• No results found

De Verlenging. Afro-Amerikaans protest tegen rassenongelijkheid in de sportgeschiedenis en de invloed op het protest van Colin Kaepernick.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Verlenging. Afro-Amerikaans protest tegen rassenongelijkheid in de sportgeschiedenis en de invloed op het protest van Colin Kaepernick."

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

De verlenging:

Afro-Amerikaans protest tegen rassenongelijkheid in de sportgeschiedenis en de invloed op

het protest van Colin Kaepernick

1

Radboud Universiteit Nijmegen Bachelor werkstuk Faculteit der Letteren Steve Willems S4379624 Begeleider: R. Ensel

1 Joe Nicholson, Colin Kaepernick knielt voor een wedstrijd met twee teamgenoten in Seattle, 25 september

(2)

2

Contents

Inleiding ... 3

Status quaestiones... 4

Voorwaarden voor protest ... 4

Protest tegen rassenongelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika ... 5

Afro-Amerikaans protest binnen sport ... 7

Methode en vraagstelling ... 11

Hoofdstuk 1: ... 12

Afro-Amerikaans protest tegen rassenongelijkheid. ... 12

Hoofdstuk 2 Drie casestudies omtrent protest tegen rassenongelijkheid binnen sport ... 16

Jack Johnson ... 16

Jesse Owens ... 17

Tommie Smith en John Carlos ... 18

Herinnering ... 19

Hoofdstuk 3 ... 21

Kaepernick in de traditie van protest tegen rassenongelijkheid in sport ... 21

Conclusie: Een Amerikaanse traditie ... 24

Bibliografie ... 26 Boeken: ... 26 Artikelen: ... 27 Krantenartikelen: ... 28 Websites: ... 28 Afbeeldingen: ... 28

(3)

3

Inleiding

In 2016 kwam de zwarte Amerikaanse footballspeler Colin Kaepernick in opspraak omdat hij protesteerde tegen politiegeweld tegenover zwarte Amerikanen. Kaepernick weigerde om te staan terwijl het volkslied voor de wedstrijd speelde, een bijna heilige traditie voor Amerikanen, in plaats daarvan ging hij op een knie zitten. Het protest van Kaepernick staat in lijn met de #Blackpower beweging die in 2013 opkwam, na de omstreden dood van de Afro-Amerikaanse Trayvon Martin. Kaepernick gebruikte zijn positie als bekende sporter om mensen bewust te maken van een probleem dat speelde onder de bevolking. Toen Kaepernick werd gevraagd waarom hij protesteerde zei hij: I am

not going to stand up to show pride in a flag for a country that oppresses black people and people of color. To me this is bigger than football and it would be selfish on my part to look the other way. There are bodies in the street and people getting paid leave and getting away with murder.2

Kaepernicks protest is te zien in een lijn van andere bewegingen die in het verleden

protesteerden voor gelijke rechten van de zwarte Amerikaanse bevolking. Protest in sport is met een creatieve blik terug te leiden naar de slavernij, waar zwarte sporters al meer vrijheden kregen van hun eigenaren op het moment dat zij uitblonken op sportief gebied. Georganiseerd protest in de sport begint in 1947, maar beleeft zijn eerste hoogtepunt in de jaren 60 als ook de Civil Rights Movement van onder andere Martin Luther King op komt. Het protest van Kaepernick doet denken aan het protest van Tommie Smith en John Carlos, die een Black Power groet maakten tijdens het afspelen van het volkslied bij een medaille uitreiking op de Olympische Spelen van 1968.

In dit werkstuk onderzoek ik aan de hand van drie casestudies hoe Afro-Amerikaans protest in hun eigen tijd werd ontvangen en hoe dit tegenwoordig herinnerd wordt. Door middel van kranten te gebruiken probeer ik een beeld te schetsen hoe er over het protest gesproken werd in de tijd dat het protest plaatsvond. Vervolgens koppel ik deze casestudies aan het protest van Colin Kaepernick en vergelijk ik het protest van Kaepernick met eerder protest en kijk ik hoe het protest van Kaepernick herinnert aan eerder protest.

Protest is een thema wat tegenwoordig veel voorkomt. Niet alleen zien we protest tegen rassenongelijkheid, maar ook protest voor LGBT-rechten of zelfs klimaatverandering zijn aan de orde van de dag. Door protesten met elkaar te vergelijken hoop ik inzicht te creëren in de ontwikkeling op het gebied van protest.

2 Steve Wyche, Colin Kaepernick explains why he sat during national anthem, NFL Media, (2016)

http://www.nfl.com/news/story/0ap3000000691077/article/colin-kaepernick-explains-why-he-sat-during-national-anthem Geraadpleegd op 3-1-2019

(4)

4

Status quaestiones

Voorwaarden voor protest

Protest begint niet zonder reden, er moet een basis zijn om tegen de gevestigde orde in te gaan. De Amerikaanse socioloog, politicoloog en historicus Charles Tilly noemt die reden een claim. Voor protest is een collectieve claim nodig, die collectieve claim verandert in collectieve actie om er voor te zorgen dat die claim werkelijkheid wordt. Die collectieve actie betekent bijvoorbeeld dat men samen gaat demonstreren, tegen een oorlog bijvoorbeeld. Die collectieve actie komt alleen tot stand als groepen bij elkaar komen. Die groepen moeten ook bestaan uit mensen die druk kunnen uitoefenen op de instantie waar de claim op wordt gemaakt, mensen binnen het politieke systeem bijvoorbeeld. Ook moeten deze groepen voortbouwen op eerder protest, maar tegelijkertijd moeten zij zich ook

ontwikkelen en nieuwe vormen van protest gebruiken. Dit noemt Tilly Contentious Politics. Tilly is van mening dat de aard van contentious politics vanaf de 18e eeuw vaak verandert.3

De Amerikaanse politicoloog Sydney Tarrow sluit zich aan bij Tilly, maar bouwt de theorie van Tilly verder uit. Tarrow heeft een theoretisch kader ontwikkelt waarin hij vier factoren ziet waardoor protest of revolutie kan ontstaan. Dit zijn 1, een collectieve uitdaging, 2,

gemeenschappelijke doelen, 3, sociale solidariteit en 4, relaties met tegenstanders. Bovendien stelt Tarrow dat framing noodzakelijk is om groepen te mobiliseren. Framing is een proces waarbij mensen beïnvloed worden in hun waarneming en het maken van keuzes, door het selectief betekenis geven aan woorden en zinnen. Framing is noodzakelijk om een collectieve identiteit te ontwikkelen. Dat gebeurt via de media, maar wordt ook door de groepen zelf gedaan. Tarrow stelt dat de media nooit neutraal zijn, maar altijd een dramatische kant van een verhaal laten zien, bijvoorbeeld gewelddadige acties. Dit gebeurt ook bij protest.4

Tilly en Tarrow stellen allebei dat er claims nodig zijn om tot collectieve actie te komen. Die claims ontstaan volgens Tarrow uit grieven. Protestbewegingen handelen uit grieven die zij hebben, vaak richting de overheid, zij willen dus iets veranderen in het klimaat waar in zij leven. Als deze grieven niet meer bestaan krijgt men andere grieven, hierdoor ontstaat er een nieuwe protestbeweging die zich voortbouwt op de vorige. Na de Civil Rights Movement komt er bijvoorbeeld een zwarte feministische groep op die zich op basis van verkregen rechten van de vorige beweging nieuwe problematiek oppakt. Tilly en Tarrow zien allebei dat protestbewegingen voortbouwen op hun voorgangers, dit zorgt er voor dat claims meer legitimiteit krijgen.56

De Britse historicus Adam Fairclough ziet net als Tilly en Tarrow dat protest op elkaar

3 Charles Tilly, Contentious Performances, (Cambridge 2008) 1-31

4 Sydney G. Tarrow, Power in Movement: Social Movements and Contentious Politics, (Cambridge, 1994)

106-123

5 Tarrow, Power in Movement, 1-10 6 Tilly, Contentious Performances, 5-6

(5)

5 voortbouwt. In tegenstelling tot Tilly en Tarrow ziet Fairclough dit niet als noodzakelijk, maar stelt hij dat dit zowel positieve als negatieve gevolgen kan hebben. Het voortbouwen op voorgangers kan volgens Fairclough gunstig zijn omdat er zo een progressieve lijn doorgezet kan worden en men een rechtmatige claim heeft, er is sprake van legitimatie omdat voorgangers zich voor soortgelijke doelstellingen hebben ingezet. Fairclough ziet verschillende groepen die op verscheidende manieren handelen in protest. Hij maakt onderscheid tussen gecentraliseerde protestbewegingen en loshangende kleinere protestgroepen. De gecentraliseerde bewegingen zijn leidend in de algemene doelstellingen van het protest, de kleinere groepen zijn vaak radicaler in hun handelingen en worden daarom door de media vaak negatief weggezet.7

Jan Willem Duyvendak en James M. Jasper haken in op de kleinere groepen die Fairclough beschrijft. Zij stellen dat de grote groepen eigenlijk niet bestaan, maar groepen sowieso zijn

onderverdeeld in kleinere groepen. Duyvendak en Jasper stellen dat daarom de framing die Tilly en Tarrow noemen zo belangrijk is. Groepen framen zich als collectieve identiteit, maar zijn in de praktijk geen echte collectieve identiteit. Bewegingen framen die collectieve identiteit om samen tot collectieve handelingen te komen. Dit frame komt meestal tot stand door de prominenten of grote spelers die zich bezig houden met het protest.8

Protest tegen rassenongelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika

Het protest tegen rassenongelijkheid in Amerika is een protest waarin de claim die de protesterende groep maakt vrij duidelijk. Er moeten gelijke rechten komen voor iedereen en iedereen moet hetzelfde behandeld worden. Er wordt al jarenlang gevochten om deze claim door te drukken, maar nog steeds is er volgens velen nog geen sprake van absolute gelijkheid. Als men het over de strijd tegen

rassenongelijkheid heeft gaat het al snel over de Civil Rights Movement.

