ting the Llue of r~omen in d. t: Hodder 33). Hij rmalige n van een ~Blair. :hristian S &..n I I 2000
Waarom worden mensen lid van een politieke partij? Die vraag is
op-merkelijk weinig gesteld in het grote geweld van de politicologische analyses over moderne partijvorming. We weten inrniddels alles over de 'moderne kaderpartij' en de 'catch all partij', maar waarom worden mensen eigenlijk lid ? Of actueler: waarom zeggen ze hun lidmaatschap
op?
Niet geremd door enige wetenschappelijke kennis van zaken heb ik
altijd gedacht dat mensen lid worden om mee te praten over en invloed uit te oefenen op de politiek. Congressen kopen weliswaar geen straal-jagers, maar ze praten er wel graag over mee en bemvloeden de politici
die over de koop beslissen. De afdeling Dwingeloo beperkt zich bij
voorkeur niet tot de Dwingelder gemeentepolitiek, maar voert met
overtuiging een verhit debat over de AOW. En kan een van 'onze'
Ka-merleden zich misschien komen verantwoorden voor het standpunt
van de fractie?
Politi eke partijen zijn deelverzamelingen van het nationale politieke
systeem. Zij bestrijken de volle breedte van het politieke werk, maar
slechts een dee! van de varieteit aan ideologische uitgangspunten. Bin-nen die ideologische deelverzameling gelden alle mores van het
poli-tieke spel: standpuntbepaling door consensusvorming, het georgani-seerd wantrouwen, de aanwijzing van vertegenwoordigers door ver-kiezing en de periodieke verantwoording met correctiemogelijkheid.
Mensen willen meepraten over de grote politieke issues, als het even
kan met waarneembaar effect op de volksvertegenwoordigers. De
con-tributie van een politieke partij is de prijs voor een plaatsje op de eerste rang van de democratie.
Over dit simpele thema zijn de afgelopen jaren vele rnisverstanden
gerezen. Zoals, dat mens en wei kunnen meepraten, maar dan vooral op basis van 'deskundigheid' en niet met het doe! invloed uit te oefenen.
Een orgie van kenniscentra en -festivals is het gevolg geweest. En wat heeft het opgeleverd, anders dan vervreemding? Of, dat de politieke
professionals geen belang hebben bij een verantwoordingsplicht in
par-tijpolitiek verband. Een vrijer en minder partijpolitiek opereren van de
volksvertegenwoordigers is het gevolg geweest. En wat heeft dat
opge-leverd? Een vlak politiek de bat zonder vee! diepgang en variatie, steeds
minder maatschappelijke binding van het parlement en een partij als
'uitzendbureau' voor politici (Tromp).
Met het vertrek van Marijke van Hees is naar ik hoop aan nog een
derde misverstand een eind gekomen: dat een partijvoorzitter geen
po-liticus moet zijn maar een organisator en procesbegeleider. Inderdaad,
een partij die geen politieke partij wil zijn, die zijn !eden geen invloed wil geven op de plaatselijke en nationale politiek, heeft aan een organi-satie-professional genoeg. Wie de deskundigheden van Hans Andersson
enjoop van den Ende in zich combineert kan het ver brengen in zo'n functie. Maar met partijpolitiek heeft het niets te maken, en met de
grate politiek nog minder. Partijleden willen meepraten over de
aan-schaf van straaljagers. Als dat niet mag stemmen ze met hun voeten. Een
gehalveerde en gedemoraliseerde partij is het resultaat.
Als dat de reden is waarom mensen hun lidmaatschap opzeggen, zou
het dan niet verstandig zijn als de komende partijvoorzitter zich voor alles de vraag stelt: waarom worden mensen lid van een politieke partij?
Opde
eerste rang
van de
democratie
FRANS LEIJNSE