• No results found

De batenrekening van een landinrichtingsplan voor "Het Grootslag", waarin de uitvoeringstechniek en de mate van vaarsloten dempen variabel is gesteld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De batenrekening van een landinrichtingsplan voor "Het Grootslag", waarin de uitvoeringstechniek en de mate van vaarsloten dempen variabel is gesteld"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NN31545 0288

m u l ü t o , UÉ.00 R C U L T U U R T E C H N I E K EN WATERHUISHOUDING

NOTAnr. 288, januari 1965

BIBLIOTHEEK STARINGGEBOUW

De batenberekening van een landinrichtingsplan voor 'het Grootslag', waarin de uitvoeringstechniek en de

mate van vaarsloten dempen variabel i s g e s t e l d

Ir. C. Bijkerk en L. W. Vink

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemid-delen, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud v a r i e e r t sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende d i s c u s s i e van onderzoeksresultaten. In de m e e s t e gevallen zullen de c o n c l u s i e s echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet i s afgesloten.

Aan gebruikers buiten het Instituut wordt verzocht z e niet in publi-katies te vermelden.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking.

(2)
(3)

1 -Inleiding

Deze nota bevat een overzicht van de b at enb e rekening voor 11 plan-nen voor een proefgebied in de ruilverkaveling 'het Grootslag'. Ze is een direct gevolg van de besprekingen met vertegenwoordigers van de Centrale Directie en Directie Noordholland van de Cultuurtechnische Dienst over I. C. W. -nota nr. 265: 'Alternatieve landinrichtingsplannen voor de ruil-verkaveling het Grootslag'. Uit deze besprekingen, waarin over de algeme-ne conceptie als zodanig overeenstemming bestond, resulteerde de wenselijk-heid naar een onderzoek in detail met variaties in uitvoeringstechniek en mate van slootdemping. De doelstelling was het effect van deze factoren op investeringen, baten en rentabiliteit.

De kostenbegrotingen voor de 11 plannen zijn vastgesteld in nota nr. 283, I. C. W. van J. B. Sprik en Th. J. Linthorst.

De alternatieve uitvoeringstechnieken zijn zuigen en spuiten, ploe-gen en afschuiven,berekend voor de volploe-gende toekomstige situaties:

1. banne sloten open

f

7o perceelssloten dempen

100% perceelssloten dempen 2. 86% banne sloten dempen —— 100% perceelssloten dempen 3. 57% banne sloten dempen 100% perceelssloten dempen

Voor de plannen 2 en 3 werden na overleg uitvoeringstechnische alternatie-ven doorgerekend, waarbij

. werd gespoten tot weg enz and beschikbaar komt, waarna de r e s t

van de sloten werd gedempt door ploegen en afschuiven (C-plannen). Daarnaast werden op grond van ervaringen elders voor plan 2 de sloten op-gevuld tot 50 cm onder maaiveld, waarna de rest werd aanop-gevuld met spe-cie verkregen door ploegen en afschuiven. Voor een uitvoerige beschrijving moge worden verwezen naar nota nr. 283 van het I. C. W.

Baten

Voor de opzet van de batenrekening, die in grote lijnen onveran-derd i s gebleven, moge worden verwezen naar de eerder genoemde nota nr. 265. De volgende wijzigingen werden aangebracht:

(4)

• • I ; • •. " o o v r.'.-ii-' i v s j i :>::•••••.• t h •• h v-,-..,V •b .;:•.:;: •.'•• •v ceob'fO'

(5)

1. Bagger

Uit de bespreking met de Cultuurtechnische Dienst is naar voren gekomen, dat de opgevoerde waarde voor het verlies aan slootbagger te hoog was gesteld. Bij navraag in 'het Grootslag' bleek, dat de

waarde-ring van de bagger de laatste 2 jaar belangrijk is teruggelopen. Op grond hiervan werd gesteld, dat de waarde van slootbagger niet hoger diende te worden gewaardeerd, dan de kosten van winning en v e r s p r e i -ding.

2. Landverliezen

De landverliezen zijn in de oorspronkelijke opzet in de kostenbegro-ting opgenomen. De landwins ten daarentegen in de batenberekening. Het netto resultaat van enerzijds landwinst, verkregen door het dempen van sloten en anderzijds landverlies door het ontstaan van een zuigput en de aanleg van wegen is thans in de batenberekening verwerkt.

