www.quickprinter.be
Q
master rechten
Prof. Weyts
uickprinter
Koningstraat 13
2000 Antwerpen
BS Verzekeringsrecht
Nieuw!!!
Online samenvattingen kopen via
www.quickprintershop.be
Bijzondere Studie Verzekeringsrecht
Inhoudsopgave
Inleiding 1
DEEL I: Regels gemeenschappelijk aan alle verzekeringscontracten 11
Hoofdstuk 1: Verzekeringsovereenkomst 11 Hoofdstuk 2: Totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst 14 Hoofdstuk 3: Bewijs en interpretatie van de verzekeringsovereenkomst 16 Hoofdstuk 4: Verplichtingen van verzekeringnemer 18 Hoofdstuk 5: Verplichtingen verzekeraar 26 Hoofdstuk 6: Einde van de verzekeringsovereenkomst 43 Hoofdstuk 7: Contentieux 47 Hoofdstuk 8: De medeverzekering en herverzekering 50
DEEL II: Regels die enkel gelden voor schadeverzekeringen 50
Hoofdstuk 1: Regels eigen aan schadeverzekeringen (zaak-‐ en aansprakelijkheidsverzekeringen) 50 Hoofdstuk 3: Regels eigen aan aansprakelijkheidsverzekeringen 58 Hoofdstuk WAM-‐verzekeringen (niet in handboek) 71 Verzekeringsfraude – Gastcollege D. Wuyts en Prof. Hendrikse 91 Hoofdstuk 4: Regels eigen aan persoonsverzekeringen 113
Examen: 2 vragen (casus: 40 punten en theorie : 20 punten). Wetboek meebrengen naar het examen. Je krijgt 20 minuten voorbereidingstijd. Het is een mondeling examen, je wordt beoordeeld op wat je zegt.
Studiemateriaal: Larcier Themawetboek Verzekeringen 2015-‐2016 en F. Colle : Nieuwe Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (Verzekeringswet). Je vindt de regels terug die van toepassing zijn op alle verzekeringscontracten. We gaan daarnaast ook nog een aantal bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten bestuderen, hiervoor dien je beroep te doen op je notities.
Je vult deze twee boeken aan met je notities en dient te kennen wat de prof zegt.
Inleiding
Stel dat we een autoverzekering zouden afsluiten, je gaat naar een makelaar, kijkt zelf op het internet, …
In België worden 60% à 65% van de verzekeringen afgesloten door verzekeringsbemiddeling (makelaar of agentschap). In Nederland is dat anders, daar worden 60% van de verzekeringen online afgesloten.
Je kan naar een verzekeringsmakelaar gaan, naar een verzekeringsagent, rechtstreeks een verzekeraar, … Je kan ook verzekeringsproducten kopen bij de bank.
Als je een reis boekt kan je een annulatieverzekering boeken. Als je een GSM koopt kan je daar een verzekering bijnemen.
In België bestaat er niet zoiets van een basispakket verzekeringen die je moet afsluiten. Je moet als consument daar zelf een weg in zoeken en beslissen welke contracten ik MOET sluiten en welke ik WIL sluiten. S
Sommige contracten moet je sluiten die wettelijk, contractueel of deontologisch verplicht zijn. Een voorbeeld hiervan is een autoverzekering. Daarnaast zijn er ook vele andere verplichte verzekeringen in België.
Bv. een aantal beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen zoals deze van de architect.
Een werkgever is wettelijk verplicht een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten voor zijn werknemers.
In een aantal gevallen ben je deontologisch verplicht een verzekering af te sluiten, bijvoorbeeld een arts. Zij zijn hiertoe wettelijk NIET verplicht.
Een contractuele verzekeringsplicht: Als je een kot huurt staat in de overeenkomst dat je een brandverzekering moet nemen. Als je niet verzekerd bent hiertoe heb je je contractuele plicht hiertoe geschonden.
Schuld-‐saldoverzekering: samen met de mand een hypothecaire lening afsluiten. De kans is zeer groot dat de bank je zal verplichten om contractueel een schuld-‐saldoverzekering zal sluiten. Je leent 200 000 euro op een periode van 20 jaar. De kans is dan reëel dan één van beide of beide komt te overlijden tijdens deze periode van 20 jaar. Wat dan met de lening? Het is een levensverzekering die ervoor zorgt dat als degene die de lening heeft afgesloten komt te overlijden, de bank de lening zal afbetalen.
