengeling van angst voor schaarste en arbitraire maatregelen van de O.P.E.C.-landen; De vierde bedreiging van de aanvoer van betaalbare grondstoffen is de voortschrijdende ontwikkeling van onderont-wikkelde landen. Verscheidene minder ontonderont-wikkelde landen zijn al begonnen grondstoffen, die zij produceren, niet uit te voeren maar zelf te veredelen tot halffabrikaten en fabrikaten. Ongetwijfeld zal deze ontwikkeling zich met toenemende snelheid voortzetten. Dat is uiteraard geen reden om onderontwikkelde gebieden niet te steunen. Maar het is wel een belangrijke bedreiging van onze welvaart. Zij, die deze dreigingen afdoen met het cliche, dat we clan maar een beetje van onze welvaart moeten opgeven, begaan twee fouten. Dit cliche werkt als een fopspeen zolang men niet met cijfers aangeeft wat men precies met 'een beetje opgeven' bedoelt. En verder wordt vergeten, dat de eerste drie bedreigingen, die ik noemde, de onderontwikkelde gebie-den ernstiger zullen treffen cl.an de meer welvarende langebie-den. Ik vrees, dat de zaken niet zo simpel zijn en dat de .bedreigingen van onze wel-vaart bijzonder emstig genomen moeten worden.

Een

van de mogelijkheden om die bedreigingen tegen te gaan bestaat uit het zo veel mogelijk beperken van het verbruik van grondstoffen. Dat het mogelijk moet zijn om grondstoffen te besparen zonder in- en uitvoer aan te tasten wordt aannemelijk gemaakt ~oor het feit, dat er afval bestaat. Onder afval verstaat men goederen, die voor de bezitter hun waarde hebben verloren. Ben goed voorbeeld is de krant van gisteren. De grondgedachte van de recycling is nu, dat afval voor anderen clan de bezitter nog wel waarde kan hebben. Dat bijv. uit de krant van gisteren weer opnieuw papier of karton gemaakt kan worden waardoor minder bout of pu1p hoeft te worden ingevoerd. Fig.2 geeft een overzicht van een aantal mogelijkheden om door deze kringloop van grondstoffen en ook op andere manieren grondstoffen te besparen.

(15)

Ben eerste mogelijkheid is om afvalstoffen, die bij het produktie-proces ontstaan - dus industrieel afval - aan een kringlo6p van grond-stoffen te onderwerpen. Zo houdt men bij het vormen van gebruiks-goederen uit kunststoffen altijd plastic;resten over. Wanneer het gaat om nylons is de kringloop betrekkelijk eenvoudig. De nylonresten kunnen weer omgezet worden in de diaminen en de dicarbonzuren waaruit nylons' zijn opgebouwd. Uit deze stoffen kunnen opnieuw nylons worden bereid. Ben dergelijk proces wordt in Nederland al uitgevoerd door DSM. De recycling van andere kunststoffen clan nylons is helaas minder aantrekkelijk. Het afbreken van de andere kunststoffen tot hun bouwstenen is meestal moeilijk of onmogelijk. Men kan proberen om de kunststofresten om te vormen tot gebruiks-goederen. Ongelukkigerwijze zijn de daarvoor nodige procedes lastig of zelfs op dit ogenblik nag helemaal niet bekend. Nog erger is, dat de zo ontstane eindprodukten vaak niet alleen duurder maar ook van mindere kwaliteit zijn dan overeenkomstige voorwerpen, die uit verse grondstoffen zijn bereid~ Zo leidt besparing van grondstoffen tot het ontstaan van een markt in produkten van tweede kwaliteit, die bovendien .nog economisch beschermd moeten warden. Dit bezwaar vormt een thema, dat bij de kringloop van grondstoffen in allerlei variaties terugkomt. Zo'n variatie treedt op bij het terugwinnen van metaalzouten uit afgewerkte galvarusche en metaalbeitsbaden. De wet op de verontreiniging van het oppervlaktewater verbiedt het lozen van deze afgewerkte baden, die zouten van zware metalen bevatten. Men kan de hydroxiden van de metalen afscheiden en ze in vaten op land deponeren. Dat bergt echter het gevaar in zich, dat het grond-water onde.r de stortplaatsen op den duur door zouten van de zware metalen wordt verontreinigd.