3. Oppervlakte cultuurgrond

Alle baten zijn in nota nr. 265 uitgedrukt in de oppervlakte cultuur-grond in de oude toestand. In deze aanvullende berekening is uitgegaan van de oppervlakte cultuurgrond in de nieuwe situatie.

De baten van de diverse plannen zijn berekend ten opzichte van de huidige situatie. Ze zijn samengevat in tabel 1.

In verband met het feit dat ten aanzien van het uiteindelijk tuinbouw-kundige resultaat de plannen nagenoeg gelijk zijn, is een belangrijk aandeel van de baten constant (ca. 85%). Ter benadering van de rentabiliteit van de uit te voeren werken i s het echter noodzakelijk alle te berekenen baten op te nemen. Als gevolg van deze werkwijze zijn uiteraard de berekende v e r

-schillen procentueel gering, hetgeen een uitspraak op grond van deze cal-culaties bepaald niet gemakkelijk maakt.

Variabel zijn de baten, verkregen door besparing op de kosten voor het slootwalonderhoud, rattenbestrijding en -schade, benevens de jaarlijk-se kosten nodig voor de aanpassing van de beregeningsinstallatie aan de nieuwe situatie. Deze baten zijn afhankelijk van de totaal te dempen sloot-lengte, die in deze plannen verschilt. De landwinst varieert eveneens. De grootte hiervan wordt bepaald door de uitvoeringsmethodiek en de te dem-pen slootlengte.

(6)

À JU? I

.'XT! O

•h. . y j

(7)

3

-De rentabiliteit

Teneinde de plannen onderling te kunnen vergelijken zijn de te v e r -wachten jaarlijkse baten uitgedrukt in een percentage van de investering. De aldus berekende investeringseffecten zijn weergegeven in tabel 2.

Uit de cijferopstelling blijkt dat,behoudens de plannen met zuigen A A

en spuiten (IX en X ), waarbij respectievelijk 86% en 57% van de banne-sloten worden gedempt, de investeringsniveau's niet m e e r verschillen.

Voor wat betreft de baten kan worden opgemerkt dat deze relatief meer verschillen. Als gevolg van de gerichte keus en de uitgangspunten voor de batenberekeningen nemen de baten toe bij toenemende investeringen

(mate van slootdemping) bij gelijk blijvende uitvoeringstechniek (vergelijk: VIIA + a a n V' , XA, IXA en V I IE + a a n v" , XB, IXB).

Op basis van de investering s effecten komt men tot het plan IX/ en IX (i. e. = 0,079). De verschillen met de andere plannen zijn echter zeer gering als gevolg van de gekozen werkwijze. Het plan houdt in volledige slootdemping door middel van ploegen en afschuiven c.q. combinatie met zuigen en spuiten.

Een beschouwing op basis van marginale rendementen levert de vol-gende opstelling plan V U B VII A VII B+aanv. X C X B IX B IX C k o s t e n 11 170 11 220 11 350 11 860 11 880 11 880 11 890 b a t e n 848 8 4 2 871 917 918 9 4 2 939 m e e r k o s t e n -50 180 510 530 530 540 b a t e n -n e g . 23 46 47 71 68 t e ring s e f f e c t 0 , 0 7 6 n e g . 0 , 1 2 0 , 0 9 0 , 0 9 0 , 1 3 0 , 1 3 rest is negatief.

Deze beschouwing leidt eveneens tot de keuze IX (alle sloten dempen door middel van ploegen en afschuiven) en IX (sloten dempen overwegend door middel van ploegen en afschuiven, echter spuiten tot wegenzand v r i j komt). Evenwel dient te worden bedacht dat voor vele alternatieven de v e r -schillen in de begroting van kosten en baten zodanig gering zijn dat het doen van een uitspraak wel erg moeilijk wordt.

(8)

.-!;•

(9)

-

•4-Wel blijkt uit een zekere trend, dat de rentabiliteit van slootdemping bij zuigen en spuiten afneemt bij toenemende omvang van slootdemping,dit in tegenstelling tot demping door middel van ploegen en afschuiven. Dit geldt althans voor de kleinere sloten.

Gezien de geringe verschillen in rentabiliteit en investeringsniveau van de berekende alternatieven, zal de uiteindelijke keuze van de werkme-thode in hoge mate worden bepaald door de verwachtingen omtrent voorde-len van de ene methode boven de andere, afhankelijk van de omstandigheden in het gebied.

