• No results found

Verslag van de proeven met zaadontsmettingsmiddelen in vlas in 1957 en 1958

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag van de proeven met zaadontsmettingsmiddelen in vlas in 1957 en 1958"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WAGENINGEN

VERSLAG VAN DE PROEVEN MET ZAADONTSMET-TINGSMIDDELEN IN VLAS IN 1957 en 1958 I r . J . J . Aukema e n I r . J . C . F r i e d e r i c h A f d e l i n g V e z e l g e w a s s e n MEDEDELING NR. 25 MEI 1959

(2)
(3)

Deel I De Proeven_in_1957_. blz.

Inleiding 5 De resultaten van de proefvelden;

Nevi 189 Proefveld Nederlands Vlasinstituut te

Horvcld (Bet.) 8 Nevi 190 Proefveld Nederlands Vlasinstituut te

Herveld (Bet.) 9 Nevi 214 Proefveld Plantanziektenkundige Dienst

Wageningen 11 Nevi 201 Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

( z 2067 ) 13 Nevi 202 Brandhoeve te Kruisland (N.A.K.West-Brabant) 14

Nevi 203 O.Wiersema, Den Andel (N.A.K.Groningen) 15 Nevi 204 Proef boerderij Marie'nhof te Westmaas 16

Nevi 215 Proefveld te Kapelle (P.D.Goes) 17 Nevi 216 Proefveld te -Stiens (P.D.Leeuwarden) 18

Gezamenlijke verwerking van de uitkomsten 19

Discussie 21 Conclusies 21

Deel-II De proeven in 1958.

Opzet van de proeven 22 Proeven met Botrytis-partij 24

Proeven met Ascochyta-partij 26

(4)

D E P R O E V E N I N 1957

INLEIDING

Zaaizaadontsmetting is in de vlascultuur thans een maatregel, waarvan vrijwel niemand het nut meer ontkent. Ondanks de gunstige re-sultaten, die met zaaizaadontsmetting worden bereikt, komt het toch nog wel voor, dat van een bepaald slechte opkomst kan worden gespro-ken. Verschillende oorzaken worden hiervoor aangewezen m.n. slechte

ontsmetting, slechte bodemstructuur, slechte kwaliteit van het zaai-zaad, slechte kwaliteit van het gebruikte middel enz..

Stuk voor stuk kunnen zij inderdaad de oorzaak zijn van teleurstel-lingen.

Ten einde de werking van verschillende middelen onder verschil-lende omstandigheden te beproeven, werden in aansluiting op de proe-ven in 1956, in 1957 en 1958 een reeks za,adontsmettingsproeveri aange-legd in de verschillende vlasteeltgebieden van ons land, waarin 8

verschillende middelen, naast onbehandeld, met elkaar werden vergele-ken. Bij de keuze van deze middelen werd allereerst uitgegaan van di-verse typen van middelen, terwijl het merk min of meer willekeurig gekozen werd. Deze 9 objecten, met hun hier gebruikte aanduiding, wa-ren de volgende:

A onbehandeld

B AAgrano- '48 (poedervormig kwik bevattend middel) C Ceresan (poedervormig kwik bevattend middel) D Panogen (vloeibaar kwik bevattend middel)

E AAtiram 75 S (TMTD- bevattend middel, toegediend in slurry-vorm) F Duphar TMTD (TMTD- bevattend, poedervormig middel)

G AAmertam (gemengd poedervormig TMTD- en kwik bevattend middel) H Captan (captan- bevattend middel)

I 473A P.D. (nieuw, poedervormig kwik bevattend middel) Met deze middelen werden in samenwerking met de Gewestelijke Keuringsdiensten van de N.A.K., de Plantenziektenkundige Dienst en de Eijkslandbouwvoorlichtingsdienst een zestal proeven aangelegd, terwijl in de 2 proeven op het eigen proefveld en in é*é*n proef van

de Plantenziektenkundige.Dienst te Wageningen nog de volgende 8 mid-delen werden toegevoegd:•

K AAbiton vloeibaar (vloeibaar kwik'bevattend middel) . L TMTD + lindaan

M Tripomol (poedervormig TMTD bevattend middel)

N Tripomol slurry (TMTD bevattend middel, toegediend in slurry-vorm) 0 Panogen (Zw.) . (vloeibaar kwik bevattend middel)

P Arasan Sf - X (poedervormig TMTD bevattend middel)

S Panogen + TMTD (eerst ontsmet met Panogen, + 4 weken later met TMTD)

(5)

waarvan de analyses als volgt luidden:

Partij met veel Botrytis Partijen met veel Ascochyta

Ras Kiemkracht Botrytis Ascochyta Alternaria Fusarium • Colletotrichum Parmo Beschadiging Wiera

%i

n%-sp. sp.

sp-o

0

-I

Wiera

94$

15$ 10$ 0 10$

0

0

10$ licht II Madonna

97$

30$ 12$

0

0

0

0

-De proeven werden volgens schema's die door de afdeling Wiskundige Bewerking van het I.B.S. te Wagenir.gen waren opgesteld,, aangelegd op de volgende plaatsen met de daarbij genoemde partijen zaad:

Plaats van aanleg Partij proef Ie vi 189 Nevi 190 Nevi 214 Nevi 201 Nevi 202 Nevi 203 Nevi 204 Nevi 215 Nevi 216 Aantal ohjecten 16 16 16

9

9

9

9

9

9

Herveld (Bet. He:—e ld (Bet, P.D. Wageiiingen Wilheliriinadorp N.A.E. W Brabant ïï,A,Ko Groningen. NtA*Ki Westmaas PoD. Goes P-D- Leeuwarden Botrytis Ascochyta I Ascochyta. II Botrytis Botrytis Botrytis Botrytis Botrytis Botrytis

Aangezien in het voorgaande jaar gunstige ervaringen waren verkregen met een methode<, waarbij wordt uitgegaan ran getelde, zaad-jes, werd deze methode eveneens in 1-9"5'7' gevolgd.

Volgens deze methode worden per object 8 herhalingen aangelegd van elk 80 x 88 cm, Op elk veldje bevinden zich 11 rijtjes van 80 cm, waarvan de twee buitenste- ter afscheiding, met een ander ras met afwijkende bloemkleur worden ingezaaid„ Van de 9 overblijvende rij-tjes worden er 5 ingezaaid met precies 200 zaadjes (de z.g. "tel-rijtjes")? terwijl de 4 tussenliggende rijtjes worden ingezaaid met + 200 zaadjes, d,m,v. -negen verkregen«

De tellingen hadden plaats +_ 1 week na opkomst en 4-5 weken na opkomst» Bij de telling is steeds het totaal aantal planten opgegeven, dus met inbegrip van de zieke planten,, Ten'slotte zijn na de oogst de telrijtjes opgestuurd naar het Nederlands Vlasinsti-tuut, waar het totale aantal planten en het aantal zieke planten is geteld. In de^.e eindtelling is ook steeds het aantal zieke plan-ten inbegrepen«

(6)

Als ziek is elke niet gezonde plant aangemerkt, zonder onderscheid te maken tussen Ascochyta en Botrytis, aangezien deze na de oogst niet in-alle _gevallen duidelijk van elkaar waren te onderscheiden.

De uitkomsten van de verschillende proefvelden zijn door de Afdeling Wiskundige Bewerking'van het I.B.S. verwerkt. Aan het slot

zij-h'de resultaten van-een aantal proefvelden gezamenlijk verwerkt. Het resultaat van de wiskundige verwerking wordt uitgedrukt door de "uitslag van de breedtetoets". Indien hij deze toets blijkt,dat de versphill_eji _grqter _zijn, dan met eôn toevalskans van 5-1^

respectievelijke»/! $ overeenkomt, is het resultaat'in de desbetref-fende kolom, vermeld.

. Indien niets is vermeld, betekent dit, dat de getoetste ver-schillen te klein bleken om bij de gestelde vorm niet door het toe-val te kunnen zijn veroorzaakt. De wiskundige bewerking..en de toets

zijn niet uitgevoerd met de percentages zieke planten bij de eind-telling.

(7)

DE RESULTATEN VAN DE PROEFVELDEN

Nevi 189 Proefveld. Nederlands Vlasinstituut te Herveld (Bet.) Op 8 en 9' april werd -er gezaaid in grond van goede structuur. De opkomst en verdere ontwikkeling van het vlas waren regelmatig« De resultaten waren als volgt s

T a b e l 1 . 1 1 l ! "' 1 i - '. j O b j e c t i i JA Onbehandeld |B AAgrano '48 IC Ce re s an P Panogen (E AAtiram 75 S F TMTD Duphar G AAmertam P Captan CC 473 A P.D.

Percentage opgekomen planten ;

1 1e j telling| i 68

I

!

79

:

79

I

79 ! 82 '' 82

I

79 ! 81

i

76 |K AAhiton vloaibaaif 79 jL TMTD + lindaan I Tripomol N Tripomol slurry 0 Panogen Zw. JP Arasan Sf - X 3 Panogen + TMTD Uitslag -|_5^ l^'Pftftd'hft ~ toets x O / ^ ; 82 ! 80 ; 82 I 81 i 82 ! 8 5 1 2e ; telling

57

79

79

80 82

83

80 81

77

80 83 82 82 82

84

84

eind-telling

54

80

79

80 82 83 80 80

77

80 83 82 82 82 82 82 perc.zieke \ planten bij eindtelling 0,1 ; 0 0,1 S I 0,1 0,1 S ! 0,1 ;

s I

0

s

s

0,1

s

0 0 Rangorde hi; telling i ! i • • i

i i

il

1

S i S i L ! P i

E 1 L 1

P ! P ! N I E ; F 1 N i

0

I M ! H 1 0 ' M ! H i B | K ! K i D ! D i G ! C i B ! G I c i I •: i i A i A |

i >

A

k

>-A!

