• No results found

Invloed van zout en gewasreactie bij bloemisterijgewassen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed van zout en gewasreactie bij bloemisterijgewassen"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NN31545,0522

N O T A 5

22 i6juui969

Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding

Wageningen

BIBLIOTHEEK

STARINGGEBOUW

INVLOED ZOUT EN GEWASREACTIE

BIJ BLOEMISTERIJGEWASâffittAOTHEEK B I K M F F Droevendaalsefitötig ia

Postbus 241 6700 AE Wagenmgen C. Ploegman

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len» dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud v a r i e e r t sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet i s afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking.

1 1 FEB.1998

X\$Ti&

(2)
(3)

INLEIDING

Het areaal van de bloementeelt onder glas bedroeg in 196*4 en 1966 respectievelijk 780 en 1030 ha. Deze toename van ca 12% per jaar werd

voornamelijk veroorzaakt door de uitbreiding van rozen (ça 30%), an>;

j e r s (ça 2p*îfo) en de potplantencultuur (ca 14%). Bovendien werd een toe-name van ca 34% geconstateerd bij de overige snijbloemen onder glas.

De financiële economische bijdrage van de bloementeelt heeft mede door deze uitbreidingen een belangrijke omvang aangenomen. De totale veilingaanvoer van snijbloemen onder glas bedroeg in 1965 ongeveer , 163 miljoen gulden. De voornaamste bloemen waren R o o s , A n j e r , C h r y s a n t en F r e e s i a met een waarde respectievelijk van 48,8; 3 8 , 1 ; 19? 5 en 18, 6 miljoen gulden of 30, 23, 12 en 11% van de totale

aanvoer. De totale yeilingaanvoer van potplanten onder glas bedroeg in 1965 ongeveer 11 miljoen gulden. De voornaamste planten hiervan wa-ren C y c l a m e n , A z a l e a , A n t h u r i u r n en P e l a r g o n i u m niet een waarde respectievelijk van 3,8; 2, 9; 1, 0 en 0, 8 miljoen gulden

of-35, 26, 9 en 7% van de totale aanvoer. Hierbij dient echter te worden vermeld dat moderne potcultures met C h r y s a n t en A n j e r nog niet in de statische gegevens (13) waren opgenomen.

Als schadelijke norm van het chloridegehalte in het gietwa$eri; gold

sinds jaren in ons land een grenswaarde van 300 tot 400 mg.; Gl" per

liter bij bloemisterijgewassen (7). In verband echter met de toenemende verontreiniging van rivieren en boezernwaters (3, ,5), de sterke a r e a a l -uitbreiding, de intensivering van de teelt, de technische toepassingen en de arbeidsbesparende methoden binnen de teelt (1.-5.) is een nadere bestu-dering van deze grenswaarde in het gietwater zeker wenselijk. E r is namelijk reeds bij bloemisterijgewassen ( 1 , 2, 4, 7, 8, 9, 10 en 11) aangetoond dat schade en/of groeidepressies optraden bij gebruik van gietwater met een concentratie van ca 5'0Ó mg. Cl/l.

(4)

de v e r o n t r e i n i g i n g , h e t vochtgehalte van de grond en de r e a c t i e van v e r s c h i l l e n d e g e w a s s e n w o r d e n b e s p r o k e n aan de hand van o n d e r z o e k bij v e r s c h i l l e n d e b l o e m i s t e r i j g e w a s sen.

WATERVOORZIENING, VERZILTING EN VOCHTGEHALTE VAN DE

GROND

In de b l o e m e n t e e l t zijn de l a a t s t e j a r e n vele nieuwe m e t h o d e n van w a t e r to e diening g e ï n t r o d u c e e r d (15). De r e g e n l e i d i n g m e t sproéidoppen al dan niet a u t o m a t i s c h w o r d t in de s n i j b l o e m e h t e e l t m o m e n t e e l v r i j a l -g e m e e n t o e -g e p a s t . Déze m e t h o d e kan e c h t e r bij de potplantenteelt w e -g e n s het o p t r e d e n van bladbeschadigingen, de v e r v u i l i n g en h e t b e v o r d e r e n van ziekten m e e s t a l niet g eb r u i k t worden. H i e r v o o r in de p l a a t s zijn a u t o m a t i s c h e i r r i g a t i e s y s t e m e n (de zogenaamde v o l m a t i c s y s t e m e n ) t ó e -g e p a s t , w a a r b i j elke potplant afzonderlijk v i a ëen slan-getje van w a t e r wordt v o o r z i e n . Bovendien wordt de zandbeddencultuür g e b r u i k t , w a a r -bij de potplanten óp een laagje zand komen te staan welke m e t behulp

i . '. . • • .

