• No results found

Stageverslag Niek Teune Verslag van een redactiestage van drie maanden bij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Niek Teune Verslag van een redactiestage van drie maanden bij"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag Niek Teune

Verslag van een redactiestage van drie maanden bij Weekblad De Brug

Niek Teune - s2978938

Stageplaats: Weekblad De Brug

Stageperiode: 14 april 2020 – 14 juli 2020 Praktijkbegeleider: dhr. N. (Nick) de Vries

Docentbegeleider: drs. G.M. (Greta) Riemersma 22 juli 2020

(2)

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding ... 3 2. Stageplaats ... 4 3. Werkzaamheden ... 7 3.1 April ... 7 3.2 Mei ... 8 3.3 Juni ... 9 3.4 Juli ... 10 3.5 Uitgekomen verwachtingen ... 10 4. Begeleiding ... 12

4.1 Begeleiding vanuit de stageplaats ... 12

4.2 Begeleiding vanuit de opleiding ... 12

5. Evaluatie ... 14

6. Tips voor de opleiding ... 16

7. Conclusie ... 17

Bijlage: Artikelen ... 18

(3)

3 1. Inleiding

Bij het schrijven van de inleiding van dit stageverslag kwam uit het niets een bekende passage van het gedicht Het huwelijk van Willem Elsschot in mij op, namelijk het gedeelte ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’. Het zou een mooi motto kunnen zijn voor mijn stageverslag, omdat ik mijn

oorspronkelijke droom geen werkelijkheid heb gemaakt. Jarenlang was het mijn wens om de stageperiode van de masteropleiding Journalistiek in te vullen met een

redactiestage bij de NOS. Ik wilde naar Hilversum toe, om daar in het hart van het medialandschap te werken tussen de allergrootsten.

Maar tijdens het eerste jaar van de master kwam ik erachter dat er tussen droom en daad op z’n minst praktische bezwaren stonden. Mijn talenten lagen vooral in de schrijvende journalistiek en niet zozeer op de televisie of de radio. Ik nam het besluit om de NOS te laten varen en de stageperiode in te vullen bij een landelijk of

regionaal dagblad. De Volkskrant of De Stentor, dat leken mij kranten waar ik nog de nodige stappen zou kunnen zetten als journalist.

Deze gedachte heb ik naar verloop van tijd ook laten varen, omdat tussen droom en daad in dit geval de ‘wet van de deadline’ stond. Om eerlijk te zijn, heb ik aan de redactieweken tijdens het eerste jaar van de masteropleiding weinig plezier beleefd. Zeker in de eerste redactieweek was het de bedoeling dat er elke dag een stuk geschreven werd voor de website van Journalistio. Zoals in de praktijk het geval is. Maar iedere dag die hijgende deadline, dat vond ik eerder frustrerend dan

motiverend.

Uiteindelijk vielen zo de spreekwoordelijke puzzelstukjes op hun plaats. Mijn stagemedium moest te scharen zijn onder de schrijvende pers, maar het liefst niet dagelijks verschijnen vanwege de telkens terugkerende, krappe deadline. Al wegstrepend kwam ik tot conclusie dat Weekblad De Brug, het vlaggenschip van BrugMedia, op voorhand de beste stageplaats zou zijn. Hier zou ik immers artikelen kunnen schrijven zonder een dagelijks terugkerende deadline.

In een oriënterend gesprek met eindredacteur Nick de Vries heb ik afgetast in

hoeverre Weekblad De Brug mij een volwaardige werkomgeving kon bieden, waarin ik met plezier artikelen over allerlei uiteenlopende onderwerpen zou kunnen

schrijven. Ik zou mij als algemeen redacteur mogen verdiepen in ingewikkelde kwesties en conflicten, maar daarnaast was ruimte voor berichtgeving over de ‘zachtere’ thema’s die in het verspreidingsgebied van het huis-aan-huisblad spelen. Achteraf kan ik stellen dat Nick, die de afgelopen maanden mijn praktijkbegeleider is geweest, het in hem gestelde vertrouwen niet heeft beschaamd. Weekblad De Brug bevindt zich dan wel niet in het hart van het medialandschap. Ook de allergrootsten van de journalistiek zullen er niet teruggevonden worden, al moet gezegd worden dat ik Nick en sportredacteur Gerard Meijeringh de afgelopen maanden heb leren

kennen als hele kundige collega’s. Maar ik denk oprecht dat de kansen en de begeleiding die ik de afgelopen maanden heb gekregen van grote klasse zijn geweest. Ik voelde mij geen goedkope arbeidskracht, maar een gewaardeerde leerling-redacteur. Een stagiair die niet alleen goed was voor de koffie en korte berichten, maar een journalist die op locatie in gesprek mocht gaan met bijvoorbeeld burgemeester Koelewijn en Tweede Kamerlid Palland. Daarmee is deze

stageperiode voor mij ongelofelijk waardevol geweest. Alle dank daarvoor richting Nick en de andere collega’s van BrugMedia.

(4)

4 2. Stageplaats

Tussen halverwege april 2020 en halverwege juli 2020 ben ik drie maanden lang onderdeel geweest van de redactie van Weekblad De Brug. Weekblad De Brug is een van de huis-aan-huisbladen die door het concern BrugMedia, gevestigd in Kampen, gemaakt wordt. Andere titels zijn De Swollenaer, De Stadskoerier, De

Drontenaar, Schaapskooi, Zeewolde Actueel en De Hattemer. Alle kranten

beschikken ook over een eigen website. Met de kranten en de website weet

BrugMedia een heel aantal lezers in Flevoland en de kop van Overijssel te bereiken. Maar in de stageperiode heb ik alleen maar voor Weekblad De Brug geschreven, die iedere dinsdag bij ruim 23.000 huishoudens op de mat valt in Kampen, IJsselmuiden, Grafhorst, Wilsum, ’s-Heerenbroek, Kampereiland en Zalk.

