• No results found

Ethische politiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ethische politiek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

23

In 1902 werd A.W.F. Idenburg minister van Koloniën in het kabinet-Kuyper. De antirevolutionaire Idenburg baseerde zijn beleid op de beginselen van

een ethische politiek, zoals die eerder door Kuyper waren geformuleerd. Ontwikkeling van Indië en ‘verheffing’ van zijn bevolking werden leidraad van de Nederlandse koloniale politiek.

Al in 1879 had Abraham Kuyper gepleit voor een radicale wijziging in het koloniale beleid. Tot dan toe werd Indië vooral beschouwd als een wingewest, dat zorgde voor een ‘batig slot’ op de Nederlandse begroting en voor grote win-sten van de Nederlandse cultuurmaatschap-pijen. Aan die exploitatie van Indië ten bate van de Nederlandse schatkist moest volgens Kuyper een einde komen. Nederland had, schreef hij in Ons program – het partijprogramma van de jonge Antirevolutionaire Partij – een ‘zedelijke verplichting’ om als een onbaatzuchtige voogd de Indische volkeren op te voeden. Gedurende die opvoeding moest de voogd het bezit van de pupil beheren. Einddoel bleef: zelfstandigheid van de pupil. (Impliciet werd hiermee de eindig-heid van de koloniale verhouding erkend!) Behalve Kuyper hadden ook anderen, zoals Mul-tatuli in zijn Max Havelaar en liberale politici als Van Deventer de uitbuiting van Indië fel be- kritiseerd. Van Deventer had in een geruchtma-kend artikel: Een eereschuld, teruggave bepleit van het geld dat uit Indië naar Nederland was weggevloeid. In de troonrede van 1901, waar-mee het kabinet-Kuyper zijn regering aanving, werden Kuypers denkbeelden officieel tot basis van het regeringsbeleid verklaard. Nederland

had een ‘zedelijke roeping’ tegenover Indië. Idenburg, die na een militaire loopbaan in In-dië in 1901 Kamerlid was geworden, vertaalde dat in zijn eigen woorden met het ‘opheffen der inlandsche bevolking’. Voor hem betekende dat ook kerstening van Indië.

Als samenvatting van de ethische politiek wor-den vaak vier steekwoorAls samenvatting van de ethische politiek wor-den gebruikt: pacifica-tie, irrigapacifica-tie, emigratie en educatie. Onderwijs en medische zorg werden gereorganiseerd en uitgebreid. Er kwam een onderzoek naar de oorzaken van de armoede. Een doelbewuste welvaartspolitiek werd ingezet met speciale aandacht voor de aanleg van wegen, spoorlij-nen en havens. Bevloeiingswerken vergrootten het areaal voor het verbouwen van rijst en de inheemse landbouw en nijverheid werden ge-stimuleerd door volkskredieten, voorlichting en technisch en landbouwonderwijs. Om koelies op Sumatra enige bescherming te bieden werd een arbeidsinspectie ingevoerd. Javanen zouden ge-stimuleerd worden om hun overbevolkte eiland te verlaten en zich elders te vestigen. Van de In-dische schuld nam Nederland 40 miljoen over. En waar in de buitengewesten het Nederlandse gezag zich nog niet had laten gelden zou dat nu systematisch gaan gebeuren. Daarmee komt het

eerste steekwoord in beeld: ‘pacificatie’. In de praktijk betekende dat een reeks expedities, die in verschillende gevallen – bijvoorbeeld in Atjeh – leidden tot moordpartijen. Dat maakte de ethi-sche politiek dubbelzinnig. Voor de toenmalige ‘ethici’ vormden de koloniale expedities een lo-gische stap: ‘opheffen’ van de bevolking kon pas als eerst de ‘pax neerlandica’ gevestigd was. Een tweede dubbelzinnigheid betrof de educa-tie. Westers onderwijs voor de inheemse elite zou een kweekvijver worden voor nationalisten, die maar één ideaal hadden: een onafhankelijk Indonesië. Anders gezegd: ethische politiek le-verde wapens waarmee de Nederlanders later bestreden zouden worden. Velen, vooral in on-dernemerskringen, die niets wilden weten van een onafhankelijk Indonesië keerden zich dan ook steeds heftiger tegen de ethische politiek. Die zou onherroepelijk leiden tot de liquidatie van het Nederlandse gezag.

Dat ook Idenburg met die mogelijkheid rekening hield staat wel vast. Desondanks verheugde hij zich oprecht over het ‘ontwaken’ van de in-heemse samenleving.

Herman Smit

E

Ethische politiek

1902

Literatuur

Doel, H.W. van den (1996).

Het rijk van Insulinde. Opkomst en ondergang van een Nederlandse kolonie. Amsterdam: Prometheus. Jong, J. de (1982). ‘Ethiek, voogdij en militaire acties. De koloniale politiek van het kabinet-Kuyper’. In D.Th. Kuiper & G.J. Schutte (Red.), Het kabinet Kuyper

1901-1905. Zoetermeer: Meinema.

Locher-Scholten, E.B. (1982).

Ethiek in fragmenten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The present study focuses firstly on examining the five different styles for conflict management (integrating, obliging, dominating, avoiding and compromising) and, secondly

In de aanpak van schulden bij dak- en thuisloze jongeren zijn het Jonahuis, de gemeente en wijkteams nauw betrokken in het kader van het actieprogramma, maar de

Hoe meer activiteit er rondom een incident is en hoe breder het probleem wordt gedefinieerd (strekt het zich bijvoorbeeld uit naar andere incidenten, andere beleidsdomeinen), des

In de literatuur wordt de voorkeur gegeven aan 'currently attainable standards'.5 Deze standaarden worden bepleit omdat ze voor meer­ dere doeleinden (zoals

Een ‘Europa-positivistische’ attitude staat positief ten aanzien het integratieve acquis 15 en accepteert het perspectief van nadere overdracht van nationale bevoegdheden als middel

Na zijn vervroegde vrijlating op de verjaardag van de kleine prinses Wilhelmina (31 augustus 1887) werd Domela Nieuwenhuis met behulp van de confessionele kiezers, die

Als hij deze hele procedure ervoor over heeft, blijkt daar voor mij voldoende uit dat hij echt euthanasie wil, en moet de arts gehoor geven aan zijn vraag.. Alle

Het is duidelijk dat Donkersloot hier niet alleen een medisch maar ook een politiek oordeel uitsprak; hij verraadde zijn sympathie voor de politieke dominantie van de conservatieve