• No results found

View of Repliek op Adrienne van den Bogaards recensie van The Statistical Mind in a Pre-Statistical Era in TSEG 1 (2004) nr. 1, 191-192

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Repliek op Adrienne van den Bogaards recensie van The Statistical Mind in a Pre-Statistical Era in TSEG 1 (2004) nr. 1, 191-192"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REPLIEK

Repliek op Adrienne van den Bogaards recensie van The Statistical

Mind in a Pre-Statistical Era in tseg 1 (2004) nr. 1, 191-192

In haar recensie van The Statistical Mind in a Pre-Statistical Era (tseg 1 (2004) nr. 1, 191-192) verwijt Van den Bogaard de auteurs: ‘Waarom niet de praktijk van 1750 als uitgangspunt genomen en van daaruit nieuwe (politieke, bureau-cratische, methodologische, universitaire) ontwikkelingen chronologisch be-handeld? Op die manier had een analyse kunnen worden gepleegd welke ont-wikkelingen zich chronologisch hebben voorgedaan in termen van wetenschap, statistische methoden, overheidsproblemen, politieke problemen en hoe die ontwikkelingen uiteindelijk de praktijk van statistiek hebben veranderd.’

Wij vinden het van belang hierop te reageren. Van den Bogaard heeft gelijk dat onze bundel geen monografie is geworden. Er is echter niemand die dit hele veld kan overzien, terwijl op deelgebieden in Nederland hoogwaar-dige kennis aanwezig is. Daar staat tegenover dat in de afzonderlijke artikelen nu juist centraal heeft gestaan wat de recensente wenst. In de bijdragen van Klep & Verheusen (Bataafse overheid), Randeraad (Koninkrijk), Zuidervaart (sterrenkunde), Jansen (universiteiten), Van Poppel & Van Dijk (sterfteoor-zaken), Faber & Van Ruller (justitie) en Jeurgens (afwatering) wordt duidelijk gemaakt hoe gevarieerd de historische praktijk van ‘het beheersen van grote hoeveelheden informatie’ was en onder welke omstandigheden die al dan niet evolueerde.

In deze bundel is het process of inference centraal gesteld en niet – zoals de recensente suggereert – datgene wat we nu onder (de gemathematiseerde) statistiek verstaan. Deze inference kenmerkt zich door de eeuwen heen als het verzamelen van gegevens, door het toepassen van kwalitatieve of kwantita-tieve methoden (waaronder vormen van wat we nu als statistische methoden zijn gaan beschouwen) en het vervolgens komen tot beslissingen, acties of conclusies (p. 41-42). Letterlijk staat er op p. 42 dat door het gebruik van dit veel ruimere begrip dan onze vorm van ‘statistiek’ de historicus zich los kan maken van het moderne statistische denken, waarbij ‘measurement’ als eer-ste en fundamentele stap wordt gezien. ‘Measurement’ kan zowel kwalitatief als kwantitatief worden opgevat.

(2)

De bovengenoemde auteurs presenteren in hun bijdragen allerlei histori-sche mengsels van dit van systematiseren, categoriseren, meten, tellen, en kwantificeren. Zij verklaren vanuit welke maatschappelijke behoefte ze zich ontwikkelen, en waarom ze zich ontwikkelen in de richting van de latere sta-tistiek, of juist niet. Is dit niet precies wat de recensente verlangt? De recen-sente bekritiseert de vraagstelling op p. 44 (die paradigmatisch voor de bundel zou zijn): ‘What factors in history would processes of inference make more quantitative, more sophisticated, more statistical?’ Deze vraag moet natuur-lijk wel gelezen worden in verband met de passages daarvoor – die hierboven zijn vermeld.

Het is dan ook ons inziens ongerechtvaardigd te stellen dat de auteurs alleen naar statistiek hebben gekeken in zijn huidige kwantitatieve en mathe-matische vorm, zoals de recensente opmerkt. Dit is de eerste omvangrijke stu-die in Nederland over de geschiedenis van de statistiek waar juist de bonte praktijk van vroege kwalitatieve en kwantitatieve informatieverwerking afge-zet wordt tegen de zich nog bijna geheel daarbuiten ontwikkelende conceptu-ele en theoretische statistiek, zoals het idee van probabiliteit of de Duitse op-vatting van kwalitatieve overheidsstatistiek.