De Amerikaanse historicus Maurice Isserman, schrijft in America Divided: The Civil War of

the 1960’s over de nagedachtenis van de Amerikaanse Burgeroorlog. De Civil War, die onder andere

als doelstelling had om slavernij te verbieden, werd na 100 jaar herdacht in Amerika. Er ontstond veel discussie omtrent de herdenking omdat er nog steeds sprake was van segregatie in Amerika. Hoewel de slavernij werd afgeschaft, betekende dat niet dat er sprake was van volledige vrijheid voor iedereen. Ten tijde van deze discussie kwam bijvoorbeeld Martin Luther King op die als kopman van de Civil Rights Movement gezien wordt. Deze periode wordt door Isserman de Civil War of the 1960’s genoemd, net als 100 jaar eerder is het land verdeeld. Hij ziet vergelijkingen met de Civil War in de jaren 1860 met de protestgeneratie uit de jaren 1960. Die protestgeneratie kenmerkt zich niet alleen

7 Adam Fairclough, State of Art: Historians and the Civil Rights Movement, Journal of American Studies, 24:3,

(1990) 387-398

8 Jan Willem Duyvendak, James M. Jasper, Breaking Down the State: Protestors Engaged, (Amsterdam 2015)

(6)

6 door protest tegen rassenongelijkheid, maar ook door protest voor bijvoorbeeld LGBT-rechten en anti-oorlog protesten.9

Het protest tegen rassenongelijkheid blijft op elkaar voortbouwen. Fairclough ziet protest tegen rassenongelijkheid al eerder dan Isserman ontstaan. Fairclough ziet dit in de jaren 30 ontstaan en stelt dat bewegingen die hierna komen voortbouwen op dit gedachtengoed. Fairclough beargumenteert dat bijvoorbeeld de Civil Rights Movement al in de jaren 60 uitstierf, en dat deze werd opgevolgd door de Black Power Movement. De Black Power Movement was veel radicaler volgens Fairclough en had hele andere doelstellingen waardoor het stuitte op veel verzet, toch werden zij zo geframed dat zij een product waren van de Civil Rights Movement waardoor de hele beweging slecht in het nieuws kwam. Fairclough ziet dat er veel kleine afsplitsingen van de Civil Rights Movement samenkomen in de verzamelnaam Black Power. Het voortbouwen op voorgangers kan volgens Fairclough gunstig zijn omdat er zo een progressieve lijn doorgezet kan worden en men een rechtmatige claim heeft, er is sprake van legitimatie omdat voorgangers zich voor soortgelijke doelstellingen hebben ingezet. Vooral de periode na de Tweede Wereldoorlog vindt Fairclough een belangrijke periode in de strijd tegen rassenongelijkheid, hij ziet namelijk dat in de jaren 40 racisme afneemt en de zwarte bevolking gelijkere rechten krijgt tegenover de witte bevolking. Hier moeten nieuwe protestbewegingen volgens hem op inhaken.10

Keeanga Yamahtta Taylor, gespecialiseerd in Afro-Amerika studies en verbonden aan Princeton University, ziet veel continuïteiten tussen de #BlackLivesMatter beweging die nu speelt en de Civil Rights Movement uit de jaren 60. Ook Taylor ziet dat bewegingen elkaar opvolgen.

#BlackLivesMatter gaat volgens Taylor niet alleen over politiegeweld maar legt veel meer zaken bloot omtrent rassenongelijkheid. Volgens Taylor is het belangrijkste overblijfsel van de Civil Rights Movement dat er nu een zwarte elite is opgekomen die geaccepteerd wordt. Aan de rest van de Afro-Amerikaanse problematiek, zoals armoede, is weinig veranderd. De zwarte elite bestaat uit

bijvoorbeeld sporters, Hollywood sterren en politici. Omdat er een aantal zwarte prominenten bestaan in de Verenigde Staten wordt aan de hand van deze personen verkondigd dat de Verenigde Staten een kleurenblind land is, een land waar geen racisme meer is, dit sluit goed aan bij de democratische waarden die de Verenigde Staten zou hebben. Toch is er bijvoorbeeld aan het politiegeweld tegen de zwarte bevolking te zien dat deze stelling erg omstreden is. De aanwezigheid van een zwarte elite betekent niet dat zij de hele samenleving hebben veranderd, of kunnen veranderen. De Afro-Amerikaanse kwestie is moeilijk omdat aan de ene kant zwarte personen heel ver kunnen komen binnen de samenleving, terwijl de meerderheid in armoede leeft.11 Toch zijn het juist die prominenten die belangrijk zijn voor protest volgens Tilly, Tarrow en Duijvendak, zij kunnen er voor zorgen om over te gaan op collectieve actie.

9 Maurice Isserman, America Divided: The Civil War of the 1960s, (Oxford, 1999) 1-18 10 Fairclough, State of Art, 394-398

(7)

7 Het verschil in arm en rijk wordt steeds groter in Amerika en dit is vooral merkbaar in de zwarte leefomgeving. Taylor vindt het opvallend dat een beweging als #BlackLivesMatter juist opkomt ten tijde van het presidentschap van Obama, die het boegbeeld zou moeten zijn voor emancipatie van Afro-Amerikanen. Hedendaagse problemen zijn volgens Taylor aan het licht

gekomen door social media. Politiegeweld tegen de zwarte bevolking werd niet meer opgepakt door de mainstream media, maar kreeg door sociale media weer een podium. Dit politiegeweld komt ook vaak terug als Afro-Amerikanen protesteren volgens Christian Davenport, Sarah A. Soule en David

Armstrong. Zij zien een Protesting While Black fenomeen. Het Protesting While Black is afgeleid van de term Driving While Black, die inhoudt dat zwarte Amerikanen sneller worden aangehouden als zij in een auto rijden dan blanke Amerikanen. Driving While Black gaat onder andere over etnische profilering, maar ook over de omgang met zwarte Amerikanen. Het Protesting While Black fenomeen hebben zij onderzocht aan de hand van politieoptreden bij protesten. Hier concluderen zij snel dat protesten door zwarte Amerikanen veel vaker onder toezicht staan van politie en dat er bovendien veel vaker politiegeweld plaats vindt bij zwart protest. De auteurs zien dit gedrag al terug ten tijde van de slavernij. Witte eigenaren waren vaak gewelddadig tegenover slaven als zij ongehoorzaam waren. Deze lijn heeft zich volgens de auteurs doorgetrokken.12

Ondanks het politiegeweld zien Davenport, Soule en Armstrong wel verandering in de positie van Afro-Amerikanen. Hoewel Afro-Amerikanen structureel slachtoffer zijn van racisme zien ze net als Fairclough verandering in de grieven die Afro-Amerikanen hebben. Ondanks dat protest met geweld wordt beantwoord zien zij het protest dus wel slagen. Politiegeweld kan zelfs helpen met het behalen van de doelen van het protest, omdat men zich tegen het geweld keert.13 Taylor zegt juist dat er sinds de jaren 60 weinig is veranderd voor de positie van Afro-Amerikanen en dat deze

problematiek nu weer wordt blootgelegd, hierdoor is er weer een protestbeweging opgestaan. De grieven die Afro-Amerikanen hebben zijn dus eigenlijk niet veranderd sinds de jaren 60 volgens Taylor.14

Afro-Amerikaans protest binnen sport

De Amerikaanse historicus John Hoberman stelt dat de zwarte bevolking in Amerika zich te veel focust op sport. Zwarte sporters worden gezien als rolmodel, terwijl zwarte personen in andere beroepsgroepen weinig aandacht krijgen. Dit is volgens Hoberman problematisch omdat academische prestaties bijvoorbeeld niet belangrijk zijn voor de zwarte bevolking. Het idee bestaat dat zwarte mensen voornamelijk excelleren door hun fysieke en sportieve kwaliteiten, en niet door bijvoorbeeld

12 Christian Davenport, Sarah A. Soule and David A. Armstrong II, Protesting While Black? The Differential

Policing of American Activism, 1960 to 1990, American Sociological Review 76:1, (2011) 152-178

13 Davenport, Soule, Armstrong II, Protesting While Black?, 170-178 14 Taylor, From #BlackLivesMatter to Black Liberation, 10-18

(8)

8 intellectuele kwaliteiten. Dit zorgt ervoor dat veel raciale vooroordelen blijven bestaan. Hoberman stelt dat de zwarte bevolking zich minder moet richten op sport, maar juist op andere aspecten in de samenleving.15

De Amerikaanse hoogleraar sportgeschiedenis David Wiggins vindt sport juist een belangrijk podium om te strijden tegen rassenongelijkheid. Wiggins ziet die strijd al op komen ten tijde van de slavernij. Hij noemt bijvoorbeeld de eerste zwarte Amerikanen die sport gaan beoefenen en daarmee in uitzonderlijke gevallen zelfs hun vrijheid weten te winnen. Paardenrennen was bijvoorbeeld een grote sport waar slaven werden ingezet als jockeys. De echte start van zwart activisme in de sport legt Wiggins pas na de Tweede Wereldoorlog wanneer Jackie Robinson de Major Leauge Baseball in stroomt. Net als Fairclough is er volgens Wiggins na de Tweede Wereldoorlog veel protest vanuit de zwarte bevolking omdat zij mee hebben gevochten in een oorlog tegen ongelijkheid, terwijl er in eigen land nog erg veel ongelijkheid aanwezig was. Dit manifesteert zich onder andere in de sport, wanneer Jackie Robinson de Major League Baseball in stroomt.16 Hoberman vindt de periode na de Tweede Wereldoorlog ook belangrijk, hij zegt dat Afro-Amerikanen zich veel meer moeten profileren aan de hand van groepen als de Tuskegee Airmen, een luchtmachtonderdeel dat bestond uit zwarte piloten ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dit soort mensen hebben volgens Hoberman een belangrijkere rol gespeeld in de acceptatie van de zwarte bevolking in Amerika dan atleten, ondanks dat het de sporters zijn die veel aandacht krijgen.17

