• No results found

Kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering - Downloaden Download PDF"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kosten en baten van

arbeidsplaatsverbetering

Op het ogenblik bestaat zowel voor de kosten en

baten van arbeidsplaatsverbetering als voor de ar­ beidsplaatsverbetering zelf veel aandacht. De hui­ dige econom ische situatie vraagt om bedrijfseco­ nomisch verantwoorde beslissingen. Helaas leidt dit nog in veel gevallen tot het voorkomen van kosten, waardoor veel verbeteringen niet door­ gaan. De belangstelling voor de arbeidsplaatsver­ betering, voor de kwaliteit van de arbeid, heeft meerdere achtergronden. Werknemers die werk hebben accepteerden lange tijd dat dit mogelijk gepaard kon gaan met slechte arbeidsomstandig­ heden. Het hebben van werk was het belangrijk­ ste. Meer en meer zullen werknemers bedenken dat ze het werk en de mogelijkheid te werken willen behouden en dat het werken met kans op arbeidsongeschiktheid o f ziekte (waarvan de na­ delige financiële gevolgen steeds meer bij de werk­ nemer dreigen te kom en) niet reëel is ten opzich­ te van werknemers zonder werk. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de arbeidsplaatsverbe­ tering en de humanisering van arbeid. Daarbij zal vooral aandacht worden besteed aan de kosten en baten die samenhangen met arbeidsplaats­ verbetering.

Het belang van goede arbeidsomstandigheden wordt door verschillende instanties onderschre­ ven. In de beleidsnota ‘Humanisering van Arbeid’ geeft het FNV aan dat zij in het verleden al de nodige aandacht schonk aan de arbeidsomstan­ digheden van de Nederlandse werknemer. Belang- rijker is dat deze aandacht in de toekomst zal toenemen. In de nota wordt een aantal wegen aangegeven via welke het FNV wil proberen hu­ manisering van arbeid te bereiken.

* Ir. K.J. Poll is werkzaam als ergonomisch onderzoe­

ker bij het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO en drs. J.A.M. Louman is werkzaam bij de Adviesgroep voor Organisatiever- nieuwing te Diemen.

In het rapport ‘Vernieuwingen in het arbeids- stelsel’ stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat ‘op grond van ethi­ sche normen, arbeidsmarktoverwegingen en eco­ nomische overwegingen een groeiend draagvlak is ontstaan voor ideeën met betrekking tot de kwaliteit van de arbeid’. De kwaliteit van de ar­ beid wordt in dit rapport beschreven in een vier­ tal dimensies:

— inhoud van het werk; — arbeidsomstandigheden;

— arbeidsverhoudingen binnen het bedrijf; — arbeidsvoorwaarden.

In het regeringsstandpunt ten aanzien van het rapport wordt grote waardering uitgesproken voor het hoofdstuk kwaliteit van de arbeid. De regering erkent dan ook dat aan de verbetering van de kwaliteit van de arbeid de komende tijd groot gewicht moet worden toegekend. Zeker nu blijkt dat daaraan sociale en economische baten zijn verbonden.

Ook van de werkgeverskant (NCW, 1981) komen signalen waaruit blijkt dat kwaliteit van de arbeid, in ieder geval de positie van de werknemer, de nodige aandacht moet krijgen in de toekomst. Steeds duidelijker wordt het dat kwaliteit, kwan­ titeit en flexibiliteit binnen het produktieproces beïnvloed kunnen worden door de kwaliteit van de arbeid. Daarnaast bestaat voor bedrijfstakken of individuele bedrijven, waar de arbeidsomstan­ digheden te wensen overlaten, het risico op een groot verloop, zeker nu in bepaalde bedrijfstak­ ken de arbeidsmarkt enigszins aantrekt en in eerste instantie vooral de mensen met werk van baan zullen veranderen.

