• No results found

Bestrijding van scald op appels : seizoen 1977-1978

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bestrijding van scald op appels : seizoen 1977-1978"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T H a a g s t e e g 6 , U a g e n i n g e n

T e l . : 0 8 3 7 0 - 1 9 0 1 3

(Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur)

Rapport no. 1991

Drs. O.L. Staden en W. Maas

BESTRIJDING VAN SCALD OP APPELS

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut Proj. no. 79

(2)

5ë5££îJÉï2E_yâ2_5£âlË_2E_êEEêlËi

Drs. O.L. Staden en W. Maas.

Inleiding•

Het doel van het onderzoek is na te gaan of het optreden van

de fysiologische schilziekte scald d.m.v. een bepaalde groep agentia kan worden bestreden, die enerzijds rechtstreeks in-grijpt in de genese van scald en anderzijds een gemakkelijke toelating voor toepassing in de praktijk zal toestaan. Er moge aan herinnerd worden, dat al sinds 1955 scald op

elk hiervoor gevoelig appelras bestreden kan worden door de toepassing van DPA (difenylamine) (A). Dit middel is later onder de handelsnaam "No-Scald" op de markt gebracht. In de jaren daarna zijn nog verscheidene andere verbindingen voor-gesteld met een soms uitstekend bes trijdingsvermogen (2, 7 ) , De meeste van deze actief bevonden verbindingen hebben in de formule een tweetal fenyl-kernen. Dit kenmerk werd destijds als een doeltreffende indicatie beschouwd om met goed succes verbindingen op te sporen die een effectieve bestrijding van scald zouden kunnen realiseren (8).

Een stof,die op deze regel een uitzondering vormde,was o.a.

ethoxyquin (6-ethoxy-l , 2-dihydro-2,2,4-trimethyl-chinoline) (5). Deze verbinding wordt heden onder de naam "Stop-Scald"

of ook wel "Santoquin" in de handel gebracht. Het probleem is nu,dat géén van al deze fenylderivaten in Nederland en de overige Westeuropese landen mogen worden toegepast. Ook het ethoxyquin niet, op enkele uitzonderingen na, zoals Enge-land, Frankrijk en Italië.

Om los te komen van de koppeling van de bestrijding van scald aan het steeds groter wordende aantal voorgestelde effectieve synthetische organische verbindingen, werd het onderzoek op het Sprenger Instituut omgebogen naar een voort-gezet speuren met die organische verbindingen, die in een organisme worden aangetroffen. Dit leidde in 1958 tot de ontdekking van het werkzame lecithine (9). Hiermede kon een

(3)

- 2

goede bestrijding verkregen worden bij Goudreinette en een redelijke bij de overige Nederlandse s c a1d g e v o e 1i g e rassen

met behulp van een preparaat op basis van lecithine

en piinaricine (een ant imycol icum) , hetgeen later de handels-naam "Delvocoat" verkreeg. De crisis in de fruitteelt en de hieruit voortvloeiende afkeer van de teler van extra

inves-teringen in installaties, vereist voor het uitvoeren van de dompelbaden, deed de introductie van het inmiddels in ons

land goedgekeurde Delvocoat stranden. Het onderzoek over deze bewaarziekte werd in 1966 op het Sprenger Instituut gestaakt.

Intussen bleef het probleem van de bestrijding van scald door de bovengeschetste omstandigheden onopgelost. In o.a. de U.S.A. echter kan zowel DPA als ethoxyquin worden toegepast. Bijgevolg komen met deze stoffen behandelde vruchten wel ons land binnen, maar de Nederlandse fruitteler mag deze zelf niet gebruiken.

In de laatste jaren wordt nu in toenemende mate vanuit de praktijk erop aangedrongen een oplossing te vinden om uit deze impasse te komen. Het is de ze,eveneens in Engeland met nadruk geuite wens geweest,die aldaar de goedkeuring van ethoxyquin tengevolge heeft gehad.

