• No results found

Najaarsteelt van leeuwebek (Antirrhinum)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Najaarsteelt van leeuwebek (Antirrhinum)"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

p

fa Proefstation voor de Bloemisterij Linnaeuslaan 2a

1431 JV AALSMEER (Tel. 02977-26151)

Rapport no. 11

NAJAARSTEELT VAN LEEUWEBEK (Antirrhinum)

INHOUD

Ter inleiding

1. Sortimentsopplanting najaar 1979

2. Invloed van de temperatuur op de ontwikkeling in het najaar 3. Zaaitijden en sortiment najaar 1980

4. Zaaitijden en sortiment najaar 1981 5. Conclusies

6. Bijlage

Aalsmeer, maart 1982 Th.M. van der Krogt

Rapport no. ^ wordt u toegezonden na storting van ƒ 5 , — (binnenland) of ƒ 1 0 , — (buitenland) op giro 174855 ten name van Proefstation voor de Bloemisterij, Aalsmeer., onder vermelding: rapport no. 11.

(2)

Ter inleiding

In het voorjaar van 1979 is op het Proefstation voor de Bloemisterij een eerste - oriënterende - sortimentsproef met kas-Antirrhinum genomen. De toe lemende belangstelling voor deze teelt en het grote aantal hybride-rassen dat wordt aangeboden. waren de belangrijkste reden om dit gewas in het onderzoek te betrekken.

Behoudens de rassenkeuze roept de voorjaarsteelt geen grote problemen op. In het najaar daarentegen is de prijs van de aangevoerde Antirrhinum veel-al lager dan in het voorjaar. De mindere kwveel-aliteit is daarvan een van de

mogelijke oorzaken. Het onderzoek is daarom toegespitst op verbetering van de kvaliteit in de nsjaaosteelt.

Een sortiment handelsrassen dat ook in de voorjaarsteelt gebruikt wordt, is getoetst op de gebruiksmogelijkheden in het najaar. Met enkele cultivars is een temperatuurjroef gedaan. In de twee daaropvolgende jaren is een gecombi-neerde zaóitijden-rassenproef genomen, waarbij gebruik is gemaakt van de beschikbare sorti lentsgegevens,

Dit verslag beoogt de verzam elde gegevens te bundelen ten behoeve van de najaarsteelt van Antirrhinum. Voorts zij gemeld dat ten aanzien van de na-jaarsteelt een artikel is gepubliceerd in het Vakblad voor de Bloemisterij 43 (1981).

Gegevens betreffende houdbaarheidsproeven die door L. Barendse zijn uitge-voerd zijn opgenomen in "Bloemisterij onderzoek in Nederland 1980'

blz. 172-174.

Th.M. van der Krogt februari 1982

(3)

-2-1. SORTIMENTSOPPLANTING NAJAAR 1979

Opzet

Op 2 en 5 juli 1979 zijn 47 rassen uitgezaaid die afkomstig waren van vier zaadbedrijven. De plantjes zijn na.opkomst éénmaal verspeend en eind juli zijn ze in .een kasafdeling uitgeplanto Bij bloei is een deel van de planten gebruikt voor waarnemingen in het snijrijpstadium. Van elk ras zijn tenminste tien bloemen gebruikt -voor houdbaarheidsonderzoek. Voorts zijn van elk ras planten blijven staan voor waarnemingen aan het uitbloeiende gewas.

Resultaten

'In bijlage .1 staan de gegevens die betrekking hebben op de teeltkundige aspecten. Tussen de rassen was een groot verschil te zien in het tijdstip waarop de hoofdbloei viel. De snelste rassen waren binnen zes weken na het planten in bloei. De laatste rassen bloeiden ca. negen weken na het planten. Daaronder waren echter rassen die tot de late of zomerrassen gerekend worden. In vergelijking met dé bloei in het voorjaar waren de stelen in het algemeen korter. Opvallend was het verband tussen teeltduur en steellengte (fig. IJ0))

Uit een indeling van het sortiment naar.bloeidatum blijkt dat de bloemstelen langer waren naarmate de bloei later was. In de troslengte was dat verband niet aanwezig. De trossen zijn in vergelijking met de bloei in het voorjaar wat meer open, dat.wil zeggen., de bloemen staan op grotere afstand van elkaar. In alle bladoksels ontwikkelen zich zij scheuten of pluizen. Het grote aantal en de grote lengte van de pluizen kan een oas minder geschikt maken voor de teelt als snijbloem. Bij het aantal pluizen per steel is ook een verband te leggen met de bloeisnelheid. De rassen die snel in bloei kwamen hadden minder pluizen dan rassen die later bloeiden (fig. lb). Met de lengtegroei van de pluizen was het omgekeerde het geval. Op grona van lengtemeting aan de plui-zen juist onder de tros is vastgesteld dat vroege bloeiers langere pluiplui-zen hadden dan late bloeiers (fig. le ).