• I • • : ' : . II', :" <•••.: ' •• ; : : - •

van een g i e t d a r m vochtig wordt gehouden. Door de c a p i l l a i r e opstijging in de potgrond m o e t h é t w a t e r dan t e r beschikking van de planten k ó m e n .

Bij de v o l l s g r o n d s snijblóementeélt onder g l a s zal door b e r e g e n i n g m e t v e r o n t r e i n i g d boeserav/ater de rsovtccncèntratie in de grond t o e n e m e n . Deze t o e n a m e ( z o u t a c c u m ü l a t i e ) i s afhankelijk van de z o u t c ó n c e n -t r a -t i e van h é -t b e r e g e n i n g s w a -t e f , he-t w a -t e r v e r b r u i k en dé g r o n d s o o r -t . Als m e n b i j v o o r b e e l d uitgaat van b e r e g e n i n g s w a t e r m e t een c o n c e n t r a -tie van 150 m g . C l / l , dan i s na uitspoelihg de b o d e m c o n c é n t r a t i e bij velde a p a c i t ë i t 150 m g . C l / l . Het w a t e r v e r b r u i k van éeri ä n j e r t e e l t (14) kan c a 1000 m m / j a a r b e d r a g e n . Bij de g r o e i van eén a n j e r g e w a s in een grond m e t een vochtgehalte van 3D vol. % bij velde a p a c i t ë i t en een w ó r -teldiepte van c a 40 c m i s de totale v o c h t v o ö r r a a d 4 x 30 - IZOrnml De z o u t c o n c e n t r a t i e bij velde a p a c i t ë i t n e e m t dan m e t 1 0 0 0 / 1 2 0 m a a l de c o n -c e n t r a t i e van h é t b e r e g e n i n g s w à t ë r (150 m g . Cl/1) t o e . De gemiddelde c o n c e n t r a t i e t i j d e n s de g r o e i p e r i o d e bij dé a n j e r t é e l t i s dan

beginconc. + eindconc. ' of 150 % 1400 = 775 m g . C l / l . ïiï de praktijk

:>•;•• Ai' • .'v.. 2 • . -.-^Z-: \ .. :. ., -.

zal deze c o n c e n t r a t i e w a a r s c h i j n l i j k niét v o o r k o m e n , o m d a t door c o n

-t r o l e v i a grondmôn&-ters van -t e v o r e n z e k e r een a d v i e s -to-t . d o o r s p o e l e n tijdens de g r o e i p e r i o d e zal worden gegeven.

(5)

Bij de potplantenteelt ligt de zoutaccumulatie geheel anders. Als gevolg van een kleiner grondvolume zal de zoutconcentratie in de pot-grond bij beregening met éénzelfde chloridegehalte (150 mg. Cl/l) sneller toenemen. Bovendien is de kwaliteit van de stenen bloempot i. v. m. de porositeit en de verdamping via de wand van invloed. Het gevaar voor een te hoge zoutconcentratie in de potgrond is bij een zandbedmethode ook groter dan bij de irrigatie via slangetjes, omdat men bij deze laatste methode het zout gemakkelijk kan uitspoelen en bij de eerste methode niet. Er wordt echter m e e r en meer gebruik ge-maakt van plastic bloempotten. Hierdoor neemt het waterverbruik af

i

als gevolg van een g e r i n g e r e verdamping via de potwand. Tevens wordt een te snelle uitdroging van de grond en een daarmee samen-hangende toename van de zoutconcentratie voorkomen.