Onze kennis over het ontstaan van scald bleef echter

gelukkig niet stilstaan. Dank zij Australisch onderzoek weten we heden meer over de genese van deze schilziekte ( 3 ) . Overtuigend werd aangetoond ,dat het niet de vluchtige

stoffen uit de appels zelf zijn die aansprakelijk moeten worden gesteld voor de oorzaak van het afsterven van de

schilcellen. De "Volatile-theorie" komt dus te vervallen, zoals door ons reeds in 1957 op grond van een uitgebreide

literatuurstudie was voorspeld ;( 6 ) . Het bleek aan Huelin

en medewerk er ,dat voor de schil toxische produkten gevormd worden, die ontstaan door de ontleding van het hierin ge-produceerde a-farneseen, een sesquiterpeen ( 3 ) . Deze vondst geeft echter tevens meer zekerheid over de richting waarin de chemicaliën ter bestrijding van scald moeten

(4)

3

-perspectieven moeten kunnen bieden. Nu worden een aantal antioxydanten reeds sedert jaar en dag in, de levensmidde-lenindustrie gebruikt. Vandaar dat het scaldonderzoek op het Sprenger Instituut opnieuw werd gestart. Het is erop gericht om met behulp van dergelijke stoffen tot een ver-beterde effectiviteit van de bestrijding te komen, zodat zowel voor Nederland als voor de overige Europese landen een nagenoeg onmiddellijk toepasbare verbinding kan worden voorgesteld. Het zij hier nog terloops opgemerkt, dat ook in de U.S.A. het verlangen groeit om andere scald-bestrij-dende middelen te kunnen toepassen dan de eerder genoemde verbindingen DPA en ethoxyquin.

De lecithine in Delvocoat was dus een goede keus, gezien

de o.a. antioxydatieve eigenschappen van deze fosfolipide. Toch voldeed lecithine alleen bij Goudreinette goed, bij de overige scald-gevoelige rassen werd geen sterkere reduc-tie behaald dan gemiddeld 50%. Daarom werden bij de hervat-ting van het onderzoek opnieuw andere antioxydanten ge-toetst, maar nu in aanzienlijk hogere doseringen dan vroe-ger. Aldus werd gehoopt om, onafhankelijk van het te behan-delen ras, tot een efficiënte scaldbestrijding te komen. Hierbij viel de keuze vooral op BHT (2,6-ditert.butyl-4-methylfenol) als veelbelovend (1).

Toch bleken onze resultaten met deze stof enigszins tegen te vallen, al was het nog de beste verbinding van de ge-toetste antioxydanten.

In dit seizoen werd ie aandacht geconcentreerd op de

haalbare mogelijkheden met Delvocoat, BHT en combinaties van beide. Tevens werd van Gist-Brocades een iets gewijzigde

Delvocoat in dank ontvangen, die hier onder het code-nummer Dp 1022 zal worden vermeld. Ook ascorbylpalmitaat werd nog eens in de proeven opgenomen, gezien de gunstige bijdrage van deze stof die in het voorgaande jaar werd waargenomen, in combinatie met andere antioxydanten. Er zal hier dus gestreefd worden naar een scaldbestrijding met behulp van die groepen antioxydanten die een

(5)

- 4

zullen maken en die deze schilziekte, onafhankelijk van het te De ti an delen ras, goed bestrijden.

Opzet.

De voor de proef gebruikte appel rassen waren G oud reinette, afkomstig van twee herkomsten (herk. A uit Linne, Limburg en herk. B uit Werkhoven, Utrecht), ea iielrose een

her-komst uit üle, (Limburg). De diverse data tussen pluk en het verdere verloop zijn in de onderstaande Tabel I vermeld.

Tabel I. cultivai" Goudreinette herk. A herk. B ïlelrose dagen tussen pluk en ont-vangst 2 à 3 2 à 3 0 dagen bij 10°C 4 5 1 dompel ing 27.9 14.10 14.10 dagen be-waring bij 4bC 123 106 169 einde bewaring 28.1 28.1 12.4 sortering in 1977 31. 1 31.1 18.4

Er werden zeven behandelingen toegepast:

1 . controle

2. 5% DP 1022 (a.i. gehalte DP 1 : 20)

3. 0,4% BUT (2,6-ditert. buty1-4-methy Ifenol) 4. 0,4% BHT + 0,1% L-ascorbinezuur + 0 , 2 % Tween-20 5. 0,4% BHT + 8% Delvocoat (a.i. gehalte Delv. 1 : 5) 6. 8% Delvocoat

7. 8% Delvocoat + 0,1% L ( + ) - ascorbylpalmitaat

Toelicht ing.

Uit voorgaande proeven was gebleken,dat 0,4% BHT de maximaal toepasbare concentratie voor appels is. Voor de Goudreinetten zou 10% Delvocoat optimaal geweest zijn. Terwille van de

mogelijkheid tot onderlinge vergelijking, werd evenwel steeds 8% Delvocoat aangehouden. Tween-20 is een niet-ionogene ui.t-vloe ier.