Deze situatie dreigt galvanische en de beitsindustrieen in Nederland met de ondergang. Ons laboratorium bestudeert de mogelijkheid om in landelijke centra door achtereenvolgende extracties. uit de hydroxi-den de zouten van de afzonderlijke metalen zo zuiver terug te winnen, dat ze verkocht kunnen warden. Wanneer dit zou lukken, zou ·men niet alleen grondstoffen sparen maar oo~ een aantal bedrijven kunnen behouden. Maar het proces zal geld kosten, dat op de een of andere manier gevonden zou moeten warden. Overigens zien we hier. een verl:?and tussen de kringloop van grondstoffen en de milieu-14

(16)

.... ...

I

I

VERSE • GRONDSTOFFEN ~

PR!)DUKTIE-PRODUKTEN LEVENSDUUR I AFGEWERKTE

PROCESSEN I PRODUKTEN

l

i

INDUSTRIEEL I zo NOOIG

~

AFVAL I REINIGEN

l

.

.

VERWERKING ~~R§~B.Bll!!i. INDUSTRIEEL ,!!~CJ'fld~<!. AFVAL VIA. BESTAANDE KANA LEN t bijv. schroot )

~

+-i

ZUIVERINGS-PROCESSEN

lGRONO-'

"-

'

.

"

'

'

STOFF EN

.

.

.

.

.

AFVALSCHEIOINGS- 810- CHEMISCHE OJREKTE ·VERBRANDEN

PROCESSEN CHEMISCHE OMZETTINGEN OMZETTJNG MET

OMZETTINGEN" TOT TERUGWINNEN

.

bijv.: PROOUKTEN ENERGJE"

bijv.:. pyrolyse

M!<!'<..L..!~2. kompostere~ bijv.: persen I SLAK

f4-methaan- met

bind-gisting middel

PROOUKTEN

~

t

ENERGIE

fig. 2 : Mogelijkheden tot besparing van grondstoffen •

GEMENGO

I

·

AFVAL

I

OPHAL£N EN

I

TRANS PORTE REN

VERBRANOEN ZONDER TERUGWINNEN ENERGIE rEKONTROLEERO 1 STORTEN !'.!,l_!ol!~A_T!~

(17)

bescherming. Ook dat is een telkens weerkerend thema.

Tot dusver sprak ik over industrieel afval. De meeste industriele produkten doorlopen, we zouden het haast vergeten, v66r ze afval worden een levensweg en hebben dus een levensduur. Men zou

be-langrijke ho~veelheden grondstoffen kunnen besparen door die

levensduur te verlengen. Daamaar wordt clan oak gestreefd, op het ogenblik bijv. door de automobiel~industrie. Zij, die de verlenging van de levensduur van produkten zo luid aanprijzen moeten wel bedenken, dat deze besparingsmethode diep ingrijpt in het economisch

leven. Men bespaart'i111mers niet alleen grondstoffen maar vermindert

ook het aantal beschikbare arbeidsplaatsen. Van veel goederen kan de levensduur trouwens niet verlengd warden: van de krant bijv. en van jonge genever.