De socioloog Harry Edwards de man die opriep tot de boycot van de Olympische Spelen in 1968, richtte in 1967 de Olympic Project of Human Rights (OPHR) op dat het doel had om de Olympische Spelen compleet te boycotten. Toen dit idee te weinig aanhang kreeg, besloot de OPHR om te protesteren tijdens de Spelen. Uiteindelijk was dit ook de aanleiding voor de Black Power-groet die Tommie Smith en John Carlos brachten tijdens een medaille-uitreiking op de Olympische Spelen. Edwards is zelf van mening dat dit een doorslaggevend punt was voor zwarte sporters. Dit was

namelijk het punt dat sport een podium gaf om politieke en maatschappelijke kwesties bespreekbaar te maken.18

Dat het protest van Smith en Carlos een belangrijk onderdeel is in het protest tegen

rassenongelijkheid vindt ook de socioloog Douglas Hartmann. Hij stelt alleen dat dit protest niet goed werd begrepen door de Amerikaanse samenleving. Veel mensen vonden het respectloos tegenover Amerika en de Amerikaanse bevolking. Men vond dat dit soort protest geen plek had tijdens een

15 John Hoberman, Darwin's Athletes: How Sport Has Damaged Black America and Preserved the Myth of Race,

(1996) 3-28

16 David K. Wiggins, Black Athletes in White Men's Games’: Race, Sport and American National Pastimes, The

International Journal of the History of Sport 31:1-2, (Los Angeles 2014) 182

17 John Hoberman, Darwin's Athletes, 20-28

18 Harry Edwards, Transformational Developments at the Interface of Race, Sport, and the Collegiate Athletic

(9)

9 evenement als de Olympische Spelen.19 David Leonard en Richard King vonden het protest dan ook een negatieve ontwikkeling. Toen Smith en Carlos naar huis werden gestuurd in navolging van hun protest op de Olympische Spelen, werden andere zwarte sporters gewaarschuwd dat zij zich niet met protesten of politieke kwesties moesten bemoeien. Deden zij dit wel, zouden zij gestraft worden. Volgens King en Leonard zouden zwarte sporters zich dus niet meer inzetten voor maatschappelijke kwesties omdat zij bang waren om bijvoorbeeld hun carrière kwijt te raken.20

Hartmann is vol lof over Smith en Carlos omdat zij ervoor hebben gekozen om te protesteren tegen rassenongelijkheid, ondanks dat dit protest negatief ontvangen zou worden binnen de

Amerikaanse samenleving. Hartmann zegt dan ook dat het protest een iconische vorm aannam. Waar het protest eerst als on-Amerikaans werd beschouwd, werd het rond 1990 een symbool voor strijders voor gelijke rechten voor zwarte Amerikanen. De beeldvorming rondom het protest is dus compleet omgedraaid. Door de inzet van Smith en Carlos was sport nu een terrein waarin kwesties over rassengelijkheid aan de kaak gesteld konden worden.21 Ook Wiggins ziet het protest van Smith en Carlos als een positieve ontwikkeling. Dit heeft er namelijk voor gezorgd dat sport een podium ging bieden aan Afro-Amerikanen om zich publiekelijk te uiten.22

De Amerikaanse historicus Joshua Wright ziet in de jaren 60 ook een tijd waarin zwarte sporters zich uitspreken over politieke en maatschappelijke kwesties. Hij Is het eens me Leonard en King dat na het protest van Smith en Carlos andere sporters bang waren om te protesteren omdat zij vreesde dat hun carrière voorbij zou zijn als ze zich wel bezig zouden houden met protest. Wright onderzocht hoe zwarte sporters tegenwoordig omgaan met activisme tegen rassenongelijkheid in de Verenigde Staten. Hij gebruikt het voorbeeld van Michael Jordan, die hij vervolgens vergelijkt met vier andere prominente zwarte sporters, namelijk Tiger Woods, Kobe Bryant, LeBron James en Serena Williams. Wright stelt dat Jordan, die geboren is in 1963, precies opgroeide wanneer activisme door zwarte sporters op zijn hoogtepunt was. Hij ziet met mensen als Mohammed Ali, Tommie Smith en John Carlos een overgang van sporters die zich niet bezighouden met politieke kwesties naar een generatie van sporters die dit juist wel gaat doen. De jaren ‘60 zijn voor Wright een omslagpunt; zwarte sporters gaan zich dan uitspreken in politieke en maatschappelijke kwesties. In de tijd dat Michael Jordan zelf een van de meest populaire sporters in Amerika is, ongeveer 30 jaar later, ziet Wright weer een overgang. Dan is zwart of politiek activisme voorbij en denken zwarte sporters alleen nog aan hun eigen belangen. Volgens velen had Jordan veel kunnen betekenen voor de emancipatie van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten, maar Jordan kiest er voor om dit niet te doen. Op

19 Douglas Hartmann, Race, Culture, and the Revolt of the Black Athlete: The 1968 Olympics Protests and their

Aftermath, (Chicago 2003) 1-30

20 David J. Leonard, Richard C. King, Revolting Black Athletes: Sport, New Racism, and the Politics of

Dis/identification. Journal for the Study of Sports and Athletes in Education 3:2 (Springfield 2009) 215– 234

21 Douglas Hartmann, Race, Culture, and the Revolt of the Black Athlete, 10-20 22 David J. Leonard, Richard C. King, Revolting Black Athletes, 220– 228

(10)

10 deze manier kreeg hij ook geen negatieve media aandacht.23

De media speelt volgens Wright een grote rol in de motivatie om aan protest te doen. De Amerikaanse hoogleraar journalistiek Chris Lamb schreef over hoe de media de beeldvorming over sporters kan veranderen. Door kranten die voor de zwarte bevolking werd geschreven te vergelijken met kranten die voor de blanke bevolking werd geschreven. Hierin gaat hij kijken wat er wel of niet wordt gezegd over zwarte sporters. Van Jack Johnson, die in 1908 wereldkampioen boksen werd, werd er door de blanke media gezegd dat hij een ‘’slechte zwarte’’ is, omdat hij zijn plek niet kent binnen de blanke samenleving in Amerika. Hij kocht dure auto’s en had relaties met blanke vrouwen, dit paste niet in de Amerikaanse samenleving op dat moment. Ongeveer 20 jaar later werd Joe Louis kampioen boksen, en hoewel Louis ook zwart was, was hij een goede ‘’zwarte’’, omdat hij zijn plek kende binnen de Amerikaanse samenleving. Over hem werd dus wel positief gepraat door de blanke media. Ook andere sporters waren hieraan onderhevig. Hij geeft een weergave van Johnson in de vroege 20e eeuw tot Lebron James in 2016.24

Dat de media een grote rol speelt in de beeldvorming over sporters vinden ook Leonard en King. Volgens Leonard en King worden zwarte sporters die in aanraking komen met criminaliteit worden in de media uitvoerig besproken, terwijl sporters die zich bijvoorbeeld uitspreken tegen de oorlog in Afghanistan en Irak nauwelijks worden belicht. Leonard en King benoemen bijvoorbeeld Rasheed Wallace, die de NBA vergeleek met slavernij, maar weg werd gezet in de media als complot-theorist. Leonard en King zijn dus erg kritisch over de rol die de media spelen omtrent activisme of protest van zwarte sporters. Zij zijn van mening dat er daarom een generatie is na het protest van 1968 omdat sporters moesten vrezen voor hun carrière als zij zich wel bezig hielden met protest.25 Wright ziet hetzelfde en ziet protest nu pas weer op komen omdat er nu bijvoorbeeld social media is waardoor het makkelijker is om je eigen verhaal te delen, in plaats van volledig afhankelijk te zijn van de traditionele media.26

Waar Tarrow, Tilly en Duyvendak framing als een cruciaal punt noemen om tot protest te komen, wordt hier laten zien dat framing voor sporters de afgelopen jaren juist negatief heeft gewerkt. Sporters durfde niet te protesteren uit angst voor gevolgen voor hun carrière. Wright en Wiggins zien tegenwoordig weer een ommekeer in het protest, sport wordt weer een podium waarmee Afro-Amerikanen zich kunnen uitspreken tegen rassenongelijkheid. Bovendien wordt het beeld dat men in hun eigen tijd had van protest tegenwoordig tegen een ander daglicht gehouden. Zo staat het protest van Smith en Carlos tegenwoordig bekend als een van de meest iconische momenten in de

sportgeschiedenis.

23 Joshua Wright, Be like Mike?: The Black Athlete’s Dilemma, Spectrum: A Journal on Black Men 4:2

(Bloomington 2016), 1-19

24 Chris Lamb (ed.), From Jack Johnson to Lebron James: Sports, Media, and the Color Line (Lincoln 2016), 1-17 25 Leonard, King, Revolting Black Athletes, 228– 233

(11)

11

Methode en vraagstelling

Tilly stelt dat de aard van protest zich snel ontwikkelt vanaf de 18e eeuw. Ik wil door middel van protest tegen rassenongelijkheid binnen de sport kijken of deze stelling ook van toepassing is op deze tak van protest. De hoofdvraag voor dit onderzoek is: Hoe bouwt het protest van Colin Kaepernick voort op eerder protest tegen rassenongelijkheid binnen de sport?

Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om eerst een historische context te schetsen die in dienst staat van de analyse, dit doe ik in het eerste hoofdstuk. In het tweede hoofdstuk ga ik in op protest dat heeft plaatsgevonden in het verleden. Ik doe dit aan de hand van drie voorbeelden. De voorbeelden die ik gebruik zijn als volgt: Jack Johnson die in 1908 wereldkampioen boksen wordt, de hardloper Jesse Owens die vier keer goud pakte op de Olympische Spelen van 1936 in Nazi-Duitsland en de Black Power groet van Tommie Smith en John Carlos tijdens een medaille uitreiking op de Olympische Spelen van 1968.

Ik heb voor deze drie voorbeelden gekozen omdat deze drie protesten een hele andere aanpak hebben qua protest, maar ook omdat ieder voorbeeld een andere periode representeert. De voorbeelden die ik gebruik zijn vertegenwoordigers van de Afro-Amerikaanse bevolkingsgroep die grieven heeft omtrent hun rassenongelijkheid. Zij zijn de prominenten die volgens Tarrow en Tilly belangrijk zijn in de collectieve identiteit van protestgroepen. Bij deze drie voorbeelden bekijk ik hoe zij protesteerden, hoe er in de media over het protest werd gesproken en hoe het protest tegenwoordig wordt herinnerd.

Hoe er in de media over deze protesten wordt gesproken heb ik onderzocht aan de hand van historische kranten. Ik heb voornamelijk de New York Times gebruikt omdat deze krant een van de hoogste oplages heeft in Amerika. De New York Times wordt dus door erg veel mensen gelezen. Ik heb ook gebruik gemaakt van de Chicago Tribune om dezelfde reden.27

In het derde en laatste hoofdstuk vergelijk ik het protest van Colin Kaepernick met de eerder behandelde voorbeelden. Ik bekijk welke elementen het protest meeneemt uit het verleden, maar ook welke elementen vernieuwend zijn. Ik laat hier zien hoe het protest van Kaepernick in een traditie staat van protest tegen rassenongelijkheid binnen de sport.

(12)

12

Hoofdstuk 1:

Afro-Amerikaans protest tegen rassenongelijkheid.

De Afro-Amerikaanse geschiedenis kenmerkt zich door protest. De Afro-Amerikaanse geschiedenis begint bij de slavernij, slaven hadden vrijwel geen rechten en werden onmenselijk behandeld. In 1865 zou de slavernij middels de grondwet van de Verenigde Staten van Amerika uiteindelijk afgeschaft worden, maar dat betekende niet dat de Afro-Amerikaanse bevolking nu gelijke rechten had als de witte inwoners van het land.28 Al tijdens de slavernij kregen slaven die goed konden sporten meer privileges, of werden zelfs vrijgelaten door hun slavenmeesters. Dit is misschien niet te definiëren als protest, maar het heeft er wel voor gezorgd dat er meer emancipatie was onder de Afro-Amerikanen omdat er zwarte mensen zich vrij wisten te maken in Amerika.29

Vlak na de afschaffing van slavernij werden de zogeheten Jim Crow wetten ingesteld, voornamelijk in de zuidelijke staten van Amerika. Deze wetten waren vernoemd naar een karikatuur van een zwarte slaaf. Deze wetten zorgde voor segregatie van de zwarte en witte bevolking in de publieke ruimte. Niet alleen waren zwarten niet welkom in de witte leefomgeving, zij hadden ook minder rechten dan witte mensen, zo werden Afro-Amerikanen vaak slachtoffer van geweld of zelfs moord.30 De zwarte bokser Jack Johnson wist ten tijde van de Jim Crow wetten in 1908

wereldkampioen boksen te worden. Jack Johnson ontwikkelde een extravagante levensstijl, met dure auto’s en relaties met blanke vrouwen. Johnson kwam niet openbaar in protest tegen de onderdrukking van de Afro-Amerikanen, maar gedroeg zich niet naar de normen hoe een zwarte Amerikaan zich zou moeten gedragen in zijn tijd. Hierdoor zorgde Johnson voor veel ophef in de Verenigde Staten.31

In 1936 zou er weer een zwarte Amerikaan voor ophef zorgen door zich te manifesteren op sportief gebied. Deze keer zou het gaan om positieve ophef. Tijdens de Olympische spelen van 1936 die werden georganiseerd door het Duitsland van Adolf Hitler, wist de zwarte Amerikaanse atleet Jesse Owens vier gouden medailles te winnen. De prestatie van een zwarte man op deze Olympische spelen was opvallend omdat Hitler de spelen juist wilde gebruiken als propaganda voor het Arische ras. De overwinning van Owens werd door Amerika geprofileerd als een typisch product van de Amerikaanse samenleving, maar in feite was Owens slachtoffer van onderdrukking door zijn eigen land. Owens mocht bijvoorbeeld niet in hetzelfde hotel slapen als zijn witte mede atleten, bovendien kreeg Owens geen felicitatie van president Roosevelt. Ondanks zijn heldenrol tijdens de Olympische

28 Robert L. Paquette, Mark M. Smith, The Oxford handbook of slavery in the Americas, (Oxford, 2010) 201 29 Wiggins, Black Athletes in White Men's games, 189

30 Alton Hornsby, Jr, A Companion to African American History, (Malden, 2005) 271-276 31 Lamb, From Jack Johnson to Lebron James, 10-17

(13)

13 spelen werd hij alsnog als tweederangsburger behandeld.32

Na de tweede wereldoorlog hadden veel Afro-Amerikanen verwacht dat hun positie zou verbeteren, zij hadden tenslotte naast witte soldaten gevochten voor de vrijheid. Die vrijheid waar zij in Europa voor vochten, bleek bij terugkomst in Amerika niet zo groot te zijn. Toch kwam er wel meer protest tegen rassenongelijkheid.33 Dit manifesteerde zich onder andere in de sport toen de honkballer Jackie Robinson in 1947 in de Major League Baseball doorbrak. Honkbal was hiervoor een

gesegregeerde sport geweest. Zwarte honkballers hadden hun eigen negro league, een tweederangs competitie waarin weinig geld omging. De blanke honkballers speelden in de Major League die veel prestigieuzer was. Niet alleen wist Robinson door te breken in een wereld die door blanken werd gedomineerd, na zijn carrière als honkballer zou hij zijn door sport verkregen bekendheid gebruiken om zich uit te spreken tegen rassenongelijkheid.34

Hierna kwam er meer protest tegen rassenongelijkheid. In de jaren 50 zouden bijvoorbeeld de bus boycots plaatsvinden waarin Afro-Amerikanen weigerden om hun plekken af te staan aan witte reizigers. Ook zouden de zogeheten sit-ins plaats vinden waarmee de Afro-Amerikaanse bevolking op een geweldloze manier protesteerde tegen rassenongelijkheid. Deze protesten zouden later bekend komen te staan als de Civil Rights Movement. De Civil Rights movement die vooral bekend is geworden onder de leiding van de dominee Martin Luther King, was verantwoordelijk voor veel protest in de jaren 50 en 60. Het bekendste protest van de Civil Rights Movement is waarschijnlijk de mars naar Washington in 1963, waar King zijn bekende I Have A Dream toespraak hield voor het Lincoln Memorial in Washington DC. In 1964 zou de Civil Rights Act tot stand komen in Amerika, die er voor zou zorgen dat discriminatie verboden zou worden.35 Jackie Robinson steunde de Civil Rights Movement als bekende sporter.

In reactie op de Civil Rights Movent ontstond in 1965 de Black Power beweging. De

aanhangers van de Black Power beweging waren van mening dat het geweldloze protest van de Civil Rights Movement niet snel genoeg ging, ook waren zij radicaler in hun doelstellingen, hierdoor krijgt deze beweging veel negatieve aandacht. De Black Power beweging wilde niet alleen desegregatie, maar ook gelijke economische rechten en einde aan het extreme politiegeweld tegen de Afro-Amerikaanse bevolking. In tegenstelling tot de Civil Rights Movement waren de aanhangers van Black Power dan ook bereid om geweld te gebruiken. De Black Panther Party die ontstond uit de Black Power beweging begon zich zelfs te bewapenen tegen het politiegeweld. Deze bewegingen zouden tot halverwege de jaren 70 door blijven gaan met protest.36

32 Werlayne Stuart Soares Leite, Berlin 1936: The Creation of the ‘’Myth’’ Jesse Owens, Acta Facultatis

Educationis Physicae Universitatis Comenianae 57:2, (Bratislava, 2017) 98-110

33 Jerald Podair, Darren Dochuk, The Routledge History of the Twentieth-Century United States, (Londen, 2018)

213-223

34 Michael G. Long, First Class Citizenship: The Civil Rights Letters of Jackie Robinson, (New York, 2007) 1-5 35 Greta de Jong, Invisible Enemy: The African American Freedom Struggle after 1965, (Malden, 2010) 1-29 36 Yohuru Williams, Some Abstract Thing Called Freedom: Civil Rights, Black Power, and the Legacy of the Black

(14)

14 Misschien wel het meest iconische moment in de Afro-Amerikaanse sportgeschiedenis is de Black Power saluut die Tommie Smith en John Carlos maakte tijdens de Olympische spelen in 1968. Smith en Carlos wonnen respectievelijk goud en brons op de 200 meter hardlopen en stonden

zodoende samen op het podium. Tijdens de medaille uitreiking, toen het Amerikaanse volkslied werd afgespeeld, staken zij hun gebalde vuist in de lucht, wat bekend stond als de Black Power groet. De socioloog Harry Edwards had, door middel van de Olympic Project of Human Rights die hij had opgericht om racisme binnen sport te bestrijden, opgeroepen tot een boycot van deze Olympische Spelen om aandacht te vragen voor rassenongelijkheid in Amerika. Van een boycot zou het niet komen, maar Edwards inspireerde Smith en Carlos wel tot het uitbrengen van de Black Power groet. De groet zou voor veel ophef zorgen in de Verenigde Staten omdat het werd gezien als een vorm van respectloosheid tegenover de Verenigde Staten. Smith en Carlos werden geschorst door het

