• No results found

Invloed van de lengte van het oogstseizoen op de opbrengst van asperge

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed van de lengte van het oogstseizoen op de opbrengst van asperge"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

/ f /

.-..,£>'--IT fmnniru, ^

"f-f - -, L

Rapport 60,^ sept embor 1972

-IJS VLOED VAN DE LENGTE VAE HET O0GRTSKT7.mwr OP DE OPBRENGST VAE ASPERGE

INFLUENCE OP THE LENGTH OP GUTTING SEASON ON THE YIELD OP ASPARAGUS

proj.nr. 26-1-1(2)

C.T.G. Backus en Dr. A.A. Pranken

PROEFSTATION VOOR DE GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND IN NEDERLAND ALKMAAR - HOEVERWEG 106 - POSTBUS 266 - TELEFOON 02200 - 11944

(2)

I N H O U D 1 INLEIDING 2 LITERATUUROVERZICHT 3 PROEFOPZET EN WAARNEMINGEN 4 RESULTATEN 5 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 12 SUMMARY 12 LITERATUURLIJST 14

(3)

1 I N L E I D I N G

Na h e t u i t p l a r x t e r i vein n B p o p g o p J a n t o n . wovdt. -twee j a a r gewanhf oiirexc-nn men

met de oogst kan beginnen» In het e e r s t e oogH-fc j^nr- w i » aioolrts d r i e t o t

v i e r weken geoogst om het gewas n i e t t e v e e l u i t t e putten* De volgende

j a r e n wordt gedurende 7 à 8 weken t o t omstreeks 24 juni geoogst o Deze datum

i s algemeen door de p r a k t i j k aanvaard» I n een enkel geval, bijv» rond

Roermond, oogst men enkele dagen langer»

Om na te gaan of 24 juni inderdaad gemiddeld over een aantal jaren de opti-male datum is om de oogst te "beëindigen of dat het wenselijk is korter, dan wel langer door te oogsten, werd in 1962 op twee plaatsen in Limburg een proef aangelegd om de invloed van de lengte van de oogstperiode op de opbrengst na te gaan»

(4)

-5-2 L I T E R A T U U R O V E R Z I C H T

JOKES (1932) heeft gertnreij.de 6 jaar mot nnnnel ijke en vronweli.ik.e_plpn+.eni proeven genomen. Een verlenging van de oogstperiodo met 2 weken gaf een op-brengstvermcerdering van 21% voor de mannelijke en van 4% voor de vrouwelijke planten. De verlenging van de oogstperiode had bij beide gesl -iditen dunne-re stengels tot gevolg.

LEWIS (1934) nam waar dat, indien reeds in het tweede jaar werd geoogst,

de opbrengst in de volgende jaren afnam naarmate de oogstperiode langer duur-de» Het beste resultaat werd verkregen indien in het derde jaar 2 weken, in het vierde 4 weken en vanaf het vijfde jaar 8 weken werd geoogst.

A1STY en WOODS (1947) hebben gedurende 10 jaar het effect van 8 en 12 weken oogsten vergeleken. De gemiddelde opbrengst was in het eerste geval 20% hoger dan in het tweede. Bij 8 weken oogsten nam de opbrengst pas na 8 jaar af, bij 12 weken reeds na 5 jaar. Per jaar vonden zij in beide gevallen gedurende de eerste 8 weken geen verschil in gemiddeld stengelgewicht. Ha de achtste oogstweek nam het gemiddelde stengelgewicht sterk af. DE0ÎJIER en HOFFMAN (1944) hebben gedurende 5 jaar proeven genomen met oogstperioden van 4» 8 en 12 weken. Het 8-weken object gaf de hoogste gemiddelde opbrengst.

BLASSOTS&T(l969) vond op 3 proefvelden een gemiddelde toename van 24% van de totale opbrengst en van 23% voor die van de sortering A bij ver-lenging van het oogstseizoen van 14 t/m 24 juni.

