• No results found

Nationale Drug Monitor

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nationale Drug Monitor "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

a Wetenschappelijk Onderzoek-

en Documentatiecentrum Fact sheet 2006-20

Nationale Drug Monitor

Drugswetcriminaliteit 1999-2004 September 2006

Marianne M.J. van Ooyen-Houben, Ronald F. Meijer

Vraagstelling

Hoeveel aan drugs gerelateerde criminaliteit doet zich voor in Nederland, wat is de strafrechtelijke reactie op deze criminaliteit en welke actuele ontwikkelingen zijn waar te nemen?

Beleidsbelang

Nederland volgt in zijn drugsbeleid de internationale verdragen, maar hanteert daarbij ook eigen uitgangspunten. Om de problematiek rond drugs goed te kunnen volgen en op tijd in te kunnen grijpen wordt jaarlijks een cijfermatig overzicht gegeven van de situatie met betrekking tot drugs in Nederland. Onderdeel daarvan vormen de cijfers over de justitiekant van het drugsbeleid.

De informatie wordt ook elk jaar van justitie gevraagd door het Europees Monitoring Centrum voor Drugs en Drugsverslaving te Lissabon en de United Nations Office of Drug Control in Wenen.

Waaruit bestond het onderzoek

Er wordt een overzicht gegeven van de drugswetcriminaliteit: criminaliteit als omschreven in de Opiumwet en georganiseerde criminaliteit samenhangend met drugswetten.

Er is informatie bijeengebracht over de gehele strafrechtsketen uit meerdere bronnen: het Herkenningsdienst Systeem van de politie, bestanden van KLPD/DNRI groep Onderzoek en Analyse, de gevangenisstatistiek van DJI, onderzoeksdatabases van het WODC (OBJD, recidivemonitor), en OM- en rechtbankgegevens (OMDATA).

Eerder onderzoek

De NDM wordt sinds 1999 uitgebracht. Sinds 2002 kent de NDM ook een justitiegedeelte.

Belangrijkste bevindingen

¾ De laatste jaren is het aantal Opiumwetzaken in het begin van de strafrechtelijke keten (politie en Openbaar Ministerie) aanzienlijk

toegenomen. Politie en OM registreerden in 2004 ruim 21.500 Opiumwetzaken (zie figuur 1).

Figuur 1 Aantal Opiumwetzaken ingeschreven bij het Openbaar Ministerie 1999-2004

0 5000 10000 15000 20000 25000

1999 2000 2001 2002 2003 2004

totaal Opiumwet harddrugs

softdrugs

beide

¾ Bij de rechter was ook sinds 2000 sprake van een stijging van het aantal Opiumwetdelicten, maar in 2004 is hier een einde aan gekomen: er is een stabilisatie van het aantal in eerste aanleg afgedane Opiumwetdelicten ten opzichte van 2003 (zie figuur 2). In het gevangeniswezen is een afname te zien ten opzichte van 2003.

Figuur 2 Aantal in eerste aanleg door rechter afgedane zaken Opiumwet 1999-2004

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

1999 2000 2001 2002 2003 2004

totaal Opiumwet harddrugs

softdrugs

beide

zonder

beleidssepots

zonder

beleidssepots

(2)

2 We kunnen in 2004 spreken van een trendbreuk ten opzichte van 2000-2003, toen er voortdurend toenames waren van Opiumwetdelicten bij de rechter en in het gevangeniswezen. Het beleid inzake cocaïnesmokkel via Schiphol (de ‘stofgerichte benadering’ die leidt tot beleidssepots voor bepaalde categorieën cocaïnesmokkelaars) speelt hierbij een belangrijke rol. Deze

‘stofgerichte benadering’ is per 1-1-2006 verlaten.

¾ In 2004 vertonen softdrugsdelicten een toename in aandeel, harddrugsdelicten een afname. Harddrugsdelicten vormen wel nog steeds de meerderheid. In de opsporing van meer ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit neemt het aandeel harddrugs zelfs toe.

¾ Het aandeel van opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit dat drugs betreft is in 2004 (69 procent) iets hoger dan in 2003 (66 procent) (zie figuur 3).

Figuur 3 Aantal opsporingsonderzoeken naar meer ernstige vormen van georgani- seerde criminaliteit 19990- 2004

0 50 100 150 200 250 300 350

19 99 20 00

20 01 20 02

200 3

20 04

opsporingson derzoeken

met

drugswetcrim inaliteit hard drugs

soft drugs

hard- en soft drugs

¾ De meerderheid van de Opiumwetzaken wordt voor de rechter gebracht (59 procent). Wel is in 2004 sprake van een aanzienlijke afname van het aandeel dagvaardingen (-9 procent). Deze komt voornamelijk voor rekening van beleidssepots bij harddrugsdelicten (zie figuur 2). Ook hier spelen heenzendingen als gevolg van de stofgerichte benadering bij de cocaïnesmokkel op Schiphol een duidelijke rol.