In het kantoor van BrugMedia aan de Constructieweg in Kampen zijn twee verdiepingen waarop de verschillende afdelingen werken. Ruwweg bestaat de organisatie uit een tweekoppige directie, een afdeling HRM, een afdeling Acquisitie, een afdeling DTP en een redactie. Omdat mijn stageperiode precies tijdens de coronacrisis viel, was het in het begin wat rustiger op kantoor, Ook veel journalisten hebben vanuit huis hun artikelen geschreven.

In de redactieruimte ben ik voornamelijk Enrico Kolk, Bas Wilberink, Erik-Jan

Berends, Nick de Vries en Gerard Meijeringh tegengekomen, waarbij de laatste twee journalisten allebei aan Weekblad De Brug werken. Christiaan Schutte werkte tot voor kort ook nog in loondienst aan De Brug, maar hij is vlak voor mijn komst

vertrokken. Los van de genoemde vaste krachten maakt De Brug ook gebruik van de diensten van freelancers Fred Sollie, Maarten van Gemert, Huib Strengers, Alex de Jong en fotograaf Richard Tennekes. Met laatstgenoemde ben ik een aantal keren op pad geweest; onder andere naar de demonstratie en het jubileumconcert van organist Ab Weegenaar.

Weekblad De Brug kent zodoende nog twee vaste medewerkers, namelijk hoofd- en

eindredacteur Nick de Vries en sportverslaggever Gerard Meijeringh. Nick de Vries is de spin in het web; hij stuurt de vier freelancers op pad en bepaalt uiteindelijk welke artikelen er gepubliceerd mogen worden. Gerard Meijeringh werkt als sportredacteur relatief zelfstandig. Hij heeft door de week heen wel contact met Nick, maar schrijft over het algemeen zijn eigen sportartikelen. De freelance journalisten heb ik tijdens de coronacrisis niet gezien of gesproken, op een telefoontje naar Huib Strengers na met betrekking tot mijn gedachte over het schrijven van een artikel over de volkstuin. Een algemene redactievergadering heb ik tijdens deze coronacrisis ook niet

meegemaakt.

Iedere (freelance) journalist onderhoudt rechtstreeks contact met Nick. Mijn eigen contact met Nick over redactionele zaken heb ik als zeer prettig ervaren. We spraken elkaar persoonlijk op kantoor of namen al wandelend mijn productie voor een

volgende krant door. Op de momenten dat wij vanuit huis werkten, vanwege het coronavirus, dan onderhielden wij intensief contact via het chatprogramma Slack of via Skype. Het contact verliep vaak op twee manieren. Als ik zelf een onderwerp aanbracht, dan vertelde ik aan Nick wat er aan de hand was en waarom het relevant was om hier aandacht aan te besteden. Vaak benoemde ik ook al het genre dat ik

(5)

5 wilde gaan gebruiken, bijvoorbeeld ‘de reportage’ als het onderwerp zich daarvoor leende (voedselbos, demonstratie). Het kwam ook voor dat Nick mij op het spoor van een nieuwsitem zette, omdat hij bijvoorbeeld een e-mail had gekregen van iemand uit de gemeenschap. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het afscheid van Henk Essenburg als vangnetwerker van het Leger des Heils of het jubileum van organist Ab Weegenaar. Ik maakte dan een afspraak met de persoon in kwestie om

vervolgens een artikel naar eigen goeddunken uit te werken.

De werkwijze van de journalisten van Weekblad De Brug is in lijn met de kernwaarden van het objectiviteitsregime, het dominante paradigma binnen de westerse journalistiek. Er werd van mij verwacht dat ik mij onafhankelijk, objectief en neutraal zou opstellen als journalist voor het huis-aan-huisblad. Bijzonder vond ik de voortdurende spiegeling met De Stentor die ik zowel in gesprek met bronnen als in gesprek met mijn praktijkbegeleider aantrof. De Stentor staat op voorhand als dagblad hoger aangeschreven dan De Brug, maar in de praktijk wordt het regionale dagblad bestempeld als een krant die meer op sensatie belust is dan De Brug. Dat kreeg ik onder andere te horen van de locatiemanager van Zwembad De Steur en wethouder Holtland. Uitgangspunt van de journalisten van De Brug blijft altijd om het eerlijke verhaal te delen met de lezers. Daarbij had mijn praktijkbegeleider ook oog voor de details in mijn artikelen. In de lead van het artikel over de demonstratie, had ik bijvoorbeeld geschreven over ‘slachtoffers van discriminatie’. Maar mijn

praktijkbegeleider merkte terecht op dat het eigenlijk mensen waren ‘die zich

slachtoffer voelen van discriminatie’. Het scheelt maar een paar woorden, maar het maakt een wereld van verschil.

De doelgroep van Weekblad De Brug is heel divers. Immers, de bevolking van de gemeente Kampen is ook heel divers. Wel heb ik bij het schrijven van mijn artikelen (onbewust) rekening gehouden met de doelgroep door aan de ene kant begrijpelijk en toegankelijk te schrijven, maar aan de andere kant heb ik ook zaken bekend verondersteld die voor een inwoner van de gemeente Kampen meer dan logisch zijn. Zo zal een kop als ‘Bibliotheek en Quintus in Kulturhus voorlopig gered van sluiting’ zeer waarschijnlijk veel vragen oproepen bij mijn docentbegeleider, maar eigenlijk iedere lezer van De Brug weet dat Quintus muzieklessen verzorgt en dat het

Kulturhus een soort dorpshuis is in IJsselmuiden. Het zou haast een belediging voor de lezer zijn wanneer ik dat had uitgelegd.