Internationaal Olympisch Comité en hun medailles werden afgepakt.37

Na deze protestbewegingen zou grootschalig georganiseerd protest voorlopig niet meer plaatsvinden onder de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Langzamerhand leken Afro-Amerikanen steeds gelijker te worden aan de witte Amerikaanse bevolking. Er waren nog steeds grote verschillen in welvaart, en racisme was nog lang niet geen verleden tijd, maar de Afro-Amerikaanse bevolking leek, gezien het aantal protesten, voorlopig tevreden met hun verworven rechten.38 Afro-Amerikanen zouden nog steeds vaker dan andere inwoners slachtoffer geweest zijn van politiegeweld, en werden veel vaker in gevangenissen opgesloten dan andere bevolkingsgroepen. Er zou in de jaren 80 en 90 wel een zwarte elite ontstaan, maar aan de positie van de normale zwarte bevolking zou weinig veranderen. Uiteindelijk zou de verkiezing van Barack Obama een hoogtepunt moeten zijn in de Afro-Amerikaanse geschiedenis, met de verkiezing van een zwarte president in Amerika moest de

emancipatie voor de Afro-Amerikanen wel compleet zijn. Toch was er nog steeds sprake onvrede binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Onder het presidentschap van Obama was er nog steeds sprake van rassenongelijkheid in Amerika.39

In navolging van de vermindering in protest was het ook in de sport een stille periode voor protest tegen rassenongelijkheid. We zien wel zwarte sporters door breken in verschillende sporten. Michael Jordan is een voorbeeld van een zwarte sporter die de basketbalwereld wist te veroveren. Hij kwam halverwege de jaren 80 in de National Basketball Association, het hoogste niveau van

Basketbal in de Verenigde Staten. Hij was een van de meest invloedrijke sporters uit de moderne geschiedenis maar heeft zich nooit beziggehouden met protest tegen rassenongelijkheid.40

Tegelijkertijd zien we wel bijvoorbeeld Serena en Venus Williams die niet alleen als Afro-Amerikaan de tenniswereld domineren, maar ook als vrouw. Zij weten rassenongelijkheid nog wel onder de

37 Edwards, Transformational Developments at the Interface of Race, 18 – 31. 38 Davenport, Soule, Armstrong II, Protesting While Black?, 152-178

39 Taylor, From #BlackLivesMatter to Black Liberation, 1-17 40 Wright, Be like Mike?, 1-19

(15)

15 aandacht te brengen, zo weigerde Serena in 2001 een wedstrijd te spelen waarin racistische leuzen naar haar werden geroepen ondanks dat dit haar forse boete van een miljoen dollar opleverde. Er waren enkele Afro-Amerikaanse sporters die sport wel gebruikte als podium om zwarte problematiek bespreekbaar te maken, maar het zou geen grote golf van protest veroorzaken.41

In 2013 kwam georganiseerd protest tegen rassenongelijkheid weer terug in de Amerikaanse samenleving. Na de dood van Trayvon Martin, een Afro-Amerikaanse jongen, door een politieagent kwam de #Blacklivesmatter beweging tot stand. Deze beweging ontstond op sociale media, maar zou ook overgaan op straatprotest. Door sociale media zou de beweging snel landelijke, en later

wereldwijde aandacht krijgen. Veel beroemdheden en prominenten zouden snel hun steun uit spreken voor de #Blacklivesmatter beweging.42 Het protest was voornamelijk gericht tegen politiegeweld tegenover de zwarte bevolking van Amerika, maar ook tegen onevenredige gevangenisstraffen en tegen etnisch profileren. Verder probeert #Blacklivesmatter ook meer gelijkheid op scholen en in werkgelegenheid te creëren. De beweging is nu nog steeds actief, met name op scholen krijgt de beweging nog veel aandacht en heeft daardoor de mogelijkheid om de problematiek die de Afro-Amerikaanse bevolking ervaart zichtbaar te maken.43

In 2016 maakte de football speler Colin Kaepernick een statement door op een knie te zitten tijdens het traditionele afspelen van het volkslied voor een wedstrijd. Tijdens het afspelen van het volkslied moet officieel iedereen staan. Het protest van Kaepernick haakt in op de #Blacklivesmatter beweging die zich in deze tijd afspeelt, het knielen was bedoeld om bewustzijn te creëren voor politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. Het protest werd door veel Amerikanen gezien als on-Amerikaans en disrespectvol tegenover de on-Amerikaanse militairen.44 Kaepernick kreeg ondanks de negatieve reacties al snel bijval van veel andere football spelers, het protest werd breed opgepakt onder verschillende teams. Al snel zou het protest niet alleen in football plaatsvinden, maar ook in andere sporten. Het protest zorgde voor veel discussie onder de Amerikaanse bevolking en al snel zou president Trump zich negatief uitspreken over het protest omdat hij vond dat spelers die zo veel geld verdienen niet het recht hebben om disrespectvol tegen Amerika zouden mogen zijn. Al snel zouden er varianten op het protest komen zoals de slogan Don’t shoot, Hands up, ook tegen politiegeweld, wat bekendheid had verworven in de #Blacklivesmatter protesten. Protest in sport is teruggekomen na een periode van stilte, bekende sporters gebruiken hun verworven positie weer te gebruiken voor protest.45

41 Wright, Be like Mike?, 1-19

42 Spring-Serenity Duvall, Nicole Heckemeyer, #BlackLivesMatter: black celebrity hashtag activism and the

discursive formation of a social movement, Celebrity Studies, (2018) 391-398

43 Taylor, From #BlackLivesMatter to Black Liberation, 153-191

44 Samuel H. Schmidt, Evan L. Frederick, Ann Pegoraro, Tyler C. Spencer, An Analysis of Colin Kaepernick, Megan

Rapinoe, and the National Anthem Protests, Communication & Sport, (2018) 1-20

45 Ken Bolson, Benjamin Hoffman, Trump Blasts N.F.L. Players as Protests Resume During Anthem, The New

(16)

16

Hoofdstuk 2

Drie casestudies omtrent protest tegen rassenongelijkheid binnen

sport

Om deze vraag te beantwoorden loop ik globaal langs een aantal protestmomenten in de

Afro-Amerikaanse protestgeschiedenis in de sport. Ik bekijk hoe er over deze momenten gesproken wordt in Amerikaanse kranten, en hoe deze zich dus verhouden tot framing omtrent deze protesten. Door een selectie te maken van een aantal iconische momenten in de protestgeschiedenis probeer ik een beeld te creëren over hoe er over protest werd gedacht in hun eigen tijd. Ik begin dit hoofdstuk met Jack Johnson die in de vroege 20e eeuw wereldkampioen zwaargewicht boksen werd, en zal afsluiten met het protest van Tommie Smith en John Carlos op de Olympische Spelen van 1968.

Jack Johnson

De bokser Jack Johnson werd in 1908 wereldkampioen zwaargewicht in het boksen, en was hiermee de eerste zwarte sporter die zo’n prestatie had bereikt. Johnson zorgde voor veel controverse met de verovering van deze titel, boksen werd namelijk gezien als een erg mannelijke sport, waarin blanken zouden moeten domineren. Dit resulteerde er dan ook in dat Johnson op een andere wijze werd behandeld door de media dan zijn witte tijdsgenoten. In de periode dat Johnson kampioen was, werd er dan ook veel gezocht naar een nieuwe ‘’White Hope’’ die Johnson zou moeten verslaan. De eerste ‘’White Hope’’ kwam in de vorm van voormalig wereldkampioen Jim Jeffries. De media richtte zich dan ook met name op het ras van Johnson in plaats van zijn naam. De New York Times plaatste bijvoorbeeld ‘‘Jeffries matched to fight Negro’’46 in hun krantenkop. Ondanks de status als

wereldkampioen werd Johnson dus geframed als ‘’een zwarte die verslagen moest worden’’. Opvallend is dan ook dat alleen witte boksers werden opgeroepen om Johnson te verslaan, er werd nooit gevraagd om een andere zwarte man die Johnson kon uitdagen om de wereldtitel te veroveren.47

Toen Johnson Jeffries versloeg, was er dan ook sprake van grote teleurstelling onder de Amerikaanse bevolking. De New York Times had een dag na het gevecht dan ook geen goed woord over voor Johnson. Zo stond er bijvoorbeeld Not a cheer for Johnson, but everybody was sorry for

Jeffries.48 Ook latere ‘’White Hopes’’ zouden geen succes behalen tegen Johnson. Johnson zou zich steeds ‘’witter’’ gaan gedragen en volledig tegen de verwachte gedragingspatronen voor Afro-Amerikanen van de vroege 20e eeuw in gaan. Johnson kwam vaak voor als ‘’slechte zwarte’’ in de

46 Jeffries matched to fight Negro, New York Times, (30 oktober 1909)

47 Philip J. Hutchinson, Reexamining Jack Johnson, Stereotypes, and America’s White Press, 1908–1915, Howard

Journal of Communications, (2012), 23:3: 222

(17)

17 media omdat hij zich ‘’misdroeg’’. In 1912 pleegde zijn toenmalige vrouw zelfmoord, wat groots opgepakt werd in de media. Sommige kranten waren mild in hun oordeel maar de Chicago Tribune legde de schuld volledig bij Johnson. ‘’It was said Johnson had grabbed her by the throat and used his

pugilistic fists upon her until she had lost consciousness.’’49 Op 18 Oktober 1912 werd Johnson

gearresteerd omdat hij de Mann Act had overtreden, die illegaal transport van vrouwen voor zaken als prostitutie en andere immorele zaken strafbaar stelde. Johnson werd op dubieuze wijze schuldig verklaard en draaide hiervoor een jaar de gevangenis in.50 In 1915 verloor Johnson zijn wereldtitel uiteindelijk aan de ‘’White Hope’’ Jess Willard. Willard werd gezien als de held van de bokswereld door veel kranten, zo noemde de New York Sun Willard de ‘’White Hope that was fulfilled.’’51 Hierna begon de media al snel zijn interesse te verliezen in Johnson, niet langer bemoeide de media zich nog langer met het leven van Johnson.