Aan de levensduur van ieder artikel komt tenslotte een einde. Daar staat het afval, de goederen die voor hun bezitter geen waarde meer hebben: een lege geneverfles, een autowrak, een gelezen krant, een bananeschil. Toch kan deze rommel nog op vele manieren de ge-meenschap dienen. De geneverfles kan worden schoongemaakt en

opnieuw gevuld met het kostelijk nat. Dit hergebruik is

een

van de

simpelste . manieren om grondstoffen te sparen. Fabrikanten van

vooral emballage-artikelen kunnen de grondstoffenbesparing bevor-deren door hun containers zo te ontwerpen, dat ze eenvoudig en

goedkoop gereinigd kunnen warden. Over het autowrak kan

een

van

de oudste recycle-industrieen zich ontfermen: de schroothandel. Het zou zeer nuttig zijn wanneer auto's z6 geconstrueerd werden, dat men de verschillende metaalsoorten bij de sloop zo gemakkelijk mogelijk van elkaar kan scheiden. De industrie kan zo iets, als gevolg van de onderlinge concurrentie, niet zelf regelen. Dus zullen rege-ringen in internationaal overleg hiervoor normen moeten instellen. Autokerkhoven moeten natuurlijk verboden warden. De gelezen krant kan in principe ook een oude kringloop volgen: de weg via de handel in oud papier. Jongetjes bellen aan Uw deur en vragen om oude kranten, hetzij voor hun voetbalclub of als zelfstandige kapitalisten. Van hen gaat de krant, via de handel, terug naar de papier-enkarton-industrie. Deze zgn. 'directe recycling' werkt voortreffelijk.

In

1970

werd 41

%

van het in Nederland verbruikte papier zo gerecycled (15).

(18)

Maar de methode werkt alleen wanneer er een goede markt voor oud papier is. Helaas fluctueert deze markt sterk en 'geen geld, geen jongetjes'. Vele actiegroepen houden zich met dit probleem bezig. Zij staan voor, dat het publiek allerlei artikelen, zoals papier en glas, gescheiden van het overige afval in aparte vuilniszakken inlevert. Helaas is deze vorm va11 directe recycling niet zo eenvoudig als ze lijkt (1 5). Het blijkt niet gemakkelijk te zijn om het publiek uit te leggen, dat pakpapier en karton ook soorten van papier zijn. De voet-balclubs en de jongetjes vinden deze methode van recyclen niet aardig. Bovendien moet men met aparte vuilnisophaalauto's werken omdat in de auto's het vuil vaak wordt samengeperst. Evenals anderen .sta ik een beetje sceptisch tegenover het gescheiden inleveren; Maar deze werkwijze moet natuurlijk in een groat aantal experimenten grondig warden onderzocht.

De geneverfles, het autowrak en de oude krant hebben we nu onder-gebracht. Maar de bananeschil gaat in de vuilniszak. De schil zal daar niet alleen zijn. In Nederland bedraagt de 'produktie' van stede-lijk afval zo'n 3'5 niillioen ton per jaar, of ruim 3/4 kg per burger per dag (16). De samenstelling van dit afval vertoont grate fluctuaties. Zeer ruwweg kan men zeggen, dat het huishoudelijk afval, dat een 60% van het stedelijk afval vormt, op droge basis een 50 gew. % tuin-en keuktuin-enafval bevat, ruim z 5 gew.

%

pa pier en karton, 10-1 5 gew.

%

glas, 5 gew.

%

plastics, 3 gew.

%

hoofdzakelijk vertind ijzer uit con-servenblikken en verder iedere rommel, die men zich maar kan voor-stellen (17). Het watergehalte varieert ruwweg tussen 3 5 en 50 gew.

Met dit afschuwelijke materiaal kan men in principe twee dingen doen: het elimineren of het verwerken. Hygienisch onverantwoorde elimi-natie geschiedt door het vuil eenvoudig op een stuk land· te storten. Het is pijnlijk, dat dit nog met ongeveer de helft van het stedelijk afval gebeurt (16). Hygienisch verantwoorde eliminatie kan warden uitge-voerd door het gecontroleerd storten, dat ik al beschreef, en door verbranden zonder terugwinnen van energie of verwerken van de slak. Zo raakt men het afval kwijt, maar men levert geen bijdrage aan de besparing van grondstoffen. Er bestaan methoden, waarop dat wel kan gebeuren. Men kan de bij de verbranding vrijkomende warmte benutten door er stoom mee te genereren, waarmee men elektriciteit kan opwekken: Helaas kan de energiecrisis zo niet worden opgelost. 17