Daarnaast heb ik ook een keer stilgestaan bij het overwegend religieuze karakter van de doelgroep, namelijk bij het artikel over het Bijbels dagboek over de reizen van de apostel Paulus. Omdat de bevolking van de gemeente Kampen overwegend kerkelijk is, heb ik bij dit artikel een bepaalde basiskennis over de Bijbel en over de apostel Paulus verondersteld. Het zou ook hier een belediging voor de lezer kunnen zijn wanneer ik dat teveel zou uitleggen.

Ik heb bewust voor Weekblad De Brug als stageplaats gekozen vanwege de

verschijningsfrequentie van eenmaal per week, waarbij ogenschijnlijk de druk van de dagelijkse deadline minder aanwezig zal zijn dan bij een dagblad die iedere dag van de drukpers af moet rollen. Bijkomend voordeel van Weekblad De Brug was dat de krant verschijnt in het gebied waar ik opgegroeid ben. Dat maakt het mijns inziens

(6)

6 makkelijker om onderwerpen voor artikelen op te sporen, omdat ik als inwoner van het gebied meer in aanraking kom met de kansen en bedreigingen die ruwweg de gemeente Kampen te bieden heeft dan een buitenstaander. Zo viel mij bijvoorbeeld buitenshuis op dat meerdere bomen een waarschuwingslint omgeknoopt hadden gekregen met de waarschuwing voor de eikenprocessierups, hetgeen geresulteerd heeft in een interview met wethouder Van der Sluis. Maar het is vooral de

verschijningsfrequentie die mij motiveerde om naar Weekblad De Brug te gaan, zoals ook aangegeven in de inleiding van dit stageverslag.

(7)

7 3. Werkzaamheden

Gedurende de stage heb ik drie maanden deel uitgemaakt van de redactie van

Weekblad De Brug. Deze krant wordt gemaakt door eindredacteur Nick de Vries,

sportredacteur Gerard Meijeringh en een aantal freelancers. Omdat De Brug met Meijeringh heel specifiek een sportjournalist in dienst heeft, heb ik de afgelopen maanden niet geschreven over welke sport dan ook. Wellicht alleen het artikel over het incident met het vliegvissen aan de Burgwal raakt (hengel)sport, maar in deze publicatie stond vooral het ongeluk centraal en niet zozeer de sport zelf.

Waar ik wel een behoorlijk aantal artikelen over geschreven heb, is nagenoeg al het andere nieuwswaardige dat de afgelopen drie maanden in de stad Kampen en de omliggende kernen gebeurd is. Dit varieerde van artikelen over maatschappelijke problematiek tot artikelen over een nieuw boek of een nieuw lied. Daarmee vormde ik een waardevol verlengstuk van eindredacteur Nick de Vries, die zonder mijn

aanwezigheid (een gedeelte van) dergelijke artikelen had geschreven in plaats van of naast zijn eigen productie.

Het overgrote deel van mijn productie is gepubliceerd in het weekblad zelf, maar ook heb ik begin juni een aantal artikelen geschreven over het thema ‘familiebedrijven’ voor de Ondernemen in Kampen, een verkapte economiekatern die BrugMedia vier keer per jaar uitbrengt. In het verdere van dit hoofdstuk heb ik per maand op

hoofdlijnen mijn redactiestage uiteengezet.

3.1 April

Op dinsdag 14 april is de stage van start gegaan. Nadat mijn artikel over het begraven tijdens de coronacrisis nog enigszins moeizaam uit mijn vingers kwam, kreeg ik in de tweede stageweek goed de smaak te pakken. Het coronavirus was voor veel Nederlanders een beperkende factor in het dagelijks leven, maar juist door het virus heb ik ook meermaals artikelen kunnen schrijven. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is het interview met Mirjam Smelt, een van de eerste inwoners van de gemeente Kampen die door het virus in het ziekenhuis kwam. Dit is het eerste en tegelijkertijd enige interview dat ik als monoloog uitgewerkt heb.

Een voorbeeld van een artikel dat eveneens door het coronavirus tot stand is

gekomen, is mijn artikel over de ondernemers die graag kwijtschelding van de lokale belastingen wilden van de wethouder. Zowel met de ondernemers als de wethouder heb ik telefonisch gesproken. Met name contact met een van de wethouders is tijdens de stageperiode veelvuldig aan de orde geweest, omdat ik relatief veel over (soms complexe) maatschappelijke ontwikkelingen heb geschreven. Tegelijkertijd heb ik in de maand april ook al over ‘zachtere onderwerpen’ geschreven, zoals de actie ‘All You Need Is Bier’ van horecaondernemer David Lemstra.

Veel van de onderwerpen in de eerste maand werden mij aangereikt door mijn

praktijkbegeleider, maar bijvoorbeeld het artikel over modejournalist en royaltykenner Josine Droogendijk heb ik in april zelf aangedragen. Dat geldt ook voor het artikel waarin basisschooldocent Jan-Kees Bezemer vooruitblikt op de heropening van de

(8)

8 basisscholen. Het oorspronkelijke plan was om meerdere leerkrachten vooruit te laten blikken op de heropening, maar ondanks allerlei inspanningen kon ik geen bronnen bereiken die hierover wilden praten. Daarmee leek een probleem te ontstaan, maar gelukkig had ik Bezemer zodanig ‘ruim’ geïnterviewd dat de mogelijkheid er was om het artikel om te bouwen naar een persoonlijk interview. Achteraf hebben zowel Bezemer als ikzelf leuke reacties op het interview gekregen, maar in eerste instantie was ik vooral blij dat niet alle gedane moeite voor niets bleek te zijn geweest. De kwestie toont aan dat in de journalistiek niet alles vooraf duidelijk te plannen is. Als iets gaandeweg toch niet zo gaat als vooraf gedacht, dan is het belangrijk om tijdig bij te sturen en een nieuwe richting op te gaan. Dat is in het geval van mijn artikel over de heropening van de scholen gelukkig gelukt.

