• No results found

Anguilla anguilla (L.) een bedreigde diersoort?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Anguilla anguilla (L.) een bedreigde diersoort?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C E N T R A A L A R T'I K E L

Anguilla anguilla

(L.)

een bedreigde diersoort?

door Willem Dekker

De Europese aal of paling is de laatste decennia met 90% of meer in aantal afgenomen. Uitgebreid onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de achteruitgang heel geleidelijk in een periode van 20-50 jaar is opgetreden en verspreid door heel Europa is geconstateerd. Een snelle en adequate bescherming van de aal, zoals nu voorgesteld in Haagse en Brus-selse herstelpannen, is noodzakelijk om haar voortbestaan veilig te stellen. Dit conclu-deert onderzoekerWiliem Dekker van hetVisserijonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR in zijn proefschrift 'Slipping through our hands; population dynamics of the European eel~ Hij promoveerde op maandag 11 oktober aan de Universiteit van Amsterdam. 100 1980 75 2004 25 gemiddeld sinds 1938 o

~---~~----~~---feb mrt apr mei jun

(2)

o~ot::.:;:-De Europese aal of paling Anguilla anguilla (L.) komt voor in zoete en brakke wateren en langs de kusten van bijna aile landen in

Europa, en langs de Middellandse Zeekus

-ten van Afrika en Azie. De levenscyclus is nog steeds niet geheel bekend;

voortplan-ting vindt waarschijnlijk plaats in de

Sargasso zee, bij Bermuda. In de afgelopen decennia is de stand van de aal drastisch verminderd, met 90 % of meer.

Wetenschappelijk onderzoek heeft een scala van factoren als mogelijke oorzaak van de verminderde aalstand aangewezen. Klimaatsveranderingen in de oceaan spe-len waarschijnlijk een rol, net als het ver-lies van habitat (Ieefruimte). Door inpoldering, afdamming en de aanleg van waterkrachtcentrales is de totale leef-omgeving van de aal flink afgenomen. Ook de visvangst is mogelijk een deel van de verklaring. Een andere mogelijke oorzaak is de vervuiling met PCB en de aanwezig-heid van parasieten in de zwemblaas. Tot slot zijn er de aalscholvers die aal eten. Welk van deze factoren had de meeste invloed? Dekker heeft in zijn onderzoek de afname van de aalstand gedurende de 20e eeuw geanalyseerd, waardoor het nu mogelijk is een voorzichtig oordeel te geven over de oorzaak van de achteruitgang.

Uit Dekker's onderzoek blijkt dat geen van

genoemde facto'ren volledig verantwoorde-lijk kan zijn geweest voor de teruggang in de aalstand. Het meest waarschijnlijk is dat de samenloop van de verschillende om

-standigheden in onze binnenwateren heeft geleid tot de inmiddels zorgelijke toestand van de aalpopulatie; klimaatsverandering in de Oceaan speelt waarschijnlijk geen be

-langrijke rol. De aalstand is nu echter zoda

-nig laag geworden, dat de voortplanting, en daarmee het voortbestaan, ernstig in gevaar is gekomen. Door de geringe dicht

-heid van aal in de Oceaan kunnen de die-ren elkaar nauwelijks nog vinden om tot paaien te komen.

De komende jaren valt een verdere afname van de stand nu al te voorzien; de moge-lijkheden voor een succesvol herstel zullen daarmee snel afnemen. Een daadkrachtig Europees herstelplan is dringend noodza-kelijk om de aal te redden.

Het laatste hoofdstuk van Dekker's proef-schrift geeft een uitgebreide Nederlands-talige bespreking van de resultaten en con-clusies, in de context van de tradities van de aalvisserij, het beheer van visbestanden in Nederland en de geschiedenis van de IJsselmeervisserij. De tekst van dit hoofd-stuk is te vinden op: www.rivo.nl onder de rubriek: Nieuws.

(advertentie)

TE

KOOP:

een gedeelte van een

MEERVAL KWEEKINSTALLATIE

Bestaand

uit een trommelzeef (Hydro tech HDF 1603-1 H),

2 grote kweekbakken, een sorteermachine, voederpendels

en een

20

m

3

filtermateriaal voor ondergedompeld filter.

Info: 06

-511

11297 of gijs.edith@planet.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The olivine-hornblende gabbronorite from Ww, the olivine diorite from RietC, and the hornblende gabbronorite and norite from KC have similar FeO(t) to MgO ratios

 The purpose of this study, therefore, is to confirm this theory by obtaining experimental Sb segregation parameters from a Cu crystal with two different surface

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of

To be submitted to the Journal of Experimental Biology Chapter 3 Swim efficiency and reproductive migration of silver eels are 47. severely impaired by the swim-bladder

Fricke & Käse (1995) artificially induced maturation and released these eels at the supposed Sargasso spawning grounds.. They preferred a depth of about 300 m which is

Oxygen electrodes were callibrated with natriumsulfite (0%) and air (100%). The swim fitness protocol consisted of 7 daily experimental trials: 2 speed tests and 5 endurance tests.

We pooled data in three groups based on the presence of parasites (infected/not infected) and, in the not infected eels, the SBI (larger or smaller than the mean): 1) a

number of eels with a GSI >1 was 50% in the swim group and significantly different from the control and rest group, as there were none in those groups. DTSI and HSI was lower but