• No results found

Enkele fysische en chemische eigenschappen van kunstmatig bereide produkten die worden gebruikt als teeltsubstraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Enkele fysische en chemische eigenschappen van kunstmatig bereide produkten die worden gebruikt als teeltsubstraat"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION VOOR TUiNBQUVv ONDER GLAS TE NAALDWIJK

A

2

S

74

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

Enkele fysische en chemischs eigenschappen van kunstratig boreide produkten die worden gebruikt als teoltsubstraat

door : C. Sonnevold c w Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

(2)

PROS?ST^ÏIOÎT VOOR DE GROENTEN- EK FRUITTEELT ONDER GLAS TE'NAALDWIJK

Enkele fysische en- chemische eigenschappen van kunst­ matig "bereide produkten die worden gebruikt als teelt-substraat.

door

C. Sonneveld

Naaldwijk, mei 1972 No. 505/1972

(3)

I n h o u d .

Doel

Proefopzet Resultaten Conclusies

(4)

3. Doel

Het'vaststellen van enkele•chemische en fysische eigenschappen van kunstmatig bereide Produkten die worden verwerkt in potgronden en substraten.

Proefopzet

In het onderzoek werden de volgende materialen opgenomen: 1. Perlite 2. Styromul 3. Vermiculite 4. Hortibel 5. Steenwol 6. Baystrat

De volgende bepaling-en werden uitgevoerd. a. volumegewicht

b. A-cijfer bij pP 1.0 - 1.5 en 2.0

c. Chloor, totaal zout, stikstof, fosfaat en kali in een •1 : 25 waterextract.

De onder a en b genoemde bepalingen worden uitgevoerd met behulp

2

van de daarvoor gebruikelijke ringen gevuld bij zowel 0.1 kg per cm

- , • • o , 2

als bij 0.) Kg per cm . Resultaten

In bijlage 1 zijn de resultaten van de bepaling van het volume­ gewicht en de pp opgenomen.

Yolumegewicht In tabel 1 is een overzicht gegeven van de uitkomsten van de bepaling van het volumegewicht.

materiaal druk . Kg/cm i / 2 0.1 0..5 Perlite

13.3

1 12.9 Styromul 1 .0

j

1.1 Yermiculite 21 .4 I 27.4 Eortibel 9.6

j

12.2 Steenwol 21.0 i 26.1 Baystrat

3.3

i

5.0

Tabel 1 Het volumegewicht in g per 100 ml.

(5)

druk bij het vullen van de ringen is "bij Perlite en Styromul vrijwel niet van invloed op het volumegewicht. Bij de andere materialen is wel een duidelijke invloed aanwezig.

A-cijfer In tabel 2 is een overzicht gegeven van het A-cijfer bij verschillende pF-waardea.

ma oeriaai PF 1 . 0 PF I a 3 pF 2.0 ma oeriaai 0.1 0.5 0 . 1 0 . 3 0 . 1 0.3 Perlite 331 332 284 288 194 193 Styromul 14 6 135 123 109 5 6 48 Vermiculite 3 0 5 267 232 211 | 204 183 Hortibel 138 141 44 42 j 48 44 Steenwol 3 6 9 3 4 6 94 135 j 1 0 9 Baystrat 1186 1 3 5 8 168 201 ! 14'6 117

Tabel 2 Het A-cijfer bij verschillende pF-waarden.

Zoals blijkt uit de resultaten van tabel 2 is de druk waarbij de ringen gevuld zijn niet systematisch van invloed op het A-cijfer bij'de verschillende pF-waarden. 'Tussen het A-cijfer van de

materialen zijn zeer grote verschillen aanwezig. De reactie op de verschillende pF-waarden is eveneens zeer verschillend. Sommige materialen geven zeer geleidelijk bij stijgende pF-waarde het vocht af; andere materialen doen. dit zeer plotseling bij een bepaalde pF-vaarde. Uit figuur 1 blijkt dit zeer duidelijk.

De A-cijfers in deze figuur zijn de gemiddelden van de verschillende druk bij vullen.

Yochtvolume Uit het volumegewicht en het A-cijfer is het vocht-volume berekend. In tabel, 3 is het weergegeven in percentages.

materiaal pF 1.0 r>F 1.5 pF 2 0 0 0.1 0.5 0.1 0.5 •0.1 0.3 Perlite 44.0 42.8 37.8 37.2 25.8 24.9 Styromul 14.6 1 4 . 8 1 2 . 3 12. 0 5.6 5-3 Vermiculite 65.3 73.2 49.6 57.8 43.7 50.I Hortibel 13.2 1 7 . 2 4.2 5.1 4.6 5.4 Steenwol 77.5 ' 90.3 19.7 35.2 2.1 2.3 Baystrat 39.1 67.9 5.5 1 0 . 0 4.8 5.8

(6)

De toegepaste druk heeft alleen "bij die materialen invloed op het vochtvolume, waar het volumegewicht is "beïnvloed door de druk. Bij enkele materialen is het• vochtvolume waarschijnlijk te groot, daar op de p? bakken zwei is opgetreden. Vooral bij de druk van

0.5 kg bij hex vullen kan dit het geval zijn. Bij één van de materialen

-Styromul- kon geen zwel optreden, omdat de ring met ee.n doekje moest worden afgedekt. Genoemd materiaal drijft namelijk in water. Se volgende zwel werd waargenomen.

2 Hortibei 0.1 kg/cm 0.7 cm 2 Hortibei 0.5 kg/cm 2.7 cm 2 Steenwol O.5 kg/cm 0.5 cm 2 De hoogte van de gebruikte.-, ringen is 5 cm. Bij een druk van 0.5 kg/cm is de zwei bij Hortibei dus erg groot geweest bij de hoogste druk.