! 1

I x> A I > A Î ) III F L S E P N M 0 K D i H ;i

G i

B C I A

I

> A I \ A

Naar aanleiding hiervan kan het volgende opgemerkt worden; Er bestond bij elk van de drie tellingen een belangrijk verschil tussen onbehandeld en elk van de behandelde objecten; van deze laatste had 475 A P.D. de slechtste stand, doch het verschil met de andere middelen is in geen enkel geval significant. Na de eerste telling is de stand op alle behandelde objecten vrijwel gelijk gebleven, terwijl die op het onbehandelde object geleidelijk afnam. Bij de eindtelling werden de eerste 7 plaatsen ingenomen door TMTD- middelen of middelen die TMTD bevatten in combinatie met lindaan (l) of met een voorafgaande ont-smetting met kwik (s). De verschillen tussen de middelen waren echter niet betrouwbaar. Het percentage door Botrytis aangetaste planten bij de oogsttelling was vrijwel te verwaarlozen.

(8)

Nevi 190 Proefveld Nederlands Vlasinstituut te Herveld (Bet.) Onder geheel dezelfde omstandigheden als "bij de voorgaande proef werd op hetzelfde proefveld proef Nevi 190 aangelegd.

Hierbij werd echter gebruik gemaakt van Ascochyta-partij nr.I, die 10% zaden bevatte, dié door deze • schimmel ziekte waren aangetast. Ook dit proefveld ontwikkelde zich gunstig en leverde betrouwbare cijfers op. De resultaten zijn in de volgende tabel samengevat. Tabel II .

Percentage opgekomen planten Rangorde bij telling

Object | 1e 2e ! eind- Lperc»zieke ' jtelling! telling telling planten "bljj j ' ! i eindtellingi II ! III A Onbehandeld B-AAgrano '.48 . C Ceresan D Panogen E AAtiram 75 S F TMTD Duphar G AAmertam H Captan 473 A P.D. K AAbiton vloeibaar! iL TMTD + lindaan ! M Tripomol j N Tripomol slurry 0 Panogen Zw. P Arasan Sf - X S Panogen + TMTD 6 7 ) 8 8 0 , 8 7 6 , 5 . 8 1 , 7 8 3 , 7 8 5 , 1 8 4 , 8 8 3 , 6 8 2 . 5 8 2 , 4 8 2 , 1 8 3 , 5 8 3 , 1 81 ,6 8 5 , 5 8 3 , 3 5 5 , 4 7 2 , 7 6 6 , 3 7 8 , 6 8 3 , 2 8 5 , 0 8 4 , 9

79,5

7 8 , 3 8 0 , 2 81 , 8 8 3 ; 3 8 3 , 2 7 7 , 5 8 5 , 2 8 2 , 6 5 1 , 9 6 8 , 2 6 2 , 0 7 6 , 6 8 2 , 4 8 4 , 2 8 4 , 1 7 6 . 9 7 4 , 8 7 8 , 4 8 0 , 5 8 3 , 1 8 2 , 5 7 5 , 1 8 5 , 4 8 0 , 9 0 , 5 0 , 6

o,7

o

5

4

. 0 , 3 0 , 8 0 , 4 0 , 3 0 , 9 0 , 8 0 , 3 0 , 2 0 , 4 0 , 7 0,1 0 , 5 p ; F

;

n E

;

H

;

M ; S ; N T ; K • L : D i 0 B ; C A i P ! - F i • G . . ! M.,-; E i N ! S ! L : K i H

:

D i 1 ; 0 ! B ; C : A ! P F B •.. M . N E S L K H D 0 I B C A U i t s l a g 1_<5$ b r e e d t e -t o e -t s /y {B;>C : G>I J P>K '(ƒ)A i 0>B | E)H I B>C ! S>0 I C>A ! L>I i I>B ; B>C ; C>A G>C ; H>B | G>H C>A ; B>C ! E>0 ! Gsk ! I>B ! I B>C ' ! C>A

(9)

Alle objecten vertonen gedurende het groeiseizoen een teruggang in stand. Opvallend is echter, dat deze teruggang op alle TMTD- ob-jecten ( E,-F,G,M,N en P) zeer gering is.

Ook op de objecten L en S, waarop TMTD gemengd met resp. lindaan en Panogen werd toegepast, is deze teruggang nog zeer gering, zij het iets sterker dan op de "zuivere" TMTD- objecten.

Van de behandelde objecten is hij het sterkst op de objecten B,C,H en 0, alle objecten die met kwik zijn ontsmet, terwijl hij uiteraard het sterkst is op het onbehandelde object.

De wiskundige toetsing van de verschillen-,tussen de middelen, gaf dan ook de meeste resultaten bij de laatste telling. Wanneer we ons beperken tot die verschillen, die met minder dan ïfo kans nog toevallig kunnen worden genoemd, blijkt, dat niet alleen het ver-schil tussen onbehandeld en de slechtste van de behandelde Ceresan betrouwbaar is, maar eveneens"het verschil tussen Ceresan en alle andere middelen. Verder is ook AAgrano (B) betrouwbaar lager dan

alle daarboven staande middelen, terwijl hetzelfde geldt voor Panogen Zw. (O) ten. opzichte van AAtiram en andere middelen, ..die een hoger

percentage planten leverden dan 82,4^.

Ten slotte is ook het verschil tussen de middelen met een lager per-centage dan 76,9$ (Captan (H), Panogen ( D ) , Panogen Zw.(O), 475 A P.D. (l), AAgrano '48 (B)"en Ceresan (c) ) en die, welke een hoger

per-centage hebben dan 84,1$ (AAmertam ( G ) , TMTD-Duphar (F) en AArasan Sf - X (P) betrouwbaar.

(10)

Nevi 214 Proefveld Plantenziektenkundige Dienst Wageningen Dit .proefveld werd geheel door de P.D. aangelegd e.n verzorgd.-Voor deze proef werd een vrij sterk met As co chy ta "besmette partij-gebruikt (12$ Asc0"hyta). Gezaaid werd op 26, 27 en 28 maart, De opkomst van het gedeelte van de proef, dat op de-., laatste dag werd gezaaid, was wat onregelmatig ter. gevolge van droogte. Dit gedeelte van de proef, twee van de acht: herhalingen., werd "bij de verwerking van de gegevens uitgeschakeld. De resultaten van de tellingen en de wiskundige "bewerking zijn in de volgende tabel samengevat. Tabel 5. P e r c e n t a g e opgekomen p l a n t e n F-angDrde b i j t e l l i n g O b j e c t A Onbehandeld B AAgrano '48 C Ceresan D Panogen E AAtiram 75 S P TMTD Duphar ; G- AAmertam ' H Captan i I 475 A P.D. K AAbiton vloeibaar L TMTD + lindaan ! k Tripomol JN Tripomol slurry p Panogen Zw. [P Arasan Sf - X Î5 Panogen + TMTD Uitslag 5-1/° breedte-1e . H i n g -4 1 , 1 : 6 0 , 7 ! 6 5 , 1 ! 7 0 , 7 : 7 5 , 5 : 7 4 , 1 ; 7 5 , 4 Î 7 0 , 8 ! 6 8 , 6 : 6 6 , 1 . 7 5 , 8 j 7 4 , 1 ! 7 5 , 2 : 7 0 , 0 ! 7 6 , 5 ! 6 6 , 0 ; 2 e . t e l l i n g 2 2 , 9 4 5 , 9 4 7 , 5 6 9 , 4 7 0 , 0 6 6 , 9 7 0 , 9 6 5 , 7 6 5 , 5 6 4 , 7 6 8 , 8 . 7 0 , 6 6 8 , 6 £ 8 , 9 7 4 , 5 : 6 6 , 5 : e i n d - i p e r c z i e k e •! -I t e l l i n g ] p l a n t e n b i j ; ; I ; • e i n d t e l l i n g i . . 2 5 , 5 | 2 , 5 |! p i 4 1 , 7 i 5 , 7 l! G ! 4 5 , 0 j 5 , 7 M F ; 6 6 , 7 i 5,5 i! M ; 6 4 , 1 | 8 , 5 il L ; 6 1 , 0 i 8 , 8 Ü E : 6 6 , 1 l 5,1 il N ; 5 1 , 5 i 1 8 , 4 H H ! 4 7 , 6 ; 2 2 , 9 i! D i 5 9 , 4 I 8 , 2 :! 0 : 6 5 , 4 ! 5,1 ;! I i 6 5 , 4 I 9 , 8 || K ! 6 4 . 4 , 5 , 0 ;i S i 6 8 , 6 ' 5 , 5 "i! C ! 6 7 , 1 ! 9 , 8 M s : 6 2 , 1 j 7 , 5 ;j A j :IF^.O i 'jG>I ! : Î I > K : SlC>B' I I I •

P i

G ! M !

s !

D j 0 I L \ N ; P i S ! H ; K i 1 |

c !

B ! A | ï > F ! E>I ! I>C | 3>A i I I I 0 P D , G ! L ! N | E M ; j

F I

K ! "*•" i I

c

B i

A

1

K>H ÏÏ>B B>A :!B>A:

toets

\io

P > I |jN>K] I>C P > S

k>B l B>A

f^\

F>H

K>I

(11)

Het percentage opgekomen planten was lager en de teruggang tijdens het groeiseizoen was op dit proefveld, dat op matig humus-rijke zandgrond was aangelegd, sterker dan bij de vorige besproken proeven. Het. sterkst was dit het geval op de objecten A (onbehandeld) B (AAgrano)., C (.Cere s an ), H (Captan) en I (473 A P.D.). Ook op de

TMTD- objecten was de teruggang duidelijk, hoewel minder sterk, dan bij de eerstgenoemde groep. Opvallend is de geringe teruggang op de

objecten D, 0 en S (alle drie Panogen- objecten), terwijl ook die van K (AAbitan- vloeibaar) vrij laag ligt.

Volgens de wiskundige bewerking van de laatste telling, blijkt met een zekerheid van 99^, dat onbehandeld een lagere stand heeft dan alle andere objecten,' verder dat 473 A 7.1), (i) betrouwbaar slechtere uitkomsten heeft gegeven, dan alle andere middelen, met uitzondering van Captan (H), Ceresan (c) en AAgrano ( B ) . Verder was het percentage planten van Captan (H: 51>57°) belangrijk lager dan van TMTD-Duphar

(F: 61 fOffo) en alle daarboven liggende objecten.

In het algemeen kan gezegd worden, dat Panogen en de TMTD- middelen op dit proefveld de beste resultaten hebben opgeleverd.

