• No results found

View of J.J. Wielaert , De geldbronnen van het Nationaal-Socialisme en de bewogen levens van de Belgische avonturier J.G. Schoup. Een analytische biografie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of J.J. Wielaert , De geldbronnen van het Nationaal-Socialisme en de bewogen levens van de Belgische avonturier J.G. Schoup. Een analytische biografie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J.J.Wielaert, De geldbronnen van het Nationaal-Socialisme en de bewogen levens van de Bel-gische avonturier J.G. Schoup. Een analytische biografie. (Amsterdam: Uitgeverij Preliminair, 2014) 463 p. ISBN 978-94-02210-29-3.

Veel biografen hebben de neiging om een vuistdik boek over hun onderwerp te produceren. Een door J.J. Wielaert geschreven portret van de journalist, schrijver en zakenman J.G. Schoup (1893– 1944) vormt hierop met zijn 344 bladzijden en meer dan 140 bladzijden aan bijlage geen uitzondering. Zijn biografie is gebaseerd op uitvoerig archiefonderzoek in het IISG. Een uitgebreid, wetenschappelijk aan-doend notenapparaat getuigt hiervan.

Wie was J.G. Schoup? Hij werd geboren in 1893 in Antwerpen. Hij volgde een handelsschool, werd klerk bij een scheepvaartkantoor en werd als Belgisch soldaat de Eerste Wereldoorlog ingezogen. Als oorlogsvluchteling werd hij in Nederland geïnterneerd.

Vanaf 1918 schreef hij voor tijdschriften als‘De Loods – Politiek – economisch – literair Weekblad en Orgaan van den Economischen Bond’, een door M.W.F Treub opgericht tijdschrift, het blad‘Het Schip’, ‘De Ploeg’ en werd hoofdredacteur van het tijdschrift‘De Kamer van Koophandel en Fabrieken’. Daarnaast publiceerde hij in de jaren dertig vier romans: het semi-autobiografische ‘In Vlaanderen heb ik gedood’ handelend over een Vlaamse deserteur tijdens de Eerste Wereldoorlog, ‘Geldhonger’ over accountancy en beursspeculatie, ‘ Blanke Boeien’ spelend in koloniaal Congo en‘ Een Vrek’ over een pastoor in de Vogezen. Met uitzondering van zijn boek over de pastoor in de Vogezen waren de recensies van zijn romans niet gunstig. Na 1935 was Schoup met wisselend succes vooral actief als vertaler. In 1933 was er discussie of Schoup de schrijver of alleen maar de vertaler was van de brochure‘De geldbronnen van het Nationaal-Socialisme’, waarin de Amerikaanse bankier Sidney Warburg betoogde dat Hitler met Amerikaanse geld aan de macht gekomen was. De brochure maakte veel stof los, maar werd binnen korte tijd als een falsificatie uit de handel genomen. Schoup werd ervan beschuldigd niet de vertaler te zijn, maar de schrijver van de publicatie. Wielaert maakt duidelijk dat ook een deel van de krantenartikelen die Schoup in Het Vaderland en in andere bladen publiceerde niet op feiten waren gebaseerd. Schoup was een fantast die telkens een andere kring mensen een rad voor de ogen draaide. In het midden van de jaren dertig was hij een tijd lang een gevierd spreker in pacifistische kringen totdat hij ook hier ontmaskerd werd. Verder eigende hij zich onterecht een doc-torstitel toe en opereerde zelfs een periode zonder juridische scholing als advo-caat. Al deze activiteiten konden niet voorkomen dat het gezin Schoup het altijd financieel moeilijk had.

De Duitse bezetting bood Schoup nieuwe mogelijkheden voor duistere zaken. Hij hield zich onder meer bezig met het tegen betaling doorsluizen van mensen

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0137

<TSEG1601_06_RECE_1Kv36_proef2 ▪ 12-04-16 ▪ 14:23>

137

VOL. 13, NO. 1, 2016

(2)

naar Zwitserland. Toen de betrokkenen, door de Duitsers onderschept, dood-geschoten werden, rekende de illegaliteit dit Schoup aan, naast andere financiële malversaties. Schoup werd in 1944 doodgeschoten door leden van een Rotter-damse knokploeg. Aan een avontuurlijk leven in de marge van de samenleving, waarin waarheid en verdichtsel door elkaar gevlochten waren, kwam een einde.