Als keuze-bepalende faktoren kunnen daarbij worden genoemd: a. voordelen van egalisatie in geval van kruinige c. q. ongelijke ligging van

de akkers bij diepploegen en afschuiven

b. voordelen van breken van storende lagen bij diepploegen en afschuiven c. voordelen van vermijding structuurbederf bij zuigen en spuiten

d. voordelen van vermijding verschraling van de bouwvoor bij zuigen en spuiten.

Het inzicht in de grootte-orde van het totale saldo van de ene werkme-thode boven de andere voor de verschillende gebiedsonderdelen, zal gezien de geringe verschillen doorslaggevend kunnen zijn. Op dit punt ontbreken gegevens van onderzoekingen, zodat geen kwantitatief oordeel op grond hiervan zou kunnen worden gegeven. De mate, waarin deze faktoren de b e -rekende baten-kosten verhoudingen kunnen beinvloeden, kan bij wijze van voorbeeld geillustreerd worden met onderstaande berekening.

Neemt men bijvoorbeeld aan dat bij diepploegen en afschuiven in v e r -gelijking met zuigen en spuiten extra in totaal een opbrengstdaling als ge-volg van structuurbederf optreedt van 10% (bijvoorbeeld 5% in eerste j a a r , 3% in tweede jaar en 2% in derde jaar na uitvoering) dan komt dit overeen met een verlies van ƒ 1 000, - / h a (bruto-opbrengst ƒ 10 000, - / h a j r ) . Be-schouwt men dit als investering dan moeten derhalve de kosten van de plan-nen met ploegen en afschuiven met dit bedrag worden verhoogd, waardoor de plannen met zuigen en spuiten relatief gunstiger worden. Wellicht ten overvloede zij erop gewezen, dat hiermede geen uitspraak wordt beoogd ten gunste van de ene werkmethode boven de andere. De berekening geeft

slechts een indicatie van het belang van een juist inzicht in het tuinbouw-kundige resultaat van de uitvoeringsmethoden.

(10)
(11)

De b e r e k e n i n g van de r e n t a b i l i t e i t m e t een a f s c h r i j v i n g s t e r m i j n van 30 j a a r geeft u i t e r a a r d een zelfde v o l g o r d e . Het geeft de orde van g r o o t t e van de r e n t a b i l i t e i t van deze i n v e s t e r i n g e n aan. Een dergelijke v e r g e l i j kende beschouwing wordt p a s i n t e r e s s a n t indien m e n het aandurft v e r s c h i l -len i n a f s c h r i j v i n g s t e r m i j n aan te n e m e n m e t het oog op toekorrstige ontwikkelingen (bijvoorbeeld de plannen m e t alle bannesloten dempen een l a n g e r e a f s c h r i j v i n g s t e r m i j n dan de plannen m e t open laten van de b a n n e s l o -ten).

De g e r i n g e v e r s c h i l l e n in het t o t a a l b e e l d zijn aanleiding g e w e e s t de k a v e l i n r i c h t i n g op zichzelf nog n a d e r te a n a l y s e r e n . Ds r e s u l t a t e n zijn e v e n e e n s w e e r g e g e v e n in t a b e l 2. Hierbij zijn 3 beschouwingswijzen t o e -g e p a s t :

A. toedeling van de k o s t e n op b a s i s van de k o s t e n b e g r o t i n g e n r o n d e r m e e r B . t o e r e k e n i n g van e x t r a k o s t e n voor ontsluiting en w a t e r b e h e e r s i n g aan

de k a v e l i n r i c h t i n g . Hierbij zijn p e r situatie ( = m a t e van slootdempir.g) de m i n i m a l e k o s t e n in rekening g e b r a c h t i n c a s u het goedkoopste a l t e r

-/ A A + TXW

natief voor deze v e r b e t e r i n g s w e r k e n (basisplannen VII , VIÏ ' I XA en XA) .

C. e v e n e e n s t o e r e k e n i n g van e x t r a k o s t e n van de k a v e l i n r i c h t i n g , w a a r b i j het goedkoopste a l t e r n a t i e f van alle s i t u a t i e s als b a s i s in rekening i s g e b r a c h t (basisplan VII ).