(12)

Nevi 201 Proef boerderij Zeeland Y/ilhelminadorp (Z2067)

Er werd gezaaid op 22 maart onder gunstige omstandigheden. Het gewas ontwikkelde zich gunstig en gaf geen aanleiding tot

bijzondere opmerkingen. De resultaten waren als volgt. Tabel 4. Percentage opgekomen planten Rangorde bij telling Object A Onbehandeld B AAgrano '48 JC Ceresan ID Panogen JE AAtiram 75 S 'f TMTD Duphar p AAmertam Captan I 473 A P.D. 1e 2e eind- Sperc.zieke lelling ; te11ing! telling!planten bij ! ! Seindtelling i!

.U...-J..-...L U... "

64,6 72,5 75,7 77,1 79,5 77,9 78,5 75,9 76,8 50,4 78,5 78,6 82,8 77,5 80,9 80,9 75,5 79,9 48,6 75,0 74,7 80,0 73,0 75,1 76,0 70,9 77,0 3,2-6,6 7,6 8,0 6,0 6,6 8,0 5,7 6,8 Uitslag 5-1$ breedte- \-toets <?1$

Tussen de eerste en tweede telling nam op de meeste objecten het aantal planten nog iets toe; dit was alleen niet het geval bij onbe-handeld (A), AAtiram 75 S (E) en Captan ( H ) . Tussen de tweede en

derde telling nam op de meeste objecten het percentage planten af met 3—5$, slechts, bij onbehandeld was dit minder. .

Bij de laatste telling kwamen ..dan.:;ook bij "onbehandeld" de minste zieke planten voor; tussen de middelen waren de verschillen niet groot.

Bij alle drie tellingen wareneer betrouwbare verschillen aanwe-zig tussen onbehandeld en behandeld, maar niet tussen de middelen on-derling. Slechts bij de laatste telling is er met 95$ zekerheid ook verschil tussen het hoogst geplaatste middel (Panogen, D) en het laagst geplaatste (Captan, H) te'constateren.

(13)

5®IÉ:_£2?_2ra5Êî}25Ie te_Kruisland_(N.A.K. West-3rabant) De proef werd op 4 en 5 april gezaaid, en de eerste telling op 2 en 3 mei uitgevoerd; + 3 weken later vond de tweede telling plaats, waarna geen verdere waarnemingen meer werden verricht. Een oogsttelling is van dit proefveld niet uitgevoerd. De resul-taten van de eerste en tweede telling zijn in -de volgende tabel samengebracht. Tabel 5'. Object __ _______ A Onbehandeld B AAgrano '48 C Ceresan D Panogen E AAtiram 75 S P TMTD Duphar G AAmertam H Captan I 473 A P.D. _ — _ _ — . — _ _ Uitslag 5-1 breedte-toets ... <' 1 Percentage opgekomen planten \ 1e j 2e | I telling stelling _^ 1 -f ! 56,0

I 62,9

I 64,2

40,6

...

S

72,4' 1

72,5 !

Î 66,2

ji

75,1 j

; 64,5 | 73,9 ;

i 69,i ! 75,5 i

! 66,2 i 76,2 ' ;

Î 65,6 j 65,6' j

j 63,2 | 73,3

\

- - j — - - - - , | ! l .. . . . ... . ! | .._, , .i ... -*•

A

•• \

I

F

G

D

H

E

C

I

B

A

F>G D\E H>I B>A P>G H>I Rangorde bij telling | II | \ 4 _ - ...

G

F . !

1 D

E 1

" i l ;

C

.!

B '

i

H !

A

i B>H

I H>A j .

:

B > H

!

\ H>A ;

Opvallend is bij vrijwel alle objecten de. vrij sterke toename van het aantal planten bij de tweede telling. Alleen bij onbehandeld (A)ineemt dit aantal af, terwijl het bij,Captan (ïï) constant blijft.

De meest betrouwbare verschillen (overschrijdingskans<.1^) tus-.sen de middelen bleken, behalve voor onbehandeld, te bestaan bij

TMTD- Duphar (F), die betrouwbaar beter was dan alle andere middelen, en bij 473 A P.D., die betrouwbaar slechter was dan Captan (É) en

andere middelen, die boven Captan. staan (zie de rangorde- tabel). Bij de tweede telling is Captan (H) echter, doordat geen toename van het plantental plaats vond, zoals bij de andere objecten, duidelijk de mindere geworden van alle andere middelen.

De beste indruk hebben op dit proefveld gemaakt de middelen AAmertam (G), TMTD- Duphar (F) en Panogen (D), hoewel, zoals uit de tabel blijkt, niet met alle middelen het verschil belangrijk genoemd mag worden.

(14)

JNevi 203 O.Yv'iersemaj Ben An del (W. A«K, , Groningen)

Deze proef werd gezaaid op 4 april, en voor de eerste keer ge-teld op 1 mei. Op 22 mei vond de tweede telling plaats, waarna de oogst naar Wageningen werd opgezonden en aldaar geteld.

Het proefveld gaf verder geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Van de resultaten is in tabel 6 een samenvatting gemaakt.

Tabel 6.

Percentage opgekomen planten

Rangorde bij telling Object 1e 2e telling jtellinÉ eind- perc.zieke I telling-planten bijj j eindtelling j II III A Onbehandeld B AAgrano '48 C Ceresan JD Panogen [E AAtiram 75 S IF TMTD Duphar G AAmertam H Captan I 473A P.D.

60,3

64,1'

62,3

61,5

60,3

60,1

63,2

62,9

59,6

i 64,0

I 70,3

l 69.6

: 72,8

! 69,5

i 74,0

! 72,2

i 70,3

! 68,8

4 9 , 5 6 3 , 3 6 2 , 2 6 2 , 9 5 7 , 8 6 1 , 9 6 3 , 0 5 5 , 3 5 5 , 2

8,7

6,5

6,4

7,6

7,3

3,7

9,3

1 2 , 4 1 0 , 8 H B '•} G I! H :i C n D il H M E \ F i; 1 F D G B H C E I A-B G D C F E H I A U i t s l a g 5-15? b r e e d t e -: geen Ibetrouw-j bare ver . U s b i l i e n 1D>A lï>A

t o e t s

V. geen betrouw-j bare veil s c h i l l e r t SF>A

Bij de eerste telling bestaan er nog geen verschillen tussen onbehandeld en behandeld; sommige middelen hebben zelfs een lagere op-komst dan onbehandeld. Bij de tweede telling begint er reeds meer te-kening te komen, maar het verschil met onbehandeld is nog slechts voor de twee beste middelen TMTD-Duphar (F) en Panogen (D) aantoonbaar met een zekerheid van minstens 95%» Bij de eindtelling komen de verschil-len nog iets duidelijker te liggen: ruim de helft van de middeverschil-len

(Duphar-TMTD (F) en die, welke een hoger percentage planten hebben) verschilt duidelijk van onbehandeld. Met een iets kleinere zekerheid is dit ook voor AAtiram 75 S (E) nog het geval.

Bij Captan (H) en 473 A P.D. (i) neemt bij de. laatste telling het aan-tal zieke planten sterk toe, waardoor er geen betrouwbaar verschil met onbehandeld meer aanwezig is.

Samenvattend kan worden gezegd, dat op dit proefveld de ontsmetting pas enige tijd na de opkomst duidelijke verschillen met onbehandeld-heeft teweeggebracht en dat bij de behandelde objecten over het alge-meen de icwik bevattende, middelen, met uitzondering van 473 A P»D.

(15)

Op 1 en 2 april werd deze proef gezaaid; de opkomst was op 17 april, maar was zeer onregelmatig als gevolg van droogte. Bij de eerste telling op 23 en 24 april was de variatie in de uitkomsten, en. dientengevolge de standaardafwijking (zie ta"bel10 op pag. 19 ) dan ook erg groot. Later vielen er regens en trad hierin een grote verbetering op. Bij de tweede telling op 13 en 14 niei was de stand dan ook vrijwel normaal, hoewel het gewas enigszins tweewassig. w a s . Het aantal zieke planten was zeer gering en werd hij de oogsttelling niet bepaald.

De resultaten van de tellingen waren als volgt«,

Tabel 7

Percentage opgekomen planten

Rangorde bij telling

Object. 1e 2e ;eind

telling telling;telling

II

III

A Onbehandeld B AAgrano '48 2 Ceresan D Panogen iL AAtiram 75 S :? TMTD Duphar ï AAmertam 1 Captan E 473 A P.D. Uitslag 5-1 °/o breedte-toets --'" 1% •• 55,0 59,2 : 57,7 : 56,4 ; 60-3 '• 5 8 , 8 ! 63,3 l 59,8 ! 51,1 ! j 65,1 i ' 73,3 ! ! 69,8 1 ; 70;5 ! 73,0 j ! 74,6 i ! 74,5 ; ! 7 2 , 9 • ; ï 6 9'3 ! — 60,2 80,3 77,5 80,1 8.1,0 83,3 82,6 78,6 78,8 Ü G

il E

H

!!• B

F

C

il D !; A 1- I \> g e e n

i

s }: b e t r o u w r fi bare i; verse i; len

hil

F ! G 1 B !

E

H

D ! C i

I

A

I>A j { i.. H>A

;

F

G

E

B

D

I

H

c

A

F>G

C>A

,

C>A

Het aantal planten nam niet alleentussen de eerste en tweede telling toe op alle objecten, maar ook nog na de tweede telling, uitgezonderd bij onbehandeld. De toename v/as op alle behandelde

ob-jecten vrijwel even sterk, maar alleen zeer sterk voor Duphar-TI.ïTD ( F ) . Dit middel kwam daardoor op de eerste plaats bij de tweede en bij de laatste telling. Ook de beide andere T U D - bevattende middelen AAmertam ( G ) en AAtiram 75 S ( E ) maakten op dit proefveld een goede indruk.

De wiskundige bewerking van de uitkomsten had tot resultaat,dat bij de eindtelling alle middelen betrouwbaar (zekerheid 99$) beter, waren dan onbehandeld. Met iets minder zekerheid(95-99$) kon worden vastgesteld, dat tussen de middelen onderling slechts het verschil van de twee uitersten (TMTD-Duphar (F) en Ceresan (c))betrouwbaar w a s . Van alle proefvelden was op dit proefveld het percentage planten

(16)

Nevi 215 ?roefveld_te_Kapelle_(P.D,_Goes)

De eerste telling op dit proefveld werd verricht op 15-17 april en de tweede op 2 en 3 mei. Het proefveld gaf verder geen aanleiding

tot bijzondere opmerkingen. De resultaten zijn in tabel 8 weergegeven. Tabel 8.

