Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

van Baren, N.G.E.

Publication date

2001

Link to publication

Citation for published version (APA):

van Baren, N. G. E. (2001). Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk

verzet.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

Stellingen

(behorend bij het proefschrift "Planhiërarchische oplossingen: Een bron voor maatschappelijk verzet", Van Baren, 2001).

1. Als bestuurders en ambtenaren zich in een besluitvormingsproces zonder meer "boven" de kritische burger plaatsen, dan onderschatten zij de rol die zij zichzelf als burger toekennen.

2. Het is de mens eigen om personen die er niet hetzelfde handelings- en denkpa-troon op nahouden in een hokje te plaatsen. Op die manier wordt getracht het ei-gen handelen en denken te rechtvaardiei-gen. Zeer creatief bedachte labels (NIMBY, PIMBY, NIVEA etc.) zijn het resultaat.

3. Besluitvormingsprocessen zullen nooit soepeler verlopen als bestuurders en ambtenaren blijven steken in de gedachte de besluitvorming sneller te kunnen laten verlopen door andere betrokkenen gemakshalve van de gesprekstafel uit te sluiten.

4. Het versterken van planhiërarchische bevoegdheden doet afbreuk aan de inhoud van het debat in een besluitvormingsproces en daarmee aan de kwaliteit van het gehele besluitvormingsproces.

5. Een cursus "Hoe moet ik naar anderen luisteren" zou in de overheidswereld tot verrassende effecten kunnen leiden.

6. Het uitvoeren van een promotieonderzoek zou vaker in multidisciplinaire onder-zoeksteams moeten plaatsvinden. Dit levert zeker meerwaarde op.

7. De Universiteit van Amsterdam mag zichzelf gelukkig prijzen dat er in de afgelo-pen jaren nog promovendi aanwezig waren die, ondanks een zeer schamele beurs en het ontbreken van een ordentelijke werknemersstatus, met gedreven-heid promotieonderzoek hebben gedaan.

8. De kwaliteit van een universitaire opleiding kan positief worden beïnvloed als er een goede verbinding gelegd wordt tussen onderzoek van promovendi en het on-derwijs, maar tegen dergelijke verbindingen worden in toenemende mate instituti-onele barrières opgeworpen.

9. Het is ronduit triest dat asielzoekers die zich al langer dan 5 jaar in Nederland bevinden en inmiddels door eigen inzet zijn ingeburgerd, absoluut geen duidelijk-heid wordt verschaft over wanneer zij ook daadwerkelijk in Nederland mogen blij-ven.

10. Het gezegde "Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd" zou bij meer men-sen 'boven de schoorsteen' moeten hangen.

(3)

Promotor: Prof. Dr. R. Hoppe

Universiteit Twente

Faculteit der Bestuurskunde

Co-promotor: Dr. M. Wolsink

Universiteit van Amsterdam

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Overige commissieleden: Dr. H. van de Graaf

Prof. Mr. Dr. E.F. ten Heuvelhof

Technische Universiteit Delft

Faculteit Techniek, Bestuur en Management

Prof. Dr. P.L.M. Leroy

Katholieke Universiteit Nijmegen Faculteit der Beleidswetenschappen

Prof. Dr. R.W. Meertens

Prof. Dr. A.B. Ringeling

Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit Sociale Wetenschappen

Prof. Dr. W.G.M. Salet

(4)

(5)

Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Het in dit proefschrift beschreven onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Het onderzoek werd van november 1996 tot en met juni 1999 uitgevoerd bij de

Interfacultaire Vakgroep Milieukunde (IVAM), Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Van juli 1999 tot en met februari 2001 werd het

onderzoek ondergebracht bij Amsterdam Study Centre for the Metropolitan Environment (AME), vallend onder de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.