t2
INTERESSANTE
BEPLANTINGEN
VI1)
Onder
de
interessante beplantingen neemth€t
po-puletum vande
Afdeling
Houtteelt van het
Instituut voor
Bosbouwkundig onderzoekvan de
Landbouwhogeschool een bijzondere plaatsin. En wel ten
eersteomdat houtproduktie
bí1zaakis
en
ten tweedeomdat
op
een oppervlaktevan biina
)
ha
meer
dan 100 rassen voorkomen,die elk zijn
vertegenwoordigd door 2-6 bomen.Het
voornaamste doel van het populetum is onderzoek mogelijkte
maken
nalr
de
botanische kenmerkenvan
oudere bomenvan
populiererassen.In
combinatie
met de
bestudering vanjonge planten kunnen dan
beschriivingen
en
determinatie-tabellen worden opgesteld. Onderzocht worden kenmerken zoalsbijvoorbeeld
het
gesiacht(manlijk
of
vrouwelijk), vorm
enkleur
van de schors,vorm
van de kroon, stamvorm enz.In
19J5werd
doorwijlen
Professor Houtzagers begonnen metde
aanlegvan het populetum
op
een perceel aan de Haarweg te \Wageningen.De
bodem bestaatuit
een laagrivierklei
(ruim
60
%
afsllbbaar),in
dikte
variërendvan
ongeveer60 cm
tot 2,5m,
op
zand.De
afstand tussende
rijen is 9 m,
de afstandin
de
rij
4
m.Na
ongeveer 10-12 iaarwordt
elke tweede boom geveld, zodat dedefinitieve
afstand9
x
8 m
is. Tussen derijen
werdenge-durende ongeveer
5
iaar na de aanleg verschillende landbouw-gewassen geteeld. Aan weerszijden van derijen
werd een strook van ongeveer 1m
vri,i vanonkruid
gehouden.Nadat
landbouw als gevolg van schaduw en wortelconcurrentieniet
meer lonend was en daarom beëindigd werd, ontstond langsnatuurlijke
weg een grasmat.Het
graswordt
thans enkele malenper
jaar
ge-maaid,
uitsluitend
met het
doel
het
terrein
begaanbaar te houden.Van
elk
raszijn
4
tot
8
bomen geplant,welk
aantalbij
dedunning
teruggebrachtwordt
rct 2
tot 4.Er
zalhier
geen opsomming worden gegeven van deaangeplan-te
rassen.Het
is
voldoendete
weten, dat naast de Nederlandse handelsrassenook
de meeste van dein
onze nabuudanden ver-handelde rassenzijn
opgenomen.Verder komen
enkele ver-tegenwoordigers van P.nigra
en P. deltoidesvoor
en daarnaasteen aantal
rassen,die
in
het
buitenland
in
beproeving
ziin.Daaronder bevinden
zich ook
enkele
veelbelovende balsem-populieren.Een eerste
belangrijk
resultaatvan
het botanisch onderzoek is,dat enkele rassen die onder verschillende namen
uit
hetbuiten-lend
zijn
ingevoerd,identiek
blekente
zrjn aan elkaarof
aan bekende Nederlandse rassen.Een
sprekend voorbeeld daarvanis het
rasKeppels glorie.
Reedslang werd
vermoed,dat dit
ras hetzelfde is als het Franse ras Serotina de Champagne. Doorvan
beide rassen een aantal bomenin
hetpopuletum
te
laten opgroeienkonden
de
kenmerkenvan
ouderebomen
grondig worden vergeleken.Daarbij kon
deidentiteit van
beide rassenworden
bevestigd.Dit
onderzoekhad
tot
gevolg,dat
onlangs 'Keppelsglorie'
uit
de handelwerd
genomen, omdat 'Serotina de Champagne' het origineie ras is.De
bomen variëren thansin
leeftijd
van3 tot 13
iaar.Aan
deoudste
bomen worden
naast waarnemingenomtrent de
ras-kenmerken
ook
regelmatig metingen
verricht
teneinde
eengrove vergelijking
van de
groei
mogelijk te
maken.Dit
ge-schiedt dusniet
om nauwkeurige groeiverschillen vast te stellen.Dat is
bovendienniet
mogelijk,
omdathet
aantal bomen per raste
klein is
en er
geen herhalingen voorkomen.De
invloedvan
verschillenin
de
standplaats spelen daardoor eenbelang-rijke rol.
Tenslotte
behoort eendergelijk
groeiondetzoek niettot
onze taak.Het
doel van de metingen isom
eventuele grote verschillenin
groei van rassendie hier
niet in
de handel zijn, re melden aanhet
Bosbouwproefstation,,De
Dorschkamp",dat
dan
zonodig kan worden voorzien van stekmateriaal.Dit
is mogelijk, omdatvan elk
ras,dat
in
het
populetum voorkomt
ook
een aantal moerstoven aanwezigis. Aan het
Bosbouwproefstation wordt dan overgelaten om een mogelijk veelbelovend ras aan uitvoerig onderzoek te onderwerpen.Degenen
die
het poDuletum bezoeken,blijken
onder de indruk tezijn
van de grote verschillenin
groei,die
in
deze beplanting voorkomen.In
het
bijzonder trekken
enkeletot nu
toe
zeer snel groeiende,voor
ons land nieuwe,niet in
de handel zijnde rassen de aandacht.Om
de lezer vandit
blad eenindruk
daar-omtrent
te
gevenvolgt
hieronder een overzichtvan de
groeiStatn tan d.eltoides angalata
x
nigra'ltdl;ca'6r3
Ías hoogte in m
deltoides anguiata
x
nigra 'Italica'
(ó)
deltoides angulatax
nigra'Italica'
(?)