Percentage opgekomen planten

rangorde bij telling i 1e | 2e leind- (perc. zieke \\

Object telling}telling}telling}planten bij, \\ I II III eindtelling |i A Onbehandeld j 67,5 B AAgrano '48 '77,8 2 Ceresan ! 80,9 :) Panogen | 79,2 :Ü Aatiram 75 S | 83,7 TMTD Duphar ! 83,3 G AAmertam | 82,8 Ceptan i 75,2 473 A P.D. j 75,6 62,3 77,7 80,5 00,7 84,4 84,5 83,9 77,5 78,1 53,6 78,6 79,9 80,6 82,8 84,4 82,0 75,2 77,6 1,7 5,1 2,1 1,4 1,9 2,0 1,9 1,7 2,1 E F G C D B I H A F E G D C I B H A F E G D C B I H A uitslag 5-1/? i "breedte-... |-i toets <^T-1$

}G>H

!H>A

R>A F>H H>A

H>A J H>A H)vA

In tegenstelling tot de meeste andere proefvelden is het percen-tage planten gedurende het gehele groeiseizoen vrij constant gebleven; slechts op het onbehandelde object was er een duidelijke uitval. De

onderlinge verhouding van de middelen veranderde dan ook weinig gedu-rende het groeiseizoen. Het percentage zieke planten bij de eindtelling vertoonde geen grote verschillen, ook hiet met "onbehandeld".

De drie bovenste plaatsen van de ranglijst werden ingenomen door de TMTD- bevattende middelen, t.w. TMTD- Duphar (.P), AAtiram 75-S(E) en AAmertam (G).

Bij de eindpeiling bleken alle 'middelen betrouwbaar (zekerheid 99$) beter te zijn dan "onbehandeld". Met een 'iets geringere zekerheid (95-99$) kon vastgesteld worden, dat tussen de twee uitersten

(17)

Nevi 216 Proefveld te Stiens (P.D. Leeuwarden)

Het proefveld werd gezaaid op 9 en 10 april. De tellingen hadden plaats op 29 april en 28 mei. Er trad enige lichte schade op door hazen en een mol; bij de uitwerking-van de resultaten is hiermede rekening gehouden* Ten slotte werden de volgende uit-komsten, opgenomen in tabel 9, verkregen:

Tabel 9 Object A Onbehandeld B AAgrano C Ceresan D Panogen E AAtiram '48

75 s

P TMTD'Duphar G AAmertam H Captah I 473 A"P. Uitslag breedte 1 toets D. 5-I/0

H

_ Percentage opgekomen planten 1e 2e telling telling • • -76,4 58,4 83,3 33,6 85,6 81,7 85,3 86,4 88,4 : 83,4 90,6 87,1 89,6 86,7 84,9 ; 80,4 86,4 -; 85,7 eind telling 58,2 83,9 80,4 84,9 82,7 84,1 87,2 78,4 85,8 jperc.zieke ! iplanten bij ; teindtelling) I i

I

2

> 3 •!

3,4 : ! 3,1 | ! : 3,5 ! ! • 3,7 •! ! 3,9 ! I .-•• 3,0 ! • "3,2 j 2,4 ; | i Rangorde bij telling

I

F

G

E

I

Ü J)

H

13

A

G>B B>A B)>A ; II

F

G

D

i I

B

E

C

> . H • A

i

H ; A

;

H;>A

1 i i n

:

1

G

I ! ;

D

F

B

.E : C !

H

A 1

I>H

;

H > i G>H I : H4^ Tussen eerste en tweede telling nam op vrijwel alle objecten het

aantal planten iets af, het sterkst op "onbehandeld". Ook na de twee-de., telling bleven er nog planten wegvallen, maar nu op "onbehandeld" vrij-wel niet meer. De uitval was echter niet groot, en uiteindelijk werd een aantal planten verkregen, dat bij de behandelde objecten +.83$ was van het aantal uitgezaaide zaden; het hoogste aantal van alle proeven uit de serie.

Bij de eindtelling bleek het hoogste aantal planten voor te komen bij de middelen AAmertam (G), 473 A P.D. (i) en Panogen (D>,

Een betrouwbaar verschil tussen de, middelen kon echter slechts worden aangetoond tussen de hoogste, en de laagste (re s p. AAmertam. en Cp.pt, n ) , en met.een iets geringere zekerheid, over de twee hoogste en laagste (AAmertam en 473 A P.D.). Voor alle middelen kan een betrouwbaar ver-schil met "onbehandeld" worden aangetoond.

(18)

GEZAMENLIJKE VERWERKING VAN DE UITKOMSTEN

Van deze gezamenlijke "bewerking moesten de proeven Nevi 189, 190 en 214 worden uitgesloten, wegens hun afwijkende opzet, en wegens het feit, dat in twee van deze proeven (t.w. Nevi 1 90 en 214) van een andere partij zaad was uitgegaan.

Van de andere proeven is slechts een. gezamenlijke bewerking ver-antwoord van die proeven, waarvan de nauwkeurigheid ongeveer even groot is, m.a.w. waarvan de standaardafwijking van dezelfde orde van grootte is, In tabel 10 is een overzicht gegeven van het gemiddelde percentage planten en de standaardafwijking per proefveld en per tel-ling. Tabel 10 1 Proef \ ;Nevi 189' ; iNevi 190 '. jNevi 21 if : 'Nevi 201 iNevi 202 , ÏNevi 203 JNevi 204 : INevi 215 JNevi -216 aantal objec-ten 16 16 16 9 9 9 9 9 9 • 1e te algeneen Kern. \%) 79,7 81,7 68,7 75,4 64,2 61,6 58,0 78,4 85,6 H i n g S" (aan-tal) : 150 : 111 : 116 ; 158 38 : 145 ' 24? ; 153 I 120 ... 2e te algemeen gem. : (%) 79,7 • 78,6 62,7 76,1 , 69,4 70,0 71,4 i 78,8 81,5 H i n g -S (aan-tal) ; 140 120 • 119 143 . ; 126 ; 166 : 108 : 154 ; 144 3e teil - - - ;-algemeen! '• g e m . |

co i

: 79,3 I ': 76,7 ! ! 57,3 i 72,2 j

I

; 59,0 ! ' 78,0 ! ; 77,2 I 80,6 | ing S ' (aan-tal) 150 115 187 161 -161 103 , 155 140 Plaats van aanleg Nevi Wageningen Nevi Wageningen P.D. Wageningen Wilhelminadorp N.A.K, W.Brabant N.A.K. Groningen ; Westmaas P.D. Goes i P.D. Leeuwarden !

(19)

Op grond van deze cijfers zijn de volgende gezamenlijke bev/erkingen uitge-voerd!

1è telling 2e telling 3e telling

Nevi 201 Nevi 203 Nevi 215 Nevi 216 Nevi 201 Nevi 202 Nevi 203 Nevi 215 Nevi 216 Nevi 201 Nevi 203 Nevi 215 Nevi 216 Object A Onbehandeld B AAgrano '48 C Ceresan D Panogen E AAtiram. 75 S F TMTD Duphar G AAmertam H Captan I 473 A P.D. Uitslag 5- breedte-t(

i

i ! | : 19S toets /'1$ \'' 1e ailing 6 7 , 2 -74,4 76,1 75,7 78,0 78,0 78,5 74,7 74,6 2e telling 55,1 76,9 76,9 79,6 77,7 80,4 80,0 73,8 77,0 ! eind-, telling ; ' 52,5 ' 75,2 : 74,3 77,1 ! . 74,1 i : 76,4 l 77,1 71,0 ; 73,9 ; Rangorde i

i! I

i. ' j! • G >•>

ü

F Ü E

ii c

Il D i! H . !! I p B • Ü A ;! B \ A j • i i

\-Ü

B

>

A

:

bij telling II

F

G

D

E

I

C

B

H

A

H), A H K A III

D

G

F

B

C

E

I

H

A . H x A : H > A

In deze gezamenlijke bewerking mogen de hoogten van de opeenvolgen-de tellingen niet meer met elkaar woropeenvolgen-den vergeleken, aangezien niet elke telling het gemiddelde van dezelfde reeks proefvelden is. De vergelijking binnen elke telling heeft tot resultaat, dat steeds slechts het bestaan van het verschil tussen behandeld en onbehandeld met grote zekerheid (meer dan 99$) aangetoond kan worden, maar dat de verschillen tussen de middelen kleiner zijn, dan voor een zekerheid van 95$ of meer vereist is,

Men kan dus concluderen dat Panogen ( D ) , AAmertam (G) en TMTD-Duphar (F) gemiddeld de beste resultaten hebben gegeven, maar dat de verschillen met de anderen middelen niet voldoende groot zijn geweest voor een betrouw-baar verschil.

(20)

DISCUSSIE

Zoals uit de gezamenlijke "bewerking van een aantal proeven is gebleken zijn er geen verschillen met een voldoende grote zekerheid aanwezig tussen de middelen, Wanneer we echter de middelen in groe-pen beschouwen en wel:

B, C, D en I als kwikbevattende middelen (en bij Névi 189, 190, en 214 ook K en 0)

E en F als TMTD- bevattende middelen (en bij ïïevi 189,190 en' 214 ook L, M, H e n P )

G als gemengd (TMTD en kwik bevattend) middel H als Captan- bevattend middel

S als dubbele ontsmetting met 2 verschillende middelen, +.4 weken na elkaar,

dan valt het op, dat in sommige proeven bij de eindtelling de beste resultaten vrijwel uitsluitend met kwikbevattende of met hét gemengde middel worden verkregen (ïïevi 214, 201, 205, 216), in andere proeven daarentegen vrijwel uitsluitend met TMTD- bevattende middelen of met het gemengde middel • (Nevi 189, 190, 204 en 215).