Jesse Owens

Ongeveer 20 jaar later stond een nieuwe Afro-Amerikaanse sporter vol in de belangstelling van de media. In 1936 werden de Olympische Spelen georganiseerd door Nazi-Duitsland, een ideaal moment om te laten zien wat het ‘’Arische ras’’ en Nazi-Duitsland allemaal konden, zowel aan de eigen bevolking, als aan de rest van de wereld. Jesse Owens gooide roet in het eten van Hitler en Nazi-Duitsland, hij werd de meest besproken atleet van de Olympische Spelen. Owens won vier keer goud op de Olympische Spelen en werd daarmee als held beschouwd in Amerika. ‘’Owens Steals the

Führer’s Show’’ luidde de krantenkop van de New York Times, ‘’The invincible Jesse Owens’’ werd

hij ook wel genoemd.52 Geheel tegenstrijdig met de krantenkoppen van 20 jaar eerder over Jack Johnson werd Owens niet met zijn ras aangesproken, maar met zijn eigen naam. Toch was het feit dat Owens een donkere huidskleur had wel van degelijk belang in de Amerikaanse media, dat het een zwarte man was die de medailles had gewonnen schopte namelijk extra hard tegen de schenen van het regime van Hitler. Het vrije Amerika had gewonnen van het fascistische Duitsland en Owens werd hiervoor geframed als rolmodel door de Amerikaanse media.53 Een belangrijk onderdeel van dit frame was dat Hitler weigerde om Owens persoonlijk te feliciteren, omdat dit aantoonde hoe teleurgesteld Hitler was, en zijn ‘’Arische superioriteit’’ onderuit was gehaald. Dat Hitler Owen niet wilde feliciteren wordt vaak aangeduid als ‘’the snub’’54

Toen de Olympische Spelen voorbij waren en Owens zijn doel had gediend voor de media

49 Jack Johnson’s wife self-shot, Chicago Tribune, (12 September 1912)

50 Theresa Runstedtler, Jack Johnson, Rebel Sojourner: Boxing in the Shadow of the Global Color Line, (2012, Los

Angeles) 134-136

51 Jess Willard, A White Hope That Was Fulfilled, New York Sun, (11 April 1915) 52 Arthur J Daley, Owens Steals the Führer’s Show, New York Times, (4 Augustus 1936)

53 Mike Milford, The Olympics, Jesse Owens, Burke, and the Implications of Media Framing in Symbolic

Boasting, Mass Communication and Society, 15:4, (2012) 490-493

(18)

18 werd het leven dan ook een stuk lastiger. Toen hij terug kwam van de Olympische Spelen kon Owens maar weinig merken van zijn verworven heldenstatus. Bij zijn terugkomst werd hij bijvoorbeeld niet uitgenodigd bij de Amerikaanse president, hij mocht niet eens in dezelfde hotels slapen als zijn witte mede-atleten.55 Owens merkte dus weinig van de vrijheid in Amerika, waarvoor hij wel als rolmodel werd ingezet door de Amerikaanse media. Owens zei dan ook dat hij niet werd gefeliciteerd door Adolf Hitler, maar ook niet door president Roosevelt, die zorgde voor de echte ‘’snub’’.56 De vrijheid waar Owens symbool voor stond, bleek in de praktijk helemaal niet te bestaan. Owens was slechts een middel om Amerika af te zetten tegenover Nazi-Duitsland.57

Tommie Smith en John Carlos

Ruim dertig jaar later zouden de Olympische Spelen weer centraal staan in de strijd voor gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. De Afro-Amerikaanse sprinters Tommie Smith en John Carlos wonnen goud en brons op de tweehonderd meter sprint. Toen zij de medailles in ontvangst namen zorgde zij voor een van de meest iconische momenten in de Afro-Amerikaanse protestgeschiedenis. Tijdens het spelen van het volkslied staken zij allebei een gebalde vuist omhoog en keken zij naar de grond, het symbool voor de black power beweging.58 Deze actie zorgde voor enorm veel ophef. Smith en Carlos werden meteen uit de Olympische Spelen gezet. De volgende dag stonden Tommie Smith en John Carlos wereldwijd op de voorpagina van de krant. Smith en Carlos protesteerde tegen

ongelijkheid en segregatie, niet alleen voor Afro-Amerikanen, maar voor iedereen. Smith noemde het zelf geen Black Power groet, maar een Human Rights groet. Toch lag er veel nadruk op

rassenongelijkheid. Armoede en politiegeweld tegen Afro-Amerikanen waren belangrijke redenen voor Smith en Carlos om te protesteren.59

De New York Times bleef in eerste instantie vrij neutraal over het onderwerp, toch haalden Smith en Carlos ook bij de Times de voorpagina. ‘’2 Black Power Advocates Ousted From

Olympics‘’60luidde de titel van het artikel. Het Internationaal Olympisch Comité was woedend door het protest was er wel in het artikel te lezen, zo stelde het IOC in reactie op verbanning van Smith en Carlos het volgende: "This action is taken in the belief that such immature behavior is an isolated

incident. However, if further investigation or subsequent events do not bear out this view, the entire matter will be re-evaluated. A repetition of such incidents by other members of the United States team can only be considered a willful disregard of Olympic principles that would warrant the imposition of

55 Leite, Berlin 1936, 56 Leite, Berlin 1936,

57 Milford, The Olympics ,489-490

58 Leonard, King, Revolting Black Athletes, 215– 234

59 Tommie Smith, David Steel, Silent Gesture: The Autobiography of Tommie Smith, (Philadelphia, 2008): 1-42 60Joseph M. Sheehan, 2 Black Power Advocates Ousted From Olympics; U.S. Team Drops Smith and Carlos for

Clenched-Fist Display on Victory Stand U.S. Team Suspends Smith and Carlos, New York Times (19 oktober 1968)

(19)

19

the severest penalties at the disposal of the United States Olympic Committee." Omdat er werd

gedreigd om meer Amerikaanse sporters uit de Olympische Spelen te zetten waren de meningen onder de Amerikaanse sporters verdeeld over wat zij van het protest vonden. Sommige dreigde ook op te stappen uit de Olympische Spelen, anderen vonden het een schande en vonden dat het niet thuis hoort op de Olympische Spelen.61 Een dag later werd er weer een artikel geplaatst in de New York Times, ditmaal zouden ze het protest beschrijven als ‘’The incident’’, hier zouden Smith en Carlos worden beschreven als zwarte militanten en als oorlogsgezind.62 De Chicago Tribune had een nog harder oordeel, hierin was te lezen dat het protest een vernedering van Amerika was en een belediging richting het Amerikaanse volk.63

Herinnering

Deze drie vormen van protest verschillen alle drie veel van elkaar. Johnson wilde zich niet gedragen naar de maatstaven die van hem werden verwacht. Owens werd een held omdat hij hard kon lopen, maar kon terug in Amerika niet rekenen op een heldenontvangst. Het protest van Smith en Carlos werd als on-Amerikaans beschouwd en was een schande voor het volk. Toch worden deze gebeurtenissen tegenwoordig heel anders herinnerd. Wat opvalt is dat protest een steeds actievere vorm aanneemt. Owens en Johnson protesteren op een passieve wijze, zij zijn niet bewust bezig met protest. Dit verandert bij Smith en Carlos die bewust bezig zijn met een protest tegen

rassenongelijkheid. Hier aan zien we dat protest binnen sport een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Jack Johnson wordt niet bepaald herinnerd als mensenrechtenactivist, maar het is duidelijk dat Johnson zich niet hield aan de gedragsnormen die werden opgelegd door de Amerikaanse

samenleving. Hierdoor zou je kunnen stellen dat Johnson een van de eerste Afro-Amerikanen is die zich bezig gehouden heeft met protest.64 De veroordeling van Johnson voor het overtreden van de Mann-act bleef dan ook een smet op het leven van Johnson. Die smet werd vrij recent gerectificeerd uit onverwachte hoek. President Trump gaf Johnson op 24 mei postuum gratie. Trump zei dat de veroordeling plaats vond in een tijd waar ontzettend veel raciale spanningen waren, en dat de veroordeling door vele werd gezien als een veroordeling die raciaal gemotiveerd was.65

Jesse Owens werd door de media geframed als een held tijdens de Olympische spelen van 1936. Nu nog steeds wordt Owens gezien als een voorvechter tegen rassenongelijkheid. De situatie van Owens is bijzonder omdat ondanks dat hij geframed werd tot held van Amerika, hij zich niet heeft

61 Some Negro Athletes Threaten to 'Go Home' Along With Smith and Carlos; 'WHITE ONES, TOO,' CONNOLLY

STATES But Boxers Will Carry On -- Oarsmen Sympathetic, but They Will Continue, New York Times (19 oktober 1968)

62 Arthur J Daley, The Incident, New York Times (20 oktober 1968)

63 Brent Musburger, The Right of Being a Slob, Chicago Tribune (19 oktober 1968) 64 Lamb, From Jack Johnson to Lebron James, 1-17

65 John Eligon, Michael D. Shear, Trump Pardons Jack Johnson, Heavyweight Boxing Champion, New York Times

(20)

20 opgesteld als activist voor gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. Owens kon toevallig erg hard lopen, en deed dat op een bijzondere plek in een bijzondere tijd. Toch heeft Owens gezorgd voor een

verandering in het beeld van zwarte sporters. Harry Edwards stelde dat sporters als Jackie Robinson en latere sporters op de schouders van Owens stonden, zij bouwden voort op de erfenis van Owens.66 Hoewel Owens zelf niet echt heeft geprofiteerd van zijn heldenstatus heeft hij wel een pad vrijgemaakt voor Afro-Amerikaanse sporters die na hem kwamen.