Hoe beslis je welke verzekeringscontracten je wel of niet afsluit?
Stel (mannen), we zijn 28 jaar. We hebben een kind en hebben een appartement gehuurd met een vriendin. We hebben een auto gekocht en zijn bedrijfsjurist.
Stel (vrouwen), 28 jaar, zonder kinderen, zelfstandig advocaat, we houden van diepzeeduiken en valschermspringen.
è Op verzekeringsvlak is dit een hele andere situatie. De mannen hebben een kinderen en dienen een gezinsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De vrouwen zijn advocaat en zijn zelfstandig, ze zijn verzekerd via de Orde van Advocaten voor hun aansprakelijkheid. De mannen zijn werknemer en dienen niet zelf een verzekering te sluiten (WG doet dit). De vrouwen dienen een brandverzekering af te sluiten voor hun huis, de mannen dienen een autoverzekering af te sluiten.
è Het risicoprofiel zal voor iedereen verschillend zijn. Iedereen heeft andere risicofactoren!
Kop Munt 28 28 24 36 20 44 16 52 12 60 2 70
Stel een munt: 50% kop en 50% munt. Of je nu kop of punt gooit krijg je 28 euro, ongeacht het resultaat. We dienen een groep te kiezen. Men doet deze test om aan te tonen dat iedereen anders handelt. Mensen denken anders over risico. Anderen zeggen: we gaan op veilig spelen en voor één gaan. Men doet deze test om mensen daarvan bewust te maken: je hebt een houding t.a.v. risico’s ook al ben je je daar niet steeds van bewust. Dat weerspiegelt zich in het verzekeringsgedrag.
Omniumverzekering: niet alleen de schade aan andermans auto dekken, ook je eigen auto is gedekt met dit soort verzekering.
Niet iedereen heeft dezelfde houding t.a.v. het aangaan van verzekeringen!
Ook in je professioneel leven zal je altijd worden geconfronteerd met het verzekeringsrecht. Een van de eerste vragen die een advocaat stelt aan een nieuwe cliënt: heb je een rechtsbijstandsverzekering? Als je weet dat hij verzekerd is, weet je ook dat de verzekeraar uw kosten en prestaties zal dekken. Verzekeringsrecht is doordrongen in de samenleving. In elk aansprakelijkheidsgeschil zal een verzekeraar bij betrokken zijn.
Je mag niet ten onrechte denken dat je verzekerd bent à nacht van 22 op 23 februari 2004. 21, 22 en 23 februari 2004 was er carnavalsstoet in Aalst. Er wordt een heel jaar gewerkt aan de praalwagens die daaraan deelnemen. Een groep huurt een plaats in een loods om tijdens de nacht de wagen in te parkeren. In de loods breekt brand uit, de materiële schade is enorm! De benadeelde werd vergoed door zijn brandverzekeraar en deze verzekeraar oefende verhaal uit tegen de leden van de carnavalsgroep. De leden zeiden dat ze 2 keer verzekerd waren: enerzijds had de stad Aalst een autoverzekering afgesloten voor alle wagens die deelnamen aan de stoet. Ze zeiden dus dat de stad Aalst dat had gedaan. Anderzijds zeiden ze dat ze zelf beroep konden doen op hun gezinsaansprakelijkheidsverzekering. Beide verzekeraars werden niet vergoed te worden! Ze lazen de polissen pas grondig op het moment dat de schade zich al had voorgedaan. De verzekering van de stad Aalst verleende enkel dekking tijdens de deelname van de stoet en tijdens de verplaatsing van en naar de stoet. De gezinsaansprakelijkheidsverzekeraars dienden ook niet te vergoeden want dat is uitgesloten in dit soort verzekering. Ze hadden het pand gehuurd: schade in een gehuurd goed valt niet
onder de gezinsaansprakelijkheidsverzekering! Elk van de leden van de carnavalsgroep hebben uit eigen zak 50 000 euro moeten betalen! Mensen dekken vaak dat ze verzekerd zijn en ze ontdekken pas op het moment van het schadegeval dat ze niet verzekerd zijn. Je moet vooral goed kijken naar wat er NIET gedekt is! Je moet er rekening mee houden dat kleine schadegevallen vaker voorkomen dan grote schadegevallen. Als je een brandverzekering afsluit voor je huis, dan is je huis gedekt tegen brand. De kans dat het huis geheel afbrandt is statistisch gezien heel klein! Een kleine brand, storm, waterinsijpeling, … komen vaker voor dus het is belangrijk dat je ook hiervoor gedekt bent!
