Schrijfakademie.nl is een gratis te ge- bruiken website met gevarieerde schrijf- oefeningen voor leerlingen van twaalf tot achttien, uit alle schooltypen. De website in zijn huidige vorm is een prototype dat is ontstaan in 2019–2020, toen vroeg- modern letterkundige Els Stronks en dichter-onderzoeker Micha Hamel zich samen met docenten, leerlingen, schrij- vers en vakdidactici bogen over de vraag hoe het schrijfonderwijs in het voortge- zet onderwijs ondersteund zou kunnen worden met aansprekende didactische materialen.
Het prototype geeft toegang tot vin- ger- en stemoefeningen (zie ook kader).
Vingeroefeningen gaan over schrijftech- niek, en de stemoefeningen gaan over een eigen stijl en inhoud. Elke oefening is in één lesuur te maken, heeft één leer- doel en gaat over één genre (van ‘weetje’
tot profielwerkstuk tot advies et cetera).
Leerlingen kunnen elke oefening indivi- dueel maken, alle materialen zijn op de site beschikbaar:
• introductie in een genre: compacte forme-
le en culturele kennis over het genre;
• schrijfopdracht in dat genre: kleine, speci- fieke opdracht in dat genre;
• leesopdracht: lezen en bevragen van een tekst die verband houdt met de schrijf- opdracht (hier zijn waar nodig niveau- verschillen aangebracht, met apart tek- sten voor onderbouw en bovenbouw);
• herschrijfopdracht: herschrijven van schrijfopdracht op basis van de leesop- dracht;
• formatieve beoordeling door leerling zelf:
aan de hand van beoordelingsmatrix.
Achtergrond en toekomst
Het prototype wordt de komende drie jaar verder ontwikkeld vanuit het project Schrijfakademie.nl, een project gefinan- cierd door het ministerie van Onderwijs dat onderzoekt hoe schrijfonderwijs in het voortgezet onderwijs het best gege- ven kan worden, zowel in inhoudelijke als in praktische zin, waarbij de kennis van professionele auteurs, docenten uit het voortgezet onderwijs, professionele schrijfdocenten, vakdidactici en andere
onderzoekers verenigd wordt. Het pro- ject gaat drie keer de bestaande website (her)ontwerpen en verbeteren, onder andere op basis van consultatierondes onder docenten. De eerste daarvan loopt momenteel.
In 2010 stelde de Onderwijsinspectie in de Staat van het Onderwijs dat het schrijfonderwijs in het Nederlands voort- gezet onderwijs extra aandacht behoef- de. Er wordt veel aan schrijfonderwijs gedaan op scholen, weten we uit de inventarisatie die Theun Meestringa en Clary Ravesloot in 2014 voor dit Levende Talen Magazine maakten (in percentages van onderwijstijd: vmbo-kader: 20-45%, onderbouw havo/vwo: 17-45%, boven- bouw havo/vwo: 10-33%). Pogingen tot verbetering van de opbrengsten daar- van richtten zich tot nu toe vooral op didactiek die het schrijfproces van de leerlingen beter structureren. Didactiek die ze leert brainstormen, plannen en reviseren.
Maar het Nederlandse schrijfonder- wijs heeft ook als probleem dat het de cre- ativiteit van leerlingen te weinig ontwik- kelt, waardoor deze minder snel ontdek- ken hoe taal helpt om de werkelijkheid te ordenen en hoe taal mensen en culturen verbindt en richting geeft. Daarom legt Schrijfakademie.nl ook verbanden tus- sen schrijfonderwijs en taalkunde (zie de tweede oefening in het kader) en cultuur (zie de eerste oefening). De hypothese van de Schrijfakademie is dat zowel de veel-lezers als de lezers met een taal- achterstand bij gecombineerd schrijf- en leesonderwijs gebaat zijn. ■
Micha Hamel & Els Stronks
Literatuur
Meestringa, T., & Ravesloot, C. (2014). Schrijven in het voortgezet onderwijs: Een stand van zaken.
Levende Talen Magazine, 101(8), 22–27.
PRAKTIJK
40
Levende Talen Magazine 2021|2SCHRIJFAKADEMIE.NL
Oefenen met techniek en inhoud
Voorbeeld van een vingeroefening: een geboorte- kaartje schrijven
De leerlingen krijgen wat uitleg over het Nederlandse gebruik van het ge- boortekaartje, en schrijven er dan zelf één met de opdracht hun gevoelens over de komst van een (denkbeeldig) broertje of zusje, neefje of nichtje, of buurkind goed te verwoorden. Dan le- zen ze een interview met een moeder die beschrijft hoe ze in de jaren zestig van de vorige eeuw niet aan geboorte- beperking kon doen. En hoe ze haar stil protest daartegen liet horen door de tekst op elk volgend geboortekaartje korter en zakelijker te maken. Tot er uiteindelijk niets meer op stond dan
‘Geboren’, gevolgd door de naam van het kind. Dat leeswerk zet de leerlingen aan hun eigen kaartje te analyseren en te verbeteren: zit al hun emotie in hun tekst?
Voorbeeld van een stemoefening: publiek vinden voor je betoog
De leerlingen schrijven de inleiding van een betoog met als specifieke op- dracht goed te bedenken wie ze willen overtuigen. Dan lezen ze een artikel over recent onderzoek dat laat zien hoe vrouwelijke lezers bepaalde woor- den anders lezen dan mannen, en ook anders opvatten. Vervolgens bekijken ze hun inleiding nog eens goed: heb- ben ze daar ongemerkt bepaalde le- zersgroepen uitgesloten die ze wél aan wilden spreken, en hoe kunnen ze dat veranderen?
Foto: Tom van Limpt