In een onderzoek van KOEMAN (7) werd bij Nephrölepis exaltata 3

(varen) ca 2500 cm water per pot per maand gegeven. Indien aange-3

nomen wordt, dat de inhoud van de bloempot 600 cm is en het grondmengsel bij veldcapaciteit 50 vol. % water bevat, dan is de totale vocht

-3

voorraad 300 c m . Bij een neutrale grond zonder zouten en een water-kwaliteit evenals bij de anjerteelt van 150 mg Cl/l is de zoutconcen-tratie bij veldcapaciteit dan na i jaar toegenomen met TnTT x 12 x 150 = 15 000 mg Cl/l. De gemiddelde concentratie tijdens een jaarlijkse

. j . . . . , beginconc. + eindconc. ,

groeiperiode voor een potplant is dan —a of

0 + 1 ^ 0 0 0 ' r = 7500 mg Cl/l. De ca tien maal zo sterke-stijging in de

pottenteelt in vergelijking met een vollegronds anjerteelt wordt v e r -oorzaakt door de minder diepe beworteling (4x) ,ëïi'i de hogere verdam-ping (2, 5 x) in de potten. De bewortelingsdiepte bij anjers is namelijk ca 40 cm en die van Nephrölepis ca 10 cm. Bij een potoppervlakte van

2 3 ca 110 cm en een waterverbruik van 2500 cm per maand is het

wa-terverbruik van Nephrölepis v r . - x 12 x 10 = 2727 m m per j a a r , dit is ca 2, 5 maal zo hoog als bij de anjerteelt.

-, In fig. 1 is door RIEMENS (12) de relatie tussen het vochtgehalte van de grond (% water) en de concentratie van het bodemvocht ( in gr Cl/l en in gr NaCl/l) weergegeven voor verschillende concentra-ties van grondextracten. Bij een grondextract van 200 mg NaCl/l per 100 gr droge grond (0, 2%) en een veldcapaciteitswaarde bij zand van 20 vol. % is de concentratie van NaCl in het bodemvocht ca 10 gr. In klei met een vochtgehalte van 40 vol. % komt dan slechts ca 5 gr

(6)

a o >.y 1,0 12 14 16 18 2 0 gr NaCt/l bodemvocht CC.) i " ' t : i „ i . i i Or 0;24 ,0.49 (Rfemens,11)

0.73 0.97 1.21

gr Cl/L bodemvocht

Fig. 1. De relatie tussen hetrvochtgehalte i n % (A), het zoutgehalte

in % (B) en de zoute oncentratie van de bodemöplqssing in g r / l (Ci).^' '".,'.. ."":'./'". "! .r'.\'u . .-••rt

(Het A-cijfer is het vochtgehalte in gr water per lQOgr droge grond, het B-cijfer het zoutgehalte in gr NaÇl per 100 gr droge grond en het C- cijfer het aantal g r Na Gl per liter bodemvocht)

(7)

Na C l / l in bet bodernvocht v ö ö r . H i e r u i t blijkt dat de zoutconcen-t r a zoutconcen-t i e van hezoutconcen-t bodernvochzoutconcen-t in dé grond s zoutconcen-t e r k afhankelijk i s van h é zoutconcen-t vochtgehalte van dé grond» Door de g r ö t ë V a r i a t i e in à a m e n stelling van; potgronden v o i o r b l ö e r n i s t e r i j g e w a s s ë n zal het veldvochtgénâlte

en dus ook de zbutac c u m u l a t i e s t e r k v a r i ë r e n .

REACTIES VAN DIVERSE GEWASSEN _,:i

In het volgende zullen r e a c t i e s: y&p. ,ver,schillende b l o e m i s t e r i j g e - - •'

v/assen op de verzilting, voorden ,be;S,prokeji. - -uol In bloempotten ( a u g u s ^ s - juni) m e t witte A n j e r s . TJSLS ' S n o w s t o r m '

(5) w e r d de invloed vajn^hejt;keukenzoufcge1hal,te in;het g i e t w a t e r o p rde g é