Deze werkwijze heeft het v o o r d e e l , dat de onderlinge v e r s c h i l l e n t o e n e m e n . Ook bij deze b e r e k e n i n g e n komt plan IXT a l s b e s t e a l t e r n a t i e f n a a r v o r e n , zodat ook op g r o n d van deze b e r e k e n i n g e n niet tot een a n d e r e conclusie kan w o r d e n b e s l o t e n . Wel blijkt u i t e r a a r d dat de i n v e s t e r i n g s e f f e c t e n van de plannen m e t ploegen en afschuiven h i : rbij enigszins dalen, w a a r d o o r de r e l a t i e v e v e r s c h i l l e n m e t zuigen en spuiten afnemen (met 0, 6%). De c o m b i -natie van k a v e l i n r i c h t i n g m e t wegaanleg m a a k t zuigen en spuiten r e l a t i e f ten opzichte van ploegen en afschuiven g u n s t i g e r (besparing op dv.ur wegen-zand). Evenwel kan dit effect in totaal b e z i e n de b a l a n s niet doen o v e r s l a a n n a a r zuigen en spuiten.

Samenvatting en C o n c l u s i e s

1. Voor z o v e r de g e r i n g e v e r s c h i l l e n c o n c l u s i e s t o e l a t e n zijn e r aanwijzin-gen, dat het dempen van alle b a n n e s l o t e n (exact 7/S deel) zowel uit een oogpunt van i n v e s t e r i n g e n als r e n t a b i l i t e i t geen overwegende b e s w a r e n

(12)
(13)

6

-ontmoet. Dit geldt zeker als men met het oog op toekomstige ontwikkelingen (grote tuinbouwbedrijven van b. v. 10 à 20 ha) het aandurft v e r

-schil in afschrijvingstermijn toe te passen.

2. Voor wat betreft de uitvoeringstechniek zijn de kostenverschillen v e r -waarloosbaar gering indien de bannesloten open blijven. Bij demping van de bannesloten om de andere of voor 7/8 deel is zuigen en spuiten aan-toonbaar duurder, terwijl de baten niet stijgen. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat ploegen en afschuiven al dan niet met zuigen en spuiten van wegenzand de voorkeur verdient, uit een oogpunt van in-vestering.

3. De grote onzekerheid ten aanzien van het uiteindelijke tuinbouwkundige resultaat, dat sterk bepaald wordt door de uitvoeringstechniek, tast de waarde van de sub 2 vermelde conclusies aan, zoals uit een globale b e -rekening is gebleken.

4. Met het oog op de sub 2 en 3 vermelde factoren verdient het aanbeveling aandacht te schenken aan de tuinbouwkundige resultaten van verschillen-de uitvoeringstechnieken of combinaties daarvan.

(14)
(15)

•a •A .5 00 •S l - l ? a je t . CU > rH • H •O O •P c CS o • r i N O . O c CU • p

s

.p .S ca "U 60 «w cj> O fc. a c a> <i> t . o o > a CU e g r-I C 10 M •S •p f O • r i t . •S •a c co 1-1 <u > o • H • P CO C CE n EH • J «* ««.

s

> g CO + ca M M > a) H > > g a) + • « M 60 •5 > ::? (H . c 8 J <0 eu > CO

8 8 ^ §

8 8 8 8 8 ^ 8

8 8 ^ 1

» a ^

O - r i • H r-( rH (H M <U <I> > > (H « 5

S

•o o o > I D i t ) « •P g « O o CU <r CM -=f 0> - * K\ J) N K\ r

a a * » *

(M 00 CM S \ \ -« N N KV tA C3> CM -tf t > f » fc • £ x : rc> o> Ol . * CM S & f t . wR o* N J * CM «o - * 2> t : »o r- «A r- rci r - I A l A . * T 4 - r w CM K\ CT> r- \ 0 r u \ r m *3PK> o •S

."°

• H Ci) fr. T ) • p O to x; c c CD 0) • P * > cd co u u • H 0) •o a c a

sa

0) CM &0 JS ' r ? I I I I o> r» 3 > ^ l t i l go. i i ùO-rp <0 TJ CH CU • r » A 'î-. in -a o

*3

c <u eu > •P TJ eo e o 3 I CM f A 5 S> CM !0 S cO

s

a •P o -p l 3 c eu s* o -p C M M hO C • H •P • r i 8 rH •P eS o

t*

t*

S *

l

g

g

l

g

va*

S *

« g

I

s -* o Arbeidsbesparin g Afnam e regenverle t s e n t CM f3 R CM c3 !R CM c3 R & 8 R Ri 8 R Ri u S, CM CM I A CM c3 R CM CM ÊS CM c« I A