Blijkbaar bepalen de omstandigheden (weersverloop, grondsoort en structuur) op elk proefveld welke van deze twee typen ontsmettings-middelen de beste resultaten geeft. Indien dit het geval is, zou dit ten zeerste pleiten voor een middel, dat beide werkingen in zich verenigt, Dit is reeds het geval met AAmertam (G-), en wij zien dan ook inderdaad, dat deze zich op alle proefvelden (behalve op

Nevi I89) onder de eerste drie bevindt. . . . Daarentegen was de werking van Panogen + TMTD (S) op twee van

de drie 'proefvelden, waarop het voorkwam, relatief 'onbevredigend en slechter dan van het gemengde middel (AAmertäm), hoewel het

verschil -de vereiste minimumwaarde voor betrouwbaarheid niet haal- .. de. Een nader onderzoek zou wellicht meer inzicht kunnen verschaffen in dit verschil tussen de gemengde middelen eh de combinatie van twee ontsmettingen :met élk één van de componenten. • ' '

Anderzijds kwamen de middelen Captan (H) en 473 A P.D. (i) vrij-wel steeds onder de laatste drie voor, het laatste middel ook op die proefvelden, waarop de (overige) kwikmiddelen als groep het beste naar voren kwamen. Y/iskundig betrouwbaar waren de verschillen evenwel nog niet.

CONCLUSIES

1. . Door ontsmetting van het zaaizaad werd op; alle pro-efvelden een betrouwbaar beter opkomstresultaat verkregen in verge-lijking met "onbehandeld".

2. Tussen de- middelen konden bij gezamenlijke verwerking van de gegevens van enkele proefvelden geen betrouwbare ver-schillen worden aangetoond.

3. De indruk werd verkregen, dat, afhankelijk van de omstandig-heden ter plaatse, met kwikbevattende of met TMTD bevattende middelen de beste resultaten worden verkregen.

In beide gevallen geeft het gemengde middel eveneens goede resultaten.

(21)

D E E L I I

D E P R O E V E N I N 1958

OPZET VAN DE PROEVEN

Ook voor het oogstjaar 1958 werd uitgegaan van 2 partijen lijnzaad van de volgende samenstelling;

Analyse volgens het R.P.v.Z.: Ascochyta-partij Botrytis-partij

Ras Kiemkracht Ascochyta Botrytis Alternaria Dorsbeschadiging licht idem zwaar idem omgerekend Madonna 88 25 1 ... 3 ••-3,5 2 3 Wiera

96

0 32 sp 29

. o

7

Met elke partij werden 5 proeven aangelegd, wederom met mede-werking van de Gew.Keuringsdiensten van de N.A.K., de P.D. en-R.L.V.D..

De Ascochyta-partij werd uitgezaaid te Herveld (P.A.W. 216), Emmeloord (P.A.W. 219), Westmaas (P.A.W. 220), Groningen (P.A.W. 222) em Kruisland (P.A.W. 224). De Botrytis-partij werd uitgezaaid te Herveld (P.A.W. 217), Groningen (P.A.W. 218), Kruisland (P.A.W, 221) Steins (P.A.W. 223) en Wilhelminadorp (Z 2117).

De ontsmetting werd met de volgende middelen op hetzelfde- tijd-stip uitgevoerd, waarbij wederom allereerst van de bestaande typen van zaadontsmettingsmiddelen werd uitgegaan en de keuze van het merk vrij willekeurig plaats yonds

Middel Panogen AAtiram AAmertam 473 A P.D. AAgrano Ceresan AAtiram 75 S Duphar TMTD Ortho Gide 75 AAbiton Cerenox - spec. ' ) Tripomol Orasan

') nerenox -spec.wordt thans in de handel gebracht onder de naam C-redon spec. Type "vluchtig'Vloeibaar kwik TMTD TMTD + kwik kwikpoeder "vluchtig" kwikpoeder kwikpoeder TMTD- slurry TMTD Captan

"vluchtig" vloeibaar kwik chinon + kwik TMTD TMTD Dosering

3

5

4

3

3

3

4

5

5

3

3

5

5

cc 1 kg. zaa gr. " " gr. " " gr. " " gr. " " gr. " " gr. " " gr. " " gr. " " cc " " gr. " " gr. " " gr. " "

(22)

De uitzaai van de proeven vond op dezelfde wijze en volgens liet-zelfde schema plaats als in 1957«

De opkomst werd wederom bepaald door het tellen van het aantal opgekomen planten per telrijtje en door dit aantal uit te drukken in procenten van het aantal uitgezaaide zaden.

Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen het aantal gezonde en het aantal zieke planten.

De tellingen werden ongeveer 2 weken en 5 weken na de opkomst .en bij de oogst verricht. Het resultaat van deze tellingen, die

ditmaal niet wiskundig bewerkt zijn, is opgenomen in de tabellen 12, 13 en 14. Uit het onderstaand overzicht (tabel 11.) blijkt, dat het tijdsverloop tussen de eerste en tweede telling niet voor alle proeven gelijk was. Dit moet men bij de beoordeling van het percen-tage opgekomen planten wel mede in aanmerking nemen.

Tabel 11 Partij Madonna 11 it 11 11 Wiera M 11 11 ti Proefveld P.A.W. 216 P.A.W. 219 P.A.W. 220 P.A.W. 222 P.A.W. 224 P.A.W. 217 P.A.W. 218 P.A.W. 221 P.A.W. 223 Z . .2.1 "17 ) Datum. 1e telling 1 mei 3 mei 9 mei 7 mei 21 april 1 mei 7 mei . 23 mei 20 mei 23 april Datum 2e telling 29 mei 30 mei 30 mei 19 mei 28 mei 29 mei 22 mei 6 juni 27 mei 1 4 mei eindtelling 8 juli 14 juli 23 juli 17 juli 7 juli 1.0 juli 25 juli -23 juli 11 juli . ') In proef P.A.W. 223 zijn meer tellingen verricht, n.l.s

van de gezonde planten : 20 en 27 mei, 5» 12,.18 en 26 juni en 4 en 23 juli.

van de zieke planten: 13,20,23,27 en 30 mei, 5,12,18 en 26 juni en 23 juli.

Terverduidelijking zijh de resultaten van de tellingen opgenomen in de tabellen 12 t/m 14, ook grafisch weergegeven in fig.1

en 2. Ter vergelijking zijn ook de resultaten van proef Nevi 184 uit oogst 1956 in fig. 1 grafisch weergegeven, waarbij Tan een partij met 24$ Botrytis-infectie werd uitgegaan.

(23)

PROEVEN MET BOTRYTISPARTIJ

Nemen wij eerst de Botrytis-party in "beschouwing, (onderste gedeelte der tabellen in fig.1)dan blijkt, zoals ook te verwachten was, dat de opkomst bij de onbehandelde objecten beduidend slechter' was dan bij de behandelde. De verschillen in opkomst in nagenoeg alle proeven waren zeer duidelijk. .

Tussen de verschillende proeven blijken eveneens grote verschillen (resp.63, 77, 84 en 81%) in opkomst te bestaan, hetgeen een bewijs is, dat, behalve de kwaliteit van het zaaizaad en de wijze van ontsmetting, cok de weersomstandigheden en de structuur van het zaaibed van grote invloed zijn op de opkomst.

De verschillen in opkomst tussen, de middelen zijn, over het algemeen gering. Slechts AAgrano in proef Nevi 184, 473 A ED.in proef PAW 218 en AAtiram in proef PAW 223 wijken enigszins af en blijken wat minder effectief gewerkt te hebben. Terwijl 473 A PJ) .in de overige

proeven van 1958 echter wel een gunstig resultaat geeft, blijkt AAtiram (TIVITD) ook in de overige 3 proeven tot de minder effectief werkende middelen te behoren.

De chemische samenstelling van AAgrano is sinds .19-56 gewijzigd, zodat in latere jaren een gunstiger resultaat werd bereikt (zie proef PAW 217). Tijdens de verdere ontwikkeling blijkt het .aantal zieke planten in het onbehandelde object te dalen, in de beJiandelde objecten daarentegen te stijgen. Dit geldt in het bijzonder voor. de

TMTD-bevattende middelen. Dit zou er op wijzen, dat het gevaar voor be-smetting, dat het vlasplantje vanuit de besmette zaadhuid bedreigt, slechts tijdelijk en ten dele wordt teruggedrongen, maar ,in aanleg steeds blijft bestaan. Het niet behandelde object "ziekt" nadien "uit" en vertoont in de laatste 5 weken van de groeiperiode minder

uitval, maar 'de -besmettingshaarden voor een latere infectie, tijdens de afrijping zijn inmiddels gevormd.

Een andere verklaring voor het grotere aantal- zieke planten in de behandelde objecten tijdens het latere ontwikkelingsstadium zou kunnen zijn de grotere standdichtheid, waardoor,, onder voor Botrytis gunstige weersomstandigheden (koel en vochtig) de infectie

sterker om zich heen kan grijpen.

Het percentage, waarmede het aantal gezonde planten afneemt is groter dan het: percentage zieke planten. Dit- valt aldus te verklaren, dat de tellingen slechts als "momentopname", beschouwd moeten worden. Het aantal zieke planten is dus op het moment van tellen het resul-taat van de uitbreiding van de infectie en de snelheid van v/egrotten van de reeds aangetaste planten.

Een uitzondering bij de 4 proeven in 1958 vormt proef PA?/ 218 in Groningen, waarin de ziekte eerst in een later stadium is opge-treden. Aanvankelijk was de opkomst voor onbehandeld nagenoeg gelijk aan behandeld. Ongeveer 3 weken na de opkomst begon de Botrytis-in-fectie zich in het onbehandelde object sterk te manifesteren, terwijl de behandelde objecten vrijwel geen zieke pla. ten vertoonden.

Dit is in overeenstemming met de grote verschillen, die men in de praktijk wel eens heeft geconstateerd, waarbij men van eenzelfde partij zaaizaad was uitgegaan. De oorzaak werd dan wel gezocht in een onjuiste wijze van ontsmetting of minder effectieve werking van het middel.

(24)

Ol <U QJJ Xi CI) TS fi 3 •a 00 1 fi 0, ci; ^ eu N fi ai oj TS fi o N 0 M a) Ml a fi a) o (]> U< i—l bh h r! <D T H fi Cl) 0(1 m fi 0) 0) + J > î O ffl on o o ,fi fi eu tu (1)

a

a SH CO t i eu (S . [ _ , ' f " !