Bij de kwaliteitsbepaling van de bloemstelen spelen lengte en gewicht een rol. Omgerekend naar gewicht per cm. steel waren er tussen de vroegste en de mid-delvroege rassen geen grote verschillen. De laatbloeiende rassen waren wel duidelijk zwaarder (fig. ld).

Voor ie beoordeling van het vaasleven is een uitgebreid houdbaarheidsonderzoek uitgevoerd. De opzet en de resultaten zijn bijgevoegd in bijlage 2. Daaruit blijkt een duidelijk positieve beïnvloeding van het vaasleven door gebruik van snijbloemenvoedsel. Gemiddeld was er een toename van het vaasleven van 7_L

tot 13.;6 dagen. De vroege rassen hadden gemiddeld een korter vaasleven dan middelvr3ege en late rassen.

(4)

r+ ft> CD 4 o OP <-+ O CO o Ol C" 3 c+ tu 1 ro C O 1 'f cn 1 CD • 1 1 1 \ r O 1 o O CT ^ i CT" • Ö M £ H -N fD CD M rt CD ra (D 3 W r+ CD < £D fD H . 00 ft OP CD S H-O 3J r+ • ö CD 4 O o o 3 CO I I t Y M O i'D H » O . tt) r+ £ 3 K.1 O • ^ t o CO 3 fv> - P ^, '-0 LO M PJ w CA (1) 3 r-O I I tr H o CD H ' ft f ü -r t C 3 l-~* O • \ CD m a i—i - P ~\ I Û IV) N ) '-S fi) œ w CD 3 t—• H t-r H o a p » ft, m r t £ 3 cn ~\ a) f!) 3 • ~ J ~\ (X) NJ I—» 4 • fl) M M CD 3 «-• M <) CD < P-) 3 ft CD rr o CD H -ri H -ft < CD M W O tr H-H H CD 3 t - r H -3 3 CD 3 (D CD 3 CO O r t H -3 CD 3 r+ O ' O CD 3 ^ CD M (D F -r+ CD H -r t M e> M "•d ta o r+ CD 3 • p L. en _ i CD _J O _ 4 _ 00 _ J L -O

~ l

ft p) OP CD 3 s: m r t fi) !-5 CD 3J O C ft tr w w ^ " f (D P -ft O ' ö

(5)

2. INVLOED VAN DE TEMPERATUUR OP DE ONTWIKKELING IN HET NAJAAR

Van drie rassen die ook in het sortiment waren opgenomen zijn op 24 juli 1979

planten uitgeplant in drie kasafdelingen. De ingestelde dagtemperaturen waren 21, 18 en 15°C. De nachttemperati_re-i waren 3°C lager ingesteld. De gebruikte rassen waren 'Rainier1 (1)., ' Tennesee ' (2) en 'Missouri' (3). Per ras zijn

24 planten beoordeeld.

Resultaten

a. Rassen. Tussen de gebruikte rassen waren verschillen in ontwikkeling te zien. De rasverschillen waren bij elke temperatuur waarneembaar en werden niet aantoonbaar door de temperatuur veroorzaakt. De temperatuur heeft wel in-vloed gehad op de ontwikkeling van het gewas. Gemiddeld over de rassen nan. de lengte, het gewicht en groeiduur af naarmate de temperatuur hoger was. Omdat de afname van het steelgewicht voor een deel veroorzaakt werd door de geringere lengte is in tabel 4 het gewicht in grammen per cm steel gegeven, Op deze wij-ze ontstaat een aanwijzing voor de kwaliteit. Gemiddeld over de drie rassen was er steeds een afname te zien van het gewicht per cm als de temperatuur hoger was, Er was dus sprake van een verbetering van de kwaliteit naarmate de teelttemperatuur lager was. De verschillen die steeds tussen de rassen aan-wezig zijn., geven aan dat de kwaliteit ook sterk gebonden is aan het ras.