(19)

Met al bet Nederlandse stadsafval kan men niet meer

clan

0,5

%

van het nationale energieverbruik uit 1972 dekken (16). Bovendien zijn de financiele aspekten van de winning van energie uit afval in Nederland niet erg gunstig. Uit de slak van de verbrandingsovens kan men ijzer terugwinnen. Dat brengt ons tot een vrij groat aantal werkwijzen om uit afval grondstoffen te winnen of terug te winnen. Men kan het materiaal onderwerpen aan allerlei fermentaties. De bekendste daarvan is het composteren, dat in Nederland veel en - dank zij het hier ont-wikkelde proces van Van Maanen - ook goed wordt toegepast. Helaas zijn de omzetmogelijkheden van compost beperkt. Andere fermentaties tot hoogwaardiger produkten zijn voorgesteld maar, voor zover ik weet, nog niet grondig onderzocht. Men kan aan delen van het verkleinde afval cen bindmiddel toevoegen en het persen, bijv. tot bouwplaten zoals het VAM-ton. En tenslotte kan men het afval scheiden in allerlei fracties, bijv. met het proces, dat ik in het begin van mijn voordracht beschreef. Deze scheidingsprocessen bieden het grate voordeel van flexibiliteit. Men kan bijv. meer waar-devolle bestanddelen, zoals papier, afscheiden, minder waarwaar-devolle bestanddelen verbranden, pyrolyseren of composteren en zich in het algemeen aanpassen aan de marktverhoudingen. Natuurlijk zijn er ook nadelen. Scheidingsprocessen vergen energie en de energy-accounting van de verschillende procedes zal goed moeten warden bekeken. Dat scheidingsprocessen ook geld kosten is iets minder erg dan het lijkt, omdat vuilnis een negatieve prijs heeft. Storten moet immers ook betaald warden en hij, die een gemeentebestuur van afval verlost, kan daarvoor een vergoeding eisen. Maar ik moet U er wel op wijzen, dat regelmatige recycling van afgescheiden papier zeer moeilijk is zolang de markt in oud papier zo sterk fluctueert als nu het geval is. Stabili-satie van die markt acht ik vrijwel een voorwaarde voor de uitvoer-baarheid van afvalscheidingsprocessen.

Trachten wij -nu het geheel van het concept van de kringloop van grondstoffen te overzien. Ik meen, dat dit concept vooral drie

voor-. delen heeft: Ten eerste besparing van grondstoffen; ten tweede een bijdrage tot de bescherming van het milieu; en ten derde het feit, dat het hier gaat om relatief ingewikkelde processen, die per eenheid van

· produkt meer arbeidsplaatsen zullen creeren dan de verwerking van verse grondstoffen. Er zijn ook duidelijke nadelen. Men moet

(20)

pen in het economisch leven. Er ontstaat een markt in produkten van tweede kwaliteit. Produkten uit gerecyclede grondstoffen zullen beschermd moeten warden tegen produkten uit verse grondstoffen. De oudpapiermarkt moet gestabiliseerd warden en zo zullen zich nag wel andere moeilijkheden voordoen. Ik vermoed, dat een aantal van die vraagstukken opgelost kunnen warden .met vrij eenvoudige middelen, zoals bijv. een oordeelkundig toepassen van de BTW-tarieven, een verstandige inkoopspolitiek van de overheid of het betrekken van bijv. de papierindustrie bij de afvalscheidingsprocessen. Maar diepgaande economische studie zal zeker nodig zijn. Niet minder belangrijk lijkt me sociologisch onderzoek naar de vraag, hoe de weerstand kan warden overwonnen, die het publiek waarschijnlijk zal voelen tegen produkten van tweede kwaliteit. De kringloop van grondstoffen is dus volstrekt geen wondermiddel. Maar ik vrees, dat we geen keuze hebben en dat de toenemende schaarste aan betaalbare, verse grondstoffen ons er wel toe zal gaan dwingen om de recycling in praktijk te brengen.