In een oriënterende proef te Helden gedurende de jaren 195^ t/m 1963 me^ a^-s

einddata 17 juni, 24 juni of 1 juli is gebleken dat de eerste jaren de opbrengst toenam, naarmate langer werd geoogst. Daarna was er nagenoeg geen verschil in produktie. Gemiddeld over alle oogstjaren was de op-brengst van het 24 juni- en het 1 juli-object 4 resp. 20% hoger dan van het 17 juni-object. De laatste jaren nam het percentage AA af en dat van C + D toe, naarmate langer werd geoogst.

(5)

3 P R O E F O P Z E T E N W A A R N E M I N G E N

De p r o e v e n z i j n genomen t e Baexem en t e Helden» Tn R?\o-*-e>m JR ii-i+sxari wfc

op een l e m i g e , humusarme e t u i f z a n r l g r o n d met eon d i e p e g r o n d w a t e r s t a n d . I n Helden i s de p r o e f a a n g e l e g d op een s t e r k lemige enkeerdgrond met meer dan

jfo humus en een s t e r k w i s s e l e n d e g r o n d w a t e r s t a n d . De b e w o r t e l b a r e d i e p t e b e

d r o e g + 80 cm. Het e e r s t e bodemtype i s meer g e s c h i k t v o o r de a s p e r g e -t e e l -t dan h e -t -t w e e d e .

I n 1962 werden de p r o e f v e l d e n i n g e p l a n t met h e t r a s Roem van B r u n s w i j k . De r i j e n a f s t a n d b e d r o e g 160 cm, de p l a n t a f s t a n d i n de r i j was 40 cm en de p l a n t d i e p t r è 25 cm. I n 1964 werden de v e l d e n voor de e e r s t e maal geoogst en wel t o t 31 m e i . Vanaf 1965 werden de p r o e v e n geoogst v o l g e n s h e t schema w a a r i n de volgende 3 o b j e c t e n waren opgenomen.

1 eince o o g s t p e r i o d e 17 j u n i 2 " " 24 j u n i

3 "

"

1 j u l i

De proef lag in 4 herhalingen. Elk veld bestond uit 2 rijen. De veldgrootte was in Baexem ongeveer 5 en in Helden ongeveer 2 are.

W a a r n e m i n g e n

Alle objecten werden dagelijks geoogst5 de proef te Baexem t/m 1970» die te Helden t/m 1969» Na elke oogst werden de stengels op 22 cm lengte afgesne-den en daarna gewogen. Tabel 1 vermeldt het aantal oogstdagen van de 17

juni-objecten voor de verschillende jaren. Het aantal oogstdagen van de 24 juni- en 1 juli-objecten verkrijgt men door er 7» resp. 14 dagen bij te tellen.

Tabel 1. Aantal oogstdagen van de 17 - juni- objecten te Baexem en Helden voor de verschillende jaren

Object Baexem 17 juni Helden 17 juni Treatment 1965 41 41 1965 1966 47 41 1966 Aantal oogstdagen 1967 38 33 1967 1968 53 44 1968 1969 42 35 1969 1970

37

1970 Totaal 258 194 Total Number of harvest days

Table 1• Number of harvest days on the experimental fields at Baexem and Helden according to the treatment with final harvest day on June 17th for the succeeding years

(6)

-7-4 R E S U L T A T E N

I n - t a b e l 2 z i j n de opbrengst gegevens vermeld i n kg p e r h a , met d a a r a c h t e r voor de 17 j u n i - en 1 juli-ob,iooi<*T> flo voJnMmm opTirn^fs-hon. De o p b r e n g s t en van h e t 24 j u n i - o b j e c t z i j n h i e r b i j op 100 g e s t e l d .

Tabel 2« Opbrengst in kg per ha en relatief van de objecten 17 juni, 24 juni en 1 juli op de proefvelden Baexem en Helden

P l a a t s B a e x e m H o 1 d o JU P l a c e J a a r 1965 1966 1967 1968 1969 1970 gem.

average)