(25)
(26)

De kans op dergelijke slechte ervaringen zijn echter het grootst, indien men van een partij zaailijnzaad is uitgegaan, die vóór de ontsmetting een hoog percentage. Botrytis-infectie bezat. Dit pleit dan ook voor het advies'pin' uit te gaan van een

partij zaailijnzaad met een zo laag mogelijk percentage Botrytis, waardoor de kans op teleurstellende resultaten veel geringer is. Conclusie

Resumerende kan uit deze proeven de conclusie getrokken worden, dat de kwik- bevattende middelen en in het bijzonder de vluchtig

vloeibare kwikverbindingen en het middel 473 AP.D.aanwijzingen ge-geven hebben, dat zij het meest effectief werken.

(27)

PROEVEN MET ASCOCHYTA-P.elP.TIJ

Wat'de resultaten t»a.v. de proeven met de Ascochyta-partij "betreft kan het' volgende worden opgemerkt.

Uit grafiek 2 en het bovenste gedeelte van tabel 1.2 t/m 14 blijkt, wederom een groot verschil in opkomstpercentage , uiteenlopend van.

48$ in proef PAY/ 219 tot JOfo in proef PAW 222. De ontsmetting blijkt ook tegen Ascochyta een duidelijk betere opkomst te geven vergele-ken met onbehandeld.

Eerst later in het groeiseizoen, en wel duidelijk later dan bij Botrytis, heeft een sterke'uitbreiding van het aantal:zieke planten plaats. Evenals bij Botrytis was dit voor de behandelde objecten over het algemeen sterker dan bij onbehandeld, terwijl het percentage zieke planten hoger was en in tegenstelling met de Botrytis-aantasting tijdens het groeiseizoen toenam.

Deze latere en sterkere aantasting is een gevolg van het feit, dat de Ascochyta- aantasting doorgaans pas bij een behoorlijke lengte van de plant optreedt en de aangetaste plant blijft staan en niet

onmiddellyk wegrot. Het percentage gezonde planten, dat uiteindelijk overblijft, ligt lager dan bij de vorige proevenserie werd besproken. Het heeft dus bij het optreden van dode harrei inderdaad zin om niet te lang met oogsten te wachten. Bij het optreden van de grauvre schimmel heeft het alleen dan zin, indien het gewas sterk gelegerd is en het broeierig weer is.

Op alle vijf proefvelden werd een vrij groot aantal dode harrel-planten gevonden, dat in de ontsmette objecten van proef PAW 216 en 219 belangrijk hoger was dan in het niet ontsmette object. Dit betekent dus, dat ook tegen Ascochyta de ontsmetting niet af-doende effectief is. Weliswaar wordt een betere opkomst verkregen maar zeker geen gezonder gewas.

De verschillen tussen de middelen zijn weer gering, hoewel het in deze proeven opvallend is, dat het aantal zieke planten bij ont-smetting met Panogen het laagst is. TMTD komt beter naar voren dan in de vorige proeven, maar overigens is het verschil tussen de verschillende typen van middelen, die onderzocht werden, niet groot. Wel komen in proef PAW 216 de vluchtig vloeibare kwikverbin-dingen (Panogen en AAbiton) weer gunstig naar voren. Opvallend is het minder gunstige resultaat met Ceresan en AAgrano en het gunstige met Arasan in deze proef. Het middel Cerenox -spec. (Ceredon spec.) veroorzaakt aanvankelijk een lichtgele verkleuring aan de kiem-plantjes, tengevolge van een lichte fytotoxische werking, welke verkleuring echter later weer wegtrekt.

5 ame nvat t ing

1e Het ontsmetten van zaailijnzaad met Êên van de, door de P.D. goedgekeurde middelen, is noodzakelijk om een goede opkomst te verkrijgen (zie Bericht P.D. nr. 1310 d.d. 29-11-1958). 2e Geen van de onderzochte typen en merken van

zaadontsmettings-middelen geeft een afdoende bestrijding van de Botrytis- of Ascochyta-infectie op de zaadhuid.

3e De grauwe schimmelaantasting treedt reeds kort na de opkomst op, om daarna af te nemen, de dode-harrelaantasting treedt eerst later in de groeiperiode op om daarna, toe te nemen.

(28)

4e Afhankelijk van het weersverloop en. de structuur van het zaaibed kunnen er grote., verschillen in opkomstpercentages .optreden. .

5e Er bestaan aanwijzingen, dat de vluchtig vloeibare kwikver-.. bindingen het minst effectief werken.

Conclusie

Het gebruik van gezond zaaizaad blijft dus een eerste vereiste en het ware te: wensen, dat iedere teler zich op de hoogte stelt

van de gezondheidstoestand van het aangeboden zaaizaad, voordat

dit ontsmet is, alsvorens'hij tot aankoop overgaat. ~" Toorts blijft het bij het ontsmetten-van belang om voor een

zo homogeen mogelijkeverdeling van het ontsmettingsmiddel door het zaad zorg te dragen, (zie art. ir. J. van der Spek in een der

(29)

BEffAARPROEVEN

Ten slotte werd nog met 4 partijen zaad van verschillende samenstelling een bewaarproef aangezet, nadat het zaad ontsmet was, met de voornaamste typen zaadontsmettingsmiddelen, die voor het ontsmetten van zaailijnzaad in de handel zijn..

Het doel van deze proef was om na te gaan of het ontsmetten geruime tijd v<5ór de uitzaai een nadelige invloed op de kiemkracht van het zaad uitoefent. Uit de kiemkrachtcijfers, opgenomen in

tabel 15> blijkt wel duidelijk, dat de ontsmetting geruimen tijd vóór de uitzaai kan plaatsvinden zonder de kiemkracht te benadelen.

Indien men ontsmet met "vluchtige" . >\.rikverbindingen is het zelfs gewenst om het ontsmetten enige tijd vóór de uitzaai uit te voeren, teneinde een zo effectief mogelijke werking- van de gevormde kwikdampen te verkrijgen»

Het percentage zware dorsbeschadiging van het zaad en het vochtgehalte mogen echter- niet te hoog zijn, indien men vroegtijdig ontsmetten wil. Voorts blijkt duidelijk uit partij 4, dat indien een partij eenmaal van mindere kwaliteit is (lage kiemkracht), deze partij ook sneller achteruitgaat dan een partij van goede kwaliteit.

BESLUIT

Hoewel men dus t.a.v. de oplossing van de moeilijkheden bij het ontsmetten van zaailijnzaad weer een stapje verder gekomen is,

zal het onderzoek in samenwerking met verschillende instanties worden voortgezet.

Rest nog om aan het einde van dit verslag de diverse instanties die aan dit onderzoek medewerken, m.n. de R.L.V.D., de P.D., de Gew. Keuringsdiensten van de N.A.K., het R.P.v.Z. en het I.P.O. dank te zeggen voor de prettige samenwerking voor de diverse problemen t.a.v. het ontsmetten van zaailijnzaad nader tot een oplossing te brengen.

(30)

cd P U cö «aj w 1 i - H 1 ri • ; U O O EH P i S 1 • CD Ü U X w CD O P H _ _ 0 _ _ f ! _ _ K I 1 •ri & P -aj O <3J - p 1 P P cö cd o -p P fi 1 CO E H P Ä S n p e n 1 i P • H CO -p a - a i Cd LfA «a{ p C -1 CD U P 0 CO Ü M

A

u bn <*! o • ^ p <3 N A Q -=tPn* 1 u 1 Ö <d cô « j += 1 •H -P ö 2| M , O c3 CD PM ho I CD 1 <vi p cd CD O ^ ' Ö 1

Proefveld

-houde

r

CO cd P H - 1 N A c— LfA T -ff* (r. ^ — t ~ \ f— N A T -(S. »V r- O t — %| T -(s. * \ oc O V C L > T -f S »V c o t — C - - T -3 * «v O o t — N A . . 1 o c~ CM t -* . es t o . o V O C— T -<r CK V O O V O O t — V O O T -O A -O vo V Û T -CM O c— V O - 1 vo V O 0 0 O N O N O - ' t CS N -d H CD > u C D ' - v W V O T— •> CM P) • cd £s EH • • • <cJ t - 5 • • P H C 5 • r -• H - P fH cd PH CO N A LCA o ^t-OA NA co O -tf-CD N A O O UA O A CM • v » * LfA O <=t ^T- T ~ O A ^ N A r " •• e> es] •-d P o o I - I . - - V CD O A s ^— S CM w - a j . • P H ) CO co LTS c o t -t— o LfA V O t -CO O LfA O A - 1 t — . LTS C A LfA M D " O •' -t" Ü > CS] •§ CO fH TJ P ^ CU o fH CM cd CM m - = t ! ' • , P H CÖ P P O -d cd

a

LIA O C— o o c— t — N A c— r— ^ i CM ir-O • ^ } -. VU til CS] P cu t*o Ö ' ~ -• H CM S CM O CM fH • • Ü ' S o • •=t T -OA o • ^ -T- V -^t- O LfA " s t T -VX) O U A N A • < -»s « \ T - O LTA CM N A c£ O •<• Ü CS] H 3 cd T * ö - — <D r ^ -tQ CM O CM O • tó i s • < Pi • • P H i 'P-t P H ^ j P H ^ 1 £50 cd p - P - H r P CQ ü cd H O += 0) o p CD co cd > < cd i N A ^ ~ ; CO O 1 LTA "f- —~"" ' 1 1-JO T-io o \V£> | ! ' t T -CM O V O . \<J\ T-'i <K • » '! CO o ; L f A : CO MD ! CO O i' " * i C 3 CS] • i -O ; H CD ! -d • H i Ö CD

: «

i °

-r

"

] »s »^ : -* o " " L C A " " ^ €f* C^ ! CO O • r— ! O * t <K «K i U A O ' t — ; CM r -" ' ! O S O ! C~-; O - 3 " «« o« , 0 \ 0 i ^ * ! o \ o ! c— ! « s t CM J » N » s ! * s t O i C— r ! ' O A " L X A i ^ ». 1 c— ^~ ! ^ i . , _ „.,„ i • ir— C M ». <^ i C A O ! f — i _. r ! 0 0 T -! c— o ; f ~ -j f vu O . f — • V O CM V D O ' tr— ! V D - 1 '• CO ; C— "f"" * T - N A 1 O o i " *T" ; Cis CS] ; -d ' CD ' > i P : CD-—•> ; w c--• - ( A J ; P< • ; cd Es . En • ! • <A I »"J • : • • P H f I