3.2 Mei

Begin mei ben ik op bezoek geweest bij Hans Sneelooper, de man die Jachthaven Seveningen weer helemaal opgeknapt had. Ik was bij dit artikel in de gelegenheid om ter plekke te kijken, net zoals bijvoorbeeld bij het artikel over het voedselbos in deze periode het geval was. Juist door deze fysieke aanwezigheid op locatie was ik in de gelegenheid om reportage-elementen te gebruiken in mijn artikelen. Zeer

waarschijnlijk is het artikel over Jachthaven Seveningen het best gelezen stuk

geworden van mijn stageperiode. Met alleen al bijna 6000 lezers op internet heeft dit artikel in verhouding ongelofelijk goed gescoord. Ik begreep begin juli van

Sneelooper, toen ik hem telefonisch sprak, dat hij ook zeker tien nieuwe ligplaatsen heeft kunnen verhuren door mijn artikel. Ik vind het mooi om zodoende te kunnen constateren dat De Brug een belangrijke functie heeft in de regio en ook mijn artikelen daadwerkelijk invloed uitoefenen in de gemeenschap.

In het kader van eigen initiatief heb ik in mei mijn praktijkbegeleider gewezen op een aantal onderwerpen die ik uit zou kunnen werken. Hij gaf goedkeuring om een artikel te maken over de positie van de sportscholen, die toentertijd vermoedelijk pas per 1 september open zouden mogen. Ook heb ik mijn praktijkbegeleider erop gewezen dat het Stedelijk Museum in Kampen een nieuwe directrice had, zodat er een goede reden was om eens met haar in gesprek te gaan.

Wellicht het mooiste voorbeeld van eigen initiatief is het artikel over de problematiek van Museum De Stadsboerderij in relatie tot de anderhalvemetersamenleving. Op voorhand kende ik het museum al een beetje. De anderhalvemeterregel zou voor hen lastig uitvoerbaar kunnen zijn, omdat het museum in een smal pand gevestigd is. Dat bleek ook wel toen ik op Facebook het bericht voorbij zag komen dat zij voorlopig nog niet open zouden gaan. Bij de totstandkoming van dit artikel kwam het zodoende van pas dat ik het verspreidingsgebied van De Brug ken en daarom makkelijker nieuwsonderwerpen kan detecteren met mijn ‘nieuwsvoelsprieten’. Dit voordeel heeft mij geholpen bij het werken aan mijn stagedoel om zelfstandig nieuws aan te dragen. Het artikel over het fietsparkeren heeft mij in mei de grootste hoofdbrekens bezorgd. Ook een van mijn stagedoelen was om beter te leren focussen in artikelen. Hoewel ik dit over het algemeen goed gedaan heb in mijn stageperiode, brak het gebrek aan

(9)

9 keuzes durven maken mij bij het artikel over het fietsparkeren op. Vanuit de gedachte om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen, had ik veel te veel bronnen

gesproken en leverde ik daarom eerder een rapport op dan een goed artikel. Nadat ik mijn misstappen besproken had met mijn praktijkbegeleider, heb ik het artikel fors ingekort en scherper gemaakt. Het was een goede wake-up call voor de weken die nog zouden volgen. Naderhand ben ik niet meer in de genoemde valkuil getrapt.

3.3 Juni

De maand juni ben ik gestart met het schrijven van in totaal vijf artikelen voor de Ondernemen in Kampen, die als thema ‘familiebedrijven’ had. Van deze langere artikelen voor de verkapte economiekatern wil ik er twee uitlichten, namelijk mijn interview met Tweede Kamerlid Hilde Palland en mijn artikel over familiebedrijf De Kleine.

Het interview over het beleid van de landelijke overheid met betrekking tot familiebedrijven en de initiatiefnota over familiebedrijven waar Palland aan heeft gewerkt, heeft de voorpagina van de bijlage gehaald. Hoewel het lastig is om politici met de rug tegen de muur te zetten, had ik achteraf een heel voldaan gevoel over het mijns inziens informatieve artikel dat ik heb kunnen schrijven. Het interview dat ik bij burgemeester Koelewijn afgenomen heb over de gemeentelijke aanpak van de coronacrisis is wat mij betreft ook een hoogtepunt geweest van de stageperiode. Ik ben blij dat ik tijdens de stageperiode de kansen heb gekregen om de interviews met Palland en Koelewijn af te nemen en uit te werken, omdat ik van mening ben dat het vooral de omgang met deze geslepen en getrainde mensen is die mij kan laten groeien in het journalistieke vak.

Het artikel over familiebedrijf De Kleine was misschien wel het moeilijkste artikel dat ik de afgelopen drie maanden geschreven heb. Vader en zoon wilden graag

meewerken aan het artikel, maar waren daarbij ongetwijfeld van plan om hun familiebedrijf zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen. Het was daarom een uitdaging om een eerlijk portret te maken, waarbij zowel aandacht was voor de hoogtepunten als de dieptepunten in het bestaan van het familiebedrijf. Uiteindelijk is dit mijns inziens goed gelukt.

Het vertellen van het eerlijke verhaal is, wat mij betreft, ook gelukt bij de artikelen die ik geschreven heb over het nieuwe Bijbels dagboek van Cock Grandia en de

autobiografie van Ania Timmer, die de ziekte MS heeft. Het voornaamste belang van deze auteurs is de verkoop van hun boek stimuleren, terwijl ik vanuit journalistiek oogpunt aandacht wilde besteden aan hun nieuwe boek. Deze belangenstrijd heb ik als een interessant aspect ervaren van het bestaan van een journalist.

Andere artikelen die ik in juni geschreven heb zijn onder andere het portretterend artikel van jubilerend organist Ab Weegenaar, het artikel over de nieuwe supermarkt in IJsselmuiden en het artikel over de eikenprocessierups. Voor de twee

laatstgenoemden heb ik wederom contact gehad met de verantwoordelijk wethouder. Wat dat betreft is het contact met de wethouders een terugkomend onderdeel van mijn werk geweest.