Arbowet

De discussie over humanisering van arbeid con­ centreert zich momenteel rond de invoering van de wet op de Arbeidsomstandigheden (Arbowet). De Arbowet wordt vanaf januari 1983 artikel voor artikel ingevoerd. De wet regelt de

(2)

verant-Kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering woordelijkheden van werkgevers en werknemers bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden met als doel de veiligheid te verhogen, de gezond­ heid te beschermen en het comfort te verbeteren. Voor de invoering van de meeste artikelen en eventuele normen wordt, of is, een adviesvraag ingediend bij de Sociaal-Economische Raad. Het zal duidelijk zijn dat binnen deze Raad de kosten van arbeidsplaatsverbetering als gevolg van de Ar- bowet een belangrijk discussiepunt vormen. Helaas is het bij investeringen meestal eenvoudi­ ger de kosten aan te geven dan de verwachte ba­ ten. Voor alle investeringen in het produktiepro- ces of in de organisatie van de dienstverlening is het vanuit bedrijfseconomisch oogpunt noodza­ kelijk een rendementsverwachting te geven. Zo’n rendementsberekening is naast een aantal ‘harde’ gegevens ook gebaseerd op aannamen. Dit heeft als gevolg dat in veel gevallen investeringsbeslis­ singen voor een belangrijk deel zijn gebaseerd op subjectieve gronden en vooral passen binnen een uitgezet bedrijfsbeleid.

Ondanks de vaak hoge kosten zullen investerin­ gen in arbeidsplaatsverbetering wel degelijk ba­ ten, in sommige gevallen wellicht de kosten over­ treffend, met zich meebrengen. Deze baten kun­ nen binnen het bedrijf tot uiting komen of daar­ buiten. Het is niet zo dat bijvoorbeeld het opleg­ gen van een bepaalde maximale lawaaigrens al­ leen maar miljarden kost aan het bedrijfsleven, zoals door werkgevers, zelfs binnen de SER, wordt gesteld. Bij lawaaibestrijding geldt net zo goed het bij automatisering gebruikte argument dat het proces op zichzelf banen, produkten en kennis oplevert. Deze kennis en de ontwikkelde produkten, zoals geluidsarme apparatuur, vormen weer exportprodukten, zeker wanneer een land hierin voorop loopt.

Kwaliteit van de arbeid

Hoe is de kwaliteit van de arbeid op het ogen­ blik? Is deze slechter of beter dan in het verle­ den? De antwoorden op deze vraag lopen uiteen. Sommigen stellen dat de arbeidsomstandigheden nu veel beter zijn dan vroeger. Anderen tonen aan dat de taakinhoud van functies wordt uitge­ hold en dat vakmanschap overbodig wordt. Nieu­ we technologische ontwikkelingen kunnen werk­ nemers belemmeren in hun ontplooiing door een te geringe vrijheid van handelen. Gevaarlijke stof­ fen worden verboden, maar nieuwe gevaarlijke stoffen presenteren zich. Zware arbeid wordt in veel gevallen vervangen door een statische belas­ ting. Een poging om toch enig inzicht te krijgen

in de ontwikkeling van de kwaliteit van de arbeid is gebaseerd op twee onderzoeken die nader zul­ len worden toegelicht. In het eerste onderzoek (Conen, e.a., 1983) is bekeken hoe tussen 1960 en 1977 de inhoud van de functies in Nederland en het opleidingsniveau zich hebben ontwikkeld. De functies werden volgens een functiewaarde­ ringssysteem ingedeeld in klassen 1 tot en met 7. Uit deze indeling bleek dat het gemiddelde ni­ veau van de functies gelijk is gebleven over deze periode. Een verandering die heeft plaats gevon­ den is dat het aantal functies in de hoogste en laagste waarderingsklassen is toegenomen. Over diezelfde periode bleek het gemiddelde oplei­ dingsniveau te zijn toegenomen.

Wanneer nu de kwaliteit van de arbeid wordt ge­ zien als de mate waarin het opleidingsniveau (de capaciteiten) aansluit bij de eisen vanuit het werk, dan kan worden gesteld dat de kwaliteit van de arbeid over de periode van 1960-1977 gemiddeld is afgenomen. Deze constatering sluit aan bij het verschijnsel, wat in de praktijk vooral bij jonge­ ren steeds vaker wordt waargenomen, dat een be­ paalde functie wordt bekleed door iemand met ‘teveel’ opleiding.