Tabel 1. Invloed van rassen en temperatuur op de steellengte (cm)

Ras Temperatuur 15/12°C

18/15°C 21/18°C gemiddeld Tabel 2. Invloed van

Ras Temperatuur 15/l2°C 18/15°C 21/18°C gemiddeld. 1 106 95 70 90, rassen 1 53 40 24 39, ,3 en ,0 2 108 98 82 96 : ,0 3 1.20 110 89 106,3 temperatuur op 2 55 45 35 45, 0 3 83 66 42 63,7 gemiddeld 111.,3 101,0 80,3 het gewic gemiddeld 63,7 50,3 33,7

Tabel 3, Invloed van rassen en temperatuur op de groeiduur (dagen van plants tot bloei). Ras Temperatuur 15/12 C 18/15°C 21/18°C gemiddeld

Tabel 4. Invloed van Ras Temperatuur 15/12 'C 18/15°C 21/18°C gemiddeld 1 61 54 46 53.7 rassen en 1 0,50 0:.42 0,34 0,42. 2 68 61 52 60,3 temper 2 0,50 0,45 0,42 0,46 3 74 65 54 64,3 s t u u r 3 0,69 0,60 0,47 o ra ""5 J -' i op gemiddeld 67,7 60,0 50,7 de kwalit' gemiddeld 0,56 0,49 0,41

(6)

3 ZAAITIJDEN EN SORTIMENT NAJAAR i98Q

Uit de literatuur is bekend dat Antirrhinum een kwantitatieve lange-dagplant is. De indeling van het Amerikaanse Antirrhinum sortiment berust op de

reactiesnelheid op de daglengte en daarmee op de bloeivroegheid. Onder Ne-derlandse omstandigheden zouden in het najaar.; de periode waarin de daglengte en de lichtintensiteit afnemen, de rassenkeuze en de zaaitijd belangrijke

fac-toren kunnen zijn voor het niet slagen van de teelt. Daarom zijn in eer

proef vier vroege en viei _ate variëteiten op verschillende data gezaaid

en in een kasafdeling uitgeplant. De stooktemperatuur (= minimum temperatuur)

was op 15 C ingesteld, later op 10 à 12 C.

In onderstaand schema zijn de rassen en zaaitijden gegeven.

Rassen (vroege) (laat ) Zaaidatum 'Rainier' 'Doubloon' 'Debutant' Cherokee; 'Panama5 'Missouri' 'Baltimore' 'Tennesee' 29/7 + + + + + .1/8 + + + + 18/8 25/0 + + + + + -j-+ + + + R e s u l t a t e n V r o e g e _ r a s s e n

V a n d e groep v r o e g e r a s s e n zijn a l l e e n v a n zaaidatum 29 juli a a n v a a r d b a r e b l o e i r e s u l t a t e n g e k o m e n . Niet a l l e stelen zijn e c h t e r g e o o g s t . D e n i e t g e -o -o g s t e s t e l e n w a r e n m e e s t a l v a n z e e r s l e c h t e k w a l i t e i t . D e g e -o -o g s t e s t e l e n

zijn in twee k w a l i t e i t s k l a s s e n v e r d e e l d . B i j d e z a a i d a t u m 11/8 w a s h e t a a n

-d e e l eerste soort b e -d u i -d e n -d m i n -d e r . E r tra-d e e n v e r s c h u i v i n g o p n a a r twee-de- tweedek w a l i t e i t . E r zijn b i j . z a a i d a t u m U / 8 o o tweedek m i n d e r s t e l e n g e o o g s t . V a n z a a i -d a t u m 25/0 w a s O D 2 f e b r u a r i h e t v o o r u i t z i c h t op b l o e i -d e r m a t e o n g u n s t i g d a t b e s l o t e n is te s t o p p e n . D e v r o e g e r a s s e n g i n g e n w e l k n o p p e n en b l o e i e n , m a a r d e k w a l i t e i t w a s s l e c h t .