(10)

10 3.4 Juli

In juli heb ik gemerkt dat het opbouwen van een netwerk niet alleen snel kan gaan, maar ook vruchten kan afwerpen. Zo tipte Tweede Kamerlid Palland mij dat

staatssecretaris Mona Keijzer een bezoek aan de Bruine Vloot in Kampen zou brengen. Over dit bezoek heb ik een beknopt artikel geschreven. Daarnaast heb ik gemak gehad van mijn netwerk toen de gemeenteraad begin juli ging vergaderen over bezuinigen op de culturele sector. Wanneer de bezuinigingen te hoog uit zouden vallen voor de vijf grote culturele instellingen van Kampen, zouden de bibliotheek en muziekschool in IJsselmuiden dichtgaan. Al voorafgaand aan de raadsvergadering heb ik via Nynke van der Wal, de directrice van het Stedelijk Museum die ik eerder gesproken had, de 06-nummers van de bestuurders van de bibliotheek en de muziekschool kunnen achterhalen. De voorbeelden tonen aan hoeveel makkelijker het werk van een journalist kan worden wanneer hij of zij gebruik kan maken van de personen uit zijn of haar netwerk.

Het artikel over de mogelijke sluiting van de bibliotheek en de muziekschool is ook een van de ‘zwaardere’ onderwerpen die ik tijdens de stageperiode uitgewerkt heb. Dat geldt ook voor de artikelen over woningbouw aan de Scholtensteeg en

huisvesting van arbeidsmigranten in de Koekoekspolder; de laatste twee artikelen die ik geschreven heb voor Weekblad De Brug. Deze artikelen heb ik vooral met behulp van telefonisch interviews geschreven, terwijl ik de informatie voor mijn artikel met reportage-elementen over de demonstratie tegen racisme, discriminatie en

polarisatie op locatie verzameld heb. Juist de afwisseling tussen bureaujournalistiek en verslaggeving op locatie en de afwisseling tussen serieuzere en luchtigere

onderwerpen hebben mijn stageperiode tot een hele enerverende, leerzame tijd gemaakt.

3.5 Uitgekomen verwachtingen

Voorafgaand aan de stageperiode had ik een aantal verwachtingen. Ik dacht dat ik bij

Weekblad De Brug de mogelijkheid zou krijgen om eigen onderwerpen op te pakken,

waarbij mijn praktijkbegeleider mij enige vorm van vrijheid zou geven bij de invulling daarvan. Daarnaast had ik de verwachting dat ik als journalist van De Brug ook in staat gesteld zou worden om te werken ‘met de voeten in de klei’. Niet alleen vanachter de computer bellen met bronnen, maar ter plekke registeren. Maar de allerbelangrijkste verwachting was dat ik in staat zou zijn om bij Weekblad De Brug journalistiek te bedrijven op een goed niveau. Als ik die verwachting niet had gehad, dan had ik namelijk niet bij De Brug aangeklopt voor mijn masterstage.

Achteraf kan ik concluderen dat mijn verwachtingen allemaal uitgekomen zijn. Ik heb gedurende de stage artikelen geschreven over onderwerpen die mijn

praktijkbegeleider aanbracht, maar daarnaast heb ik een heel aantal eigen artikelen kunnen schrijven. Hiermee heb ik invulling kunnen geven aan een van de vooraf geformuleerde stagedoelen. Voordat ik daadwerkelijk met een artikel aan de slag ging, heb ik dat altijd met mijn praktijkbegeleider besproken. Zodoende wist hij waar ik mee bezig was en kon hij af en toe een aanvullende tip geven. Hij was op een

(11)

11 goede manier betrokken bij mijn werkzaamheden; indien nodig kon ik hem om advies vragen, maar verder liet hij mij naar eigen goeddunken mijn artikelen schrijven. Als het artikel klaar was voor publicatie of al gepubliceerd was, dan stipte hij vaak mogelijke verbeterpunten aan. Zodoende had ik de ruimte om prettig te werken, zonder een hijgende eindredacteur in mijn nek.

Het werken gebeurde, volgens verwachting, niet alleen maar vanachter het bureau. Ik ben vaak op de fiets naar bronnen gegaan om hun verhaal te horen, eventueel in een betekenisvolle omgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het artikel over het voedselbos, het artikel over Jachthaven Seveningen of het artikel over de

demonstratie tegen discriminatie. Het ter plekke aanwezig zijn vind ik niet alleen essentieel voor goede journalistiek, maar ik vind het ook het leukste aspect van de journalistiek.

Het feit dat ik vaak op pad kon, heeft er daarom mede voor gezorgd dat ik de

stageperiode als een hele leuke tijd ervaren heb. Maar los van het plezier, ben ik ook blij dat ik veel heb kunnen leren bij een huis-aan-huisblad van een bovengemiddeld niveau. Daarmee is ook de belangrijkste verwachting uitgekomen.

Ik heb in de afgelopen maanden heel veel artikelen mogen schrijven over allerlei uiteenlopende onderwerpen, van heel ‘hard’ naar wat ‘zachter nieuws’. Serieuzer van karakter waren bijvoorbeeld de interviews met Tweede Kamerlid Palland en

wethouder Meijering over familiebedrijven, of het artikel over de scheidende exploitant van Zwembad De Steur. Maar het was ook prettig om af en toe over bijvoorbeeld een initiatief als ‘All You Need Is Bier’ of de nieuwe zomersingle van volkszanger Geert Leurink te schrijven. Het uitgangspunt is bij alle artikelen geweest om een onafhankelijk, objectief en neutraal verhaal te schrijven van een hoog niveau. Dat is, mede door tips van mijn praktijkbegeleider en docentbegeleider, mijns inziens heel aardig gelukt.