1965 I960 1967 1968 1969 gem. ( a v e r a g e ) Year 17 j u n i k g / h a 4O2O 547O 3O3O 3730 3260 4140 394O 3720 387O 244O 27 60 278O 3110 k g / h a % 88,7 101,3 9 7 , 4 9 3 , 0 9 0 , 6 88,1 9 3 , 2 86,1 90,6 87,1 8 9 , 6 9 5 , 2 8 9 , 5

i

17 June Object 24 j u n i k g / h a 453O 54OO 3110 4010 36OO 47OO 422O 4320 4270 2800 308O 292O 3480 k g / h a 24 June Treatment 1 k g / h a 563O 545O 34OO 4170 344O 465O 446O 4920 403O 274O 303O 278O 3500 k g / h a 1 i J u l i ! " " * — ; 124,3 100,9 109,3 104,0 9 5 , 6 9 8 , 9 105,4 113,9 9 4 , 4 9 7 , 8 9 8 , 3 9 5 , 2 100,6 * J u l y

Table 2. Yield in kg per ha and relative yield of the treatment with final harvest date June 17, June 24 and July 1 on the experimental fields Baexem and Helden." The yield of the treatment June 24 is yearly fixed on 100.

Uit het aantal oogstdagen en de opbrengst is de gemiddelde dagopbrengst in kg per ha te berekenen. Dit is gedaan voor alle objecten t/m 17 juni en van de

objecten 24 juni en 1 juli voor de laatste week resp. laatste twee weken. De relatieve opbrengsten kan men vinden in tabel 3«

(7)

T a b e l 3« R e l a t i e v e r l a g o l i .iVno crpbi-eiigc+en t / m 17 ,iur>l pn v.-,T> ^ o i-...t..,iTo week

r e s p . l a a t s t e 2 weken van de objeo+.fin 24 juni en 1 j u l i « De opbrengst

van het 17 juni-object i s j a a r l i j k s op 100 g e s t e l d

Plaats B a e x e m H e l d e n Place Jaar 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1965 1966 1967 1968 1969 Year Object 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli 24 juni 1 juli Treat-j ment t/m 17/6 91,6 94-6 86,8 81,9 81,5 76,2 88,4 79,9 90,8 77,3 92,5 81,6 100,0 9t,4 93,7 83,7 91,9 75,0 93,5 80,8 89,6 74,5 till 17.6 17-24/6 123,9 115,2 79,8 74,9 116,9 100,7 144,1 115,7 117,8 93,9 111,1 99,6 96,7 105,5 96,8 75,7 108,3 87,0 113,9 107,1 77,4 68,4 17-24.6 24/6-1/7 151,6 44,2 97,2 125,8 75,5 62,6 133,9 43,9 88,9 75,2 59.4 24.6-1.7 Gehele seizoen 96,3 104-4 85,9 76,8 87,0 82,3 94,9 88,4 94,7 79,2 92,5 81,5 99,2 98,6 94,2 77,6 94,7 78,9 96,2 83,3 87,6 71,4 The whole season i

Table 3 . Relative daily y i e l d s t i l l June 17 and of t h e l a s t week resp« l a s t

2 weeks of t h e treatment June 24 and July 1. The y i e l d of t h e June

17 treatment i s y e a r l y fixed on 100

I n t a b e l 4 i s de gemiddelde temperatuur per decade weergegeven van het

KNMI-station Venlo.

(8)

Tabel 4« Gem: Jaar 1965 1966 1967 1968 1969 197O Year Lddelde temperatuur 1 April

III

8,5

14,1

9,9

15.9 11,6

8,6

III

I

12,4 15,2 12,9 12,2 14,6 15,8

I

April

oer decade van het KMI-station Venlo

Mei

II

15,2 17,8 17,9 10,9 15,7 15r7

II

May

III

14,8 14,1 15,4 15,8 15,7 14,3

III

I

15»3 20,5 ' 16,0 15,9 14,6 20,5

1

Juni

II

17,4 21,6 16,0 18,9 20,3 20,9

II

^

III

19,9 16,4 19,1 18,3 ; 17,3 20,2

III

June Table 4» Mean temperature per decade of the KNMI weather station Venlo

Uit tabel 2 blijkt dat de opbrengsten van het proefveld te Baexem hoger

zijn dan die van het proefveld te Helden» Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het verschil in bodemtype» De gewasontwikkeling was op het veld te Baexem beter dan die van het veld te Helden« Het perceel te Baexem was sneller

op temperatuur en kwam daardoor jaarlijks vroeger in produktie»

Op het proefveld te Baexem waren het eerste jaar (1965) de opbrengstverschil-len tussen de objecten groot» Vooral het 1 juli-object heeft door de.hoge temperatuur in de laatste decade van juni een hoge produktie gegeven« In 1966 waren de verschillen slechts gering« Dit kan enerzijds worden verklaard door de hoge produktie van 1965, anderzijds door het temperatuurverloop. De laat-ste decade van juni 1966 was koud.