Op 29 juli k o n s l e c h t s o v e r een laat r a s b e s c h i k t w o r d e n . De b l o e i daarvan

w a s o n g e v e e r e e n m a a n d l a t e r d a n d e o v e r e e n k o m s t i g e z a a i d a t u m v a n d e v r o e g e r a s s e n . De b l o e i w a s z e e r o n r e g e l m a t i g3 s l e c h t s o n g e v e e r e e n d e r i e d e e l k w a m in b l o e i m e t e e n a a n v a a r d b a r e k w a l i t e i t . D e l a t e r e z a a i d a t a w a a r i n l a t e r a s -sen b e t r o k k e n w a r e n , g a v e n g e e n b l o e i b i n n e n v i e r m a a n d e n . D e lengte v a n h e t g e w a s m a a k t e h e t n o o d z a k e l i j k om de p r o e f a f t e s l u i t e n v o o r d a t b l o e i o{t 'ad. In t a b e l 5 is a a n g e g e v e n h o e d e o n t w i k k e l i n g v/as op 2 f e b r u a r i . T a b e l 5. B l o e i r e s u l t a t e n z a a i t i j d e n en r a s s e n p r o e f 1900 % Ie k w a l i t e i t % 2e k w a l i t e i t % n i e t g e o o g s t bloeitij-. Z a a i d a t u m R a i n i e r D e b u t a n t D o u b l o o m C h e r o k e e P a n a m a 29/7 57 60 58 56 22 .1.1/8 32 9 23 Ml -23/7 26 28 35 13 U/8 36 33 '-I-5 33 -29/7 17 12 8 10 65 -. 1 Ie . 1 . . . / ..< 32 58 32 26 -29/7 IJ/8 10/11 U/12 10/11 13/12 10/11 11/12 10/11 1/12 11/12

Zaaidatum 18/8 (late rassen) geen bloei op 2 februari 1981

(7)

Rainier Debutant Doubloon Cherokee Panama Misse-'".- L Baltimore Tennesee

6 bloemen, overige geknopt 1 bloem., overige geknopt 46 bloemen, overige geknopt 26 bloemen, overige geknopt geen bloemen, geen knoppen geen bloemen, geen knoppen geen bloemen, geen knoppen enkele knoppen zichtbaar.

(8)

4. ZAAITIJDEN EN SORTIMENT NAJAAR .981

Op grond van de ervaringen opgedaan in 1980 is in 1981 gekozen voor een opzet waarbij de bloei gespreid over de periode september tot januari te realiseren zou moeten zijn. Hierbij is op de verschillende zaaidata gebruik gemaakt van een gelijk sortiment, dat bij de eerste en de laatste zaaidatum aangevuld was met rassen waarvan bij de betreffende zaaitijd goede resulsten verwacht wer-den. Op bijgaand schema is het gebruikte sortiment aangegeven met de bijbeho-rende zaaitijd.

Er is gezaaid op kistjes en na opkomst zijn de plantjes éénmaal verspeend. Er is 4 a 5 weken na het zaaien geplant. De ingestelde temperatuur was tot be-gir november 10 à 12 C.(= minimum temperatuur).

Het laatste zaaisel heeft vanaf begin oktober bij een minimum dagtemperatuur van 12 C en een minimum nachttemperatuur van 8 C gestaan.

Voor de beoordeling van de bloeiresultaten zijn de bloemen bij de oogst ver-deeld in ';wee categorieën.

1. Stevige stelen en voldoende gevulde en uitgegroeide tros

2. Stelen die bij een lengte van ca. 80 cm oi oldoende stevig waren en/of waar-bij de tros niet volledig tot ontwikkeling kwam.

Stelen die niet s eoogst zijn bloeiden niet of ver na de hoofdbloeiperiodc *..-n vallen onder de categorie "niet geocgst!:.

