• No results found

Effect van zout in eendenvoer onderzocht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effect van zout in eendenvoer onderzocht"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Effect van zout in eendenvoer onderzocht

F. E. de Buisonjé, onderzoeker eendenhouderij

A. Getkate, veevoedingsdeskundige bij Rijnvallei

H. Enting, veevoedingsdeskundige bij CLO-Instituut “De Schothorst”

In twee proeven van Praktijkonderzoek Pluimveehouderij “Spelderholt” is

gekeken naar het effect van verschillende gehalten natrium, kalium en chloride

(Na, K en Cl) in eendenvoer op technische resultaten, waterverbruik en

bevede-ring van Peking-eenden. De resultaten waren dat natrium de groei bevorderde,

kaliumrijke grondstoffen nattere mest gaven en chloride geen effecten aan het

licht bracht.

Inleiding

Bij het mesten van vleeseenden is een hoog vochtgehalte van de mest ongewenst: de mesthoeveelheid stijgt, er moet meer stro worden bijgestrooid en wellicht neemt de ammoniakuitstoot van de mest daardoor toe. Verse eendenmest (met 16 à 18% drogestof bij toepassing van drinknippels) is toch al aanzienlijk natter dan de mest van ander pluimvee.

De proefvoeders hadden in beide proeven een OE-slk van 2900 kcal/kg en circa 16% ruw eiwit. Alle acht proefbehandelingen had-den betrekking op 280 vleeseenhad-den vanaf 2 tlm 7 weken leeftijd.

Eerste proef

In de eerste proef is gekeken naar het effect van verschillende natrium- en chloridegehal-ten in het eendenvoer (zie “Pluimveehoude-rij” 5/96 van 2 feb. j.l.). Hierbij bleek de groei toe te nemen met een toenemend natrium-gehalte, zonder dat daarbij de mest natter werd. Het hoogste nuchtere eindgewicht (gemiddeld 3280 gram) werd behaald bij het hoogste beproefde natriumgehalte van 1,7 g/kg. Op basis van de proefresultaten leek het waarschijnlijk dat het optimale natrium-gehalte voor groei tussen 1,7 en 2,0 g Na/kg voer zou liggen. Dit is hoger dan bij bijvoor-beeld vleeskuikens, maar een eend is van

nature een watervogel die ook in zout en brak water voedsel zoekt en dus met hogere natriumgehalten om moet kunnen gaan. De eend heeft een mechanisme om een over-maat zout anders dan via de nieren uit te kunnen scheiden, namelijk via de neusklier. Tweede proef

In de tweede proef is het effect van nog hogere natriumgehalten vergeleken. De verhoging van het natriumgehalte werd ge-realiseerd door extra NaCI op te nemen. De beproefde gehalten lagen wat hoger dan van tevoren berekend (bij analyse 2,0 en 2,4 g Na/kg voer). Tevens is gekeken naar het effect van hogere kaliumgehalten (6,5 en 10,O g K/kg voer). Het hogere K-gehalte werd verkregen door maïs en tarwe uit te wisselen tegen sojaschroot, melasse en ta-pioca.

Uit deze proef bleek dat een verdere verho-ging van het natriumgehalte (van 2,0 naar 2,4 g/kg) geen verdere verbetering van de resultaten gaf, overigens zonder een ver-hoogd waterverbruik of andere negatieve effecten te veroorzaken (tabel 1). Dit beves-tigde de bevindingen van de eerste proef. Het optimale natriumgehalte in eendenvoer voor groei zal dus minimaal 1,7 g Na/kg voer moeten bedragen, wellicht iets hoger.

(2)

Tabel 1: technische resultaten tweede proef, 48 dagen leeftijd.