Er zal dus veel onderzoek verricht moeten warden en wel in korte tijd. De mogelijkheid bestaat namelijk, dat de centrale en lagere overheden zullen besluiten om alle stedelijk afval te gaan verbranden. Niet omdat cl.it noodzakelijkerwijze de beste oplossing is, maar omdat verbranding het enige proces is, dat we op dit moment zond~r meer kunn.en uitvoeren. Zo'n besluit zou begrijpelijk zijn, maar het zou de invoering van· afvalscheidingsprocessen vertragen met minstens de levensduur van een verbrandingsoven, dus met zo'n 2 5 jaar. Ik vraag

me af of dat, in het licht van ,de gevaren, die de grondstoffenvoor-ziening bedreigen, niet erg lang is. We moeten dus onder druk aan het werk, sociologen, economen en niet in de laatste plaats proces-kundigen. Want de afvalscheidings-processen vragen een veel diep-gaander kennis van de proceskunde van vaste stof dispersies dan nu beschikbaar is.

Daarmee heh ik het belang geargumenteerd van deze tak van de proceskunde. Ik wil de dubbele kringloop van mijn voordracht nu sluiten met een opmerking over het onderwijs in de proceskunde, die ik zeer behoedzaam wil maken. De niet-vakgenoot, die mijn woorden nog niet in een gezonde slaap gesust hebben, zal nu wel verwachten

(21)

dat iedere Technische Hogeschool een Afdeling der Proceskunde rijk is. De vakgenoot weet, dat dit niet het geval is. Ik hoop, dat mijn zuiver wetenschappelijk chemische vrienden het mij zullen vergeven, wanneer ik mij afvraag of zo'n afdeling, onderafdeling of tussenafde-ling er op den duur niet zou moeten komen. Ik erken in dankbaarheid, dat de chemisch en fysisch technologi~che disciplines binnen een Afdeling voor Scheikundige Technologie niet slecht gesitueerd zijn. Ben proceskundige opleiding zal zeker chemische elementen moeten bevatten, voor de chemisch technoloog meer en zwaai:dere dan voor de fysisch technoloog. Het blijft echter de vraag, of de gulle gastvrij-heid van de Afdelingen voor Scheikundige Technologie ons er niet toe dringt de proceskundigen meer en andere zuiver wetenschappe-lijke chemie mee te geven dan zij werkelijk nodig hebben. Op zichzelf is dat niet erg. Er is nog nooit iemand overleden doordat hij wat te veel had geleerd. Maar het is jammer, dat he( strakke keurslijf van de 5-jarige opleiding ieder teveel strafr met een antler tekort. En de jonge proceskundige, die opgroeit in een naar mijn mening bedreigde maatschappij en daar moet concurreren met buitenlandse collegae, heeft mijns inziens procesdynamica nodig, meet- en regeltechniek, procesontwikkeling, meer geavanceerde hydrodynamica, rheologie, meer materiaalkunde en elementen van economie en bedrijfskunde. Wellicht is men bereid om het voorstel, dat ik hier schoorvoetend doe, eens te overwegen. Uiteraard stel ik niet voor, dat we nu als

een

man zullen opstaan om onze arme Technische Hogescholen, verward als ze zijn door de W.U.B., ontsteld door de wet Posthumus, ontmand door bezuinigingen en wellicht straks ontzield door de Contourennota, vanmiddag nog te hervormen. 'Alles heeft zijn uur', zegt de Prediker (1b). Enmisschien dacht hij ook aan hervormingsvoorstellen toen hij sprak: 'Alle beken stromen naar de zee, nochtans wordt de zee niet vol'. Aan het einde van mijn voordracht betuig ik mijn eerbiedige dank aan Hare Majesteit de Koningin, die aan mijn benoeming aan deze Tech-nische Hogeschool haar goedkeuring heeft willen hechten.

