• No results found

Lysine- en energiegehalten in vleesvarkensvoer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lysine- en energiegehalten in vleesvarkensvoer"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LYSINE- EN ENERGIEGEHALTEN IN

VLEESVARKENSVOER

ir. C.M.C. van der Peet-Schwering, Onderzoeker Voeding ing. I.E. Huchshorn, Onderzoeksassistent

Een verlaging van het gehalte verteerbaar lysine van 0,75% naar 0,70% in

voer met een energiewaarde (EW) van 1,03 leidt niet tot een verbetering van

de mesterijresultaten. Hetzelfde geldt voor een verhoging van de EW van het

voer van 1,03 naar 1,09 bij een verteerbaar lysinegehalte van 0,75%. Op

grond van de stikstofuitscheiding is het aan te bevelen voer te nemen met

een EW van 1,03 en een verteerbaar lysinegehalte van 0,70%, of voer met een

EW van 1,09 en een verteerbaar lysinegehalte van 0,75%. Dit zijn de

resulta-ten uit een onderzoek dat is uitgevoerd op het Varkensproefbedrijf Noord- en

Oost-Nederland te Raalte.

Op veel bedrijven wordt aan vleesvarkens in het begin van de mestperiode startvoer verstrekt (EW = 1,05-1,07; vert. lysine 2 0,87%). Op onge-veer 45 kg lichaamsgewicht wordt vaak overge-schakeld op vleesvarkensvoer met een EW van 1,03 en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,70-0,72%. Uit onderzoek is gebleken, dat de behoefte aan verteerbaar lysine bij snelgroei-ende varkens tot een gewicht van ongeveer 60 kg hoog is. Op het Varkensproefbedrijf te Raalte is daarom een onderzoek opgezet waarin is na-gegaan of een verhoging van het gehalte aan verteerbaar lysine in het voer tot een verbetering van de technische resultaten leidt. Daarnaast is nagegaan wat het effect is van geconcentreerd voer (EW = 1,09; vert. lysine = 0,75%) op de technische resultaten. Op steeds meer bedrijven

Tabel 1: Mesterijresultaten en slachtkwaliteit

proefgroep aantal dieren 240 232 248 238 groeisnelheid (g/dag) 785 785 794 798 voeropname (kg/dag) 2,24 2,21 2,25 2,17 EW-opname (EW/dag) 2,31 2,28 2,32 2,35 voederconversie 2,85 2,81 2,83 2,73 EW-conversie 2,95 2,90 2,93 2,95

vert. lysine-opname (g/dag) 16,4 16,8 17,4 16,8

percentage EAA + 1 A 83,3 88,4 84,3 81,l

vleespercentage 52,l 52,4 51,8 52,0

vanaf 45 kg vanaf 35 kg vanaf 45 kg vanaf 45 kg EW = 1,03 EW = 1,03 EW = 1,03 EW = 1,O

vert. lys. vert. lys. vert. lys. vert. lys.!!i

0,70% 0,75% 0,75% 0,75%

1 2 3 4

wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van ge-concentreerd vleesvarkensvoer.

Opzet van het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd met borgen en zeu-gen die gemengd zijn gemest. Er zijn vier proef-groepen met elkaar vergeleken:

1. startvoer tot ongeveer 45 kg lichaamsgewicht en daarna vleesvarkensvoer met een EW van 1,03, een ruw eiwitgehalte van 14,8% en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,70% 2. startvoer tot ongeveer 35 kg lichaamsgewicht

en daarna vleesvarkensvoer met een EW van 1,03, een ruw eiwitgehalte van 15,7% en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,75% 3. startvoer tot ongeveer 45 kg lichaamsgewicht

en daarna vleesvarkensvoer met een EW van

(2)

1,03, een ruw eiwitgehalte van 157% en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,75%; 4. startvoer tot ongeveer 45 kg lichaamsgewicht

en daarna vleesvarkensvoer met een EW van 1,09, een ruw eiwitgehalte van 156% en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,75%; Het gebruikte startvoer had een EW van 1,05, een ruw eiwitgehalte van 17,5% en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,87%. Alle dieren zijn gedurende de gehele mestperiode onbe-perkt gevoerd via droogvoerbakken met vier vreetplaatsen. Drinkwater stond onbeperkt ter beschikking via drinknippels op lage druk.