-w a s r e a c t i e b e s t u d e e r d . H i e r b i j -w e r d een c o n c e n t r a t i e r e e k s v v a h T»> 4v -2 en 4 g r , N a C l / l aangehouden. Per;grpei bij; a-11« objecten w a s in h e t bégih

n o r m a a l . Na enkele maanden,.echter n a m d e g r o e i af. Bij de concentratie van \ gr N a C l / l w e r d e n de, planten i j l e r e n d e s t e n g e l s d u n n e r , t e r wijl b i j , 2 en 4. gr N a C l / l het ge w a s , aanzienlijk m i n d e r tot s l e c h t g e -n o e m d ko-n worde-n. Va-n de toegevoegde rzouten, w e r d s l e c h t s een klein

gedeelte in de g e b r u i k t e grond teruggevonden. In het g r o n d m e n g s e l w e r d een N a C l - g e h a l t e van ca 0, 025% t o e l a a t b a a r geacht. De opname < door het gewas,, de potwand,en eventuele v e r l i e z e n w e r d e n in een zout-> b a l a n s niet n a g e g a a n . De, Anjer b e h o o r t tot.de m i n d e r gevoelige g e w a s

-sen ( 3 , 11), . :••:•;,•'0 > Met I ^ a t h y r u s o d o r a t u s (2) w e r d een proef u i t g e v o e r d m e t ; m e e r d e r e c o n c e n t r a t i e s v a n h e t g i e t w a t e r nl. 0, 100, 190» 370 en 7,40-m g C l / l . Bij de twee hoogste z o u t c o n c e n t r a t i e s n a 7,40-m het aantal b l o e 7,40-m e n

s t e r k af. Ongeveer twee m a a n d e n na. z a a i d a t u m t r a d bij dezelfde c o n c e n -t r a -t i e s v e r m i n d e r i n g in g r o e i enraan-tal s -t e n g e l s op. ' . , , • ;

In een g e l i j k t i j d i g . u i t g e v o e r d e . p r o e f m e t A n e m o n e c o r o n a r i a w e r d bij h o g e r e c o n c e n t r a t i e dan 200 mg C l / l een v e r m i n d e r i n g van h e t a a n t a l b l o e m e n g e c o n s t a t e e r d . Bij c o n c e n t r a t i e s h o g e r dan 370 tóg /i C l / l n a m de g r o e i s t e r k af en ontstonden bovendien beschadigingen1

<-aan de b l o e m e n . De b l a d e r e n en v o o r a l de r a n d e n v e r t o p n d e n tteciro?-; t i s c h e v e r s c h i j n s e l e n , t e r w i j l bij de h o o g s t e zoutconeenitrajtier:(740 m g C l / l ) een voortijdig a f s t e r v e n van de gehele plant, w e r d w a a r g e n o m e n .

(8)

-dorf ' (7) werden in de periodei van;22 m a a r t tot eind mei geen verschil-len tussen de diverse zoutbehandelingen waargenomen. Begin juli echr

ter werd bij de hoogste zoutconcentratie s (91Q en 1220 mg Cl/l) de. .r

e e r s t e schade geconstateerd, terwijl omstreeks half juli ook bij een lagere concentratie (619 mg Çl/l) een blauwgroene verkleuring en het krullen van de bladeren optrad. Tot een concentratie van ongeveer 300 mg Cl/l vertoonden de planten over het algemeen een goede bloeirijk-heid en weinig verschil in bouw en vorm. Een herhaling van dit

onder-zoek vond op 20 september plaats. Alleen de beide hoogste concentra-ties gaven eind november in lichte mate een blauw-groene bladkleur te zien. Aan het einde van de proef in februari echter waren alle planten nog goed. Dit kan een gevolg''zijn van een geringere1 verdamping-Ih: de

winterperiode met een lagere zöutaccumulatie. Éénzelfde gewasreactie ' werd bij kropslä (6) gevonden, waarbij de zbuttólerantie in grote mate bleek af te hangen van het jaargetijde. In de winter1 was bij lage licht- >•'

intensiteiten en groéisnelhèid het gewas vrij ongevoelig.