ManitobensisOP 226 (deltoides virginiana
x
caudina) 1)OP 22L (deltoides virginiana
x
caudina)OP
26t
(deltoides angulatax
volga) 1)OP 221
(deltoidesvirginiana
x
voiga) Heidemijr
214
15,7Robusta
71,5OP
23t
(deltoidesvirginiana
x
incrassata) 15,41488
15,0deltoides
N7isconsin
11,0r
262
r4,gOP 264 (deltoides angulata
x
volga)
I4,8deltoides
Missouri
14,8Regenerata
Duitsland
I4,t
I
Lt4
14,4Regenerata
(Neeroeteren)
1,4,I deltoides angulataChautagne
72,8 deltoidesNorth
Minnesota
10,3t7,8 17,5 17,4 16,6 16,4 16,3 r6,0 rc,0 dr, a in cm 27,0 26,5 26,7 25,0 26,t 2r,5 28,5 23,8 29,0 21,8 24,0 22,0 20,0
2t,0
)4\
18,0 )À 5 24,0 20,0 79,0 17,5 ; I IStarn. uat OP 223. Let op de rtu,e sc/sors
vafl een aantal rassen
in
het oudste gedeelte van het populetum.Dit
gedeelte werdin
1955 aangelegd met driejarige beworteldeplanten
of
poten.
Bij
een
beschouwingvan de cijfers
moet echterwel
worden bedacht, dathet
aantal gemeten bomen per ras slechtskiein
is,dat
verschillenin
standplaats degroei
ver-schillend kunnen hebben beïnvloed, en dat de bodem een zwaÍekleigrond is,
waardoorde groei van de
bomen
aanvankelijk betrekkelijk gering was.Ook
moeter op
worden gewez€n, dat ernstige aanrasring doorroest
en
Marssoninaniet is
voorgekomen.rilíel
echter werd verschilin
aantasting russen de rassen gevonden.Uit dit
overzicht
blijkt,
dat
op dit,
wat
bodem
betreft
vrij
homogene terrein, van een halve hectare verschillen
in
hoogte-groei van meer dan
7
m
en
in
diametervan
15,5cm
voor-komen. En dat,terwijl
de bomen, aÍgezien van enige aantasting door roest en l\{arssonina, gezond zljn.Vooral
interessantis
echterdat
-
rekening
houdendmer
de eerder genoemde beperkingen-
kan
worden geconstateerd, dat de bekende goede groei van gezonde'I
2I4'
wordt
geëvenaarddoor de
rassen deltoides angulatax
nigra 'Italica'
ó
en
Q,OP
223
en
Manitobensis.Ook
enkele andere
rassen, zoalsOP
226,OP
221 enOP
235
groeienop
dit
terrein
uitstekend zoalsblijkt
uit
vergelijking
mer
de
handelsrassen Heidemij, Robustaen
RegenerataDuitsland.
Bovendienis
de
stamvorm van verschillende van deze rassen goedtot
zeer goed.\7e
hebben daarom een goede hoop dat het verdere onderzoek, dat het Bosbouwproefstation aan deze rassen verricht, zal resul-terenin
deuitgifte
van enkele ervan.Ir.
J.T. M.
Broekhuizen1)
P. cauclina en P. volga zijn vormen van P. nigra.KALENDER
Ktuekerije n:
Periodiek
spuiten
met Zineb
tegenroest
en
Marssonina;elke
10
à
15dagen
in
de
moerhoekenen
in
dejonge planten
op
de kwekerij.Het
op één top zetren van dedit
voor-jaar
gestoken populierenstekken
eneventueel wegnemen
van
zwate
tak-ken
aan
het
onderste
stamgedeelte.(Hinderlijk bij
her uitplantenvan
1 j. bomen.)Voor het
nieuwe
plantseizoennu
al reserveren,n.l.
goed gezondstekmate-riaal
en ,,goede" rassen. Bosatnle g, b os ond er/s otul
etc.L
Eventuele late aantastingvxn
rup-sen
van satijnvlinder
en pijlstaart-rupsen, indiendit
ernstige voÍmenaann€emr,
bespuiten
met
een D.D.T.-preparaat.Afzetten van hinderlijke
wilgen-opslagmet
chemische middelen ofuitsteken
van
deze bomen (aug.).(Wilt U
een
elzen-onderbeplan-ting
definitief
kwijt,
dan
terug-kappenin
de nazomer.)AenJlcht
voor
de
ontwatering,detail-ontwatering,
dus
greppels schoonhouden en verdiepen. Snoeien van populieren daar waar eventueel konijnenschadete
ver-wachten
valt,
in
de
nazomer uit-voeren zodathet
snoeihoutop
degrond als voedsel kan dienen.
Voor
het
nieuwe plantseizoenge-zond
en
stevig
materiaal reserve-ren, de juiste rassen!Eventuele
te
bebossen gedeeltenwelke
nu
in
gras
liggen
of
ergverwilderd
zijn
bespuiten
metdalapon
plm.
10-20
kglha
om daarna een goede grondbewerking te kunnen uitvoeren.Eventuele