Mesterijresultaten

In tabel 1 zijn de mesterijresultaten en de classi-ficatieresultaten weergegeven. Alle dieren zijn beoordeeld volgens het oude classificatiesys-teem en een deel van de dieren ook volgens het nieuwe SEUROP-systeem.

In het eerste deel van het mesttraject bestonden er geen duidelijke verschillen in groei, EW-op-name en EW-conversie tussen de vier proef-groepen. De verhoging van de lysine-opname in dit traject leidde niet tot een verbetering van de technische resultaten.

In het tweede deel van de mestperiode bestond er tussen de vier proefgroepen ook geen duide-lijk verschil in EW-conversie. In de eerste proef-groep is de EW-conversie het hoogst, dus minst gunstig. Mogelijk is dit een gevolg van de lagere opname in deze proefgroep. De

lysine-opname is echter niet té laag, want dan zou dat al tot uitdrukking zijn gekomen in het traject van 45 tot 60 kg.

De voeropname per dag en de voederconversie zijn het laagst in proefgroep 4. Dat komt door de hogere EW van het voer uit deze proefgroep.

Stikstofuitscheiding

Met het oog op de mestproblematiek is bere-kend hoe groot de stikstofuitscheiding is in de vier proefgroepen. De resultaten van deze bere-kening staan weergegeven in tabel 2.

Het blijkt dat de stikstofuitscheiding in proef-groep 1 het laagst is. De stikstofuitscheiding in de proefgroepen 2, 3 en 4 is respectievelijk 3,3%, 7,4% en 1% hoger dan die in proefgroep 1.

Conclusie

De verhoging van het lysinegehalte in het voer heeft niet geleid tot een verbetering van de mes-terijresultaten. Ook de verhoging van de ener-giewaarde van het voer van 1,03 naar 1,09 had geen effect.

Op grond van de stikstofuitscheiding is het aan te bevelen om te kiezen voor de proefgroepen 1

of 4, dat wil zeggen óf voer met een EW van

1,03 en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,70%, óf voer met een EW van 1,09 en een gehalte aan verteerbaar lysine van 0,75%. De uiteindelijke keuze tussen deze twee voer-soorten zal, naast bedrijfsomstandigheden, in belangrijke mate bepaald worden door de prijs van het voer per EW.

Tabel 2: Stikstofuitscheiding per mestvarken

proefgroep stikstofopname (g) stikstofaanzet (g) stikstofuitscheiding (g) Meer uitscheiding ten opzichte van proefgroep 1

vanaf 45 kg EW = 1,03 vert. lys. 0,70% 1 5.735 1.880 3.855 vanaf 35 kg vanaf 45 kg EW = 1,03 EW = 1,03

vert. lys. vert. lys.

0,75% 0,75% 2 3 5.866 6.043 1.883 1.903 3.983 4.140 3,3% 7,4% vanaf 45 kg EW=l, $ vert. lys. 0,75% 4 5.812 1.917 3.895 1% 13

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

startschema gebruikt zoals voor vrije drainage om de verhouding op de wortel goed te krijgen en wordt vervolgens een teeltschema met lagere calcium en magnesium gehanteerd (Tabel

The findings of the study indicate that the major causes of SME failure and discontinuity in the North West province is due to various factors such as lack of strategic

Voor rogge is circa 100 kilogram zaaizaad per hectare nodig, voor Italiaans raaigras 30 tot 40 kilogram en voor een mengsel van Itali- aans raaigras en rogge 50 tot 75

Wie als veehouder overweegt om samen te werken wil eerst weten of hij nog wel gras van natuurgrond kan halen, of het natuur­ gras voldoende voederwaarde heeft voor zijn koeien en

Behalve het elzenbroekbos, dat een graslandvegetatie met eenzelfde reduktiefactor voor de open waterverdamping (tabel 2) ver- vangen heeft, hebben deze bosvegetaties

Daarom heeft het programma Kas als Energiebron aan LEI Wageningen UR gevraagd om na te gaan welke kennis deze groep nodig heeft om met HNT aan de slag te gaan.

pharmacovigilance, 1(4). Adverse drug events in hospitalized patients. Excess length of stay, extra costs, and attributable mortality. Adverse drug reaction reporting by

The twelve main themes that were extracted from the interviews are set out as follow: general conceptualisation of career success; executives’ personal meaning