Gehalten (g/kg voer) Nuchter Voerconv. Totaal Water/voer Na K Cl eind-gewicht (gecorr. voor voerver- verhouding

(9) uitval) bruik (g)

290 695 3,a 3311 2,395 7784 2,36 2,4 6,5 494 3301 2,400 7775 2,31 2,O 10,o 3,6 3257 2,386 7628 2,57

De vergelijking van twee voeders met ka-liumgehalten van 6,5 en 10,O g Wkg voer gaf een ander beeld te zien: het waterverbruik van de eenden met het kaliumrijke voer lag ongeveer 10% hoger, zonder dat er een betere groei tegenover stond (tabel 1). Er was een tendens te bespeuren naar een lagere groei en voeropname bij het kalium-rijke voer. De voerconversie werd niet beïn-vloed. De mest van de eenden met het kaliumrijke voer was natter: 16,1% droge stof bij 10,O g Wkg voer, tegen 17,9% droge stof bij 6,5 g Wkg voer (gemiddelde droge-stofgehalten van verse mest zonder stro). Op het voer met het hoge kaliumgehalte waren de eenden dan ook ernstig bevuild. De proefvoeders met verschillende kalium-gehalten waren gemaakt door verschillende (kaliumarme en kaliumrijke) grondstoffen in het voer op te nemen. Hierdoor was het niet mogelijk om met zekerheid te zeggen of het gevonden resultaat het gevolg is van uitslui-tend verschillende kaliumgehalten, of dat ook de grondstoffenkeuze op zich van in-vloed is geweest.

In een toekomstig onderzoek zal getracht worden om het grondstoffeneffect te schei-den van het pure kaliumeffect.

Bij beide proeven werden verschillende chloridegehalten in het voer verkregen door toevoeging van verschillende hoeveelheden keukenzout (NaCI). Uit de gecombineerde

resultaten van beide proeven kunnen we afleiden dat chloridegehalten tussen 1,8 en 4,4 g/kg geen effect hadden op groei, voer-conversie of waterverbruik van de eenden. Uit beide proeven bleek geen duidelijk effect op het optreden van verentrekkerij of uitval van de eenden door de verschillende zout-gehalten of grondstoffen in het voer.

Bekijken verendek bij eenden.

(3)

Conclusies

Het optimale natriumgehalte voor groei bij eenden moet minimaal 1,7 glkg voer bedragen. Een verhoging van het natriumgehalte naar2,4 g/kg heeft geen merkbaar effect op het drogestofgehalte van de mest of op andere resultaten.

Het opnemen van kaliumrijke grondstoffen ín het voer geeft een duidelijk hoger waterverbruik, nattere mest en ernstig bevuilde eenden. Het is dus van belang om te streven naar een zo laag mogelijk kaliumgehalte. Het is echter niet duidelijk of de negatieve effecten van een verhoging van het kaliumgehalte zijn toe te schrijven aan de eigenschappen van afzonderlijke grondstoffen.

Chloridegehalten tussen i,8 en 4,4 g Cl/kg voer hebben geen merkbaar effect bij eenden.

Het effect van het kaliumgehalte in het voer op het vochtgehalte van de mest is niet onaanzienlijk, maar lijkt te gering om duidelijke verschillen ín de ammoniakuitstoot van die mest te verwachten. We verwachten dat een beperking van de ammoni-akuítstoot van eendenmest door voedingsmaatregelen beter haalbaar is dan door maatregelen op het gebied van de de eiwit- en aminozurenvoorziening voor eenden. Vervolgonderzoek zal daarop gericht zijn.a

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

10 Geef de namen van het alcohol en het zuur dat zijn gebruikt voor de vorming van de stof die naar pepermunt ruikt*. 11 Geef de namen van het alcohol en het zuur dat zijn

• Omdat de eerste tweelingbroer niet de waarheid spreekt, kan het die dag. in ieder geval geen zondag zijn

Concreet betekent dit dat anno 2002 de vrouwen die samenwonen met een partner maar (nog) geen kinderen hebben de meest actieve onder de Vlaamse vrouwen (25-39 jaar) zijn: 87% van

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek geeft vol- gende definitie: “het bestaan en duurzaam voortbe- staan van verschillen tussen mannen en vrouwen in hun positie op

Verder onderzoek zou geen zin meer hebben, zo staat in een brief van het college van B&W aan de Rotterdamse gemeenteraad, omdat de vrouw tegen wie een aanklacht werd

In deze variant worden fietsers voor de kruising naar de noordzijde van de kruising geleid en kunnen in de voorrang worden afgewikkeld.. Door de kruising op een plateau te leggen

Voor de berekening zijn de meetresultaten gebruikt van de UV-254 nm en de fluorescentie meting, terwijl de UV-300 nm meting gebruikt is als extra controle.. De analyse op

Paul’s positive example is a response to the strong Corinthian Jesus-followers’ negative example. Paul’s response includes an exhortation to his Corinthian audience