(6)

BUT lost niet in water op. Daarom werd dit eerst in 1 liter methanol geêlueerd en daarna aangevuld met water (beh. 3 en

4 ) . Bij beh. 5 bleek deze werkwijze niet vereist.

De overige middelen werden opgelost in leidingwater van + 35 C met gebruikmaking van een snelmixer. Delvocoat bood dus het voordeel dat de alcoholische tussentrap bij meeging met andere antioxydanten overbodig wordt (beh. 5 en 7 ) .

Behandeling 2 bevat dus 0,25% lecithine in de dompeloplossing en de behandeling 5, 6 en 7 1,6% lecithine. De dompeltijd

bedroeg maximaal 5 minuten.

Resultaat.

De lengte van de bewaarperiode wordt gedeeltelijk bepaald door de conditie van het fruit, gedeeltelijk door de graad van aantasting door o.a. scald. Voorafgaande aan de sortering hadden de Goudreinette-appels nog 3 dagen en de

Meirose-vruchten nog 6 dagen bij hogere temperaturen gestaan om het fruit volledig te laten uitzieken. Bij het sorteren werd gelet op de aantastingen door scald, stek (lichte schimmel-aantastingen) en rot (zwaar parasitair bederf).

Helaas leverde de partij Goudreinette herk. A na ruimen géén scald op in de controle-appèls. Hierover kan dus niets naders vermeld worden. De bij herk. B Goudreinette verkregen aan-tastingspercentages werden vastgelegd in Tabel II.

Tabel II. Aantastingspercentages bij Goudreinette herk. B door scald, stek en rot na 106 dagen bewaring in een

koelcel bij 4 C. Behandeling 1. controle 2. 5% DP 1022 3. 0,4% BHT 4. 0,4% BHT + 0,1% ascorb. + 0,2% Tween 5. 0,4% BHT + 8% Delvocoat 6. 8% Delvocoat 7. 8% Delvocoat +0,1% ascorbylpalm. % gaaf 89 95 87 95 98. 94 95 % scald 10 4 11 5 2 5 4 % stek 1 -1 -1 -% rot

1

1 1 -1

(7)

Tabel II toont dat de control e-appel s van Goudreinette herk. B door 10% scald waren aangetast. Dit is nog juist voldoende O M een conclusie te kunnen trekken over

even-tuele bestrijdende effecten van een behandeling. Het blijkt nu dat beh. 2 (Dp) zeer goed voldaan heeft, gezien de gege-ven zeer lage concentratie actieve stof. Enkel BUT vas hier van weinig waarde, (beh. 3 ) . BUT gecombineerd met o.a. ascor-binezuur leverde een goede verbetering op (beh. 4 ) . Enkel Delvocoat (beh. 6) halveerde de aantastingspercentages scald. Combinatie hiervan met ascorbylpalmitaat (beh. 7) bewerkstelligde slechts een geringe verbetering t.o.v. beh. 6 De beste resultaten werden verkregen door de combinatie van BHT met Delvocoat (beh. 5 ) . Daar noch enkel BUT, noch

enkel Delvocoat, althans bij de getoetste 8% oplossing, be-vredigende s cald-reductie s konden bewerkstelligen, moet de

combinatie van deze beide stoffen wel extra krachtig scald kunnen bestrijden.

De resultaten bij de. Mel rose- appe 1 s zijn weergegeven in Tabel III.

Tab el III. Aantastingspercentages bij Me 1rose-appels door scald, stek en rot na 169 dagen bewaring in een

o koelcel bij 4 C

Ben ande 1 ing

1. controle 2. 5% DP 10 22 3. 0,4% BHT 4. 0,4% BHT + 0,1% ascorb. + 0,2% Tween 5. 0,4% BHT + 8% Delvocoat 6. 8% Delvocoat 7. 8% Delvocoat + 0,1% ascorbylpalm. 07 r /« gaaf 57 62 91 97 99 70 65 % scald 42 37 6 2 1 28 34 % stek 1 1 2 1 -2 1 % rot -1

(8)

7

-Tabel III laat zien dat bij de controle-appèls van Melrose niet minder dan 42% scald is opgetreden, hetgeen voor verge-lijkende beoordelingen zeer gunstig is. Het Dp-preparaat (beh. 2) leverde hier slechts een vrij geringe reductie van scald op, die echter gezien de gegeven zeer lage dosis

toch wel vrij gunstig moet hebben ingewerkt. BHT bleek bij dit ras een uitstekend effect gesorteerd te hebben (beh. 3 ) . De combinatie van BHT plus ascorbinezuur (beh. 4) was weer beter dan BHT alleen. Het beste resultaat werd ook bij

