Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
BURSITIS
• Klinische aspecten en commentaren
o Zwelling, gevoeligheid en erytheem van de huid over de bursa.
o Bursae aan olecranon en patella: pijn veroorzaakt door volledige flexie [extensie verloopt meestal comforta-bel (van comforta-belang voor differentiaaldiagnose met arthritis)].
o Lager aantal WBC in synoviaal vocht (2.000 tot 20.000, hoofdzakelijk polymorfonucleairen).
o Incisie en drainage of dagelijkse aspiratie tot de resterende hoeveelheid vocht dat niet meer toelaat. o Bij recidieven valt heelkundige excisie van de bursa te overwegen.
o Infectie door Mycobacterium tuberculosis mogelijk (chronische of recidiverende bursitis).
o Initieel intraveneuze behandeling (enkele dagen tot de klinische toestand gunstig evolueert), gevolgd door een vroegtijdige sequentiële perorale therapie.
• Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus. o Streptokokken.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA. Flucloxacilline.
Oxacilline.
Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA: vancomycine. o Standaard posologieën.
Flucloxacilline: 2 g iv q4h. Oxacilline: 2 g iv q4h.
Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling.
Geen heelkundige drainage: 14 tot 21 dagen (afhankelijk van de klinische evolutie en het succes van de aspiratie).