(12)

12 4. Begeleiding

Tijdens de stageperiode ben ik begeleid door praktijkbegeleider Nick de Vries vanuit Weekblad De Brug en docentbegeleider Greta Riemersma vanuit de Rijksuniversiteit Groningen. In dit hoofdstuk geef ik een toelichting op de begeleiding vanuit de

stageplaats en de opleiding.

4.1 Begeleiding vanuit de stageplaats

Eindredacteur Nick de Vries is gedurende drie maanden mijn praktijkbegeleider geweest vanuit Weekblad De Brug. Ik denk dat ik mag stellen dat ik als stagiair het enorm met hem getroffen heb. Zeker in de opstartfase van de stage heb ik door zijn toedoen het zelfvertrouwen opgedaan om met plezier te kunnen schrijven.

Tweemaal per week, op de dinsdagochtend en vrijdagochtend, voerde hij een coachend gesprek van plusminus een uur met mij over mijn functioneren. Eigenlijk elk coachend gesprek begon mijn begeleider met het stellen van de vraag hoe het met mijn mentale gesteldheid was. Kon ik het allemaal nog aan? Vroeg hij niet teveel van mij? Dat waardeerde ik, want het geeft mijns inziens aan dat hij mij niet als een goedkope werkkracht zag die zoveel mogelijk in zo weinig mogelijk tijd moest doen. Daarna spraken we over de artikelen die ik had geschreven en de productie voor een eerstvolgende krant. Hij liet mij vrij in mijn werkzaamheden waar het kon en hij

corrigeerde mij daar waar het moest. Dit deed hij altijd door op een positieve manier feedback te geven.

Daarnaast hebben wij tijdens de coachende gesprekken vaak gepraat over allerlei zaken die in verband te brengen zijn met onze journalistieke werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld de concepten framing en stereotypering, genrekeuze, het telefonisch interview, het interview op locatie, het citeren van bronnen en het ontwijken van vragen door politici. Ook heeft mijn praktijkbegeleider vaak verteld over zijn ervaringen uit de tijd dat hij een beginnende journalist was.

Los van de coachende gesprekken op de vaste tijdstippen hadden wij veel

telefonisch contact en communiceerden we via Slack op het moment dat we niet in dezelfde redactieruimte aan het werk waren. Als ik mijn praktijkbegeleider nodig had, dan was hij er voor mij. Verbeterpunten voor de begeleiding vanuit Weekblad De

Brug kan ik daarom ook niet concreet aandragen. Nick de Vries verdient mijns

inziens alle complimenten voor de positieve manier waarop hij, zelfs tijdens de coronacrisis, de rol van praktijkbegeleider ingevuld heeft.

4.2 Begeleiding vanuit de opleiding

Greta Riemersma is tijdens mijn stageperiode mijn docentbegeleider geweest. Zij heeft deze taak voornamelijk ingevuld als coach op afstand. Ik vind dat dit de juiste invulling is geweest. Greta las trouw mijn logboekbijdragen op Nestor en gaf eens per twee of drie weken reactie op mijn artikelen en praktijkervaringen. Daarbij heeft ze een enkel advies gegeven vanuit haar eigen ervaring, bijvoorbeeld met betrekking tot het citeren van controversiële uitspraken van geraadpleegde bronnen.

(13)

13 Omdat Greta heel tevreden was over mijn voortgang, heeft ze op eigen initiatief weinig contact met mij gezocht tijdens de stageperiode. Dat vond ik heel verstandig. Ik wist dat ik Greta kon bereiken als er problemen zouden zijn die ik niet met mijn praktijkbegeleider op zou kunnen lossen. Maar aangezien dit zich niet heeft voorgedaan, is de rol van mijn docentbegeleider beperkt gebleven tot een enkel advies via Nestor.

Daarnaast heeft ze mij tijdig geïnformeerd over de formaliteiten die bij het

stagetraject horen, zoals bijvoorbeeld het tussentijdse gesprek, het stageverslag en het essay. Het essay heb ik in samenspraak met haar goed kunnen voorbereiden. Verbeterpunten voor de begeleiding vanuit de opleiding heb ik zodoende ook niet. Er was sprake van het loslaten waar het kon en eventueel ingrijpen waar het zou

moeten. Dit is mijns inziens de juiste betrokkenheid als docentbegeleider bij de stageperiode van een masterstudent, aangezien die bijna de stap naar

zelfstandigheid op de arbeidsmarkt moet maken. Enige zelfredzaamheid is daarom gewenst en in dit geval ook gegund.

(14)

14 5. Evaluatie

De stageperiode vormde het laatste onderdeel van de praktijklijn van de

masteropleiding. Ik heb de afgelopen drie maanden daarom vooral gezien als een tijd waarin ik ‘vlieguren’ als journalist kon maken. Mijns inziens heb ik in deze periode een mooie hoeveelheid artikelen geschreven van goede kwaliteit. Mijn

praktijkbegeleider lijkt daar dezelfde visie op te hebben, gezien de complimenten die hij vaak gaf tijdens de coachende gesprekken.

Ik heb mij de afgelopen maanden opgesteld als een journalist die niet bang is om eigen initiatief te nemen en die bereid is met complexere materie aan de slag te gaan. Daarbij heb ik mij geïnteresseerd en behulpzaam opgesteld richting zowel mijn collega’s als de bronnen die mij te woord stonden. Ik kreeg achteraf meermaals de terugkoppeling van bronnen dat ze zo’n prettig gesprek hadden gehad, onder andere van Ania Timmer (autobiografie) en Hanjo IJkhout (voedselbos).

Tegelijkertijd is mijn contact met bronnen nog een aspect waar ik aan zal moeten werken. De gesprekken op locatie duurder soms langer dan eigenlijk gangbaar zou moeten zijn. Zo was ik wel eens anderhalf tot twee uur in gesprek met een bron. Onder andere voor de artikelen over de gedupeerde hotels en familiebedrijf De Kleine heb ik lang met mijn bronnen gepraat. Zij vonden dit niet erg, maar ik zou mijzelf bijvoorbeeld in de toekomst in de rol van freelance journalist wel tekortdoen door dit gebrek aan efficiëntie.