De A z a l e a wordt in de praktijk als'een gewas beschouwd dat ge-voelig is voor de kwaliteit van het beregehingswater. ARNOLD BIK (1) constateerde bij jonge planten van A z a l e a i n d i c a r a s 'Ambrösiüs1

reeds een groei- en kwaliteitsvermindering boven de 170 mg Cl/ï/ Deze concentratie is aanmerkelijk lager dan de in de praktijk gebruikelijke waarde van 300 mg Cl/l. Bladanalyses zouden volgens ARNOLD BIK (1) een indicatie kunnen geven, omtrent de verziltingstoestarid. Door LUNT ET AL. (10) werd bij Azalea (ras 'Sweethart' en ' m r s . Fred Saunders') eenzelfde resultaat waargenomen. Bij ongeveer 20 milli-e qui valenten zout in de voeding soplo s sirig werden bladval én necrotische verschijn-selen geconstateerd. Door LUNIN en STEWARD (9) werd bij twee jaar oude Azaleaplanten een ECe-waarde van 3 mmhos/cm aangegeven-als • toegestane limiet in een verzadigd grondextract. Tevens werd bij 4

mmhos/cm een roodbruine verkleuring van de bladpunten en val van de oudere bladeren waargenomen.

Met de B é g o n i a g l o i r e dé l o u r a i n e 'Eges Favourite' werd met oude reeds in knop staande potplanten een zoutproef (7) uitgevoerd. Na een irrigatie "behandeling met een zoutconcentratie reeks väü0 - 1220 mg

Cl/l stonden de planten enkele weken na het begin van de prbef (22/5) in volle bloei. Ook bij hét beëindigen Op 6/9 viel geen verschil met de

(9)

Bij de K a l a n c h o ë g l o b u l i f e r a v a r i ë t e i t c o c c i n e a w e r d op 2 0 / 9 m e t eenzelfde c o n c e n t r a t i e r e e k s aan niet bloeiende planten zout i r r i g a t i e w a t e r toegediend. Na o n g e v e e r d r i e m a a n d e n w e r d e n g r o e i -v e r s c h i l l e n g e c o n s t a t e e r d bij c o n c e n t r a t i e s h o g e r dan 619 mg C l / l . De b l a d e r e n w e r d e n s l a p p e r en t e v e n s b r u i n van klexir, t e r w i j l de bloem-ontwikkeling v e r v r o e g d w e r d .

Door PENNINGSFELD (11) w e r d aan m e e r d e r e b l o e m i s t e r i j g e w a s sen een o n d e r z o e k v e r r i c h t n a a r de b e m e s t i n g s b e h o e f t e en de z o u t g e -voeligheid. Volgens deze a u t e u r n e e m t de b e m e s t i n g s b e h o e f t e toe m e t een t o e n a m e van de z o u t r e s i s t e n t i e . Het t r a j e c t van de o p t i m a l e p r o -duktie i s bovendien k l e i n e r bij zoutgevoelige g e w a s s e n en g r o t e r bij z o u t r e s i s t e n t e g e w a s s e n (fig. 2) . V e r v o l g e n s w e r d uit m e e r d e r e p r o e ven aan t a l r i j k e planten e e n indeling in 3 g r o e p e n g e m a a k t n a a r de b e -m e s t i n g s b e h o e f t e van laag n a a r hoog en de zoutgevoeligheid van hoog n a a r l a a g .

G r o e p A , m e t een b e m e s t i n g s b e h o e f t e tot 1, 0 g / l en een zoutgevoe-ligheid van 0, 05 - 0, 2%:

Adiantum scutum r o s e u m , Adiantum f r a g a n s , E r i c a g r a -c i l i s , A z a l e a indi-ca, Anthurium s -c h e r ze r i a n u m , V r i e s e a

s p l e n d e n s , P h a l a e n o p s i s , Cattleya, Dendrobium p h a l e a n o p s i s , P r i m u l a obconica, G a r d e n i a g r a n d i f l o r a , A s p a r a -gus p l u m o s u s , C a m e l l i a japonic a.

G r o e p B , m e t een bemestingsbehoefte van 1, 0 - 2, 0 g / l en een zout-gevoeligheid van 0,1 - 0, 4%:

A e c h m e a f a s c i a t a , F r e e s i a , Anthurium a n d r e a n u m , L a t h y -r u s o d o -r a t u s , G e -r b e -r a j a m e s o n i i , A p h e l a n d -r a s q a -r -r o s a , Anemone c o r o n a r i a , C y c l a m e n , Sinningia s p e s i o s a , R o s a . G r o e p C , m e t een b e m e s t i n g s b e h o e f t e van 2, 0 - 4, 0 g / l en een

zout-gevoeligheid van C, 3 - 0, 6%:

P e l a r g o n i u m , E u p h o r b i a p u l c h e r r i m a , Hydrangea m a c r o -phylla, Saintpaulia icnantha, Dianthus, C h r y s a n t h e m u m i n d i c u m , A s p a r a g u s s p r e n g e r i .