Het protest van Smith en Carlos werd in eerste instantie als on-Amerikaans en disrespectvol beschouwd door veel Amerikanen, de herinnering aan deze gebeurtenis is nu heel anders. Het protest werd een symbool voor het gevecht voor gelijke rechten voor Afro-Amerikanen, en kreeg daarmee een heel ander beeld. Het protest zou er voor zorgen dat de rassenkwestie nu bespreekbaar was op het sportieve vlak.67 De voormalige Amerikaanse president Obama zou Smith en Carlos dan ook 48 jaar na het protest te eren tijdens een ceremonie voor de olympiërs die in 2016 terug kwamen van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.68 Niet geheel toevallig gebeurde dit op het moment dat er veel controverse was omtrent het protest van Colin Kaepernick.

66 Edwards, Transformational Developments at the Interface of Race, 10-17 67 Hartmann, Race, Culture, and the Revolt of the Black Athlete, 10-30

68 Obama: atleten 'Black-Power-groet' hebben ogen geopend,

(21)

21

Hoofdstuk 3

Kaepernick in de traditie van protest tegen rassenongelijkheid in

sport

Het protest van Colin Kaepernick begon in 2016, Kaepernick, toen nog quarterback van de San Francisco 49ers, bleef op de bank zitten terwijl het volkslied speelde. Na een paar weken besloot hij om op een knie te gaan zitten, omdat dat respectvoller zou zijn tegenover Amerikaanse militairen. De reden dat Kaepernick met dit protest begon was dat hij niet wilde staan voor een land dat te maken heeft met racisme en onderdrukking. Door zijn positie als bekende sporter te gebruiken kon hij al snel rekenen op landelijke aandacht, iets wat volgens Tarrow en Tilly van groot belang is. Het protest verspreidde zich snel, ten eerste in de National Football Leauge, daarna ook in andere sporten.69 Het protest kreeg al snel veel kritiek, het was on-Amerikaans en disrespectvol tegenover militairen en andere hulpverleners. Waarom moest juist Kaepernick die zo veel geld verdiende en het zo goed had in Amerika protesteren? Naast dat Kaepernick dus niet vaderlandslievend was, was hij ook ondankbaar voor de positie waar in hij zich bevond. Op social media werd massaal gedeeld hoe shirts van Kaepernick werden verbrand, gebruikt werden als deurmat en kreeg Kaepernick allerlei bedreigingen en andere verwensingen naar zich toegeworpen. President Trump sprak zich uit tegen het protest en riep zelfs op dat alle spelers die niet wilde staan voor het volkslied ontslagen moesten worden.70

Er waren ook voorstanders van het protest. Binnen de sportwereld was er veel steun, verschillende spelers van verschillende teams zouden ook knielen tijdens het volkslied. Ook spelers die andere sporten beoefenden zouden op hun knie gaan zitten tijdens het volkslied. Onder andere oud-president Obama zou zijn steun uitspreken over het protest, hij vond dat het protest een grondwettelijk recht was wat Kaepernick had.71 Het protest paste bovendien goed in de lijn van de #BlackLivesMatter protesten die zich rond dezelfde tijd afspeelden, er was dus meer draagvlak voor protest tegen

politiegeweld dan alleen het protest van Kaepernick.72

Het protest van Kaepernick bouwt voort op een traditie van protest tegen rassenongelijkheid in de geschiedenis. De sportwereld heeft zich ontpopt tot podium waarin zwarte sporters hun stem kunnen laten horen, waar ze dat elders niet konden. Zo begon Jack Johnson eerste vormen van protest

69 Schmidt, Frederick, Pegoraro, Spencer, An Analysis of Colin Kaepernick, 1-3

70 Ken Belson, Benjamin Hoffman, Trump Blasts N.F.L. Players as Protests Resume During Anthem, New York

Times (9 augustus 2018)

71 Daniel Victor, Obama Says Colin Kaepernick Is ‘Exercising His Constitutional Right, New York Times (5

september 2016)

(22)

22 te tonen toen hij zich anders zou gedragen dan toen van hem verwacht werd in zijn tijd. Meer dan honderd jaar later wordt Kaepernick ook verweten dat hij zich niet kan gedragen zoals hij dat zou moeten doen. Hij verdient tenslotte heel veel geld, en mag tevreden zijn met de positie die hij heeft. Hoewel er geen ‘’White Hopes’’ op Kaepernick worden afgestuurd, doet het voldoen aan

gedragsnormen toch denken aan de situatie waarin Johnson zich bevond, omdat Kaepernick als zwarte man tevreden moet zijn met wat hij heeft, en zijn plek moet kennen.73

Omdat Jesse Owens als een van de eerste wordt beschouwd die heeft gezorgd voor een verandering in het beeld van Afro-Amerikanen in de sport, is het logisch dat Kaepernick als een opvolger gezien kan worden. Owens werd gebruikt om de Amerikaanse identiteit te versterken en zich af te zetten tegen een andere ideologische stroming. Owens merkte zelf al op dat hij niet uitgenodigd werd in het Witte Huis om de hand van de president Roosevelt te schudden. Ook Kaepernick kan niet rekenen op de steun van president Trump, je zou kunnen stellen dat dat ook een vorm van de ‘’snub’’ is waar Owens mee te maken kreeg.

De herinnering die het snelst naar boven komt als men kijkt naar het protest van Kaepernick, is het protest van Tommie Smith en John Carlos. Het protest van Kaepernick is dan ook het eerste grote protest tegen rassenongelijkheid binnen de sport sinds het protest van Smith en Carlos. In de jaren tussen 1968 en 2016 heeft het hele protest binnen de sport praktisch stil gelegen.74

Er zijn een aantal parallellen te vinden in beide protesten. Ten eerste vinden de protesten allebei plaats tijdens het volkslied. Over deze ‘’heilige’’ Amerikaanse traditie wordt ook vaak getwist. Dat iemand protesteert tijdens het volkslied zou onpatriottisch en beledigend zijn tegenover Amerika. Het protest lijkt ook op elkaar omdat het een stil protest is. Er wordt niet gesproken tijdens het protest. Er wordt alleen gebruik gemaakt van een symbolische pose. Voor Smith en Carlos was dit de gebalde vuist, voor Kaepernick is dit zitten op een knie. Zelfs de reden voor het protest is nagenoeg

hetzelfde.75 De reacties die beide vormen van protest krijgen lijken ook op elkaar, on-Amerikaans en disrespectvol worden vaak genoemd. 76

De problematiek waar protest binnen de sport mee te maken krijgt blijft nagenoeg hetzelfde. In meer dan 100 jaar blijven sporters die zich uitspreken tegen rassenongelijkheid negatieve media-aandacht krijgen. Zwarte sporters die protesteren tegen rassenongelijkheid moeten dan ook vaak bereid zijn om hun carrière op het sportveld op te geven.77 Waarschijnlijk komt Kaepernick niet meer in actie als quarterback binnen de NFL, terwijl hij volgens velen genoeg talent zou moeten hebben om in de basis te staan bij verschillende clubs. Waar enkele auteurs dan ook claimen dat het protest van Tommie Smith en John Carlos een omslagpunt is, is het de vraag of dit waar is. Kaepernick loopt

73 Schmidt, Frederick, Pegoraro, Spencer, An Analysis of Colin Kaepernick, 13 74 Wright, Be like Mike, 1-19

75 Wyche, Colin Kaepernick explains why he sat during national anthem 76 Smith, Steel, Silent Gesture, 1-42

(23)

23 tegenwoordig namelijk tegen dezelfde problemen aan die Smith en Carlos in 1968 tegenkwamen.

Het hedendaags protest brengt ook nieuwe elementen met zich mee. Social media speelt een grote rol, dankzij sociale media werd het protest al snel opgepakt door een grote groep mensen.78 Wat ook meespeelt is dat gewone mensen via social media een podium krijgen om hun mening te uiten over het protest. Niet langer zijn de kranten of andere grote media leidend in de beeldvorming van het protest, maar kunnen gewone mensen meningen met elkaar delen. Bovendien kunnen niet alleen gewone mensen hun mening delen, maar kunnen ook prominenten zoals andere sporters of zelfs de president van de Verenigde Staten elkaar steun betuigen, of juist tegen spreken.79

Kaepernick krijgt wordt in zijn protest openlijk gesteund door witte sporters. Dit is iets waar eerdere sporters niet op konden rekenen. Ook witte spelers knielen op het veld en durven het probleem van rassenongelijkheid bespreekbaar te maken. Dat betekent dat het tegenwoordig niet alleen de zwarte gemeenschap is die ziet dat er problemen zijn omtrent rassenongelijkheid, maar dat de witte bevolking in Amerika dit ook als probleem ziet.80

Een ander verschil is dat Kaepernick steun kreeg van een van de grootste sportmerken ter wereld. Toen Nike hem een contract aanbood, ontstond er enorm veel aandacht voor het protest. Nike maakt aan de ene kant een statement door Kaepernick te steunen en tegelijkertijd komt er enorm veel aandacht vrij voor de zaak van Kaepernick. De slogan voor de campagne was ‘’Believe in something. Even if it means sacrificing everything’’.81 Iets wat toepasselijk is voor Kaepernick aangezien er sinds de protesten geen club meer is die hem een contract wilt aanbieden.

Het protest van Kaepernick staat in lijn met eerder protest tegen rassenongelijkheid in de sport. De afgelopen generaties die hebben geprotesteerd tegen rassenongelijkheid stuitte in hun eigen tijd op veel tegenstand en negatieve reacties. Toch is te zien dat in de hedendaagse herinneringscultuur deze sporters als belangrijk, groots of zelfs helden worden gezien. Of Kaepernick in de toekomst op dezelfde manier als een Johnson, Owens of Smith herinnerd kan worden is een vraag die nog niet beantwoord kan worden. Toch is hij nu het gezicht van een nieuwe protestgolf tegen

rassenongelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika.