Schema rassen en zaaitijden

1. White Spire 2. Blushing Maid 3. Crimson 144 4. Rainier 5. Cherokee

6. Bright Yellow 8lul 7. Primrose Yellow 81u2 8. Red 81u8

9. Lavender 81u6 10. Missouri 11. Baltimore 12. Tenneseo 13. Pure White 81u3 14. Yellow 81u7 15. Pink 81u9 15. Salmon 81ul0 17. Apple Blossom 81u5 18. Rose 81u4 Resultaten 1981 15/7 X X X X X X X y-X x x X 27/7 X X X X X X X x 7/8 X X X X X X X X X X X X X X

In tabel 6 zijn de bloeiresultaten weergegeven van de afzonderlijke rasser., Bij zaaidatum 14/7 is op te merken dat door pleksgewijs optreden van Pythium de rassen 8 en 9 een afwijkend bloeiresultaat gaven. De rassen onder nummer 1') 11 en 12 behoren tot de zogenaamde late rassen. . : bloei van de late rassen w•_ ruim een maand later dan de bloei van de rassen die tot de vroege of middelvrc ge rassen behoren. Ten aanzien van de kwaliteit is op te merken dat, in verged king met dezelfde bloeitijd van zaaidatum 27/7, de stevigheid en het volume vr de late rassen beter was dan van de vroege rassen.

Omdat de bloei van zaaitijd 27/7 ten tijde van de Nationale Bloemenvaktentton-stelling viel, is, ter wille van het demonstratie-element:, die week niet geoog De bloeitijdverschillen tussen de rassen waren echter betrekkelijk gering, zoal ook blijkt uit de bloeitijden bij zaaidatum 14/7.

(9)

Bij de zaaidatum 7/8 waren de bloeitijdverschillen niet alleen tussen de rassen maar ook binnen een ras belangrijk groter. Bij de eerste twee zaaidata was de oogst in een periode van ca. 3.weken.

De totale oogsttijd bij zaaidatum 7/8 was ca. 8 weken. Bovendien was de totale teeltduur langer. Tabel 7 geeft aan dat de gemiddelde teeltduur belangrijk toe-nam naarmate er later gezaaid werd. De kwaliteit werd naarmate de bloei later viel ook beduidend minder. De oorzaak van meer stelen van.tweede kwaliteit lag bij de laatste planting vooral in het niet goed tot ontwikkeling komen van de tros. De stevigheid was in het algemeen nog goed.

Tabel 6. Bloeiresultaten zaaitijden en rassenproef 1981

Zaaidatum 14/7 Rasnr, 1 2 3 i+ 5 6 7 8 9 10 11 12 Zaaidatum 1 2 3 4 c 7 8 9 Zaaidatum 1 2 3 4 5 ƒ 8 9 13 14 15 16 17 18 % Ie kw. 71 57 74 74 80 66 75 50 35 58 68 75 27/7 69 39 55 71 61 59 53 69 7/8 54 69 18 46 34 40 41 41 . 47 34 46 8 37 27 % 2e kw. 25 38 19 12 12 29 8 9 9 0 21 14 * 27 52 31 24 18 12 36 25 33 30 75 49 51 25 50 55 50 45 28 7 5 53 68 % niet geoogst Li 5 7 14 8 5 17 41 * 56 * 42 11 11 uitval door Pythium

4 9 14 5 21 2.. 11 6 13 1 7 5 15 35 9 4 3 21 26 17 10 5 bloei 6/10 28/9 1/10 6/10 1/10 1/10 6/10 1/10 1/10 9/11 9/11 19/10 9/11 9/11 9/11 9/11 9/11 9/11 9/11 9/11 28/12 14/12 7/12 11/1 21/12 4/1 14/12 14/12 7/12 18/1 21/12 18/1 21/12 14/12

(10)

Tabel 7. Invloed van de zaaidatum op kwaliteit en teeltduur (Gemiddeld over de rassen 13 2, 3, 4, 5, 7)

Zaaidatum % Ie kw. % 2e kw. % niet geoogst dagen van zaaier

tot bloei

14/7 72 19 9 88 27/7 59 27 14 105 7/8 43 44 13 139

(11)

-10-5. CONCLUSIES

1. Rassen

Tussen de rassen komen grote verschillen voor in kwaliteit. Vooral rassen die tot de vroegste bloeiers behoren zijn kwalitatief vaak minder goed dan middel-vroege en late rassen.

Vooral bij zaaien later dan 1 augustus kwamen binnen de rassen grote groei-verschillen voor. Verbetering hiervan is gewenst.

2. Temperatuur

Bij teelttemperaturen onder ca. 18 C zijn de beste teeltresultaten te verwe-zenlijken. De teeltduur wordt langer als de temperatuur lager is.

3. Zaaitijden

Bij gebruik van late rassen is de uiterste zaaidatum ongeveer 15 juli. Late:-'' zaaien brengt het risico mee van te lange teeltduur.