Vanaf 1967 nam het verschil in relatieve opbrengst tussen de objecten 17 en 24 juni geleidelijk toe (tabel 2 ) . Waarschijnlijk is het oogstseizoen t/m 17 juni te kort geweest. Vanaf 1969 heeft het 1 juni-object minder geproduceerd dan het 24 juni-object. In 1970 was het verschil echter dankzij de hoge tem-peratuur in de laatste decade van juni, slechts gering.

Waarschijnlijk wordt door het langer oogsten het perceel te veel uitgeput. Ondanks deze uitputting was er geen groot verschil in de kwaliteit van de stengels» In 1970 werd van het proefveld te Baexem drie maal het gemiddeld stengelgewicht bepaald door per keer + 200 stengels per object te wegen» Het gemiddeld stengelgewicht was van de objecten 17 juni, 24 juni en 1 juli respectievelijk 30,1, 31,4 en 29,1 gram.

Op het proefveld te Helden waren de opbrengstverschillen in 1965 eveneens groot (tabel 2)» Vanaf 1966 waren de opbrengsten van het 24 juni-object hoger dan

(9)

die van het 1 juli-object. Dit wijkt af van de ronnltaten van het proefveld te Baexem. Als de temperatuur gedurende de laatste decade hoog was (1967 en 1968) waren de verschillen gering« Uit tabel 2 "blijkt, dat vanaf 1968 de verschillen tussen de objecten 17 en 24 juni afnemen.

Het lijkt erop alsof op dit perceel langer dooroogsten eerder uitputting ten gevolge heeft dan op het perceel te Baexem« Waarschijnlijk kan men stel-len dat op percestel-len met een minder goede stand eerder uitputting optreedt dan op percelen met een goede ontwikkeling»

Uit tabel 3 "blijkt de gemiddelde dagproduktie verder te dalen, naarmate het oogstseizoen langer is« In seizoenen met een lage temperatuur aan het begin en een hoge aan het eind van de oogstperiode (1965 en 1968) ziet men dat de dagproduktie van de perioden 17-24 juni en 24 juni - 1 juli hoger is dan van die t/m 17 juni. In seizoenen die warm aanvangen en koud eindigen, is het omgekeerde het geval« Uit de lage waarden van de periode 24 juni - 1 juli in 1969 en 1970 "blijkt de uitputting van het proefveld te Baexem. Op het veld te Helden openbaart dit zich al in 1968.

(10)

-11-5 -^S-.ÄJt E F-V-JL-T T I N G E N C O N C L U S I E S

Gedurende-JA j a r e n 1965 t/m Î97Q -zijn- t e Baexem en t e JEeUen-prow«^ ^-w>-.. .

men waarin v e r s c h i l l e n d e lengten van rïe oogstperiode "bij a s r ^ u0 -«<.; ni <-.-m

vu-g e l d e n , De objecten xsraren: oovu-gsten t/m 17 rinnt? t/m ÏM juni en t/m 1 j u l i . Tijdens het oogstseizoen werd dagelijks de opbrengst bepaald. Van het proef-veld t e Baexem werd i n 1970 driemaal het gemiddeld ntengelgewicht bepaald* De ontwikkeling van het-gewas t e Baexem was b e t e r dan die t e Helden, waardoor de j a a r l i j k s e opbrengsten van het e e r s t e veld hoger waren.

Op- beide proefvelden werd het gewas door t e lang oogsten u i t g e p u t , hetgeen r e s u l t e e r d e _ i n een lage opbrengst t . o . v . het object 24 j u n i . Deze u i t p u t t i n g was i n Baexem pas na 4 oogstjaren merkbaar, t e Helden reeds na 1 j a a r . De opbrengst van de 17 juni-objecten was l a g e r dan van die waar t o t 24 juni was geoogst» Hieruit kunnen we v a s t s t e l l e n dat een oogstperiode t o t 17 juni t e kort i s voor het behalen van een optimale produlctie.