In een ander onderzoek is aan werknemers zelf gevraagd wat zij van hun werkomstandigheden vonden (CBS, 1983). In tabel 1 is aangegeven wat de ondervraagden in 1974 en 1980 antwoordden. Wanneer de kwaliteit van de arbeid wordt be­ schouwd vanuit de fysisch/chemische omgevings­ factoren (lawaai en vuil) kan worden gesteld dat geen verbetering en geen verslechtering heeft plaatsgevonden tussen 1974 en 1980, volgens het oordeel van de betrokkenen. Wanneer gekeken wordt naar arbeidsinhoud en arbeidsvoorwaarden is eerder sprake van een verslechtering dan van een verbetering.

Het is heel moeilijk aan te geven in welke richting de ontwikkelingen de komende tijd zullen gaan. Blijft het opleidingsniveau stijgen? De automati­ sering en de verdergaande mechanisering zullen lagere functies doen verdwijnen en mogelijk tege­ lijkertijd andere functies (middenkader) ‘uit­ hollen’.

Verbetering van de kwaliteit van de arbeid, hu­ manisering van de arbeid gaat in de meeste geval­ len gepaard met veranderingen en aanpassingen en daardoor kosten. Er zijn in de literatuur, voor­ zover nagegaan, geen methoden gevonden om een kosten/batenanalyse te maken voor een bepaalde maatregel ter verbetering van de arbeidsomstan­ digheden. Wel blijkt uit een groot aantal verbete- ringsprojecten in Amerika en Europa een

(3)

positie-Tabel 1. Meningen van de werkende bevolking van 18 jaar en ouder over werkomstandigheden (in procenten) mannen 1974 1980 vrouwen 1974 1980 lawaaierige omgeving: ja 28 27 18 19 vuil werk: ja 33 35 13 13

goede promotiekansen: mee eens + zeer mee eens 51 37 36 20

goede beloning: mee eens -F zeer mee eens 83 71 79 73

baan is safe: mee eens +zeer mee eens 80 77 83 77

steekproefaantal (abs) 1837 1097 540 465

Bron: CBS, 1983.

ve invloed van arbeidsplaatsverbetering op de kwaliteit, effectiviteit en flexibiliteit van het pro- duktieproces of de dienstverlening (De Sitter, 1981 en Macy & Mirvis, 1976).

De kosten/batenberekening voor arbeidsplaats­ verbetering is complex door het groot aantal, moeilijk te definiëren kostenposten. Zijn bijvoor­ beeld de kosten van de bedrijfsgezondheidszorg een post die samenhangt met de arbeidsomstan­ digheden? Naast deze keuze van de posten speelt ook het niveau waarop de berekeningen betrek­ king hebben een rol. Niveaus die bijvoorbeeld zijn te onderscheiden zijn: individueel niveau, be­ drijfsniveau of landelijk (macro-economisch) ni­ veau. Dit is belangrijk omdat in veel gevallen de kosten en baten niet op hetzelfde niveau tot uit­ drukking komen. Zo kunnen de kosten van een bepaalde arbeidsplaatsverbeterende maatregel volledig ten laste van het bedrijf komen terwijl de baten bijvoorbeeld als gevolg van verlaging van het ziekteverzuim ten goede komen aan de werk­ nemers en werkgevers van de gehele bedrijfstak, waarbinnen het bedrijf hoort. Binnen een bedrijfs­ tak geldt namelijk voor alle bedrijven in dezelfde risicogroep dezelfde premie voor de Ziektewet. Wanneer er een bepaald financieel eigen risico voor de werknemer geldt zal vermindering van het ziekteverzuim niet alleen ten goede komen aan de individuele werknemer maar ook aan de werkgever.