Wat is een verzekering?
Bij aansprakelijkheid komt het erop neer dat A zijn schade gaat verschuiven naar B. Normaal gezien blijft de schade liggen waar hij valt. Als ik schade heb moet ik in principe mijn schade zelf dragen, tenzij ik iemand daarvoor aansprakelijk kan stellen. Een verzekering is het spreiden van de schade over een groep van premiebetalers. Stel ik breek mijn been en dien te worden opgenomen in het ziekenhuis. Ik heb een hospitalisatieverzekering dus de verzekeraar betaalt: de kosten worden gespreid over alle verzekerden. Ze betalen allemaal premies die daarvoor gebruikt worden!
Art. 5 Wet 4/4/2014 (Nieuwe Verzekeringswet)à hier worden definities gegeven!
De eerste verzekeringswet was deze van 1874. Een wet is altijd een kind van zijn tijd, het weerspiegelt de tijdsgeest waarin de tijd tot stand kwam. Deze wet was dus kort en niet gedetailleerd. Het liet veel over aan de contractuele vrijheid en minder aan de bescherming. Pas in 1992 kregen we de wet van 25/6/1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Deze moest je aanvullen met heel veel andere wetgeving (o.a. WAM-‐wet 1989, anti-‐ discriminatiewetgeving, uitvoeringsbesluiten …). Men zegt vaak dat de verzekeraar een sterkere contractspartij is en een verzekerde een zwakkere contractspartij. Dit dien je sterk te nuanceren: er is een informatie-‐asymmetrie. De verzekering is de repeat player maar u bent degene die het verzekerde risico aanbiedt en het beste het risico kent, daarnaast is er een concurrentie tussen de verzekeringsmaatschappij. De makelaar wordt betaald om voor u het beste contract te vinden op de markt. Een andere reden is dat de wet van 1992 van dwingend recht was. Een contractuele vrijheid speelt en een verzekeraar is een contractspartij zoals een andere. De verzekeraars moeten wel werken binnen het wettelijk kader (wet van ’92 is van dwingend recht) dus de verzekeraar mag niet in zijn contract zetten wat hij wil. Daarnaast heeft de wetgever bij KB-‐minimumgarantievoorwaarden voorgeschreven. Een voorbeeld hiervan is het KB van 1984 betreffende het privéleven (familiale verzekering) è gezinsaansprakelijkheidsverzekering. Dit is geen verplichte verzekering maar ongeveer 80% van de bevolking in België heeft zo’n verzekering. Dit onder meer omdat de premie eerder laag is (4 personen 70 euro per jaar). De gezinsaansprakelijkheidsverzekering beschermt je tegen buitencontractuele aansprakelijkheid. Het KB van ’84 schrijft minimumgarantievoorwaarden voor. Als je een gezinsaansprakelijkheidsverzekering afsluit in
België weet je dat dit aan deze minimumwaarborgen biedt. De verzekeraar mag wel betere waarborgen geven. Je moet dat wel nuanceren.
De wet van ’92 is niet meer van kracht. De wet van 4/4/2014 betreffende de verzekeringen is in werking getreden op 1/11/2014. Deze nieuwe wet was een donderslag bij heldere hemel. Het wordt voorgesteld als een hercodificatie. De kritiek die men leverde op de wet van ’92 heeft men in 2014 niet aangepast. Sommige bepalingen uit de wet van ’92 zijn ongrondwettig verklaard maar gewoon overgenomen. Is het niet jammer dat de wetgever niet meer tijd heeft genomen om een aantal zaken te veranderen? Een aantal bepalingen zijn van plaats veranderd. Een bepaling die identiek is kan nu een ander toepassingsgebied krijgen. Ten tweede heeft de wetgever er een beetje regelgeving aan toegevoegd. Je weet niet altijd of het een onnauwkeurigheid is of een bewuste keuze van de wetgever. Je kan het niet altijd afleiden uit de parlementaire voorbereiding. De intenties van de wetgever was wel goed! De wetgever wilde meer aandacht besteden aan transparantie van verzekeringscontracten. De informatieplicht rust in hoofdzaak op de verzekeringnemer. Men heeft ruimere verplichtingen opgelegd aan de verzekeraar en meer aandacht besteed aan de transparantie.