1

! | [ ; f c— C A C— o - v f co N A CM co CO - 1 N A CO ^ t C A C— C Ö CS] p

£

p • H P ^ - N o co P T ^ e> CM • «i

< •

. . pu rn H ¥> U Cd i n . V D T -• ^ t - O . V O S T ' s t CM O MO T t CM V O O vo V u T -• N 9\ CM O V O i — N A vo- 'tf-- t C 5 C S ] .Ti cd p <D CO - ^ - s O v -O CM P 3 CM • & <4 . • • P H cd u CD • H f S CO N A o o CO CM N A CM r-co N A V O O N A co V O c— • S «K CM O co v - ' t O A CO CM Y -c3 N P CD Ti fH c d ' - ^ ^ N A P CM CD CM CD • »-H i S •>> Q- •

•*£>

1 co •H - p t>s H P CD - P CD O S> PP T - N A T - O V O N N N A N A O ' vo V O V O LfA O ' V O CM N A Os o LfA O vo t — 0 " \ G A LfA CM Ci3 N r— CM CS] bD P H • P CO cd • p p cd cd CO CV! CM O c— t — ' t N A O t — CM O A ^ t o t — V O CM • S OS «3-O 1 t— 1 O A C O • « t r - ! ^ t • 1 eb tsq i i j • I «TH 1 i r-H ' 1 CD i i -d :i • -d ;i •H ' > e i ij;

(31)

V K> «r~ H CD cö PH CD UA OA ^— CD !> CD o u ft ca Stf ö • H - P - P Q) Ö CO • P ö o - d cd CÖ N M £ • H H H CD - P eu CM 0) -P cö - p i—i 2 co CD u - p ^ o • H N u 0> O cö ti U cd <t! w 1 i H •H O u S EH O A . . . , , j i * 1 CD O U X CD « O P( o ti w i •H rQ Ö <Cj O -=Cj - P 1 ft Ö ni cö O - P M O 1 CÖ E H p1 ^ 53 P i ftEn 1 1-1 • H en -p a -ai CÖ UA « j U tr— 1 0 ÎH ti 03 CÖ O CO 1 CÖ fn ttf) <rf O NA O r— • ^ r - p H

Ä

CD

i §

«3 cö <q - P " — ï " ™ •H -P S < ^ CÖ « 4 ÎH 1 o E! £ CÖ CD ft tJO | C t i l ' - d rQ Ö r H Ö CÖ CD O ^ t i u 0 • d pi o r d - d H CD t> «H 0> . O ÎH ft CO CÖ « ßä ». ff* CM v -!T— MD NA », », O A CM MD _ CM O ». », IT— NA MD ^ T -», ». [— r -MD j CM " 4 " », ». C\J UA MD NA T -». -». f— N A MD N A v -». -». O r -D— T— T ~ » . » V UA -^t UA C\J MD ». ». O NA MD CDA C D ^ T -MD "" N A tr— C—• T— MD IT— CM CDA NA MD MA MD ». ». MD v -MD ' CO" CDA o ^t-^ Ü N T=S i H CD > f H ^ - N CD MD W T -CM ». ft • . CÖ ^ l .EH • ! • < 1 1-3 • ; » ft ; Ü J ^ - ' . ; CÖ i -H ö ; - p o ! U - d •• cö cö • ft Sä T- UA UA CM ' H -O t— CD CM •=H-CDA (DA CO CM ^t" " 3 " MD ». ». MD r~ •==+" LCA CM CM NA NA CÖ N <d U O o 1—1 C D ' - ^ g CDA S " Ï -. W CM ». a • & W " . <tj <4 ' • ft i25 [— MA O v -MD C— CM CD v -UA CD t — t— T -UA MD LTA »v » \ CD O LiA :o O • * t MA •* Ü3 N - P ^ 1 O 0) ÎH - d ä - ^ v CD O fH CM . CÖ CM pq • ^ . w • . <t< <d • • ft i s ; ^ - ' r ^ O CM CM O ,' ^ O T-MA O t— C— 1 -^?o t— t— v -». -». MA O r— CM i MA T -MD CS N ä CD fcX) Ö - — •H CM Ö . CM . O CM U c i • • t ^ ». • • < P i • o fL, ft--^ J — " s . cd !>» , d o H O a) o CD co >t <tj MA O OA i ^ 1 -MD CDA UA O UA CM MA ^ ? i -LCA CO MD ». ». T - O UA CO CM 0 A T-MA C5 N r H cd cd - d ö ^ ^ • CD.-vJ-C0 CM O CM O CCJ • ^ ». o

• <

P i « • ft ftw-( \ \ ' " t -^r i CO ir- i UA UA MA '; O v - : MD ï v - c o 5 v - ^— ; MD ; ^f- OA i ». ». OA o ; UA ; • T - t— ; ^ CM 1 ^ 1 - ; *! c5 ts] j i \ T H 1

^ 1

Q) 1

5 !

. - d i •H I e i 0 ! ». ». NA O ; f ^ -: T - OA ». ». ' co o ; C— ; C A M A ». ». ! O v -: C~-: CD t— ». ». ! "=J" o : f— ; OA MA 1 ». ». • MA v -: C~-MD OA ». ». . IT- O : c— • MD OA ». ». v - O £-; O OA », ». '• C— T -I L ^ ; v - ^ ». ». ! CD O : c— : o ^ T -CO o t— ^ 1 " UA 1 t - o tr— M D CDA ^ ! - O : t>~ CO i -.». ». ^ CD O ; i > -' -' s h CDA : TT O NA : CÜ CSJ TH-. H : 0 > H C D ^ - ^ W f -• T ~ i »-CM ft • 1 cd- j s • E H • • « j • P J • • • ft Ü 5 — -"i"'" ' 1 1 : - H cd '. +> U i U CD ' CÖ - H ' ft & .... CD i CM C D • o T -f - o CO r " OA UA CD i '— J CDA •. 1 MD CD MD UA UA UA C— ! CÖ CNl Ö ' CD ti •H Ö ' ^ o co U v -C5 CM • s »

: . ! ^

.W • • < ; <^ » • ft S ^ MA T -•=Hr O MD • CTN CM MD C— MD MD M D TT-». TT-». CM O MD CM v -MD O "* CÖ N r H CÖ CÖ • d O 0) CO y—v O T -O CM PH .CM ». • • "&• . M • » «aj <tj . - ft Î 2 5 - - ' r h. O MD T - O CD T - O O T -co O o UA CM C— OACM ». ». O o CD UA OA O T -CM zi> t s j d CD - d fH cô- • & MA pi CM CD CM CD P i • .»S O N •

' <

P i • • ft ftv^ co • H - P H U V - P V O =- pq , "~ ( T \ r - H MA CM •=J- O .11 "HT O MD II C— 11

""

"""

r " "

ii MA MA II C"—MD T - T - Il MA O MD il t r -il r~ " — i r t N A C - Il tr— -e •r CM il CM * -MD ti — 11 TT " '• 11 UA T - Il T - T " # \ O* || »4 «s MD O II UA O MD II t r -il i " i t - ' II f— "=fr II UA O CD r- Il CD CM T - Il MA Il -1 ff""~ "• cb tsi H U N II II II II II II II II II II Il T H Il ft Il CD c— H - d T - il ' d r - Il >H CM 11 d Il (D tS3 11 C3

(32)

3 w CU u -p o •H N U CD > O 1 CÖ M «3 I •H m H ï CD U CD O fi 01 m 1 o rO M « S H • O ti . ¥ 0> PH m ..— - ^ T" O "vt NM K \ V 0 »s »s VO Cvl NM NM OM OD os »s C--VO (M NM IT üsTCM Il - ~ Il O CM I! D— Il -Il ^ MM Il «=t N M v - UM .j vo ^ ii va 1 •H & fi

tA

1 PH fi co cô-O - P M O 1 cô EH pi XJ S O P H E ^ 1 f-P • H m - p a-<tl cô LCM <A f H c -1 -1 fi 0) eu cô o U w 1 CÖ M bh

"*3 N M P I D — • -=t PH

t r

u CD S 6 «q CÖ <$ - P • H -p a < cô «al M | O CÖ CD FM W) 1 CD l t i , 0 fi r H fi CÔ CD o x\ m ; ; M TJ Pi i O • r f i T 3 ! CD 1 > C(_| CD 1 O U 1 PH l f \ U M ' »s »s t — CD' N M CM r - OD » , Os LCM U M C\] N M C M CDM »s » . CM v -N M -N M T - V O »s Ws V U CM N M N M NM O «s «s CM CM CM N M CM O (r, os U M CM CM N ^ T - CM' CM T -N M -N M v - -=t VO O N M N M O U M » . «s •s— U M N M N M T - O N V D F— N M OJ U M CD CM MO CM r -Ü 3 tS3 H CD K " — -U vo CD T -Î U CM PH • cd g s EH • • < P S • • PH c 5 _ -UM O CD N-V v - OJ *=t co co ^ 1 - CM N M CO • s «s O NM C M C M VO O O NM CM CM O N V -N M U M T " r -s_S tNl 1=1 U o O ^ - N r-l 0\ CD T -§ H • • !-5 W » • <4 ^ . PH 1 2 ! ^ - ' O T LTN 1 -K A CM UT\ CM t— CA K ^ T -K \ O os <rs - s t C M hOv CM V O CM v - t — CM V O N~\ CO CM T -d j tsj ±> ,fi o CD U T d fi-— 0 O U CM CÖ C M pq • • fe w • . - q j t-rt a « PH S - - ^ T " C— [ > - ' CM L P i v -CD L O t— O L P i T -LOi CTN ffs »s CT\ CM L ^ V ^ r -CM O V O T CO v -O NA =3" T -ci> isi fi CD bDs~~. fi CM • H CM fi CM O • U t S C5 • • < Q » • PH P H ^ ITA ' s j -CTN t~-K N O CO ^sj f -•=t o> o Os O, CO N M N M v -CM O N M t — -=sf CD CO CJN V O CM Cj3 CS, r—1 cd c d - — -ö "^r fi CM CD CM CQ O • O ËS ^ l *A • • n PH a P H ^ ^ H II co ->t-II *s » . II CD LIM . 11 VO II 1 - -=sj-|1 OS OS 1! CD U M II V O 11 U „ _ „ j 11 II O UM Il »s »s 11 N M N M li t— II -11 11 CO O || »s Os II CO NM II VO I I . . . It T S M O II -II "=f NM II UM II II' II II O CO II -II ^ + - N M II f -11 . 11 ..._ „...:._ tr < * v II ' s t CM V O O N II V O CM N M < - II C— II II """ '"" """"1t"" II CD U M II CD T -C0 CO II N M N M N M v II I M -II II CO ^ t H v - UM » . ^ || » • »s VO r - II O " * NM CM II t— M - ff" II CO O II CM VO O f — Il VO r -^ t i— 11 E— II II d T- II NM <J\ VO ^ t II CJN v -CM T - II CM 11 T T " 1 Cb tSl II Ü3 Csl li I! II II TJ li r H II CD u ! > ^ - x ; u u t— ll CD T -T f II [X! CM . ri II -CD II P H • Tj II CÖ ^ tS II EH • •H II ° <5j S II l-D • œ u • P H es u e ^ O v -T - <D CD N M CM U M O CO C M ^ l -Os ^ N M O CO V O CM ">t O . CO Cvl CO NM O VO e -S3 • ^, • CD bD Z ^ • H CO ti r -O CM h e> •• w • • . <$ <A ' - PH S — '