Melrose door beh. 5 verkregen, al was hier het verschil t.o.v, beh. 4 uiterst gering. Helaas bleef bij deze behandeling na afloop van de bewaring een wittig residu op de schil van de Ilelrose-appels achter. Enkel Delvocoat (beh. 6) bewerk-stelligde een weliswaar duidelijke, maar onvoldoende beper-king van scald. Hetzelfde kan gesteld worden ten aanzien van

de combinatie van Delvocoat plus ascorbylpalmitaat (beh. 7 ) . Verder dient vermeld te worden, dat de appels afkomstig van de behandelingen 3, 4 en 5 een duidelijk betere kwaliteit opleverden o.a. door een stevigere consistentie van de vruchten.

Discuss ie.

Dank zij het feit,dat slechts zeer lage percentages stek en rot in de partijen voorkwamen, werd de uitval nagenoeg geheel bepaald door het optreden van scald. Bij vergelijking van de

diverse percentages bruinverkleuring op de beide rassen, blijkt de graad van aantasting bij een bepaalde behandeling niet steeds parallel te lopen. Deze ervaring werd met deze stoffen ook in het voorgaande jaar opgedaan.

De resultaten van enige behandelingen geven aanleiding tot een kort commentaar. Zo heeft Dp 1022 bij de Melrose-appels weinig voldaan. Toch zou dit preparaat wel eens zeer gunstige

eigenschappen kunnen bezitten. Een toetsing bij een 8-maal hogere concentratie zou zeker de moeite lonen om hierover klaarheid te verkrijgen.

Het is niet mogelijk met enige zekerheid aan te geven of de betere resultaten behaald met beh. 4 t.o.v. beh. 3 moeten worden toegeschreven aan de bijdrage van het ascorbinezuur,

(9)

d a n w e l a a n d e u i t v l c e i e r . liet is z e e r v/el m o g e l i j k , d a t a a n d e u i t v l o e i e r e e n b e l a n g r i j k e r a a n d e e l m o e t w o r d e n t o e g e k e n d . I m m e r s , o o k l c c i t h i n e e v e n e e n s m e t u i t v l o e i e r e i g c t i s c h a p p e n v e r b e t e r d e h e t e f f e c t v a n B H T a a n z i e n l i j ] ; , t e r w i j l a s c o r b y l -p a l n i t a a t v a n w e i. n i g v a a r d e w a s . v e r b e t e r d e h e a 11:1 i t a a t v a n w e i. n i g v a a r d e w, O v e r t u i g e n d g u n s t i g w a s d e b i j d r a g e v a n b e b . 4 b i j b e i d e r a s ~ e s t e r e s u l t a t e n w e r d e n v e r k r e g e n m e t b e b . 5 . D e a n d e t w e e s t o f f e n t e i t h e e f t e l a a t s t e m a a r d e b sen ve B n het polyfunetione Ie component, i s g en, tiaar ut o e s L e r e s u u a i e n w e r a e n v e r K. r e g e n m

eronder ste 11 ing, dat hier de combinatie van de ÏIT en 1 e c i t h i 11 e zijn bijzonder krachtige a c t i v i

ntleend aan het polyfunetioneIe vermogen van d ontleend aan

gerechtvaardigd. Deze heeft namelijk een aan 'aardevolle eigenscb a p juist voor het gestelde dt

pen, zoals die van een am i

i t a l

e l b i j z o n d e r w;

e t e r g e n s ,

01

pen, zoals ciie van een amioteer detergens , antioxydant, eraul-gator (amf ipat is che v e r b i n d i n g ) , het vormen

("coaten") en het eventueel binden van divalente kationen. liet is zeer vel mogelijk dat, waar op het be:

hoofdzakelijk moge berusten, ben. 5 aan de gestelde ook hoofdzakelijk mog

>rwaarden voldoet, name lijk, da dat e e

van een film. n t e kationen t r i j d i n g s m e c b a n i. s m e ... d e g e s t e l d e t e e n s c a 1 cl b e s t r i j d i n g s • v o o ; p r e p a r a a t is v e r k r e g e n d a t e e n g e m a k k e 1 i j k e t o e l a t i n j behalen e n d a t t e v e n s o n a f h a n k e l i j k v a n h e t ig in. de-p r a k t i j k z a l k u n n e n :1de a p p e l r a s e e n b i j n a v o l l e d i g e s c a 1 d b e s t r i j d i n g b e h a n d e g a r a n d e e r t C o n c l u s i e .