Aan U, Mfjne Heren Leden van het College van Bestuur en aan allen, die er aan hebben willen meewerken dat ik voor deze benoeming hen voor-gedragen, spreek ik mijn diepe erkentelijkheid uit. Het is in deze jaren van universitaire verwarring een grote gunst om verbonden te mogen

(22)

zijn aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs waar in het algemeen in eendracht wordt gewerkt. Ik zal et naar vermogen naar streven om mij Uw vertrouwen waardig te tonen.

Op dit ogenblik, dat voor mij van groat belang is, wil ik de nage-dachtenis eren van mijn leermeester,pref. Waterman; en ook de nage-dachteois van zijn zoon, mijn vriend, studiegenoot en partner in

duizend gesprekken over ons vak, dr.ir.J.A. Waterman.

Dat ik door het !even, dat ik mocht behouden, kan gaan met opgehe-ven hoofd dank ik aan de Staat Israel en aan de Zionistische Beweging.

Waarde Boelhouwer,

Ik heb niet alleen mijn onderwijs in Amsterdam met je mogen regelen, maar vrijwel mijn hele loopbaan. Je hebt me onderwezen, vermaand en gesteund. Bovenal heb je me laten zien wat een goed technoloog, die een goed man is, kan betekenen voor zijn medemensen.

Waarde Knegtel,

Je scherpe verstand, je nuchtere geest en vooral je vriendschap maak-ten onze lange, nauwe samenwerking voor mij tot een vreugde. De wijze, waarop je zware tegenslagen verwerkt, bewonder ik zeer.

Dames en Heren directieleden en medewerkers van Chevron Central

Labora-tories en van Chevron Petroleum Maatschapp!J Nederland,

.

U hebt mij getoond hoe moeilijk, maar ook hoe aanttekkelijk het is onderzoek te verrichten, dat binnen een beperkte tijd tot praktisch bruikbare resultaten moet leiden. Ook hebt U mij de mogelijkheden en waarde leren kennen van het werken in een team. Aan de negen jaren, die ik in Uw midden heb mogen doorbrengen, bewaar ik een geluk-kige herinnering.

(23)

Dames. en Heren hoogleraren, lectoren en wetenschappelfike medewerkers uan de Subfaculteit Scheikunde van de Universiteitvan Amsterdam,

Zeven jaten hebt U met een lankmoedigheid en vriendelijkheid, waatvoot ik U dank zeg, de aanwezigheid verdtagen. van de beoefe-naat van een vak, ·dat een naam draagt waatin het wootd chemie niet

vootkomt. Ik verttouw dat dit vak, ondanks zijn treutige naam,· Uw

subfaculteit van enig nut zal zijn.

Waarde Dammers,

Je bent een onderzoeker, die.de techniek beoefent om der wille van de

wetenschap alleen. Dat is bewonderenswaatdig. De manier waarop je, zelf gebukt onder groat leed, mijn kleinere nioeilijkheden hebt vetdra-gen en opgevanvetdra-gen zal ik nooit vergeten.

Dames en Heren leden van de Vakgroep Chemische Technologie van de Universiteitvan Amsterdam,

In een lastige tijd en in een lastige stad hebben wij samen een labora-torium opgebouwd, waarin ik bijzonder prettig heb gewerkt. Ik dank U van hatte voor het vele, dat ik met U en van U heb mogen leren.

Dames en Beren hoogleraren, lectoren, wetenschappelfjke medewerkers en leden van de Technische en Administratieve Staj van de Afdeling der Schei-kundige Technologie, .

O~danks de ketterse woorden, die ik mij eerder liet ontvallen, ben ik

er trots op mij

een

der Uwen te mogen noemen. Ik zal mij daatom

inspannen om mijn taken zo goed mogelijk te vervullen.

