De nieuwtestamentische commentaren van Johannes Drusius (1550-1616)
Korteweg, P.
Citation
Korteweg, P. (2006, October 25).
De nieuwtestamentische commentaren van Johannes Drusius (1550-1616)
. Retrieved from
https://hdl.handle.net/1887/4953
Version:
Corrected Publisher’s Version
License:
Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of
Leiden
Downloaded from:
https://hdl.handle.net/1887/4953
Note:
1.
Aan Drusius’ gebruik van oude bronnen ligt een middeleeuws auctoritas-begrip ten grondslag.
2.
Het annotatie-genre voor bijbelcommentaren werd in de zestiende eeuw ontwikkeld ten dienste van de vertaling van de bijbel.
3.
Drusius beschouwde zijn filologische exegese van de bijbel als begrenzing van de dogmatische exegese.
4.
Pre-kritische exegese was geen onkritische exegese. 5.
De Emmaüsgangers dienen beschouwd te worden als een echtpaar (vgl. Lukas 24:13-35).
6.
De vocativus e`tai/re (Mattheüs 20:13, 22:12, 26:50) heeft een negatieve, licht ironische en depreciërende connotatie.
7.
De aansporing om een weinig wijn te gebruiken voor de maag (1 Timotheüs 5:23) is een advies om meer te ontspannen.
8.
De oudste bekende Nederlandse tekst ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu’ is een poëtische parafrase van Lukas 9:58.
9.
Kunstgeschiedenis behoort een verplicht onderdeel te zijn van de studie theologie.
10.
S
TELLINGENbehorende bij het proefschrift
D
E NIEUWTESTAMENTISCHE COMMENTAREN VANJ
OHANNESD
RUSIUS(1550-1616)
te verdedigen aan de Universiteit Leiden op woensdag 25 oktober 2006