• No results found

Parotitis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Parotitis"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017

PAROTITIS

Klinische aspecten en commentaren o Er bestaan verschillende entiteiten.

Acute, bacteriële parotitis. Suppuratief.

Treft hoofdzakelijk oudere, slecht gevoede, gedehydrateerde patiënten. Kan ook postoperatief optreden.

Acute, virale parotitis: gezwollen speekselklieren.

Acute exacerbatie van chronische parotitis: juveniele recidiverende parotitis en andere presentaties. o Spontane drainage komt niet vaak voor: vroegtijdige, heelkundige drainage en decompressie zijn meestal

vereist.

Betrokken pathogenen o Acute, bacteriële parotitis.

Staphylococcus aureus (frequentste pathogeen). Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes).

Bacteriën die behoren tot de mondflora (aëroben en anaëroben). Gram-negatieve bacillen (zelden).

o Acute, virale parotitis. Bofvirus.

Influenzavirussen. Enterovirussen. o Chronische parotitis.

Fungi en mycobacteriën.

Andere oorzaken: diabetes, levercirrose, tumoren, geneesmiddelen (iodiden, ...), syndroom van Sjögren, sarcoïdose, ....

Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.

Acute parotitis, vermoeden van bacteriële infectie. Milde of matige pathologie (ambulante patiënten).

▲ Amoxicilline-clavulanaat (po). ▲ Flucloxacilline (po).

Ernstige pathologie (gehospitaliseerde patiënten).

▲ Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA. ∆ Amoxicilline-clavulanaat (iv).

∆ Flucloxacilline (iv) + metronidazole. ∆ Flucloxacilline (iv) + ornidazole. ∆ Oxacilline + metronidazole. ∆ Oxacilline + ornidazole.

▲ Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA. ∆ Vancomycine + metronidazole.

∆ Vancomycine + ornidazole.

Acute parotitis, vermoeden van virale infectie: geen (symptomatische behandeling). Chronische parotitis: geen (gedocumenteerde behandeling).

o Standaard posologieën. Amoxicilline-clavulanaat.

(875 mg amoxicilline + 125 mg clavulanaat) po q8h.

(2 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q8h of (1 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q6h. Flucloxacilline. 500 mg po q6h. 2 g iv q6h. Metronidazole: 500 mg iv q8h of 1,5 g iv q24h. Ornidazole: 1 g iv q24h. Oxacilline: 2 g iv q6h.

Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml).

o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling. Acute, bacteriële parotitis: afhankelijk van de klinische evolutie.

Acute, virale parotitis, virale infectie: niet van toepassing. Chronische parotitis: afhankelijk van de klinische evolutie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Concerning self-reported health, the percentage of T2DM outpatients in our study that reported any problems is higher than reported for the general population in four out of five

On the basis of this typology, Nishii and colleagues identified five HR attributions dependent on whether practices are believed to be designed to (a) enhance employee well ‐

Using quantitative data on network managers in environmental projects at the local level, this paper looks at three important network characteristics (network size, degree of

Naar mijn idee moeten we dus de mogelijkheid openhouden dat bepaalde, vaak genoemde kenmerken van de Nederlandse Verlichting, zoals men die afleidt uit de inhoud van

Zo sprak Hans Renes regelmatig zijn zorg uit over de EHS die volgens hem niet alleen ten koste gaat van de aandacht voor historische cultuurlandschappen maar zelfs ten koste.. van

We lezen dat Eise Eisinga zijn vader (en een oom) in beroep en hobby's navolgde; hij werd wolkammer van beroep en hield zich in zijn vrije tijd bezig met de beoefening van reken-

Immers, als hij zijn betoog besluit met de woorden dat wij door de historische ervaring het verleden 'volkomen kennen, omdat het verleden ons in de zelfervaring is gegeven' en

Onderzoek op een groot aantal vakgebieden, waarvan vegetatiekunde, historische geografie en toponymie de belangrijkste waren, leidt tot een gevarieerd beeld van de vroegere