Voor bloei in oktober, november en december moet gezaaid worden tussen 15 juli en 1 augustus. Voor behoud van kwaliteit meet beschikt kunnen worden over lichte kassen. Middelvroege rassen geven de beste resultaten.

4. Houdbaarheid

De snelst bloeiende rassen zdji in het algemeen minder goed houdbaar. Toe-voegen van snijbloemenvoedsel verbetert de houdbaarheid in belangrijke mate.

(12)

•11-3IJLAGEN 1,. o 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17, IG. 10. 2 0, 21. 22, A O , 0 j i 2 5 o 2 6 . 0 n 28. 29. 30 .. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. B i j l a g e 1. re rö R a i n i e r P a n a m a Wit 62 W h i t e 135 W h i t e 175 W h i t e 176 D o u b l o o n Sortiment: W e s t V i r g i n i a M i s s o u r i G e e l 51 Y e l l o w 115 D e e p Y e l l o w Y e l l o w 1 7 4 Debutant-W i s c o n s i n P a n , A m . Pink B a l t i m o r e R c s e - R o c d - 4 6 R o s e 59 D o n k e r R o s e Z a c h t R o s e « B l u s h i n g Ma: Pink 103 R o s e 105 68 32 id R o s e Pink 156 Pink 177 P i n k 1 7 8 S e n o r i t a M i c h i g a n K a n s a s B r o n z e 110 C h e r o k e e V u l c a n T e n n e s s e e A p a c h e R o o d 76 H e l d e r P,ood Red 106 C r i m s o n 144 7 9 - 2 6 8 D a r k 7 9 - 2 7 0 P u r e 7 9 - 7 6 7 P a l e 84 Red W h i t e Y e l l o w 7 9-266 Y e l l o w 7 9 - 2 6 5 R o s e 7 9 - 2 6 3 P a l e Pink 7 9 - 2 6 4 B r o n z e 7 9 - 2 6 9 L i g h t B r o n z e B o p p l a n t i n g u H wit wit wit wit wit wit geel geel geel geel geel geel geel rose rose rose rose rose rose rose rose rose rose rose rose rose rose lavendel brons brons brons rood rood rood rood rood rood rood rood rood wit geel 'geel rose rose brons brons najaar 1979 9 o •H <D O r-t X) o\= O LT) 10/9 20/9 10/9 10/9 10/9 14/9 10/9 10/9 24/9 5/9 5/9 7/9 10/9 10/9 7/9 20/9 17/9 5/9 14/9 7/9 7/9 5/9 5/9 7/9 5/9 10/9 10/9 7/9 7/9 14/9 7/9 10/9 10/9 14/9 7/9 7/9 7/9 7/9 7/9 10/9 10/9 14/9 7/9 7/9 10/9 10/9 10/9 Td rtf -P O 4-» 0) -P hO ß 0) .H 87 103 90

es

93 96 89 104 124 83 83 95 110 95 76 104 109 78 103 70 77 75 79 79 75 100 102 89 91 111 84 85 86 102 77 30 82 77 84 92 90 95 84 82 97 100 90 F O w o u -p 0) p bö c' (1) H 17 18 21 19 22 20 22 20 20 24 21 24 25 19 20 19 18 20 19 18 20 21 24 22 20 21 20 22 25 23 21 22 21 19 20 17 19 18 20 20 23 23 20 A. J. 20 23 20 b 0 •H 4-' -p <D N 0) ,-Q r" 5 O XI 0,99 0,95 0,92 0,69 0,85 0.87 0,61 0,68 0,73 0,65 0,60 0,61 0.58 0,73 0,60 0,98 0,83 0,62 0,75 0,60 0,68 0,76 0,66 0,55 0,80 0,98 0,81 0,68 0,61 0,59 0,62 0,63 0,76 0,76 0,70 0,66 0,71 0,64 0,63 0,67 0,71 0,78 0,81 0,7 5 0,73 0,58 0,79 ri v-T rH (d -H m 19 28 33 20 20 20 18 20 31 16 17 19 21 19 14 31 22 15 20 13 15 15 14 14 15 19 17 15 17 22 15 16 18 22 18 15 16 15 16 17 15 20 17 15 18 17 17 ü •H • M a. ai r-t -p hO C GJ H 1,3 2 .3 2.2 2. 5 1.6 2.0 5.6 1.7 2.0 1 0 . 1 7.3 6,5 3.1 1.8 5.7 9 „ 5 2.4 5.1 2.3 6.5 6.1 5.8 8.1 10.8 5.6 2.1 2.1 3.0 4.4 3.0 8.1 8.7 3.7 1.7 2.9 6.3 6.7 7.1 7.3 5 < 3 2.0 3.3 4.1 5.3 3.1 4.8 2.3 -P rC. 0 •H