De wetgever heeft in art. 3 Verzekeringswet wat de doelstellingen van de wet zijn! Je moet de verzekeringswetgeving aanvullen met andere wetgeving. Bepaalde regels uit het BW blijven van toepassing: art. 1134 BW. Dat geldt ook in het verzekeringsrecht. In zoverre het gaat om een verzekeringscontract met een consument moet je ook rekening houden met boek VI WER.
Bestaat er zoiets als een recht op een verzekering? Is een verzekeraar verplicht om mij een contract aan te bieden?
Neen, in principe is een verzekeraar niet verplicht om te contracteren. Dat is de regel van de wilsautonomie. Het zijn commerciële instellingen die gericht zijn op het maken van winst. Een verzekeraar is niet verplicht een contract aan te bieden. De gevolgen zijn verregaand als je een contract wil afsluiten maar geen contract vindt of geen verzekeraar vindt die het wil afsluiten. Het principe is dus contractvrijheid en wilsautonomie.
Als ik naar een verzekeraar ga en vraag om mijn risico te verzekeren moet de verzekeraar oordelen of hij dat wil verzekeren en zo ja tegen welke prijs en voorwaarden. De verzekeraar voert een segmenteringsbeleid. Een verzekeraar doet niet anders dan mensen ongelijk behandelen. Professor is ouder dus het risico bij een hospitalisatieverzekering is groter. Een verzekeraar moet het te verzekeren risico beoordelen. Als hij een hospitalisatieverzekering wil afsluiten wil de verzekeraar weten of het een alleenstaand huis is, een rijhuis, gelegen is in overstromingsgebied, … Een verzekeraar beoordeelt het risico adhv statistische gegevens. De verzekeraar weet statistisch gezien wat de kans is dat een alleenstaande woning afbrandt.
Een verzekeraar tracht het risico te beoordelen. Het beleid uit zich in tariefdifferentiatie. Dit hangt af van je leeftijd, gezondheidstoestand, … Daarnaast zijn er ook bepaalde
polisvoorwaarden. Je krijgt algemene polisvoorwaarden maar vaak worden deze aangevuld met bijzondere polisvoorwaarden. Stel ik ben bedrijfsleider van een kleine KMO en ga een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. De verzekeraar zal dan het verzekeringsrisico moeten beoordelen. De informatieverplichting van een verzekeringnemer is enorm belangrijk: de verzekeraar moet het risico kunnen beoordelen. De verzekeringnemer is degene die het risico het beste kent en de informatie zal moeten verstrekken.
Een segmenteringsbeleid is belangrijk is een precontractuele fase bij het afsluiten van het contract maar ook tijdens de looptijd van de overeenkomst: het risico kan verzwaren. Aan de segmentering zijn risico’s verbonden, zijnde het risico dat je geen verzekeringscontract vindt. Voor verzekeringen is er ook een ombudsman. Er is nog steeds een apart orgaan binnen de ombudsdienst. Elk jaar publiceert hij online een verslag. Als je een conflict hebt met een verzekeraar ga je niet meteen dagvaarden maar eerst via de ombudsman een minnelijke oplossing bereiken. Deze kan dan een niet-‐bindend voorstel uitwerken. Je kan elk jaar een jaarverslag downloaden en daarin lees je dat er elk jaar vele klachten zijn over het niet vinden van een verzekering. De wetgeving is daar in bepaalde domeinen al aan tegemoet gekomen. Bv. de wetgever koos ervoor om hospitalisatieverzekering af te sluiten voor het leven, de verzekeraar kan het contract niet beëindigen. Als je de hospitalisatieverzekering krijgt aangeboden door een werknemer en je wordt ontslagen, gaat op pensioen, neemt ontslag, … je hebt dan het recht om de verzekeringsovereenkomst verder te zetten.
De wetgever heeft een regeling uitgewerkt om ernaar te streven een schuldsaldoverzekering uit te werken.
Zijn er ook voordelen verbonden aan het segmenteringsbeleid?
Eerste voordeel: Als je weinig risico’s hebt dien je geen hoge premies te betalen voor een
hospitalisatieverzekering.
Ben je bereid meer te betalen voor je medemens die een minder goed risico heeft? Als je een goed risico beoordeelt wil je liever niet te veel betalen!