Chemische .analyse In tabel

4

zijn de resultaten van de chemische

analyse weergegeven. De gehalten zijn uitgedrukt in mg per 100 g droog materiaal materiaal totaal zout Ha Cl

N

p2°5 K2O •Perlite ! 80 18 2.0 i ! O • 1—1 5.0 Styromul 40 22 2.1 0.6 1.0 : Vermiculite • 140 . 12 0.0 O CM 18.0 ; i Hortibei 80 23 2.0 0.2 1.5 Steenwoi 180 2:4 2.1 1.2 7.5 1 Baystrat 250 86 7.0 0.6 1 9 . 0 — .

Tabel

4

De resultaten van de chemische analyse. De gehalten zijn

uitgedrukt in mg per 100 g droog materiaal.

Uit de analyse blijkt, dat geen van de materialen een hoog zoutgehalte heeft of rijk is aan voedingsstoffçn.

Conclusies

Een zestal kunstmatig bereide Produkten die in de glastuinbouw

worden gebruikt als substraat werden op enkele fysische en chemische eigenschappen onderzocht.

Het voiumegewicht en het vochtvolume verschilde zeer sterk. Sommige materialen geven hun vocht zeer geleidelijk af bij stijgende pF-waarden andere materialen geven zeer snel het vocht af. Aan zout en voeding werden slechts geringe hoeveelheden aangetroffen.

(7)

L CG 03 VC O h 0) et* CO c*ï* CD CD' 3 O h» CD îs H* O c* O CD ci-*< V O 3 CD H* 33 (D C h-4 et-CD D rf5 O CD O o O o o a a o o a <# <0 » *• *• «« >3 Ol en en —i en -A U1 ai O X i 3 N3 J \ rO ro «j, ro ro O en LA CTi 0 KO -0 ro s» *• ro U SA s* «« ** V* KD O *• <« o N> N> O 0 KD -0 KD CD en 0 ï 1 0 i ï ï ! s î 1 î 1 ï 3 3 ro ÎO —à N> M VI ai LA 0 N) KD -0 —i ro LA *• V* s# V* <4 Si» w o M CO -J CD CD 4i. î s M i I i î î S I I a ï s *• fO ro ro ro ro CD -i i LA en _i «J» KD CT> 0 LA CAJ î %> s# *• î •Ê* en CO KD ÎO en en -À GJ ro LA Cn3 ro ro —i LA e>3 VO CD £s cr» rO C*3 en CD en en LA N) •C* w a en •<3 CD CO 4s -0 a en -0 T) __ J -n ! £ l ï ! I I l ï î ! _ \ —* LA LA C/0 ' ro LA LA LA KT S* en -0 en •Ê* en ro 4^ a LA LA O ro -0 0 4^ —À CD en en 0 en O l 1 3 I i î 1 I 1 1 I I i hO LA LA N5 LA w Crf i o •ps C\ A» ro O O KD -0 ro VQ -0 KD $> -0 -0 en to co 03 ÎNJ NO ro N3 ÎO T5 O -O O •P> 4S O ro eo 4^ UD co -n N> en CO ro N) fO os 0 03 —à N> -i I I a t 1 ! I 1 I J 1 l «• I en fO —i ro N) ro to O G\ KD LA .ps 0 Crf a OD o CT> CO en en en KD KD 03 co ro ro ï i î I l 1 1 l 1 1 i 3 -i to ÎO ro ro I C LA CD 4V. to LA -0 to -s] VO IO CO en en G\ LA -0 en to vo O —i ro "C -P* _jk 4^ 4S -0 KD en en KD 0 -n en CD 0 4^ CTi 4^. to -0 D -0 £>• en ro I 3 î 2 1 i 1 I I I 1 3 ' 0 ro —i. •£- -P> 4^ CO 0 -fs -£> VO CD 03 4S» CD a O va 0 Ci en ro CD en 1 3 ! î ! I I i 8 ï ! s -À • ÎO -i i 4^s en KD LA en CD co i -J CD VO -0 a a\ LA LA -s3 tA ro-i ° D"! c+I

Ê

%CD m Cfi H-CO O rr CD cr 0 TJ Ûî h-» H-D ID O • CD H* c-. *-• Û) co CD

(8)

fig.1. Hst verband

t u seen ae

7

*

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Veel focus behoud opp intergetijdengebiden, meer kennis nodig over kwaliteit • Onderzoeken van verloop bodem temperatuur: relatie omgevingsfactoren,. droogvalduur,

De reeks publicaties “SOBANE – STRATEGIE Beheer van beroepsgebonden risico’s” heeft als doel deze strategie kenbaar te maken en aan te tonen hoe de strategie kan worden toegepast

ANNIE C. Door onderlinge voordrachten en door het uitnodigen van deskundigen, worden de deelnemers o.a. op de hoogte gebracht van de begripsbepalingen. De inleiders stellen de

( H e a t h , mededeling op: Ilnd International Congres of Crop Protection, London, 1949). Hierdoor ontstaat de situatie, dat men eenzelfde middel op verschillende wijze

Figuur 50 geeft de trend weer voor het westelijke (links) en oostelijke (rechts) deel van het Grevelingenmeer welke is berekend door het model (Model_6) op basis van de

Naar de invloed van de cotylen op de verdere ontwikkeling van de plant werden verschillende onder- zoekingen gedaan (8,157,159). Deze toonden alle aan dat de ontwikkeling van de

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in

§ bezit kennis van alle voorkomende machines, gereedschappen en hulpmiddelen voor het leggen van parketvloeren zoals zaagtafels, tackers, schuurmachines, plaatsingsmaterialen