De C h r y s a n t h e m u m , een s n i j b l o e m , wordt de l a a t s t e j a r e n ook a l s potplant in de handel g e b r a c h t . In een potproef m e t zand (8) w e r d e n

(10)

"J o'o;

produktie in °/o

100

80

4 5 8

gr zout/L

(Penningsfeld,1C)

F i g . 2 . De invloed van de z o u t c o n c e n t r a t i e in de grond op de p r o

-j-3 0 d t i k t i ë b i j :

A. een hoge b e m e s t i n g s b e h o e f t e en een weinig z o u t g e v o e -lige plant ( C h r y s a n t h e m u m )

B. een m a t i g e bemestingsbehoefte, en een m a t i g zoutgevoe-lige plant (Cyclamen p e r s i c u m )

C. een g e r i n g e b e m e s t i n g s b e h o e f t e en een z e e r gevoelige plant (Azalea i n d i c a )

(11)

v e r s c h i l l e n d e zoütoplo s singen g e d o s e e r d . De b l o e m e n w a r e n bij ''één' gemiddelde E c e - w a a r d e van 6 , 1 mïllirrihös (ca 2 g C l / l ) nög v e r k o o p - "' b a a r . Dè g e r e d u c e e r d e g r o e i van de Scheuten ( s t e n g e l s ) ve r t oo n de een goede r e l a t i e m e t de t o e n a m e in g e l e i d b a a r h e i d van dé zoutoplo s singen. Bij e e n t o e n a m e van h e t zoutgehalte van een v e r z a d i g d g r o n d é x t r a c t (Ece) v a n l , 6 tot 6 , 1 m i l l i m h o s p e r c m n a m dé hoogte van de s c h e u -ten m e t ca 25% af. E r w e r d é c h t e r geen v e r s c h i l in gewicht p é r plant w a a r g e n o m e n . Een r e l a t i e f v r i j hoge z o u t t o l e r a n t i e van de C h r y s a n t h ë - ' m u m w e r d h i e r m e e aangetoond.

DISCUSSIE EN SAMENVATTING . r :-.r.;frn -, : ;- -v

E v e n a l s b i j l a n d - en tuinbouwgewassen w e r d e n opk.inyde b l o e m e n * t e e l t ( 1 , 2, 4, 7, 8, 9, 10 en 11) g r o t e o n d e r l i n g e v a r i a t i e s in zout-" " gevoeligheid van g e w a s s e n w a a r g e n o m e n . Bij s o m m i g e g e w a s s e n w e r d geen duidelijke g e v o e l i g h e i d s g r e n s aangegeven. De g r e n s w a a r d e w a a r -bij schade o p t r e e d t i s e c h t e r van m e e r d e r e factoren afhankelijk ( 4 , 1 1 ) . Uit eigen o n d e r z o e k i s w a a r g e n o m e n dat een gezond a z a l e a g e w a s buiten i n g e g r a v e n en goed vochtig gehouden g e d u r e n d e dé z o m e r door b e r e g e -ning m e t eên c h l o r i d e g e h a l t e van o n g e v e e r 240 m g / l1 e e r s t na hét n a a r

binnen b r e n g e n g e w a s s c h a d e v e r t o o n d e . - B i j het in bloei t r e k k e n o n d e r :

g l a s van n i e t i n g e g r a v e n potplanten w a s dé v e r d a m p i n g g r o t e r en dus ook de z o u t a c c u m u l a t i è in de grond. H i e r d o o r ontstond een s t e r k e b l a d -v a l h e t g e e n e e n s t e r k e w a a r d e -v e r m i n d e r i n g -van de plant tenge-volge had.