Een tweede voordeel is dat het de problematiek tegengaat van de moral hazard. Dit houdt in dat als mensen weten dat ze verzekerd zijn, minder voorzichtig door het leven gaan.
Opzet is NOOIT verzekerbaar! Dit zou anders aanlokkelijk kunnen zijn als je zelf in slechte papieren zit!
Daarnaast is er ook een franchise die je dient te betalen als je een schadegeval hebt. Verzekeraars mogen weigeren om te contracteren maar ze zijn wel gebonden door de antidiscriminatiewet van 10/05/2007. De antidiscriminatiewet zegt dat je niet mag discrimineren op grond van één van de criteria die zijn opgesomd in de wet. De antidiscriminatiewet schrijft voor dat je niet mag discrimineren. De antidiscriminatiewet zegt
dat je niet mag discrimineren op grond van iemands gezondheidstoestand, handicap, … Verschillende van deze gronden zijn van belang.
Leeftijd: als je een autoverzekering afsluit is het eerste wat een verzekeraar wil weten hoe oud je bent.
Gender: je mag niet discrimineren op grond van het geslacht. Directe discriminatie is verboden maar ook indirecte discriminatie is verboden. Als een hospitalisatieverzekering zegt dat er geen verzekering wordt aangeboden aan personen die borstkanker hebben gehad. Mannen kunnen dit ook krijgen meer veel minder kans toe. Dit is dus een vorm van indirecte discriminatie.
Een verzekeraar mag nog steeds personen ongelijk behandelen maar hij moet ervoor zorgen dat de gronden de discriminatietoets doorstaan.
1. à De verzekering moet kunnen aantonen zijn beslissing de legitimiteitstoets doorstaat. Het nastreven van winst is een legitieme doelstelling dus dit vereiste zal geen probleem vormen.
2. à De geschiktheidstoets. De handelswijze die de verzekeraar toepast moet geschikt zijn. De verzekeraar moet aantonen dat zijn handelswijze geschikt is om zijn legitieme doelstelling (winst) te realiseren. Dit vertaalt met in 2 criteria:
a. Objectiviteitscriterium: de verzekeraar moet bewijzen dat hij objectieve criteria toepast.
i. Bv. geen contract want je bent te dak is subjectief!
ii. Bv. als je zwaarlijvig bent volgens BMI-‐index krijg je geen verzekering dan is dat een objectief criterium
iii. Leeftijd is een objectief criterium
3. Pertinentiecriterium: de verzekeraar moet bewijzen dat het onderscheidingscriterium pertinent is voor de doelstelling die hij beoogt. De minister van gelijke kansen heeft dat geïllustreerd d.m.v. diabetes. Hij zei dat het geen directe invloed heeft op je kans op overlijden dus een levensverzekeraar mag niet zeggen: je krijgt geen contract want je hebt diabetes. Het feit of je aan diabetes lijdt is niet pertinent om je overlijdensrisico te beoordelen. Als je aan een ziekte lijdt waardoor je vroeger kan overlijden is dat wel een pertinent criterium.
a. Zaak Test Aankoop en DKV (grootste speler op vlak van hospitalisatieverzekering) / 7 maart 2005 / Kh. Brussel in KG è op een bepaald moment stuurde DKV een brief aan alle verzekerden waarin een premiestijging werd aangekondigd. Hoe ouder men was, hoe meer de premie zou stijgen. DKV zei dat ze dat konden verantwoorden: mensen worden ouder en hoe ouder je wordt hoe meer kans op hospitalisatiekosten. Je kan er ook niet om heen dat kosten voor gezondheid alsmaar toenemen. De rechter in KG in Brussel besliste dat er sprake was van discriminatie. Als een nacht in het ziekenhuis duurder wordt is dat niet enkel zo voor iemand van 60j maar ook voor iemand van 25j.
Feit dat mensen ouder worden waardoor statistisch gezien de kansen op hospitalisatie hoger worden, is iets dat je weet wanneer je de overeenkomst aangaat!
4. De noodzakelijkheidseis: dat wil zeggen dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat de criteria die hij aanwendt in evenredig verband is met de doelstelling die hij beoogt.
a. Bv. ik leid aan een bepaalde ziekte waardoor de kans op hospitalisatie groter is, de verzekeraar weigert een contract aan te gaan. Was het nodig om meteen te weigeren? Was het niet mogelijk een andere oplossing aan te bieden?
