University of Groningen
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad Karapetian, Arpi
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2019
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Karapetian, A. (2019). Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad: Civielrechtelijke en strafrechtelijke normen voor bestuurders van noodlijdende ondernemingen. Wolters Kluwer.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
STELLINGEN
behorende bij het proefschrift
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Civielrechtelijke en strafrechtelijke normen voor bestuurders van noodlijdende ondernemingen
van A. Karapetian
1. De maatstaf van het ernstig verwijt is bij bestuurdersaansprakelijkheid uit
onrechtmatige daad uit dogmatisch oogpunt overtollig en ontneemt het zicht op de aansprakelijkheidsnorm.
2. In het civiele recht zou de aandacht, net als in het strafrecht, gericht moeten zijn op een beoordeling van het feitelijke gedrag van de persoon van de bestuurder.
3. De door de Hoge Raad gehanteerde Beklamel-norm bevat weliswaar voldoende maar geen noodzakelijke voorwaarden voor aansprakelijkheid van de bestuurder op grond van art. 6:162 BW bij het verrichten van rechtshandelingen namens de vennootschap.
4. De beoordeling van het gedrag van de bestuurder dient bij reddingspogingen aan de hand van hoofdzakelijk formele criteria te geschieden.
5. Het onderscheid tussen primaire en secundaire aansprakelijkheid dient bij de
conceptualisering van de bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW te worden afgewezen.
6. De faillissementspauliana bevat geen uitputtend normatief voor de bestuurder van de schuldenaar-rechtspersoon.
7. De schoonheid van een betoog is indicatief voor zijn overtuigingskracht.