Op het individuele niveau heeft arbeidsplaatsver­ betering zowel op lange als korte termijn gevol­ gen. De gevolgen op korte termijn zijn hierboven in het ziekteverzuim voorbeeld gegeven. Finan­ ciële nadelen voor de werknemer kunnen zijn het wegvallen van gevarengeld of inconveniën- tentoeslagen. Hierdoor vormen deze toeslagen in sommige gevallen een belemmering voor arbeids­ plaatsverbetering. Op langere termijn speelt voor

de werknemer dat in geval van verbeterde arbeids­ omstandigheden een verlenging kan optreden van de periode waarin door arbeid geld kan worden verdiend vanwege een verminderde kans op ar­ beidsongeschiktheid. Op macro-economisch ni­ veau zijn de kosten en baten van arbeidsplaats­ verbetering moeilijk aan te geven. De baten van arbeidsplaatsverbetering kunnen zijn een vermin­ derde aanspraak op het gezondheidsapparaat en daarmee een verlaging van de overheidsuitgaven. De kosten van arbeidsplaatsverbetering kunnen liggen in subsidiëring, controle en advisering. Het bedrijfsniveau blijkt het meest kritisch voor de kosten/batenbenadering van arbeidsplaatsver­ betering. De kosten zijn meestal volledig voor het bedrijf, terwijl de baten pas op langere termijn of in beperkte mate ten goede aan het bedrijf ko­ men. Zo komen bijvoorbeeld afname van het ver­ zuim, vermindering van het aantal ongevallen en een kleinere kans op arbeidsongeschiktheid niet volledig ten goede aan het bedrijf. Dit niveau is ook belangrijk omdat de beslissing om de kwali­ teit van de arbeid te verbeteren meestal op dit niveau wordt genomen.

Bedrijfseconomisch model

Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat de berekening van kosten en baten van arbeids­ plaatsverbetering zeer complex is door de moei­ lijk te onderscheiden kostenposten en de ver­ schillende niveaus waarop de baten tot uitdruk­ king komen. Aan de hand van het hierna te pre­ senteren model wordt getracht enig inzicht te geven in de mogelijke kostenposten bij arbeids­ plaatsverbetering en de mogelijke positieve ge­ volgen met de daarbij behorende baten. Mede aan de hand van dit model is het mogelijk om op bedrijfsniveau inzicht te krijgen in de bedrijfs­ economische gevolgen van de kwaliteit van de arbeid en verbetering daarvan.

(4)

Kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering

Figuur 1. Samenhangen tussen kosten van arbeidsplaatsverbetering en de bedrijfseconomische gevolgen

Het model is in eerste instantie bedoeld om aan te geven welke kosten en welke bedrijfsecono­ mische gevolgen samen kunnen gaan met maat­ regelen ter verbetering van de kwaliteit van de arbeid. Het is een boekhoudkundig model waar­ mee een overzicht kan worden gemaakt van de toestand in een bepaald bedrijf. De basisgedach­ te is dat verbetering van één der aspecten kwali­ teit van de arbeid, links in het model (zie figuur 1), bepaalde kosten met zich meebrengt en effec­ ten heeft op de indicatoren, rechts in het model. Veranderingen van de indicatoren heeft vervol­ gens weer bedrijfseconomische gevolgen. Hier lig­ gen dan de baten van arbeidsplaatsverbetering. Bij de verandering van de indicatoren staat de werknemer centraal. Hierbij spelen gedrag (inzet en motivatie), gezondheid, kennis en vaardighe­ den een belangrijke rol. Veranderingen worden niet alleen veroorzaakt door veranderingen in de kwaliteit van de arbeid, maar ook door ontwikke­ lingen buiten het bedrijf. In dit artikel zal deze

schakel (mens) niet verder worden uitgewerkt. Sommige kosten van een bepaalde maatregel ter verbetering van de kwaliteit van de arbeid heb­ ben ook direct, zonder dat bepaalde indicatoren veranderen, bedrijfseconomische gevolgen. Dit zijn dan niet negatieve gevolgen maar ook posi­ tieve gevolgen (baten). Zo kan het zijn dat nieu­ we apparatuur bijvoorbeeld minder lawaai maakt, maar ook sneller is of een langere levensduur heeft dan de ‘oude’ apparatuur. Daarom is in het model ook een directe relatie aangegeven tussen de ‘kostenposten’ en de ‘bedrijfseconomische gevolgen’.