Uit v o r e n s t a a n d zoutonderzoek bij dé v e r s c h i l l e n d e b l o e m i s t e r i j g e -w a s s e n m a g --worden g e c o n c l u d e e r d , dat bij dè snijbloemen d é Anjer en de C h r y s a n t h niet gevoelig zijn, t e r w i j l de Anemone eh dé Lathyfüs tot de v r i j gevoelige g e w a s s e n b e h o r e n . Bij de p o t p l a n t e n i s dé A z a l e a z e e r gevoelig, de Cyclamen m i n d e r en de Kalahchoë en de Begonia m a t i g gevoelig. Over het a l g e m e e n w a r e n jonge planten g e v o e l i g e r dan oude. Het P r o e f s t a t i o n voor de B l o e m e n t e e l t te A a l s m e e r geeft e c h t e r voor ' ' de Roos en de Anjer a l s g r e n s w a a r d e aan 400-500 m g N a C l / l (240-300 m g C l / l ) en voor de m e e r gevoelige g e w a s s e n z o a l s A z a l e a , A n t h u r i u m , É r i c a ,v G e r b e r a en enige V a r e n s een w a a r d e van 200 mg N a C l / l (120 m g

C l / l ) . ^ D é a é g r e n s w a a r d e n ' zijn e c h t e r a a n m e r k e l i j k l a g e * idah'Jreéds e e r

(12)

Bij een eventueel v o o r t g e z e t zputonderzoek van b l p ç m i s t e r i j g e w a s •>• . sen o p h e t I. C. W. zal eçn o n d e r s c h e i d g e m a a k t m o e t e n worden in g e -w a s s e n gek-weekt ad s snijbloem of a l s potplant.. De s a m e n s t e l l i n g van h e t g r o n d m e n g s e l en de d a a r m e e samenhangende zputac c u m u l a t i e i s b e l a n g r i j k (fig. 1 ). T e v e n s zal de b e m e s t i n g a a n g e p a s t m o e t e n w o r d e n .. ,_, aan de behoefte van elk g e w a s , omdat bij gevoelige g e w a s s e n de w a a r d e 7

w a a r b i j zout se hade o p t r e e d t n a u w e r b e g r e n s d i s dan bij m i n d e r gevoelige

(fig. 2), :•>:? ,;, , „ . , - . • - . . • , , . , , ; , , , , E e n v o l l e g r o n d s k a s t e e l t van snijbloemen i s c p p r de 10 m a a l g e r i n g e r e z o u t a c c u m u l a t i e u i t e r a a r d m i n d e r afhankelijk van een goede w a t e r k w a l i -t e i -t dan een po-tplan-tencul-tuur. Bij een nie-t ingegra.ven po-tplan-tencul-tuur i s de v e r d a m p i n g p e r eenheid g r o n d v o l u m é ' v r i j g r o o t , w a a r d o o r1 e n e r z i j d s

de frequentie van h e t w a t e r g e v e n en a n d e r z i j d s de k a n s op z o u t a c c u m u l a tie t o e n e e m t . De behoefte aan w a t e r van een goede k w a l i t e i t blijft e v e n

-wel voor beide t e e l t e n van b e l a n g . .-•:).}

LITERATUUR ,;•.,,.;.... -.l, 1. ARNOLD'BIK, B . : De gevoeligheid van A z a l e a in die a voor k e u k e n - , .

zout I n het g i e t w a t e r . Med. D i r . Tuinb. 19 (1.9), 496-504. 2. BIHLER, E . r Der Einflus s von. s a l z h a l t i g e m B e w a s s e r u n g s w a s s e r

auf den E r t r a g und den Chloridgehalt von B l ä t t e r n e i n i g e r K u l -t u r p f l a n z e n u n -t e r m i -t -t e l e u r o p ä i s e h e n V e r h ä l -t n i s s e n . 1963. •!"':"' D i s s e r t a t i e . •'

3. COMMISSIE inzake het zoutgehalte d e r b o e z e m - en p o l d e r w a t e r e n

vàn N o o r d - H o l l a n d : Ontzilting van Npord^Holland. R i j k s u i t g e v e r i j , ' s - G r a v e n h a g e , 1946*

4. ENDE, J. VAN DEN : De invloed var. zout g i e t w a t e r op de ontwikke-ling van Verschillende g e w a s s e n o n d e r glas« Med, Dir. Tuinb. 15 (1952), 8 8 4 - 9 0 3 . ,

5. HOPMANS, J . J. : The i m p o r t a n c e of the r i v e r Rhine for the w a t e r

u economy of the N e t h e r l a n d s . Water J . (.1963); 8 1 - 9 3 .