Waarde Thfissen,

Toen ik benoemd werd tot je opvolger moest ik denken aan de legende 2.2.

(24)

van de tafelronde van Koning Arthur. Daarin wordt verteld, dat hij, die gaat zitten op de zetel van de tovenaar Merlin, door de aarde zal warden verzwolgen. Ik beschouw je. als eeo fysisch technologisch tovenaar, door het onderzoek dat je verricht, maar ook door de manier, waarop je je medewerkers en studenten enthousiasmeert. Ik bevind me nog op de aarde, maar ik vind het wel moeilijk oril daar je oude plaats in te nemen. Met de hulp van de groep medewerkers van uitzonder-lijke kwaliteit, die je me hebt nagelaten, zal ik proberen om je vroegere leerstoel niet te beschamen.

Waarde Rietema,

Het is een voorrecht te mogen werken naast jou, de vader der proces-kunde, vooraanstaand onderzoeker en man van een sterk karakter.

Ik ben me van dat voorrecht .zeer bewust en ik hoop daarvan door

mijn handelingeo te kunnen getuigen.

Waarde Nieuwenhuis, waarde Stufjts,

Jullie hebt me in jullie vakgroep, waaraan jullie zoveel bijdraagt, meer dan hartelijk ontvangen. Ik hen daarvoor zeer erkentelijk.

Dames en Heren leden van de Vakgroep Fysische Technologie,

Het was een openbaring voor me, dat er nog een plaats bestaat waar zo hard, zo gemotiveerd en in zo'n goede geest gewerkt wordt als in

onze hal. Ik heb nooit dee! uitgemaakt van

een

prettiger

arbeidsge-rileenschap en ik zal dan ook mijn uiterste best doen om een waardig lid van onze vakgroep te zijn.

Dames en Heron studenten,

U studeert in luxueusere omstandigheden clan mijn generatie dat deed. Nochtans vind ik Uw positie niet benijdenswaardig. Mijn

(25)

studenten-'

generatie kon, in de totale vernieling na de Tweede Wereldoorlog,

sfochts geloven dat ze alles te winnen had. De Uwe ~oet vrezen alles

weer te zullen verliezen. De wereld, die 30 jaren geleden jong leek, is

weer oud geworden.

Zelfs van de fysische technologie wordt wel gezegd, dat ze na een hevige, maar korte bloei is uitgeput. Ik geloof dat ruet. Ik mocht U aanduiden, hoeveel fundamenteel en toegepast onderzoek er te doen

is aan vaste'stof dispersies. En erzijn nog zoveel andere terreinen, bijv.

biomedische toepassingen, fermentatieprocessen, synthetische levens-middelen, afvalwaterreiniging, beteugeling van de luchtverontreini-ging, maximalisatie van energie-rendementen. De fysischetechnologie en de proct>skunde zijn naar mijn mening nog jong.

Het werk op vele van deze terreinen tracht de levensomstandigheden van onze medemens fundamenteel te verbeteren. Wij technici hebben de bittere les geleerd, dat wij · de mensheid niet gelukkig kunnen maken omdat wij haar niet kunnen beschermen tegen haarzelf: Maar wij kunnen onze medemens wel beschennen tegen koude, hanger en ziekte. Dat is natuurlijk niet alles, maar het is wel veel. Laten wij dan proberen om naar deze doeleinden te streven.