Verbeteringen

Verbeteringen van de kwaliteit van de arbeid kunnen op verschillende manieren tot stand ko­ men: deze verschillende verbeteringsmogelijkhe­ den zullen hierna worden behandeld. Bij de ver­ schillende mogelijkheden is aangegeven welke soort kosten zich voornamelijk zullen voordoen.

(5)

a. Organisatorische veranderingen

Door organisatorische maatregelen kan de kwali­ teit van de arbeid verbeteren. De werkzaamheden kunnen afwisselend worden gemaakt door de ta­ ken en bevoegdheden opnieuw toe te wijzen. Or­ ganisatorische maatregelen zullen veelal op alle factoren van de kwaliteit van de arbeid van in­ vloed zijn. De kosten die gepaard gaan met or­ ganisatorische veranderingen zijn vaak moeilijk aan te geven. De kosten die kunnen worden on­ derscheiden zijn:

- de directe projectkosten, ter voorbereiding en realisatie van de veranderingen, o.a. externe kosten en de tijdsbesteding van interne mede­ w e rk ste rs in werkgroepen en projectteams; — de indirecte projectkosten, die optreden tij­ dens de realisatie van de organisatorische ver­ anderingen (o.a. de extra kosten van schaduw draaien, het aanleggen van extra voorraden, het negatieve effect op de produktiviteit tij­ dens de inleerfase).

b. Veranderingen van apparatuur o f werkmethode

Aanschaffing van andere apparatuur, die meer is aangepast aan degene die er mee moeten werken en toepassingen van andere werkmethoden kan leiden tot verbetering van meerdere aspecten van de kwaliteit van de arbeid. Het gaat daarbij voor­ al om verbetering van de arbeidsomstandigheden en in mindere mate ook om de taakinhoud en arbeidsvoorwaarden.

Een aanschaffing van apparatuur leidt öf tot een verhoging van de afschrijving öf bij beperkte om­ vang tot een éénmalige kostenpost. De aanschaf­ fingen, leidend tot investeringen, verhogen de vaste- of de capaciteitskosten van de onderne­ ming. Hiermee ontstaat een min of meer blijven­ de verhoging van de exploitatiekosten. Het is soms moeilijk deze, met investeringen samenhan­ gende kosten, toe te rekenen naar arbeidsplaats­ verbetering, omdat met een dergelijke investering tegelijkertijd een technische slijtage of economi­ sche veroudering wordt opgeheven. Dergelijke nieuwe apparatuur maakt het veelal mogelijk een hogere produktie te draaien, zodat de kosten per eenheid produkt lager zijn. Het risico zit in het behalen van een bezettingsgraad. Een verandering van werkmethode, niet leidend tot aanschaffin­ gen en verbouwingen, leiden tot eenzelfde type kosten als bij de organisatorische veranderingen behandeld.

c. Aanpassing van apparatuur en gebouw

Technische en bouwkundige aanpassingen aan de

bestaande apparatuur en gebouwen kunnen na­ delige gevolgen van bepaalde aspecten voorko­ men. Deze maatregelen hebben vooral invloed op de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Bij ingrijpende aanpassingen kunnen de daarmee sa­ menhangende uitgaven als investeringen worden beschouwd. Dit leidt via de afschrijvingen en wel­ licht een verhoging van de onderhoudskosten tot een verhoging van de vaste kosten. De afschrijvin­ gen worden bepaald door de hoogte van investe­ ring en de verwachte levensduur van de investe­ ring. Dit laatste is niet de levensduur van de aan­ passing, maar de levensduur van het apparaat of gebouw, waarop de aanpassing wordt aangebracht.

d. Persoonlijke bescherming

Persoonlijke beschermingsmiddelen, hulpmidde­ len en voorlichting kunnen de betrokkenen be­ schermen tegen de nadelige gevolgen zonder de oorzaak weg te nemen. Deze maatregelen hebben veelal als nadeel dat ze gepaard gaan met con­ trole, hinder en tijdsverlies. Het voordeel is dat de directe investeringen laag zijn en de maatre­ gelen bijna direct kunnen worden uitgevoerd. Deze maatregelen kunnen tot twee soorten kos­ ten leiden:

— een verhoging van de variabele kosten omdat de beschermingsmiddelen beschouwd worden als verbruiksgoederen;

— een verlaging van de produktiviteit. Deze ver­ laging leidt tot een lagere produktie en daar­ mee tot een lagere dekking op de capaciteits­

kosten of anders geformuleerd: het aandeel

van de toegerekende capaciteitskosten aan eenheid produkt zal verhoogd moeten worden. Bedrijfseconomische gevolgen

Verbetering van één of meer aspecten van de kwa­ liteit van de arbeid heeft in veel gevallen invloed op de indicatoren, rechts in het model. Verande­ ring van die indicatoren heeft weer bedrijfseco­ nomische gevolgen. De indicatoren zijn over het algemeen goed meetbaar. Onder de indicatoren wordt in het model, als aanvulling op de indica­ toren van Macy en Mirvis, ook de inspanning ver­ staan van bepaalde ondersteunende afdelingen zoals de veiligheidsdienst, bedrijfsgezondheids­ zorg en inspanningen van de personeelsdienst. De kosten van deze diensten hangen samen met ar­ beidsplaatsverbetering en de kwaliteit van de ar­ beid.

Het uitgangspunt is dat arbeidsplaatsverbetering bedrijfseconomische gevolgen kan hebben. Die gevolgen liggen in de kosten voor verbetering, maar zijn ook het effect van verandering van één

(6)

Kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering of meer indicatoren. In principe kan worden ge­ zegd dat iedere verbetering van een bepaalde indi­ cator (voor de meeste indicatoren in het model betekent dit een vermindering, alleen voor kwali­ teit en produktiviteit een vermeerdering) posi­ tieve bedrijfseconomische gevolgen heeft.

De bedrijfseconomische gevolgen zijn onder te verdelen in:

a. effect op het produktievolume; b. effect op de geleverde kwaliteit;

c. effect op de flexibiliteit van de arbeidsorga­

nisatie.

a. Effect op het produktievolume

Het arbeidsgebonden produktievolume wordt be­ paald door het aantal netto produktie-uren en de produktiviteit per uur. De netto produktie-uren zijn de aanwezigheidsuren (uren op de werkplek) verminderd met extra pauze, stilstand enz. Het is duidelijk dat het produktievolume kan worden vergroot door verhoging van de produktiviteit per uur en door uitbreiding van het aantal netto produktie-uren.

Een toename van het produktievolume leidt tot een hogere dekking op de vaste kosten voor het bedrijf. De benuttingsgraad van de bestaande

outillage neemt immers toe. Uitgaande van vol­

doende afzetmogelijkheden van het produkt, kan de onderneming een keuze doen uit twee strate­ gieën:

— het kostenvoordeel beschouwen als winst en dus als extra rendement op investeringen; - het kostenvoordeel geheel of gedeeltelijk in

de vorm van een prijsverlaging doorgeven aan de afnemers. Hetgeen kan leiden tot een ver­ hoging van het marktaandeel.

b. Effect op de geleverde kwaliteit van produkt o f dienst

Een verbetering van de kwaliteit leidt tot een la­ gere kostenprijs per eenheid produkt. Het effect treedt zowel op door verlaging van de variabele kosten (de grondstoffen e.d.) als door een betere benutting van de outillage. Ook kan het leiden tot het vermijden van extra kosten, die samen­ hangen met retourbehandeling, het opnieuw op­ werken van afgekeurde half- of eindprodukten,

schadeclaims e.d. Op meer indirecte wijze kan

kwaliteit, als één van de componenten van de marketing-mix, leiden tot een versterking van de marktpositie, groei in marktaandeel, betere prijs­ stelling e.d.

c. Effect op de flexibiliteit van de arbeidsorgani­ satie.