«8 °

Besparin g veilingtranspor t Direct e aanvoe r materiaa l Besparin g loonwer k O O . " • | t ' c a ' i i i i i i i i i i • o \o -* q» o r-CVI o> «" R\ r- ^A 1 t -• I I I 1 1 1 W M> * <J> ( P N r 5 > « • m r m i \ -i l i l i l 1 CT* VÛ -st CT* CT» r*-T- CJ> T" HA r*-T- KN 1 c 1 I I I I I

i cy> vp ^ o> o> r^ f ej> r- rn r- iA 1 r-1 I I I I I 1 r* 1 I I I I I i i i i i I I I I I C M $ - £ £ ? & I I I i l C M & - ? £ £ & «r I I I I I Onderhou d landbouwwege n Aanscha f wagon s Extr a ure n trekke r Besparin g schuitexploitati e Afschrijvin g schuite n Bou w veldschuu r t , m +> a > t> o . I co eu S t i C -P 0) CM S 5

f

f

f

I

3 3 CM fi! &

I

S

s

s

CM CM •3 t,

I

to «

I

(16)
(17)

Si 3> <M -a-8 00 o I A m S o> co co o CT* Cv) I A o I A

* s «

S P S S CM O Kl o

i l s

o r-8 S r-8 o I A C * -o o to * o

g

s o • H t-, Si s •a ai Cw « 1 0) w 60 60 •S .s 0> • p V) o > CD . p <u 1 h • r i <0 O O X » <U ^ . H 60 CM 00

8

> eo a • • P - o CO r - l X I 60 g> 6 0 m G Ja - r i o 8

I

g I A CM

I

Q r- Q IA Q IA 4r co • * r>- - 5 c-CT» o IA o rc\ o ft 3 »A o

I

8

I

© »A 9?

I

I X o > et) J * (4 •S eu 1-4 +> 60 (ƒ) * _ • CU 60 m 60 C 60 CO CH tu m 60 •S u > cd .p 'S) -P C0 s - / w 6 0 co fcl XI <B r-4 +> 60 W ^-^ 01 60 •P O <r< 60 •S t. Cl) U) 0) o •p O. M O > IA • H Ifl S s, •S • P s 60 0) X I C 0) O .Sis t u CD £> Q. O 60 •S ~ u a Xi <ù •8« +> 0) -ts 60 C -S <B r - l

-s s

• r i C0 3 + m > H c >• a) a xi S o X I rH +> P . O O O 60 60 .5 -S •S 5 co C c • p - p m m o o is a 60 60 .s .s • (H C0 CO S! O p 5 a 60 •S VI 60 •S § > C 0) O d> •a .a .s a c o o § > 60 •S -P a •S u .s r-l % C0 Jd fc. O g o 60 •S

(18)

- * W A G E N I N B E N l For quality of life

Wageningen UR library

P.O.Box 9100

67p0 HA Wageningen

the Netherlands

www.library.wur.nl

10000910018429

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij indirecte kosten gaat het om mensen die ziek blijven of complica- ties krijgen, daardoor op consultatie moeten komen, niet kunnen werken of hun huishouden niet kunnen doen

1. Gem i Achillea millefolium Aethusa cynapium Agropyron repens Agrostis stolonifera Ânagallis arvensis Apera spica-venti Aphanes arvensis Atriplex patula Avena fatua 8 Mei

Naarmate de infectie vordert, ontstaat een geheel van klinische kenmerken dat uniek is voor een infectie door Clostridium sordellii: duidelijke leukocytose die leukemoïde reactie

De grondbeginse- len waren en zijn nog dat bedrijfsgebouwen en woning op het bij- behorende land worden geplaatst, dat dit land in één kavel wordt verenigd, dat voor deze kavel

Hierbij moet bedacht worden, dat het mogelijk is, dat de nawerking (nà 2 jaar) en de invloed van het verse stro elkaar doorkruisen. En door het verschil in gewas zijn mogelijk

The aqueous absorption or desorption of solutes with high Henry’s volatility constants conventionally exhibit liquid phase mass transfer limiting behaviour (Cussler, 1984)..

On par with studies in other countries such as Norway (Halvorsrud, Kalfoss, &amp; Diseth, 2008), Brazil (Chachamovich, Fleck, Trentini, &amp; Power, 2011) and the United Kingdom

De in deze evaluatie gepresenteerde bevindingen bevestigen ook dat het structureel verbinden van waterveiligheidsopgaven met ruimtelijke opgaven in een gebied alleen mogelijk is