Dames en Heren,

(26)

Literatuuropgave

1a. PRBDIKER 1 :7

1b. PRBDIKBR 3 :1

2. W.J.D. VAN DIJCK, 'Het vakgebied der physische technologie', Rede, Technische Hogeschool Delft, 29 oktober 1936.

3. T.E. RABINKOW - ROTHBARD, persoonlijke mededeling.

4. K. RIETEMA, 'Vergrotingsproblemen in de procesindustrie.' Rede, Technische Hogeschool Eindhoven, l 5 januari l 960.

·5. S. BRUIN, 'Proceskunde en Procesinnovatie', Rede, Landbouwhogeschool Wageningen,4juni 1975·

6. D. THORNES, .'Fysische verschijnselen in de Procesindustrie', Rede, Technische Hogeschool Twente, 2 februari 1967.

7. F.]. ZUIDERWEG, 'Grensvlakken en Identiteit', Rede, Technische Hoge-school Delft, 20 maart 1974.

8. W.P.M. VAN SWAAY, 'Proceskunde', Rede, Technische HogeJchool Twente, 29 november 1973.

9. P.M. SULLIVAN, M.H. STANCZYK, M.J. SPENDLOVE, 'Resource

recovery from raw urban refuse', Bureau of Mines Report of Investigations, Nr. RI 7760, 1973.

H. HOBERG, E. SCHULZ, 'Entwicklung eines Verfahrens zur AufbereiI-tung von Hausmiill', Mull und Abfall 1974, (no.8), 263-268.

C.]. HUANG, C. DALTON, 'Energy recovery from solid waste', Vol.z, NASA-Report Nr. CR-2526, Washington D.C., april 1975·

10. F.]. COLON, 'Het TNO-scheidingssysteem voor huishoudelijk afval', Delngenieur, 86, 131-133, r4februari 1974·

n. H.A.C. THIJSSEN; 'Het samenspel der technologieen', Rede, Technische Hogeschool Eindhoven, 8 oktober I 96 5.

IZ. C. BOELHOUWER, 'Chemische Technologie als toegepast natuurweten-schappelijk onderzoek', Rede, Universiteit var:i Amsterdam, 22 januari 1962. 13. D.W. HARTOG, 'Kringloop, Recycling en Hergebruik van Grond-·eii Afvalstoffen', Rapport Stichting Research-Advies-Milieubeheer, juni l 975.

(27)

14· CENTRAAL BUREAU VOOR DE ,STATISTIEK, 'Statistisch zakboek 1974', Staatsuitgeverij, Den Haag, 1974.

15. STICHTING VERWIJDERING AFVALSTOFFEN, Rapport 'Aktie 'Papier Apart' te Zaandam', Amersfoort, juli 1972.

16. B.G. KREITER in 'Jaarverslag 1973 Stichting Verwijdering Afvalstoffen', hfdst III, p ;9, Amersfoort, november 1974·

17 STICHTING VERWIJDERING. AFVALSTOFFEN, 'Rapport periode

1971t/m1974· Sortc:erproeven in Arnhem over de perioden januari, april en oktober 1974 met huishoudelijk afval uit wijken van de gemeenten Arnhem, Amsterdam en Overasselt', juli 1975.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The vindication of Jesus with the destruction of the Temple does not leave the Jesus movement in a triumphalist position; rather, the smaller conflict with the Judean elite, now

Ervaringen met minimale grondbewerking in de Nederlandse praktijk door Sander Bernaerts, DLV Plant (Hand-out: Bijlage 3).. “Als we spreken over minimale grondbewerking is het

Chapter Two will present the theoretical frameworks related to social movement studies, by means of a literature review, and present the conceptualization and

Toen echter zijn dochter Nenny in het kraambed stierf (zie ook het vers ‘Bij de dood van mijn eenigst kind; gestorven op het oogenblik dat zij moeder werd’, gedateerd 1818)

Tabel 8C Combinatie slachtoffer- en plegerschap in lichamelijk en seksueel (ex-) partnergeweld en geweld tussen broers en zussen (CBS) (Ex-)Partnergeweld (n=66) Pleger van

[r]

Aangesim dit egter die eerste dieptestudie van die aard OCX' die distrik van Stellmbosch is, m dit ()(jc: inpas by aDder onOOrsoeke na die irnpak van industrialisasie op

In deze oaraaraaf wordt kort aandacht besteed aan een aantal trends waardoor het volume en de Tabel 6: Procentuele verdeling van de zware metalen over de