78 Duvall, #BlackLivesMatter, 401-402

79 Schmidt, Frederick, Pegoraro, Spencer, An Analysis of Colin Kaepernick, 7-8

80 Benjamin Hoffman, Talya Minsberg, The Deafening Silence of Colin Kaepernick, New York Times, (4

september 2019)

81 Kevin Draper, Ken Belson, Colin Kaepernick’s Nike Campaign Keeps N.F.L. Anthem Kneeling in Spotlight, New

(24)

24

Conclusie:

Een Amerikaanse traditie

In dit onderzoek heb ik aan de hand van drie casestudies gekeken naar hoe er over protest tegen rassenongelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika in de geschiedenis werd gesproken, en hoe dit nu wordt herinnerd. Vervolgens heb ik dit vergeleken met een protest wat zich nu afspeelt. Via kranten heb ik een inzicht gekregen over hoe er werd gesproken over protest in de tijd waarin het protest zich afspeelde, via secundaire literatuur heb ik bekeken hoe deze protesten tegenwoordig herinnerd worden.

De eerste casestudy die ik behandel is die van Jack Johnson, die in de vroege 20e eeuw wereldkampioen boksen werd. Johnson werd geframed door de media als een zwarte man die

verslagen moest worden door een ‘’White Hope’’. Jack Johnson deed sowieso niet veel goeds volgens de media, zijn levensstijl paste namelijk niet in het beeld wat er op dat moment bij Afro-Amerikanen hoorde. Pas toen Johnson werd verslagen in 1915 verloor de media de interesse in Johnson. Johnson heeft wel kunnen schoppen tegen de door witten gedomineerde samenleving, hierdoor kan hij gezien worden als een van de eerste die zich met protest tegen rassenongelijkheid bezig hield. De gratie die hij van president Trump in 2018 kreeg vanwege zijn overtreding van de Mann-Act laat zien dat Johnson nu meer eer toebedeeld krijgt dan in zijn eigen tijd.

Als tweede casestudy heb ik Jesse Owens gebruikt. Owens wordt gezien als een voorvechter van gelijkheid omdat hij vier gouden medailles wist te winnen op de Olympische Spelen van 1936. Ook bij Owens was framing van groot belang, Owens werd alleen als held geframed. Waar de huidskleur van Johnson nog van groot belang was in de krantenkoppen, werd Owens juist bij zijn naam genoemd. Hij was de held die aan Hitler had laten zien dat Amerika een plek was waar zwarte mannen ook meededen in de samenleving en dat het ‘’Arische ras’’ toch niet zo superieur was als dat Hitler stelde dat het was. Toch merkte Owens weinig van zijn heldenstatus toen hij terugkwam van de Olympische Spelen. In Amerika was hij gewoon weer een zwarte Amerikaan die weinig te vertellen had in eigen land. Hij mocht niet eens in dezelfde restaurants eten of in dezelfde hotels slapen als waar zijn mede-Olympiërs waren. Toch heeft hij er voor gezorgd dat er een nieuwe golf van zwarte sporters kwam die op zijn schouders stonden en die wel langzaam maar zeker voor verandering binnen de samenleving konden zorgen.

Het protest van Smith en Carlos in 1968 is de derde casestudy die ik heb behandeld. Dit protest zou worden weergegeven als anti-Amerikaans en beledigend tegenover het volk. Toch zou dit protest later een iconische status krijgen als belangrijk moment in de strijd tegen rassenongelijkheid. Hoewel Smith en Carlos hun Olympische carrière konden vergeten worden zij wel herinnerd als strijders voor gelijke rechten. Er wordt gezegd dat door dit protest rassenkwesties bespreekbaar

(25)

25 werden gemaakt binnen het terrein van sport. Ook Smith en Carlos konden rekenen op eerherstel vanuit een president. Smith en Carlos werden in 2016 geëerd door president Obama.

Toch hebben deze drie protesten niet gezorgd voor gelijkheid voor Afro-Amerikanen. Protest is blijkbaar nog steeds nodig om er voor te zorgen dat Afro-Amerikanen gelijke behandeling krijgen in Amerika. Het protest van Kaepernick heeft gezorgd voor een nieuwe golf die protesteert tegen

rassenongelijkheid. Het protest van Kaepernick is dus geen nieuw fenomeen, maar staat in een traditie van eerder protest. In het protest tegen rassenongelijkheid binnen de sport is een lijn te zien die begint bij Johnson. Kaepernick bouwt vooral voort op het protest van Smith en Carlos, zelfs de symboliek is erg vergelijkbaar.

Opvallend is dat de problematiek tussen 1968 en 2016 maar weinig verandert. Waar Smith en Carlos al protesteerde tegen politiegeweld tegen zwarte Amerikanen en armoede onder zwarte

Amerikanen, pakt Kaepernick diezelfde problemen op. De reacties die beide protesten krijgen lijken ook erg veel op elkaar. On-Amerikaans en beledigend worden vaak genoemd. Ondanks dat protest tegen rassenongelijkheid al jaren een thema is binnen de sport, is het nog geen Amerikaanse traditie geworden.

Het protest van Kaepernick heeft ook vernieuwende elementen. Social media speelt een grote rol omtrent de beeldvorming van het protest. Niet langer zijn alleen de traditionele media

verantwoordelijk voor de beeldvorming van het protest, de gewone mensen kunnen zelf ook hun beeldvorming creëren en hun mening uiten. Een ander verschil is dat er nu een enorm miljoenenbedrijf achter Kaepernick staat die zijn zaak steunt. De reclamecampagne van Nike doet namelijk veel voor de beeldvorming over het protest.

Vooral de wijze van protest is in sport onderhevig geweest aan verandering. De voorbeelden die besproken zijn hebben op hun eigen manier bijgedragen aan het verkrijgen van meer rechten en gelijkheid voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Een lijn die momenteel doorgetrokken wordt door Kaepernick.

Hoewel Kaepernick waarschijnlijk nooit meer in de National Football Leauge zal spelen heeft hij een discussie op gang gebracht die voorlopig niet gaat liggen. Ontzettend veel mensen zijn bewust geworden van de problematiek die speelt onder Afro-Amerikanen. Waar het protest nu nog als on-Amerikaans wordt beschouwd kunnen we ons afvragen wanneer protest op het sportveld als Amerikaanse traditie beschouwd kan worden.

(26)

26

Bibliografie

Boeken

:

Duyvendak, Jan Willem, Jasper, James M., Breaking Down the State: Protestors Engaged, (Amsterdam 2015).

Hartmann, Douglas, Race, Culture, and the Revolt of the Black Athlete: The 1968 Olympics Protests

and their Aftermath (Chicago 2003).

Hoberman, John, Darwin's Athletes: How Sport Has Damaged Black America and Preserved the Myth

of Race (Penticton, 1996).

Hornsby, Alton Jr, A Companion to African American History, (Malden, 2005). Isserman, Maurice, America Divided: The Civil War of the 1960s, (Oxford, 1999).

de Jong, Greta, Invisible Enemy: The African American Freedom Struggle after 1965, (Malden, 2010). Kennedy, Stetson, Jim Crow Guide to the U.S.A. The Laws J Customs and Etiquette Governing the

Conduct of Nonwhites and Other Minorities as Second-Class Citizens, (Tuscaloosa, 2011).

Lamb, Chris (ed.), From Jack Johnson to Lebron James: Sports, Media, and the Color Line (Lincoln, 2016).

Long, Michael G., First Class Citizenship: The Civil Rights Letters of Jackie Robinson, (New York, 2007).

Morgan, Iwan and Davies, Philip, From Sit-ins to SNCC: the Student Civil Rights Movement in the

1960s, (Gainesville, 2012).

Paquette, Robert L. and Smith, Mark M., The Oxford handbook of slavery in the Americas, (Oxford, 2010)

Runstedtler, Theresa, Jack Johnson, Rebel Sojourner: Boxing in the Shadow of the Global Color Line, (2012, Los Angeles).

Smith, Tommie, David Steel, Silent Gesture: The Autobiography of Tommie Smith, (Philadelphia, 2008).

Tarrow, Sydney G., Power in Movement: Social Movements and Contentious Politics, (Cambridge, 1994).

Tilly, Charles, Contentious Performances, (Cambridge 2008).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Popular Politics and British Anti-Slavery: The Mobilisation of Public Opinion Against the Slave Trade, 1787-1807.. Manchester; New York; New York: Manchester

Wanneer een kind aan de basis school begint met een taal achterstand, raakt hij die achterstand zijn hele school loopbaan niet meer kwijt.. Op Peuterspeelzalen wordt deze

Waar mainstream sociale mediaplatforms als Twitter en Facebook sinds oktober 2020 alle content gerelateerd aan QAnon en andere potentieel gewelddadige complotgroepen door

De Franstalige vzw Association pour le droit de mourir dans la dignité (ADMD) is niet opgezet met de uitspraken van kardinaal Godfried Danneels over de media-aandacht voor de

"Op deze manier kan het debat niet sereen gevoerd worden." Beke benadrukt wel dat hij niet het gevoel heeft dat de familie Claus om die grote media-aandacht gevraagd

"De uitspraak dat we kinderen gaan 'doodspuiten' heeft ons recht in het hart getroffen", aldus Berlaer.. "Minderjarigen zijn

Obviously, this will entail a certain degree of error: (1) some people will participate, but not show up on the mobile phone data; (2) not all people that are present will

The main assumption to identify a causal eect is that the seven-days-incidence rates in counties with Honk for Hope bus stops would have developed parallel to those in other