Daarnaast heb ik eerder in dit stageverslag geschreven over de interviews die ik afgenomen heb bij Tweede Kamerlid Palland, burgemeester Koelewijn en de verschillende wethouders van de gemeente Kampen. Hoewel ik tevreden ben over de artikelen die ik naar aanleiding van de gesprekken met deze

volksvertegenwoordiger en bestuurders geschreven heb, denk ik dat ik nog kan groeien in mijn kritische attitude tegenover deze aalgladde, geslepen politici. Een laatste vaardigheid die ik zou kunnen verbeteren, is mijn kennis en kunde van fotografie. Tijdens de stageperiode heb ik bij veel van mijn artikelen zelf een foto gemaakt, zoals gebruikelijk is voor de journalisten van BrugMedia. Zou ik in de lokale journalistiek mijn brood willen verdienen, dan is het verstandig om nog iets bekwamer te worden in het gebruik van het fototoestel en de nabewerking van de foto’s op de computer.

In de opleiding is fotografie niet aan de orde gekomen, hoewel enige kennis ervan in mijn geval goed van pas had kunnen komen. Om echter te stellen dat ik fotografie als onderdeel gemist heb in de opleiding, gaat te ver. De masteropleiding Journalistiek heeft een zeer intensief studieprogramma, waarin ruimte is voor zowel schrijvende pers, radio en televisie. Vooral de redactieweken vormen een goede voorzet voor de beroepspraktijk zoals ik die ervaren heb, hoewel de dagelijkse deadline mij bij De Brug bespaard bleef.

Ook ben ik blij dat er in de opleiding specifiek ruimte is voor het bezoeken van de gemeenteraad en het interviewen van een politicus, want hier heb ik in mijn

stageperiode absoluut profijt van gehad. Ik kwam immers niet helemaal onbeslagen op het ijs. Los daarvan heb ik goed gebruik kunnen maken van de algemenere vaardigheden die ik in Groningen aangeleerd heb, zoals bijvoorbeeld het

(15)

15 daarom stellen dat de opleiding goed aansluit op de beroepspraktijk, omdat ik de opgedane kennis en vaardigheden direct toe kon passen.

Voorafgaand aan de stage heb ik in mijn stageplan beschreven dat ik mijn

‘nieuwsvoelsprieten’ wilde verbeteren en ook completer wilde worden in het pitchen van een nieuwsonderwerp bij de hoofdredacteur. Daarnaast wilde ik graag de focus en de structuur van mijn artikelen verbeteren.

Mijns inziens kan geconcludeerd worden dat ik niet alleen actief aan mijn

stagedoelen heb gewerkt, maar ook vooruitgang heb geboekt. Zo heb ik tijdens de stage met enige regelmaat zelf unieke nieuwsonderwerpen aangedragen, die mij onder ogen (of oren) gekomen waren in de lokale samenleving. Denk hierbij onder andere aan het artikel over Museum De Stadsboerderij of het artikel over de twee geïdentificeerde jongens van een foto uit 1945.

Ook heb ik gemerkt dat ik tijdens mijn stage concreter en vollediger heb leren pitchen dan ik voorheen deed. De vorm ‘ik wil iets doen met X’ is daarmee verleden tijd. Het voeren van een goede pitch heeft mij tegelijkertijd geholpen bij het aanbrengen van focus in een artikel. Wat is er aan de hand? Waarom is het belangrijk om daarover te publiceren? Wat moet de lezer wijzer geworden zijn na het lezen van het artikel? Door in de fase van het pitchen al na te denken over de bovengenoemde vragen, hebben verreweg mijn meeste artikelen een duidelijke focus en een heldere structuur gekregen. Het blijft echter zaak om hieraan te blijven werken, want ook gedurende mijn stageperiode was de focus nog niet bij elk artikel helder, zoals bijvoorbeeld bij mijn verhaal over het fietsparkeren het geval was. Maar over het algemeen kan geconcludeerd worden dat ik goede stappen heb gezet in de afgelopen maanden.

(16)

16 6. Tips voor de opleiding

De stageperiode vormde de afsluiting van de praktijklijn van de masteropleiding. De praktijkdocenten hebben een jaar lang de studenten zo goed mogelijk voor proberen te bereiden op de beroepspraktijk. Studenten hebben de ruim de kans gekregen om journalistieke vaardigheden op te doen, die tijdens de stageperiode van pas kunnen gekomen. Dat ervoer ook mijn praktijkbegeleider. Hij was blij dat ik behoorlijk

zelfstandig mijn werkzaamheden kon doen en hij mij niet voortdurend bij de hand hoefde te nemen.

Zoals eerder beschreven in dit stageverslag heb ik de stageperiode vooral

beschouwd als een tijd waarin ik ‘vlieguren’ als journalist zou kunnen maken. Deze vlieguren kunnen alleen maar gemaakt worden met de nodige bagage aan boord. Wat mij betreft hebben de praktijkdocenten van de opleiding mij uitstekend

voorbereid op de stageperiode. Ik zou daarom niet kunnen benoemen welke aspecten er in de voorbereidende fase beter zouden kunnen. Praktijkdocenten, ga vooral zo door!