5,

43 94 5 0 3(i o '2 52 li 5 r,0 0 •'-'. 54 56 5'; 46 66 :• 1 : C. •"• C 66 6 .i 6 7 6 6 34 °v t:. Li Q 5 b 41 f b 43 4 6 6 'c 38 3 h 33 37 61 '"i 'A 40 38 34 4 9 39 40 6' V bû -P Xi V •H ,•5 0) bu 0,49 0.8 2 0,56 0 43 0,56 0,54 C. 51 0 57 6 .39 4 '' 6 ; c 0 . ':6' 6 r •' 4 0 •') .43 . 61 C 4.7 0 •' ' 6 0 '!• 5 G;3 9 0 . 4J -',.' ; "ù . 0.46 0,7t i"' . 5 0 0 44': 6 4-7 :"• ; icQ 0.41 0.43 0 ,44 0.45 0,40 0 42 0 ,45 0 41 G. 51 0,6 6 0 !ii:

(13)

-ï: Vervolg bijlage 1. Sortimentsopplanting najaar 1979 Gezaaid: Geplant : plantdichtheid: temperatuur:

2 juli 1979 (1 tot en met 38) 5 juli 1979 (39 tot en nat 47) 26 en 27 juli 1979

2 64 planten/m bed

^o nacht 15-18 C dag hoger dan 18 C

4-6 bloemen per tros geopend.

datum waarop de helft van het aantal bloemen gesneden is. gemiddelde lengte (cm) bij snijrijpheid

gemiddelde lengte (cm) van de tros bij snijrijpheid gemiddeld aantal bloemen .

aantal bloemen per cm bij volledig in bloei staande tros. gemiddeld aantal zij scheuten aan de gehele steel

lengte.Ie pluis: gemiddelde lengte (cm) van de bovenste pluis)

gewicht: gemiddeld gewicht (g) in grammen per steel (hele plant) gewicht/cm: totaal gewicht gedeeld dec..1 de totale lengte in g

snijrijpheid: 50% bloei: lengte totaal: lengte tros: bloemen/steel : bloembezetting: aantal pluizen:

De dichtheid en het aantal bloemen is bepaald aan 10 planten per ras. De overige waarnemingen zijn bepaald aan .20-24 planten per ras.

(14)

-13-BIJLAGE 2

Houdbaarheid van het sortiment kasleeuwebekken 1979 Proefnr.: 63, 64, 67, 69, 72

Aanvang: september 6.. 10,. 13, 17, 24 Proefopzet:

De bloemen werden geoogst op de hierboven aangegeven aanvangsdatum. Omdat de rassen niet allen op hetzelfde tijdstip bloeiden kon de proef niet in een keer worden uitgevoerd.

Na de oogst kwamen de bloemen tot de volgende morgen in water bij 4 C te staan. dat is 16 uur. (bij proef 67 was dit slechts 4 uur).

Hierna werden de bloemen in papier en in een doos verpakt, waarna ze 24 uur droog stonden bij 20 C. (bij proef 63 was dit maar 4 uur). Tijdens deze droge periode stonden de bloemen rechtop, om kromgroeien te voorkomen.