De flexibiliteit komt met name tot uitdrukking in de ruimere inzetbaarheid van de medewerk- (st)ers. Het is de tegenvoeter van specialisatie. Het voordeel van flexibiliteit wordt met name gevonden in een verhoging van het aantal netto

produktie-uren. Ook kunnen voordelen bereikt

worden in een beperking van levertijden door snellere overschakeling. De nadelen liggen in een toename van de variabele kosten door bijvoor­ beeld meer materiaalverlies en verlaging van de produktiviteit per tijdseenheid door beperkte geoefendheid.

Ervaringen in de praktijk

Kwaliteit van de arbeid bepaalt de motivatie van de werknemers. De motivatie is weer één van de voorwaarden om tot een hoge kwaliteit, effecti­ viteit en flexibiliteit van het produktieproces of de dienstverlening te komen (Kumpe e.a., 1982). Deze benadering is ook te bespeuren in een aan­ tal artikelen in Intermediair van 1 juni 1984 over de fabriek van de toekomst. Investeringen blij­ ken in veel gevallen niet alleen op basis van een kosten/batenberekening te worden genomen, maar ook op basis van meer algemene gronden en een bepaald beleid.

Hiermee worden de maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden meer tot een uit­ gangspunt voor het beleid verheven. Dit geldt de komende tijd waarschijnlijk voor de grote bedrij­ ven. Voor de kleinere bedrijven blijft een kosten/ batenoverweging het uitgangspunt bij arbeids­ plaatsverbetering. De mogelijke baten van arbeids­ plaatsverbetering zullen wellicht toenemen door­ dat processen arbeidsextensiever en kapitaalinten­ siever worden, waardoor de gevolgen van een niet optimale afstemming op de capaciteiten van de werknemer kostbaarder zullen zijn.

In Amerika wordt momenteel onderzoek gedaan naar de effecten van en het belang dat wordt ge­ hecht aan een jaarverslag over de ‘Quality of Work Life’ (QWL) binnen een bepaald bedrijf (Mirvis & Lawler III, 1984). Het bleek dat het merendeel van de aandeelhouders en werknemers zeer geïnteresseerd was in dit verslag. Een groot deel zei de QWL situatie net zo belangrijk te vin­ den als de financiële situatie van het bedrijf. Het verslag werd samengesteld met behulp van exter­ ne deskundigen net als de accountverklaring voor het financiële jaarverslag. Men zou kunnen zeg­ gen: een bedrijf is zo gezond als zijn werknemers. De hiervoor genoemde verslaglegging van de kwa­

(7)

liteit van de arbeid sluit aan bij artikel 10 van de Arbowet. In dit artikel wordt omschreven waar­ aan een jaarverslag over het beleid op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn moet vol­ doen. In zo’n jaarverslag zou ook moeten worden ingegaan op de kwaliteit van de arbeid. Dit zou bijvoorbeeld kunnen aan de hand van de in het model gepresenteerde parameters. In zo’n verslag zou ook het oordeel van de werknemers moeten worden opgenomen. Een periodieke inventari­ satie van de relatie arbeid, veiligheid, gezondheid en welzijn zou goed passen in zo’n jaarverslag.

Conclusies

Het bedrijfsniveau is voor een kosten/batenbere- kening van arbeidsplaatsverbetering het belang-. rijkste. Op dit niveau wordt veelal de beslissing voor verbetering van de kwaliteit van de arbeid genomen. Daarnaast komen de kosten meestal volledig ten laste van het bedrijf terwijl de baten ook ten goede komen aan de totale bedrijfstak, of de individuele werknemer of het totale sociale zekerheidsstelsel. Dit geldt in het bijzonder voor ,de baten op korte termijn. Vanuit dit oogpunt lijkt stimulering, in welke vorm dan ook, van maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de arbeid door de overheid, de bedrijfsvereniging of de bedrijfstakorganisatie reëel.

Door een betere registratie van parameters, die worden beïnvloed door de kwaliteit van de ar­ beid en die het bedrijfseconomisch resultaat be- invloeden, wordt het inzicht in de gevolgen van arbeidsplaatsverbetering voor het bedrijf vergroot. Het in dit artikel gepresenteerde model lijkt een goed uitgangspunt voor het bedrijf om kosten en baten van arbeidsplaatsverbetering op te sporen. De kwaliteit van de arbeid neemt niet toe. Boven­ dien lijken de toekomstige automatisering en me­ chanisering de inhoud van steeds meer functies te bedreigen. Dit zal sociaal-maatschappelijke gevol­ gen hebben op gedachten over arbeid.