(17)

17 7. Conclusie

De inleiding van dit stageverslag begon ik met de bekende passage ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’, uit het gedicht Het huwelijk van Willem Elsschot. Mijn oorspronkelijke droom om mijn redactiestage bij de NOS te lopen, is niet omgezet in een daad. Gaandeweg de opleiding kwam ik erachter ik als journalist waarschijnlijk beter zou renderen bij een medium als Weekblad De Brug. Die verwachting is uitgekomen. Ik heb de redactiestage bij Weekblad De Brug ervaren als een hele leuke, maar bovenal leerzame tijd. Dat is mede te danken aan praktijkbegeleider Nick de Vries, die mij intensief begeleid heeft in de afgelopen drie maanden. Tegelijkertijd gaf hij mij het vertrouwen om zelfstandig aan de slag te gaan met de maatschappelijke issues die in Kampen spelen. Ik heb unieke kansen

gekregen, die ik met beide handen heb aangegrepen. Dat was ook mogelijk door de gedegen vooropleiding die ik in Groningen heb mogen genieten.

Ik mag concluderen dat ik de afgelopen maanden mooie stappen heb kunnen zetten in mijn ontwikkeling. Ik heb compacter en gerichter leren schrijven, maar ik kan na afloop van de stage ook beter en vollediger pitchen dan eerder het geval was. Alle dank daarvoor richting praktijkbegeleider Nick de Vries, maar ook richting

docentbegeleider Greta Riemersma, die de waardevolle rol van coach op afstand heeft vervuld. Het is mede aan deze twee begeleiders te danken dat de

(18)

18 Bijlage: Artikelen  https://brugnieuws.nl/algemeen/horeca-sceptisch-op-anderhalvemetersamenleving  https://brugnieuws.nl/algemeen/wethouder-geeft-geen-gehoor-aan-verzoek-kwijtschelding-belasting  https://brugnieuws.nl/algemeen/horecaondernemer-verrast-met-all-you-need-is-bier  https://brugnieuws.nl/algemeen/fietser-mark-werd-aan-vloeddijk-gevangen-met-vishaak-levensgevaarlijk  https://brugnieuws.nl/algemeen/sportfondsen-stopt-per-1-november-met-exploitatie-zwembad-de-steur  https://brugnieuws.nl/algemeen/leerkracht-jan-kees-bezemer-het-is-goed-dat-we-weer-beginnen  https://brugnieuws.nl/algemeen/coronavirus-krijgt-102-jarige-kampenaar-niet-klein  https://brugnieuws.nl/algemeen/onbegrip-bij-kamper-sportscholen-8216-september-is-nog-een-heel-eind-weg-8217  https://brugnieuws.nl/algemeen/exploitatie-sportfondsen-nederland-stopt-welke-vlag-wappert-er-straks-bij-de-steur  https://brugnieuws.nl/algemeen/gemengde-gevoelens-bij-horecaondernemers-over-heropening  https://brugnieuws.nl/algemeen/jody-uit-kampen-schittert-in-videoclip-van-justin-bieber-en-ariana-grande  https://brugnieuws.nl/algemeen/kakelkeet-herenigt-familieleden-bij-de-vijverhof-4-fotos  https://brugnieuws.nl/algemeen/mirjam-was-een-van-de-eerste-kampenaren-met-corona  https://brugnieuws.nl/algemeen/museum-de-stadsboerderij-blijft-voorlopig-gesloten  https://brugnieuws.nl/algemeen/nynke-van-der-wal-8220-stedelijk-museum-is-geen-vastgeroest-instituut-8221  https://brugnieuws.nl/algemeen/de-film-gaat-weer-draaien-maar-het-podium-blijft-leeg  https://brugnieuws.nl/algemeen/cock-grandia-ging-op-wereldreis-met-de-apostel-paulus-en-schreef-een-dagboek  https://brugnieuws.nl/algemeen/kampenaar-maakt-van-scheepskerkhof-weer-bruisende-jachthaven  https://brugnieuws.nl/ondernemen-in-kampen/hotels-aan-de-ijsselkade-waren-open-maar-de-gasten-bleven-weg  https://brugnieuws.nl/ondernemen-in-kampen/tweede-kamerlid-hilde-palland-wil-meer-aandacht-voor-familiebedrijven  https://brugnieuws.nl/ondernemen-in-kampen/een-interview-over-het-belang-van-familiebedrijven-voor-de-gemeente

(19)

19  https://brugnieuws.nl/ondernemen-in-kampen/fre-helleman-over-de-coronacrisis-8220-de-oudestraat-was-beangstigend-leeg-8221  https://brugnieuws.nl/ondernemen-in-kampen/het-verhaal-van-familiebedrijf-de-kleine-van-8216-ab-de-zadelmaker-8217-tot-een-eigen-babykledinglijn  https://brugnieuws.nl/algemeen/aangename-verrassing-voor-ab-weegenaar-bij-zilveren-jubileum-6-fotos  https://brugnieuws.nl/algemeen/geert-leurink-mikt-op-hit-met-8216-holiday-hollanda-8217-8216-actueler-dan-ooit-8217  https://brugnieuws.nl/algemeen/kampenaar-ania-timmer-schreef-een-autobiografie-over-haar-leven-met-ms  https://brugnieuws.nl/algemeen/plastic-doppen-sparen-voor-trainingstraject-hulphond-voor-mensen-met-een-beperking

(20)

20

(21)
(22)
(23)
(24)
(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Deze maand wordt ook wel sprokkelmaand en schrikkelmaand genoemd, en heeft 28 dagen in gewone jaren, en 29 dagen

Homo-, lesbische en bi-jongeren worden vaak omringd door heteroseksuele mensen in wie zij zich niet of weinig kunnen herkennen en waarbij zij het gevoel hebben ‘anders’ te

Chronische pijn is immers niet alleen pijn die geen nut meer heeft, het brengt ook andere on- gemakken met zich mee, telkens met een negatieve invloed op de

Niet het leven is heilig, maar de  kwaliteit ervan: als die ontbreekt, mag de trekker overgehaald en het gif verdeeld. Bij

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020 en geldt voor beschermd wonen tot en met 31 december 2021 en voor maatschappelijke opvang tot en met 31 december

[r]

3. Indien bij een vennootschap waarop artikel 396 lid 1 of 397 lid 1 van toepassing is, de vaststelling