De constatering dat de vroege praktijk van dataverwerking en de vroege statistische theorie (zowel de politieke rekenkunde als de Duitse Statenkun-de) mijlenver uiteen lagen, ligt aan de basis van het boek (p. 19). De auteurs waren nieuwsgierig of, hoe en waarom ze elkaar hebben gevonden, waarom dit (vanuit internationaal standpunt) laat was en met welke strijd tussen voor-en tegvoor-enstanders van de kwantificatie (voor-en bijbehorvoor-ende theorieontwikkeling) dit gepaard ging. Een beeld geven van dit proces van integratie was de voor-naamste ambitie van de bundel.

Een stelling van ons is dat dit niet zonder slag of stoot verliep, zoals onder meer blijkt uit de bijdrage van Stamhuis (‘An Unbridgable Gap between Two Approaches to Statistics’). In de synthetiserende bijdrage van Klep (‘A Histori-cal Perspective on Statistics and Measurement in the Netherlands 1750-1850’) – die inderdaad niet aan het einde van de bundel maar aan het begin staat – wordt gepoogd de centrale factoren te identificeren en worden verklarende hypothesen ontwikkeld over de ontstaansgeschiedenis van het massale meten en de opkomende weerstand hiertegen.

De recensente heeft gelijk als zij stelt dat het onderzoek niet primair uit-ging van de historische actor met zijn op te lossen probleem, zijn sociale theo-rie en zijn constructie van het object en het informatiebeheersingsprobleem. Niettemin is een poging ondernomen de contouren van een historisch proces in kaart te brengen: de geschiedenis van bepaalde methodische denk- en ana-lysepatronen die we – wat overmoedig wellicht – gezamenlijk de Statistical Mind hebben genoemd. Wat we ook niet primair gedaan hebben is het proble-matiseren van de groeiende wil om steeds meer informatie steeds sterker te beheersen. Waar komt die neiging vandaan? Waarom dit vertrouwen in

(3)

measurement in een tijd waarin de statistiek als methodisch systeem nog nau-welijks bestaat? In welk beeld van de realiteit past dit? In welke nieuwe ar-gumentatiestijlen? Toch hebben we in afzonderlijke bijdragen een reeks ver-onderstellingen geponeerd. Zo lijkt in de Bataafse Tijd het motief voor de kwantificerende statistische revolutie bij de overheid drievoudig te zijn. Door-dat men meer controle over de gemeenten wenste, een herziening van admi-nistratieve indelingen wilde doorvoeren en een nieuw sociaal beleid wilde ontwikkelen zocht men naar vergelijkbare en kwantitatieve informatie per gemeente. Men vond die door vragenlijsten en tabellen te laten invullen.

Tenslotte bekritiseert de recensente ons voor het gebruik van het Engels en had zij liever een lekkere Nederlandse bundel over de Nederlandse statistiek gezien. Wij hebben hier twee opmerkingen bij. De bundel gaat niet over sta-tistiek maar over het identificeren van een opkomend en gevarieerd meet-, denk- en analysepatroon dat wij de Statistical Mind hebben gedoopt. Verder leek het ons voor het internationale debat van belang dat dit Nederlands onderzoek in het Engels werd gepubliceerd, temeer daar Nederland in de peri-ode 1750-1850 tot de meest ontwikkelde landen ter wereld behoorde en des-betreffende studies in het Engels schaars zijn.

Paul Klep en Ida Stamhuis

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Consider then any one of the elimination tests subsequently developed in Section 2.12, for instance the test on the left at (2.12.16), which shows that any tenable model for the

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Special Exports : the combined total of exports of national merchandise wholly or partially produced or manufactured in the country and the export of goods included in special

Universiteit van Aruba, Faculteit der Rechtsgeleerdheid UA-FdR University of Aruba, faculty of law Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Aruba S.P.C.O.A.. Foundation

In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de T BC van A−Eskwadraat.. Het college WISB111 werd in 2003/2004 gegeven

Education level Do you regulary check if roof tiles and roof gutters are still well attached to.

True/false statements A majority (62.0%) of the respondents correctly evaluated the statement that a random sample is a valid sampling method, and a vast majority (91.8%)

– Er wordt duidelijk voor geopteerd dat de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) en de Vlaco in- staan voor de overkoepelende bekendma- king