ZOETWATERVOORZIENING VEILIG STELLEN
WERKEN AAN EEN VOORZIENINGENNIVEAU
VOOR ZOETWATER
OVERHEDEN
GEBRUIKERS
?
?
?
?
?
?
?
?
WIE DOET WAT?
De provincies zorgen ervoor dat per regio een voorzieningenniveau wordt uitgewerkt. Het is
belangrijk dat alle partijen - overheden en gebruikers - daaraan deelnemen. Afhankelijk van het karakter en de omstandigheden wordt er een trekker aangewezen. Het Rijk is verantwoordelijk voor het uitwerken van een voorzieningenniveau voor het hoofdwatersysteem, dat moet samenhangen met de regionale voorzieningenniveaus.
AL DOENDE LEREN
Het werken aan een voorzieningenniveau voor zoetwater is nieuw. Al doende moeten we ontdekken wat een zinvolle en werkbare invulling is. Verspreid over het land werken we nu aan een aantal pilots, die in 2018 geëvalueerd worden. Het gaat daarbij om maatwerk. Regio’s, watersystemen en informatiebehoefte bij gebruikers zijn immers zeer verschillend. Per gebied kan het voorzieningenniveau dan ook een andere uitwerking krijgen. Het
streven is om in 2021 voor alle gebieden en het landelijke hoofdwatersysteem samenhangende voorzieningenniveaus te hebben.
Voldoende zoetwater lijkt in Nederland vanzelfsprekend, maar is dat niet. Dat merken we aan droge perioden. Door de verandering van het klimaat komen droge perioden vaker voor en treden vaker tekorten op, zeker als de vraag toeneemt. Een voorzieningenniveau voor zoetwater geeft inzicht in de verwachtte beschikbaarheid van zoetwater in gewone en in droge situaties. Hierdoor kunnen overheden en watergebruikers tijdig inspelen op veranderingen en onze watervoorziening op peil houden. Een voorziening en niveau moet in dialoog tot stand komen. Het is dus belangrijk dat u als overheid of watergebruiker mee denkt en doet.
Door in onderling overleg een voorzieningenniveau af te spreken, weten gebruikers en overheden wat hen te wachten staat en kunnen ze tijdig inspelen op veranderingen en schade voorkomen. Het geven van inzicht aan gebruikers, draagt ook bij aan
‘zoetwaterbewustzijn’ en stimuleert zo zuinig omgaan met water.
HET VOORZIENINGENNIVEAU KOMT IN DIALOOG IN DRIE STAPPEN TOT STAND.
STAP 1: Transparantie: inzicht geven en krijgen
In alle zoetwaterregio’s voeren gebruikers en overheden een uitgebreide dialoog over het gewenste inzicht in de beschikbaarheid van zoetwater in normale en droge situaties. Waterbeheerders (Rijkswaterstaat en de waterschappen) geven watergebruikers (bedrijven, organisaties en burgers) niet alleen informatie over de beschikbare hoeveelheid, maar ook , als dat relevant is, over de kwaliteit of temperatuur en of het water zoet of zout is. Ook bespreken zij de mogelijkheden om het watergebruik en de waterverdeling te verbeteren.
STAP 2: Optimaliseren: verbeteren en afwegen
Door vervolgens de inspanningen van overheden en gebruikers beter op elkaar af te stemmen wordt de zoetwatervoorziening doelmatiger en duurzamer. Het gaat hierbij niet alleen om kleine ingrepen, zoals het aanleggen van een duiker, maar er moet ook worden gekeken hoe we op de langere termijn onze ruimte beter op de zoetwatervoorziening kunnen afstemmen. Moet je bijvoorbeeld in een kustgebied waar verzilting optreedt wel bloembollen verbouwen of kun je dat beter elders doen?
STAP 3: Afspraken: maken en vastleggen
Zo kunnen zo nodig (nieuwe) afspraken worden gemaakt over maatregelen en inspanningen om de zoetwatervoorziening op peil te houden en over taken en verantwoordelijkheden van de partners. Die worden vastgelegd in instrumenten, zoals waterakkoorden of peilbesluiten.
Wilt u meer weten over het werken aan het voorzieningenniveau voor zoetwater?
Mail dan naar: PostbusZoetwater@minienm.nl.