ä '

CÖ ; r Q

g

O • ....„ ,f_(... ... - P 0 r Q fi O e> '; r H • cö • CÖ : X ) fi — CD r -m CM O CM O . ^ ^! .: ^ ^ i . ^ <s< . • PH S S - — O UM VO o r— ^ t r -O -O r— ON t— OM o U M U M CD V O O t— o o vo O r— e ta ti CD T d ^ - N FH N M câ CM ^ CM PS CD • CD ( S ^ ; . <^ o • PH f X | V _ . N M O ^ T -vo ^ t t CD T -U M CM i -G0 CM U M CD CO =t T -vo CM T -O -O OJ es N ' f -r ~ T— CM 1S3 ^ O N " = s t O t— O ^ C M r -r— CJNC3M r—v-V O U M T U M ^ -C— CM t — CM O N M e N Ti i H CD •n t J • H

a

CD e Cd CÖ ai •1-3 fi •H fi - P O SH Ti CÖ CÖ PH S •H cö - P !4 M CD CÖ -rH PH is

(33)

bfl Ö • H H cd is CD r O Ö CD Ö • H - P - P CD a CO - p ti o cd T i 03 cd N Ö •i~3 • H . H • H CO cd N CD fffl cd - p C CD O H CD P i - P ü CO u j3 CD •H M ti CD L O V ~ r H CD , 0 cd EH -P cd - P r H 0 w CD rt h CD fi> a CD - P PH CD m T -ö CD co LTN O N r~ - P H cd CO e C\J v -PH o CO £ CD faß r H O > u CD t> CD - P CD S co - P ti O t— L f N Ö N 1 — U CD r Q Ö CD CD CD T ) OJ %r-PH O d CD T i fH CD £ TS oj cd • H r - i • H cd cd tQ ö CD •r-D • H - P rH cd u 1 CD • H 1 t > * T i H CD CD CO i>5 r H CO ti cd 0) t(D - p ,c! o cd H A i e 0) • H A i 9 tjJD cd - p ti 0 u CD P H - p CD fil P H o CD LTN O N r— ^^ • n •H -P H cö P t K N • o • H - P M cd P H OJ •rrj • H - P u cd PH • r -• o • r l - P H cd PH 1 Ö l - P • H t ó bai o • H led - d l ÏH cd I A ^iie ü 1 o ra I-H •H p i -P CO l CD >s H l - H H O 1 SO - P T i I H C 1 CD • H l CD H G I ß CD - H 1 CD CD CD l - H 1 ' "" r - -I-P hOifil Ö I Ü • H 1 cd Î5DI H • H I A T i l g C Ö I CD fil l-H m o w • H m i ' - P 0) 1 CD î>5 r ^ l ' H ?H C0 1 ÖD - P H l M O O 1 0 m T i i ö 1 CD r H r H 1 E CD © I d ) CD CD l ' H ï> ! > l A i ~ _ L » • _J CADI-S ' l - P • H W tsDI Ü •H 1 cd T i 1 H c d i À m o i CD • H CQ l ' H • p ( l ) t ó >) fi>t ' -1 H C0 1 CD -P H l - H o O l bß m T J I H 1 CD fccO t i O I Ö • H - H 1 CD Ö O I S •H - H 1 0) CD 0 l ' H es M A t..W..»jjW«u«( 1 l - P mxi Ö l o •H 1 cd Î 5 Û I H •H W T i l S c d l a) co fil l - H •H O I A ... - P M l > 1 0 H ) H r C l ' H -p co i ba O H l U m o i CD T i l ti tlD 1 CD •H r H 1 S - P CD 1 0 Cd CD l - H ! ß > I A r H 0> T J T * • H r 3 CT\ ^--^ \— T ~ K A ' ^ \ O J .'c:— CTN r T -K > ^--^ CM T -• " o \ ^^^. T r -N " \ ^~^^ O J ^— o> "~\ ^— y— «\ ~^\ O J '. ^— CTN ^ > v - . K > "\^ CM T -C3A "^--^. "!— .7~ K \ ^^^ O J T " o \ " ^ - v ^ v ~ v— K \ ^--^ O J V -o \ ^"--^ ^— -r~ M A ^\^ CM v— CM OJ O O J CM • < " O J O C — c — c — c — c — c — c — c — CO CD CO V O - v i " C ^ L T \ [— f — c o t — c— c— i~— t— t — O C î \ CO 0 \ C h ( T \ 0 N t r — v o KO VO VD VD C—MO r A r - N P J O U ) L P , U A c— c— c— t — t— c— t — t — " * ~ "'"-L P l "'"-L P \ V u i r \ "'"-L T N V D ^ t t — G \ c r \ c y \ C 7 \ c r \ c r \ O \ C A CO CO r - t ~ C O O ChCO G A o \ c T \ a - \ c r \ 0 C K C A v -LOvLTNVO " = ^ T 'Ï 4" V O v t c — o > c j \ a \ c r N c r \ c r N C j \ a \ r < A N " > v Q v o v o f — t — v D C T \ O \ Ç A 0 > C T \ O \ a N C T N • ^ - • ^ J - ' ^ - N A L r N - ^ t U A C M ON OA CA Ç ^ C h CT\ CA ON COUT^CMCM l > - "v|- t — r— C T > c T \ c r \ C T \ c 3 A c T N O > a N I A t A ^ l - r - ^ N A t - C N C M G \ c T N a \ c T \ c 7 N a \ c A c r \ • r t A C h O r O A W KA O > C T \ C 0 C ^ C T N C O <7\C3A ' O M P v V o VD CO 'CO t " - CT\ c ^ c r \ C T \ c j \ a \ a N c r \ CDA t — t ^ - C — C D C O O A O - C O CT\cACAcrNCAcr\ < 0 > o > CD ^ f - V O V Q C—CO C~-VD c j \ C T v c r \ a \ O N O > O A C A - ^ c o v o -^f- r— vD c r w D c~-C ^ c~-C A c~-C T N c~-C T N c~-C T N O A c~-C A c~-C A T ) fil r H H r i H CD CD CD CD ^ T i T i T i î> - H Ö CD CD M fe d o O -H M & PL, PH t ; + c j ^ ^ i x j f l p n R X! -H -ri ' g EH E j g R ^ p5 i 1 F H i 3 f 5 I^H O ^ ^ c j t > E H E H Ë H E H Ö • H • H T ) cd Ü W CD m cd • H H cd ö r H cd cd - p o - p U cd cd ' s N - P fil O • H H 1 H ^ -CD 4 ^ r-i <4 cd +> > 5 x\ o-ï& o 1 Ü CO <A co • H H J !>s H - ^ - P O m ö • H - P ^ O cd i- ^ ^ •g CD • H M • LS] • i> PH rt CD L CO r H cd

H|W N A | > CM r -T— r— HJDl T - CM O ^ ~ LCA L O . V O T -H A T - I A i - v - CM O O O O T I > CD O N T -T - T - K N V O "=3" CD t -C N O N -CTN -CO '-^ W r - ) '-^ f •r-,< -rr> - r ~ j -rr> • H - H - H - H - p -f-> -4J 4 0 ; M H fn W) cd cd «ti oS O' ft ft o , r o CO O N i n O N M lH V -CD > 1 . P » LTN O ^ . 1 LTN O CM ^ N i w

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderzoek op het gebied van windenergie is hier onderverdeeld in zes onderzoeksgebieden; Transport, installatie en logistiek, Beheer en onderhoud,

De adaptatietechnicus baseert zich op de maatgegevens van de eindgebruiker, leest de aangeleverde gegevens nauwkeurig, herkent juiste zithoudingen, stelt zelfstandig het hulpmiddel

De beginnend beroepsbeoefenaar is voortdurend bezig met het gestructureerd ontwikkelen van zichzelf en met het kritisch analyseren van (bedrijfs)processen in zijn werkomgeving

3 Total hepatic plasma clearance versus body weight for children in our study ( ○) and calculated plasma clearance in adults ( ) based on the reported typical hepatic

Het zou nuttig zijn als het boek in het Engels vertaald werd, zodat historici van Mughal India, die op een enkeling na het Nederlands niet machtig zijn, er hun voordeel mee

Hij zal dan ook niet verbaasd zijn Duynstee's relativering van de eigen vakdiscipline te lezen, wanneer in het boek wordt gesteld dat een republikeinse proclamatie in Nederland

Deze kwaliteiten vindt men terug in het boek over Tollens: niet alleen dat de bewonderde 'volksdichter' (volk = het Nederlandse volk) als mens en als poëet interessanter is dan zijn

geringe kataphoretische snelheid toekomt, en welke bij eene olie- emulsie zonder beschuttende stoffen vrij spoedig tot eene op- heffing van den gcëmulgeerden toestand zou leiden 4 ).