De r e s u l t ü t u n van deze proef geven geen a a n l e i d i n g om af t e wijken van de door de p r a k t i j k aanvaarde l a a t s t e oogstdatum van 24 j u n i .

S U M M A R Y A N D C O N C L U S I O N S

Influence of t h e length of c u t t i n g season on t h e y i e l d of asparagus

I n t h e period from 1965 t o 1970 i n c l u s i v e , experiments were made at Baexem and Helden i n which t h e d i f f e r e n t lengths of t h e c u t t i n g periods i n a s p a r a -gus were compared. The objects weres c u t t i n g t o 17th June i n c l . | to 24th June i n c l . , and t o 1st July i n c l .

During t h e c u t t i n g season the y i e l d was determined every day.

In 1970» t h r i c e t h e average stalk—weight was determined on t h e experimental f i e l d at Baexem. The development of t h e crop at Baexem was b e t t e r than

t h a t at Helden, owing t o which t h e annual y i e l d s of t h e f i r s t f i e l d were higher.

On both experimental fields, the crop has been exhausted by a too long cuttingperiod, which resulted in a low yield compared with the object of 24th June. This exhaustion was not noticeable at Baexem until after four

(11)

o-trtrfcing y e a x cr t h o u g h nl-roariy af-hn-p <mo y o a r P+ TT~"M»n.»

The y i e l d of t h e 17"th June objects was lower than t h a t Jn o>,-i~-+^-wViorc

asparagus had been cut u n t i l 24th June. Prom t h i s we can determine t h a t

a c u t t i n g period t o 17th June i s too short t o get an optimal production.

The r e s u l t s of t h i s experiment are no reason t o deviate from t h e l a t e s t

c u t t i n g date of 24th June which has been accepted i n p r a c t i c e .

(12)

-13-L I T E R A T U U R

Ansty* T«H*

f

and J . J Woods« Length of c u t t i n g season of asparagus« Rei pnti-fi o••

Agriculture 27(1947)263-266.

B l a s s l n s k i , J» Stechzeitenversuche h e i Spargel«

Gemüse 5(1969)55120.

Deonier.. M*L*

t

. and G.P. Hoffman. Asparagus production i n t h e lower South

with special reference t o time and length of c u t t i n g season.

Proceedings of t h e American Society for H o r t i c u l t u r a l Science

45(1944)413-417.

J o n e s

t

H»A* Effect of extending t h e c u t t i n g season on t h e y i e l d of a s p a r a

-gus« B u l l e t i n of t h e University of California College of

Agriculture 535 (1932)

Lewis, Til«P. Asparagus y i e l d s as affected by s e v e r i t y of c u t t i n g . B u l l e t i n

of t h e University of I l l i n o i s Agriciiltural Experimental S t a t i o n

401(1934)27-36.

l'x'uuCülii hi on vuor do G r o e n t e t e e l t i n de V b l l e g r o n d i n N e d e r l a n d . J a a r v e r -s l a g e n 1958-1963. Alkmnar 1959-I964.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in

This rules out effects of reward history; (3) the high- and low- reward stimuli are not visually salient, excluding effects of bottom-up processes; (4) both high- and low-

De reeks publicaties “SOBANE – STRATEGIE Beheer van beroepsgebonden risico’s” heeft als doel deze strategie kenbaar te maken en aan te tonen hoe de strategie kan worden toegepast

Deze mening is ook SCHEEEER toegedaan (17 pag. 183), die zegt, d a t toename in gehalte aan werkelijk stabiele h u m u s (dus geen ge- conserveerde niet-stabiele producten)

De aanvragen voor metingen zijn afkomstig van de regionale directies van het Toezicht op het Welzijn op het Werk, van de eigen afdeling, van andere overheidsdiensten of van de

dat voor het verkrijgen van een tegemoetkoming in de schade die gemengde groepen van overwinterende ganzen en overige watervogels aan blijvend grasland buiten

With this article the author intends to fill one of these gaps in the narrative of social history and focuses specifically on the experiences of teachers who taught

Keightley J furthermore maintained that the provisions contained in chapter 19 of the Children's Act do not explicitly make provision for instances where the commissioning parents