Er is niet veel RS over de antidiscriminatiewet en de verzekeraars à verzekeraars willen niet in de media komen omdat ze mensen discrimineren.
De antidiscriminatiewet schrijft voor dat als je van oordeel bent dat je gediscrimineerd wordt, je naar de rechter in KG kan gaan. Hij kan geen uitspraak doen ten gronde. Hij kan enkel een staking uitspreken. Daar spring ik zelf niet zo heel ver mee. Als ik Sv. wil moest ik nadien nog naar de burgerlijke rechtbank. De KG kan nu ook schadevergoeding toekennen. Het is anders moeilijk om nadien nog een burgerlijke procedure te starten. Dat is een uitzondering op de regel van de integrale schadevergoeding die het aansprakelijkheidsrecht normaal gezien beheerst.
De genderwet van 2007 verbiedt discriminatie o.g.v. het geslacht. Ze is er gekomen naar aanleiding van de genderrichtlijn. Vrouwen worden vaak gediscrimineerd, maar niet op verzekeringsvlak. Vrouwen werden verzekeringsrechten gunstiger behandeld dan mannen, ze vertegenwoordigden een beter risico! De wetgever was zich daarvan bewust. De lidstaten waren verplicht een genderrichtlijn uit te vaardigen maar kon een opt-‐out clausule opnemen mbt het verzekeringsrecht. Ze kregen de mogelijkheid voor autoverzekering, gezondheidsverzekering en levensverzekering. Daarover mochten de lidstaten zelf beslissen. Testaankoop vond het niet kunnen dat België deze optie zou lichten, je zou hier geen uitzonderingen in mogen toestaan. De reactie van de verzekeraars: als je deze uitzondering niet aanvaard zal het resultaat zijn dat de premies voor de vrouwen zal stijgen. Je gaat de vrouwen discrimineren door te zeggen dat je vrouwen gelijk behandeld moeten worden. Het klopt niet dat er een gemiddelde zal komen, de verzekeraars zouden geen rekening meer moeten houden met het geslacht en vrouwen zouden meer moeten betalen. België heeft enkel deze optie gelicht mbt de levensverzekering. De Nederlandse verzekeraars lokten de vrouwen naar hen voor een autoverzekering.
Testaankoop gaat naar HvJ à HvJ gaf hen gelijk en er mag geen rekening meer worden gehouden met het geslacht.
Antidiscriminatiewet: je moet goed in de wet nalezen welke gronden hier vermeld zijn. Een aantal gronden zijn niet vermeld. Woonplaats vind je niet terug in de antidiscriminatiewet. Er zijn dus een aantal criteria die verzekeringsrechtelijk een rol spelen en niet onder de
antidiscriminatiewet of genderwet vallen. De wetgever heeft vervolgens nieuwe regels uitgevaardigd in de wet van 2014 die een nog ruimer toepassingsgebied hadden. Men schreef een veralgemening in in de nieuwe verzekeringswet.
Het verzekeringsrecht is van nature een vrij technische materie. De wetgever heeft voorzien in een vrij gedetailleerde regeling die qua structuur logisch in elkaar zit. Er bestaan vele soorten verzekeringscontracten. Het komt erop neer: je moet je verzekeringscontract juist kunnen kwalificeren. Als je weet met wat voor type contract je te maken hebt kan je geen vergissingen begaan.
Structuur Wet Landverzekeringsovereenkomst Deze wet omvat 4 titels:
1) Landverzekeringsovereenkomst in het algemeen. Het gaat om verzekeringscontracten op het land. Daarin vind je de bepalingen die van toepassing zijn op ALLE verzekeringscontracten. Vervolgens de bepalingen die enkel gelden voor verzekering tot vergoeding van de schade en voor verzekering tot uitkering van een vast bedrag.