1. Combinatie van twee stoffen t.w. BHT (een antioxydant) plus Delvocoat (lecithine bevattend en derhalve eveneens o.a. antioxydatieve eigenschappen) bleek bij de beide getoetste appelrassen het optreden van scald nagenoeg volledig te hebben bestreden.

2. Het feit, dat de afzonderlijke componenten een

geringere bestrijding van scalcl bewerkstelligen, zou erop kunnen wijzen dat hier sprake is van een zeer effectief

synergis m e.

3. Het is zeer wel denkbaar dat met de combinatie BHT-1ecithine een scald-bestrijdend preparaat is verkregen, dat zowel voor ons land als voor de overige üesteuropese landen binnen de termen valt van een snelle toelating voor de prakt ijk.

(10)

9

-Geciteerde literatuur.

1. Gough, R.E. & Shutak, V.G. & Olney, C E . & Day, H.

Effect of butylated hydroxytoluene (BHT) on apple scald. J. Am. Soc. Hort. Sei. 98. 14, 1973.

2. Huelin, F.E.

Superficial scald, a functional disorder of stored apples II - Proraoters and inhibitors.

J. Sei. Food Agric. 15. 227, 1964. 3. Huelin, F.E. & Coggiola,

I.M.-Superficial scald, a functional disorder of stored apples VII.

J. Sei. Food Agric. 21. 584, 1970. 4. Smock, R.M.

A new method of scald control. Am. Fruit Grower 75. 20, 1955. 5. Smock, R.M.

A comparison of treatments for control of the apple scald disease.

Proc. Am. Soc. Hort. Sei. 69. 91, 1957. 6. Staden, 0.L.

Overzicht van het scaldonderzoek 1955-1956. Rapport no. 769, 1957.

7. Staden. O.L.

Het scaldonderzoek 1956-1957. Deel II. Onderzoek naar de werking van DPA en naar een minder en niet toxische ver-vanger hiervan.

Rapport no. 946, 1958. 8. Staden, O.L.

Control of scald on apples.

Bull. 1'Inst. du Froid. Ann. 1961-1. 211, 1962. 9. Staden, O.L. & Van Laar, J.

Het scaldonderzoek 1957-1958. Deel II. Onderzoek naar de werking van DPA en DDU en naar verdere actieve verbindingen. Rapport no. 1143, 1960.

(11)

- 10

Ad den dura,

Structuur formule Santoquin (= Stop-Scald)

cj-yo-e thoxy quin (6-cj-yo-ethoxy- 1 , 2-dihy cîro- 2 , 2 , 4~ t rime thy

1-chinoline). Dus evenals DPA een aromatische amine. Aangetoond w e r cl, d a t DPA de oxydatie van far neseen

afremt.

VJageningen, 8-8-1977. OS/JZ.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezien de negatieve saldi van alle gewassen in het schema, komen deze alle in aanmerking voor aanwending5 dit behoeft ons niet te bevreemden, omdat het schema per eenhied van

Bij de silages uit voorjaarsgras was de verteerbaarheid van de silage bereid uit het zwaar gekneusde gras iets beter dan die uit het licht gekneusde gras; bij de silages

werden opgekweekt belangrijk hoger... Bijlage 12»

• aan de muurzijde van het plateau, hier is een rooster toegestaan van maximaal 0,2 m over de gehele lengte van het plateau bij toepassing van een ventilatie- mestspleet en 0,3

Dit laatste is al een vrij oud advies, maar voor de teelt van zaadge- wassen heeft deze goede oude gewoonte niet aan waarde ingeboet, juist omdat chemi- sche onkruidbestrijding in

In de eerste plaats moet het vaccin ervoor zorgen dat de dieren niet meer ziek worden, legt Bianchi uit, maar ook moet duidelijk worden of het virus zich via de ge

Er zijn zelfs chemici die aan de hand van schattingen tot de conclusie kwamen, dat verreweg de meeste vormen van lucht- verontreiniging een natuurlijke oorsprong hebben (20) maar

Dit is in het kort het probleem in de game die onderdeel wordt van een nieuwe lesmodule die het expert-ontwikkelteam (EOT) Internationale Handel & Plantgezondheid