De volgende morgen kwamen de bloemen eerst gedurende 4 uur in de koelcel bij 4 C te staan (bij proef 63 was dit 2 uur bij 20°C). waarna ze in de vaas werden gezet. Per ras kwamen 5 takken in water en 5 takken in chrysal 12jj g/l. Resultaten: Pr. 63 rasnr. 10 11 IS 18 21 22 23 24 25 31 32 43 44 . In de vaas op Naam Geel 51 Yellow 115 Wisconsin Rose Rood 46 Zachtrcse 92 Blushing Maid Pink 103 Rose 105 Rose Pink 156 Bronze 110 Cherokee 79-266 Yellow 79-256 Rcè'e 7 126 september. Houdbaarheid in dagen water 9,0 4,5 3,4 8 6 6,2 9,6 8,2 2,0 7 .8 2,4 7,4 3,5 3,2 Chrysal 13,0 13,5 12,4 18,8 14,4 18,8 15,0 8,6 13,0 4,5 9,2 13,0 14,6 opmerkingen knikken knikken slap slap slap knikken knikken top top top top (alleen en slap pr. 64. In de vaas op 12 september rasnr.. 1 3 4 7 8 12 14 20 28 Naam Rainier Wit 62 White 135 Doubloon West Virginia Deep Yellow r o u t a n t Denkerrose 68 Senorita Houdbaarheid in dagen: water 10,8 8,2 8,0 5,0 7 2 5,0 6,8 5,4 8,4 Chrysal 12,6 10,6 12,0 12,4 14,0 12,2 13.2 12,8 15,0

opmerkingen (alleen water)

knikken top

(15)

-14-Vervolg resultaten pr. 64.

Houdbaarheid in. dagen;: ra\ .r, 29 33 35 36 37 38 39 11 43 45 46 47 40 naam Michigan Vulcan Apache Rood 76 Helderrood 84 Red 106 Crimson 144 Pure White Yellow Pale Pink Bronze Light Bronze Dark Red water 5,2 7,6 6,2 5,0 . 5,0 5,0 5,0 10,4 6,2 9.,6 8,4 8,4 8,6 Chrysal 10,6 15,0 13,8 8,0 8,6 5,0 9,2 13,0 9,0 12,6 12,0 13,2 15,0

opmerkingen (alleen water)

slap slap

bloemval (ook in chrysal)

zwartverkleuring bloem (ook Chr, ) slap

bloemval (ook in chrysal'

Pr. 67 In de vaas op 14 september rasnr. 5 6 13 19 25 27 30 42 naam White 175 White. 176 . Yellow 174 Rose 59 Pink 177 Pink 178 Kansas Pale Yellow Houdbaarheid in dagen: water 10,2 10,2 7,4 10,0 9,4 9,4 10,0 10 0 Chrv^al 13,4 13,6 17,2 20,4 19,8 19,2 13,0 13,8 opmerkingen Pr. 69 In de vaas op 19 september Houdbaarheid in dagen;

rasnr. Naam water Chrysal opmerkingen-(alleen in water) 2 Panama 5,0 19,0 slap

17 Baltimore 11,0 17,8

34 Tennessee 8,5 20,0 slappe top Pr. 72. In de vaas op 26 september Houdbaarheid in dagen: rasnr. 2 q 16 Naam Panama Missouri

Pan American Pink

water 7,4 8,6 12,0 Chrysal 17,2 15,6 15,6 opmerkingen slap Flora Brick + s 16,5 17.,0 16,0 Als extra behandeling werd bij proef 72 ook bekeken hoe de uitbloei was in

Flora Brick, 2 stickers per liter water + 16 gram suiker. Opvallend was het geringe kleurverlies van de bloemen. Dit is erg sterk in water en wat minder sterk in Chrysal.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Heb je dan niet gehoord, wat ik tegen je vader zei?...’ vroeg Pol zacht, terwijl hij zijn armen om haar heen sloeg.. ‘Nee, streef niet tegen, Morgane, dat is afgezaagd, en je kunt

[r]

In de volgende zinnen heeft iemand een hoop onzin bedacht.. Markeer de zin- volle zinnen met een „J“ en de onzinnige met

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Nieuwe arbeidsgehan- dicapten die in theorie kunnen werken maar geen baan vinden, komen in de bijstand (voor alleen- staanden 50 procent van het mini- mumloon). Die uitkering

Marc Van Hoey paste in juni dit jaar euthanasie toe op een 85-jarige vrouw die niet meer wilde voortleven na het overlijden van haar dochter.. Het hele verhaal werd ge- filmd door

De gemiddelde lengte en SD die nodig zijn voor het berekenen van de lengte-SDS staan weergegeven in tabel 3 in deze

De punten O, H en Z zijn opvolgend het omcentrum (middelpunt van de omgeschreven cirkel, die hier omcirkel genoemd wordt), het hoogtepunt en het zwaartepunt van een willekeurige