2) Schadeverzekeringen:
1) bepalingen die gelden voor alle schadeverzekeringen. 2) Bepalingen die gelden voor de zakelijke verzekeringen
3) Bepalingen die gelden voor de aansprakelijkheidsverzekeringen 4) De bepalingen die geld voor de rechtsbijstandsverzekeringen 3) Persoonsverzekeringen:
1) bepalingen die gelden voor alle persoonsverzekeringen 2) bepalingen die gelden voor levensverzekeringen
3) bepalingen die gelden voor andere persoonsverzekeringen dan de levensverzekeringen
4) Slotbepalingen: overgangsbepalingen, …
Het was een herkwalificatie
De nieuwe wet van 2014 is opgesplitst in 9 delen: 1) Algemene bepalingen
2) Bedrijfsvoering van verzekeraars
3) Nieuw deel dat betrekking heeft op het aanbieden en het sluiten van het contract; informatie; publiciteit; segmentering; …
4) De Landverzekeringsovereenkomst à de WG heeft de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst geplakt in deel IV van de nieuwe wet.
5) Oude verzekeringswet van 1874 (andere verzekeringscontracten dan de landverzekeringscontracten in de zin van deel IV).
7) De organisatie van het toezicht 8) Strafbepalingen
9) Bepalingen van verschillende aard zoals overgangsbepalingen
De WG heeft de oude wet van ’92 (verzekeringscontractenwet) hernomen in deel IV van de wet maar men heeft ook bepalingen over toezicht ed. mee in de wet van 2014 gestopt. Het is toch vreemd dat je zowel bepalingen gaat opnemen over toezicht als het materieel recht.
Wij gaan ons concentreren op deel IV: verzekeringscontractenwet.
Er zijn bepalingen die enkel gelden voor verzekeringen tot vergoeding van de schade en andere zijn verzekeringen tot uitkering van een vast bedrag.
Art. 55, 3° van de Verzekeringswet van 2014: definitie van verzekering tot vergoeding van de schade. Het is een verzekeringscontract dat beoogt dat de door u geleden schade wordt vergoed (bv. brandverzekering). De overeenkomsten worden beheerst door het interniteitsprincipe (de vergoeding uitbetaald door de verzekeraar mag niet groter zijn dan de geleden schade). Men doet dit om misbruik en opzet tegen te gaan.
Uitkeringen van een vast bedrag (art. 55, 4° Verzekeringswet 2014)à verzekering waarbij de prestatie van de verzekeraar niet afhankelijk is van de omvang van de schade (bv. levensverzekering bij overlijden).
Een schadeverzekering (art 5 Verz.W. 2014) is ALTIJD een verzekering tot vergoeding van de schade. Bv. rechtsbijstandsverzekeringen, aansprakelijkheidsverzekeringen, zaakverzekeringen, …
Persoonsverzekering (art. 5, 16° Verz. Wet): bv. levensverzekering. Deze verzekeringen zijn verzekeringen tot uitkering van een vast bedrag. Het is een typevoorbeeld van de persoonsverzekering. Daarnaast bestaan ook nog andere persoonsverzekeringen (bv. ongevallenverzekering).
Bv. Je wordt geconfronteerd met een vraag over de rechtsbijstandsverzekering à je gaat dat contract kwalificeren. Een rechtsbijstandsverzekering is een schadeverzekering en een verzekering tot vergoeding van de schade. Als je deze kwalificatie hebt gemaakt, weet je welke bepalingen die van toepassing zijn è de bepalingen die gelden voor alle verzekeringen, voor alle schadeverzekeringen, voor rechtsbijstandsverzekeringen en voor verzekeringen die als doel hebben het vergoeden van de schade.
DEEL I: Regels gemeenschappelijk aan alle verzekeringscontracten
Hoofdstuk 1: Verzekeringsovereenkomst Zie art. 5, 14° N. Verzekeringswet voor definitie.
4 elementen nodig om een contract te kwalificeren als verzekeringscontract.: 1) Risico
2) Verzekerbaar belang 3) Premie betaald
4) Verzekeringsprestatie in hoofde van de verzekeraar bepaald
RISICO
Je hebt deze 4 elementen nodig om een contract te kwalificeren als verzekeringscontract. Is één van de elementen niet aanwezig, wil dat niet per definitie zeggen dat het geen geldig contract is. Het wordt dan een onbenoemde overeenkomst waardoor je moet terugvallen op de regels van het BW. Een verzekeringscontract wordt altijd gekenmerkt door het te verzekeren risico, een onzeker element. Het heeft een aleatoir karakter, er is een zeker toeval element mee gemoeid (bv. ik weet niet of mijn huis ooit zal afbranden of niet). Het onzeker element kan ook betrekking hebben op het tijdstip: ik weet dat ik kom te overlijden, ik weet alleen nog niet wanneer. Er moet sprake zijn van een risico en dat heeft te maken met het feit dat het verzekeringscontract wordt gekwalificeerd onder de definitie van een kanscontract.