De nationale economie zou gebaat kunnen zijn bij meer aandacht voor de arbeidsplaatsverbete­ ring. Wanneer kwaliteit van de arbeid meer als uitgangspunt wordt gekozen voor beleid en be­ sluitvorming kan dit leiden tot een hogere pro- duktiviteit, kwaliteit en flexibiliteit van produk- tieprocessen en dienstverlening. Bovendien levert arbeidsplaatsverbetering uitbreiding op van ken­ nis, ergonomische produkten en de daarmee ge­ paard gaande werkgelegenheid en exportmoge­ lijkheden.

Voor werknemers leidt arbeidsplaatsverbetering tot vermindering van de belasting, die meestal ook na het werk nog te merken is en tot een ver­ hoging van de kans op een volledig arbeidsleven met de daaraan gekoppelde inkomsten. □

K J. Poll en J.A.M. Louman zijn de auteurs van het rapport: Economie van de kwaliteit van de arbeid, uitgegeven door de COB/SER, Den Haag, januari 1985.

Literatuur

- Achterhuis, H., Arbeid, een eigenaardig medicijn, Ambo, Baarn, 1984.

- Centraal bureau voor de statistiek, Statistisch zak­

boek, 1982, CBS, Den Haag, 1983.

- Conen, G.I.M., F. Huygen en B.J.P. Riesewijk, ‘De kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid, 1960, 1971 en 1977 (I)’, Economisch Statistische Berich­

ten, 27-04-1983.

- Delden, P.T. van, ‘Management Nieuwe Stijl’, Inter­

mediair, 20e jaargang nr. 9, 2 maart 1984.

- FNV, Humanisering van de arbeid, feiten en menin­

gen, Amsterdam, 1983.

- Kumpe, T., B. Goudswaard en P.T. Bolwijn, ‘Een nieuw elan is niet genoeg’, M & O. Tijdschrift voor

Organisatiekunde en sociaal beleid, nr. 6, november/

december, 1982.

- Macy, B.A. en P.H. Mirvis, ‘A Methodology for As­ sessment of Quality o f Work Life and Organizational Effectiveness in Behavioral-Economic terms’, A dm in­

istrative Science Quarterly, Vol. 21, 1976, June,

1976.

- Mirvis, P.H. en E.E. Lawler III, ‘Accounting for the Quality of Work Life’, Journal o f Occupational Be­

havior, Vol. 5, biz. 197-212, 1984.

- Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, ‘Anders werken’, discussienota, Den Haag, 1981.

- Nederlandsche Staatscourant, Regeringsstandpunt ‘Vernieuwing in het Arbeidsstelsel’, 12 juli, 1983, nr. 132.

- Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Vernieuwingen in het Arbeidsstelsel, Staats­ uitgeverij, ’s-Gravenhage, 1981.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In addition to the soft power of international law, the human rights lobby, and the media, these Coast Salish communities look to the strengths of the elders and the leaders who

In all cases, the effect of a shock lasts no longer than three or four years, but more often than not lasts about two Manitoba and Quebec, the short-run impact of a positive

My assumptions are identified as follows: (1) The experience of family caregiving is different for a registered nurse than for non nurse FCGs because the social context in

The remainder of the paper is organized as follows. The conservation laws for a gas mixture are stated and problem is formulated in Section II. The order of magnitude method is

records, relevant studies and Access to Information Act data related to the three main facets of Health Canada's medicinal cannabis policy – the Marihuana Medical Access

It examines the ways in which the Hawaiian Islands differed from the United States mainland prior to and throughout the war years, and demonstrates that Hawai`i's history is

What are the biggest housing challenges that seniors living with lower income face in the Victoria community. What are the specific additional challenges they face

On top of the rather static replication policies that make sure that the data are well distributed across the grid to make them available for analysis by users, dynamic data