6 . ' J A A R V E R S L A G I . C . W . : M e d , 100 (1966), 2 3 - 2 8 .

7. KOEMAN, C : R a p p o r t v a n het o n d e r z o e k op het c h l o o r g e h a l t e van h e t g i e t w a t e r e n mogelijk daaruit, voortvloeiende beschadigingen, van b l o e m i s t e r i j g e w a s s e n te A a l s m e e r , Med. .Insp.. Tuinb. (1942) 1 0 6 - 1 1 3 .

(13)

8. KOFRANEK, A. M. , O. R. LUNT and S. A. HART: T o l e r a n c e of

C h r y s a m t h e m u m m o r i f o l i u m v a r . : K r a m e r to saline conditions. P r o c . Am. Soc. of H o r t . Sei. vol. 61 (1953), 5 2 8 - 5 3 2 .

9. LUNIN, J. and F . B. STEWART: The effect of soil salinity on A z a l e a s and C a m e l i a s . P r o c . Am. Soc. of Hort. Sei. vol. 77 ( 1 9 6 1 ) , 528-533.

10. LUNT, O. R. , H. C. KOHLJR and A. M. KOFRANEK: T o l e r a n c e of A z a l e a s and G a r d e n i a s to salinity conditions and b o r o n . P r o c . Am. Soc. of H o r t . Sei. vol. 6 9 ( 1 9 5 7 ) , 543-548.

11. PENNINGSFELD, F . : Die E r n ä h r u n g in B l u m e n - und Zierpflanzen-bau (1962) . V e r l a g P . P a r e y , B e r l i n 6 1 .

12. RIEMENS, J. M. : De invloed van het c h l o o r g e h a l t e van s l o o t w a t e r op de g r o e i van tuinbouwproducten. De Ingenieur 13 (1941), 4 1 - 4 2 .

13. STATISCHE GEGEVENS VOOR DE TUINBOUW: Min. van Landb.

en V i s s e r i j (1967).

14. TOUSSAINT, C. G. : De waterbehoefte van de tuinbouw in West N e d e r l a n d . Nota I. C. W. 4 8 1 .

15. VONK NOORDEGRAAF, C. : A u t o m a t i s e r i n g van het w a t e r g e v e n bij de potplantenteelt. Med. D i r . Tuinb. 4 (1968), 207-212.

W A P E N I N G E N l l r a ForqualHyoflifi Wageningen UR library P.O.Box 9100 6700 HA Wageningen the Netherlands library.wur.nl 10001022558006 75/0769/75 i l

(14)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het levert in de praktijk geen problemen op behalve wanneer de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor de vergoeding van de schade want dan wordt het totale gemeentelijk handelen

De omzetten van fietsende en lopende klanten overstijgen die van de klanten per auto met name bij binnenstad- en buurtsupermarkten flink: 77 procent van de omzet

Zonder bescherming tegen inregenen moet opslag plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding en gelden eisen voor het te lozen afvalwater dat in contact is geweest

Op basis van mogelijke aanwezigheid van gevaren in diervoedergrondstoffen en diervoeders, mogelijke overdracht van deze gevaren naar dierlijke producten én toxiciteit van de gevaren

Aanvullend stelt de Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden een kader voor een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,  door  vermindering  van  risico’s  en  effecten

De scenario’s van de ANTAT (Blomert et al., 1995) blijken op die manier, als test voor de functionele communicatie bij patiënten met cognitieve communicatiestoornissen, van

Een conservatieve behandeling met rust en ontste- kingsremmers geeft in sommige gevallen verbetering. Indien het dier hervalt of het manken blijft bestaan, dan is een

Omdat namelijk bij de berekening van de benodigde hoeveelheid doorspoe- lingawater is gebruik gemaakt van formule (1) en deze gebaseerd is op t &#34;&#34;&#34;', dient