Wat is een kanscontract?
Art. 1964 BW: een kanscontract is een wederkerig contract waarvan de gevolgen van winst of verlies afhangen van een onzekere gebeurtenis.
Bij een verzekeringscontract is het zo dat de onzekerheid enkel bestaat in hoofde van de verzekeraar, niet in hoofde van de verzekeringnemer.
Als ik vandaag een hospitalisatiecontract afsluit weet ik dat ik elk jaar zal moeten betalen, wat dan ook. Voor de verzekeraar is het onzeker: wie weet word ik nooit gehospitaliseerd, wie weet wordt ik 5 keer op een jaar gehospitaliseerd. Daarom een kanscontract: er is sprake van een onzeker element.
Art. 79 N.Verzw.: een verzekeringscontract is nietig wanneer bij het sluiten van de overeenkomst het risico niet bestaat of al verwezenlijkt is.
Bv. Stel dat ik eigenaar ben van een villa in Z-‐Frankrijk. Ik sluit vandaag een brandverzekering af voor de villa. Wat ik niet wist is dat de villa gisteren is afgebrand. Ik sluit dus vandaag een
brandverzekering af voor een risico dat zich al verwezenlijkt heeft. Het risico heeft zich al voorgedaan!
Art. 79 laatse lid N.Verzw.: Als de verzekeringsnemer te kwader trouw heeft gehandeld, mag de verzekeraar de premie houden als wijze van schadevergoeding. De nietigheid van de overeenkomst werkt ex tunc. Toch zegt artikel 79 dat de kwader trouw wel gesanctioneerd wordt.
Het onzeker element heeft problemen gecreëerd bij de TAK-‐23 verzekeringen: dat zijn verzekeringsproducten die hoofdzakelijk door banken worden aangeboden. Kenmerkend is dat de premie die ik betaal vervolgens wordt belegd. Ik weet op voorrand niet met zekerheid uit wat de prestatie zal bestaan. Bv. ik contracteer vandaag en verbind me ertoe jaarlijks een premie te betalen die wordt belegd. Op het moment dat je de leeftijd van 65j hebt bereikt wordt het bedrag aan u uitgekeerd. Als je dan gestorven bent, wordt het uitgekeerd aan je nabestaanden. Sommige RS zegt dat het geen verzekeringscontract is: of je nu in leven bent of overleden bent op je leeftijd van 65j is niet relevant. De RS is hierover zeer verdeeld. Dat is van belang omdat het fiscale en familiaal vermogensrechtelijke kwalificaties. Er is RS die zegt dat het een verzekeringscontract is anderzijds RS die zegt dat het een gewoon contract is.
De wetgever is daar in de de nieuwe wet van 2014 aan tegemoetgekomen in artikel 160 N.Verz.W. Het HF is van toepassing op de levensverzekeringsovereenkomsten. De wetgever zegt hier dat het verzekeringscontracten zijn. De RS was verdeeld en zegt voor de kwalificatie van je contract als levensverzekeringscontract is het kans element niet meer van belang. Dat is een typisch voorbeeld van een bepaling die er is ingeslopen.
VERZEKERBAAR BELANG
De wet definieert dit in artikel 5 N.Verz.W. In de definitie van de verzekeringsovereenkomst vind je een verwijzing terug naar het verzekerbaar belang. Je moet er belang bij hebben dat het risico dat je verzekerd hebt zich NIET voordoet. Bij zaakverzekeringen: ik verzeker mijn huis tegen brand omdat ik er eigenaar van ben of een ander zakelijk recht heb. Ik heb er een belang bij dat het huis niet afbrand en de zaak behouden blijft.
Ander voorbeeld is de aansprakelijkheidsverzekering: ik sluit dit af om mijn vermogen te beschermen. Ik moet de schadevergoeding niet zelf betalen maar de verzekeraar zal ze voor mij betalen.
PREMIE BETAALD
Het betalen van de premie is de belangrijkste verplichting die rust op de verzekeringsnemer. De verzekeraar zal bepalen welke premie je dient te betalen. Deze wordt berekend door actuarissen en er wordt gekeken naar de premie die daadwerkelijk nodig is om je risico volgens de wetten van de statistiek te dekken. De verzekeraar telt hierbij de bedrijfskosten en de