Opiumwetovertreders recidiveren vaker dan alle wetsovertreders samen. Binnen één jaar komt een kwart opnieuw met Justitie in aanraking, binnen zeven jaar loopt dit op tot 51 procent.

¾ Regelmatige harddrugsgebruikers vormen (nog steeds) een aanzienlijk deel van de groep ‘zeer actieve’ veelplegers (naar schatting 71 procent). Voor deze groep is de maatregel ISD sinds 2004 in werking.

¾ Het aantal opgelegde taakstraffen, financiële transacties en ontnemingen in Opiumwetzaken is in 2004 sterk gestegen. Er is de laatste jaren sprake van een opgaande lijn hierin.

¾ Het aandeel vrijheidsstraffen Opiumwet op het totaal aantal vrijheidsstraffen bedraagt in 2004 15 procent. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2003 (-1%). Tussen 1999 en 2003 was steeds sprake van een toename. Deze is in 2004 tot staan gebracht. De daling komt op het conto van harddrugsdelicten. Softdrugsdelicten vormen een relatief kleine minderheid van één procent (zie figuur 4).

Figuur 4 Aandeel (in %) van Opiumwetdelicten in totaal aantal onherroepelijk

opgelegde vrijheidsstraffen, 1999-2004

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

1999 2000 2001 2002 2003 2004

Opiumwet (%) Harddrugs (%) Softdrugs (%)

Van het totaal aantal opgelegde detentiejaren in 2004 betreft 28 procent een Opiumwetdelict. Dit is minder dan in 2003. Ook deze daling komt op het conto van harddrugsdelicten (-3 procent). Van de detentiejaren betreft 27 procent harddrugs- delicten en 2 procent softdrugsdelicten (zie figuur 5).

Figuur 5 Aandeel (in %) Opiumwetdelicten in totale duur vrijheidsstraffen

uitgedrukt in detentiejaren, 1999-2004

0 5 10 15 20 25 30 35

1999 2000 2001 2002 2003 2004

Opiumwet totaal Harddrugs (%) Softdrugs (%)

Tabel 1 geeft een totaal overzicht van Opiumwet-

delicten in de strafrechtsketen.

(3)

3

Tabel 1 Opiumwetdelicten in de strafrechtsketen: aantal verdachten bij politie en OM, veroordeelden eerste aanleg door rechter, vrijheidsstraffen en detentiejaren naar hard- en softdrugs, 2004

Fase in keten Politie OM Rechter 1

e

aanleg Vrijheidsstraffen Detentiejaren

Totaal Opiumwet 21.526 21.597 12.155 4.672 3.392

¾ Harddrugs 11.387 11.730 6.795 4.238 3.196

¾ Softdrugs 8.460 8.904 4.595 434 196

¾ Beide 363 1.963 765

Opiumwet op totaal 9% 8% 8% 15% 28%

% Harddrugs-softdrugs

¾ Harddrugs 53% 54% 56% 91% 94%

¾ Softdrugs 39% 41% 38% 9% 6%

¾ Beide 2% 4% 6%

* Bronnen: HKS, OMDATA, OBJD.

Literatuur

Laar, M. van, A. Cruts, J. Verdurmen, M. van Ooyen-Houben, R. Meijer Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2005

Utrecht, Trimbos instituut, 2006

Deze reeks omvat korte verslagen van onderzoek dat door of in opdracht van het WODC is verricht.

Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Minister van Justitie weergeeft.

Alle rapporten van het WODC zijn gratis te downloaden van www.wodc.nl .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een God die alles schiep Maar het waren niet de spijkers Die Jezus hielden aan het kruis Het was Zijn liefde. Die Hij voelt voor jou

Op basis van ingevulde inventarisatieformulieren en aanvullende interviews is een groslijst samengesteld van ongeveer vierhonderd zaken, die volgens de betrokkenen mogelijk zouden

- Tussen 1998 en 2003 daalde het percentage actuele gebruikers van cannabis onder uitgaande jongeren en jonge volwassenen in trendy clubs (en party’s) in Amsterdam van 52 naar

•   In onderzoek uit 2002/2003 onder 14-17 jarige gedetineerde jongeren en drop-outs  (jongeren die in de afgelopen 12 maanden minstens één maand niet naar

Onderzoek heeft aangetoond dat als de academicusbelasting op 6% van het inkomen van ex-studenten wordt vastgesteld, de overheid alle uitgaven voor het hoger onderwijs

Ook het percentage scholieren dat in de afgelopen vier weken wel eens vijf glazen of meer alcohol bij één gelegenheid heeft gedronken (‘binge drinken’) daalde van 36 procent in

Tabel 7.5 Percentage van de actuele drinkers dat in de afgelopen maand dronken is geweest of per keer vijf of meer glazen heeft gedronken onder leerlingen van 12-16 jaar van

In 2009 had tien procent van de algemene Nederlandse bevolking van 15­64 jaar in het afgelopen jaar slaap­ of kalmeringsmiddelen gebruikt; 6% was een actuele (laatste maand) gebruiker