Over Schoup zou een spannend, boeiend boek geschreven kunnen worden. Dat is Wielaert echter niet gelukt. De structuur van zijn relaas is chaotisch. Het wordt bovendien ontsierd door veel dubbelingen, heen en weer schieten in de tijd en nodeloze uitwijdingen. Zijn aan Leonhard Huizinga’s ‘Adriaan en Olivier’ den-kende wijdlopige schrijfstijl leidt daarnaast erg af. De biografie is in veel opzichten niet geslaagd, net als het leven dat de auteur beschrijft.

Hans Buiter Utrecht

M.R. Kremer, Huwelijk en Vermogen. Een (rechts)historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809). (Amster-dam: Kluwer, 2013) 671 p. geen ISBN, proefschrift UvA.

Juist omdat huwelijken tot ver in de twintigste eeuw in principe duurden‘tot de dood ons scheidt’ vormden huwelijkssluitingen belangrijke aangelegenheden om vooruit te kijken en zaken vast te leggen die betrekking hebben op de econo-mische positie van de weduwe of weduwnaar. Het proefschrift van Marcel Kremer gaat in op de juridische maatregelen die trouwlustige koppels namen met het oog op de zorg voor de echtgenoot die overbleef na het overlijden van de partner.

Kremer combineert daarbij een rechtshistorisch onderzoek met een sociaal-economische invalshoek. Wat betreft de eerste component kijkt Kremer niet zoz-eer naar de formele maatregelen, zoals geformulzoz-eerd in het geldende huwelijks- en vermogensrecht, als wel naar de manier waarop daaraan in de praktijk invulling werd gegeven. Tussen formeel recht en praktisch gebruik kunnen immers verschil-len bestaan. Bovendien biedt deze insteek zicht op verzorgingsmaatregeverschil-len die niet wettelijk waren vastgelegd en, door afspraken te koppelen aan specifieke personen, op hoe sociaaleconomische achtergronden concrete afspraken konden beïnvloeden. De historische component krijgt bij Kremer vorm met de vraag in hoeverre sociaaleconomische achtergronden van beide huwelijkspartners de spe-cifieke juridische keuzes beïnvloedden.

Kremer kiest ervoor zijn onderzoek te beperken tot één specifieke groep, namelijk de lidmaten van de Groninger Oude Vlamingen (een doopsgezinde

ge-AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0138

<TSEG1601_06_RECE_1Kv36_proef2 ▪ 12-04-16 ▪ 14:23>

138 VOL. 13, NO. 1, 2016

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het bestemmingsplan Buitengebied dat in april 2012 is vastgesteld staat deze interessante passage onder het kopje Afwijkingsbevoegdheid:“voor een grotere oppervlakte van

Is het college het met ons eens dat niet het beschikbaar stellen van een redelijke vergoeding bepalend is voor de beoordeling of voldaan wordt aan de wettelijke taak, maar de

Betreft: schriftelijke vragen door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen

Maar bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat honderden renners die ploegsgewijs door het park denderen en publiek dat juichend en soms blazend op instrumenten (de

Indien de aankoop niet gedekt kan worden uit de bouw- en grondexploitatie Grote Markt oostzijde, door middel van een hogere verkoopopbrengst van de gronden, wordt het pand

De Stadspartij is van deze brief geschrokken en vraagt zich af hoe de in deze brief geschetste ontwikkelingen zijn te rijmen met de aanbesteding van een (regio) tram.. Alhoewel

13 februari 2012, heeft de RUG laten weten dat deze brief bedoeld was voor het college van B&amp;W en niet voor de gemeenteraad... Alvorens de vragen te beantwoorden, het volgende:

Bent u bereid om de raad een overzicht te verschaffen van de grootste afwijkingen (zeg: vanaf € 1 miljoen incidenteel, € 1 ton structureel) van de begroting 2012 per 9 februari