Vraag nr. 66
van 17 februari 1999
van de heer HERMAN SUYKERBUYK
Cultureel samenwerkingsakkoord Nederlandse An- tillen – Evaluatie
Er bestaat een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Nederlandse Antillen.
1. Welke concrete projecten werden er in 1998 op- gezet, voorbereid of verder uitgevoerd ?
Ik stel vast dat er een etnomusicologisch onder- zoek in verband met de invloed van traditionele Afrikaanse muziek op de ontwikkeling van de volksmuziekcultuur aan de gang is sedert 1983.
Ik mag aannemen dat dit onderzoek niet perma- nent gedurende de afgelopen zestien jaar werd ge- voerd.
2. Wat hield het totnogtoe gevoerde onderzoek in ?
3. Wie had daarbij vanuit Vlaanderen de leiding ? 4. Welke kredieten zijn daaraan besteed ?
5. Welke – eventueel voorlopige – conclusies zijn er getrokken, als die er al zijn ? Mocht het project zijn afgesloten, is er een eindverslag en wat zijn de eindconclusies ?
Antwoord
In het kader van het cultureel akkoord met Neder- land werd op 4 juni 1975 een Protocol van uitvoe- ring getekend met betrekking tot de culturele sa- menwerking tussen de Nederlandse Antillen en Vlaanderen.
Op 17 januari 1995 werd tussen de Vlaamse Ge- meenschap en het Koninkrijk der Nederlanden een Verdrag getekend inzake de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn.
In uitvoering van artikel 10 van het Verdrag wordt de toepassing uitgebreid tot de Nederlandse Antil- len. De regering van de Nederlandse Antillen is evenwel van mening dat de hierboven vermelde overeenkomst van 4 juni 1975 ten behoeve van haar land naar voldoening functioneert en stelt het op prijs dat deze relatie gehandhaafd blijft.
1. In 1998 werd van de vooropgestelde projecten in het raam van het samenwerkingsprogramma
alleen het project "Uitwisseling van informatie en documentatie op het gebied van begeleiding en training in de sport" uitgevoerd.
Buiten het samenwerkingsprogramma had een colloquium plaats van de Nederlandse Taalunie, namelijk "Nederlands in de Wereld" op Cu- raçao van 27 tot 29 oktober 1998. In de rand van dit colloquium hadden ook een aantal culturele activiteiten plaats.
2. ln het kader van het cultureel akkoord met de Nederlandse Antillen werd gedurende verschil- lende jaren ondersteuning verleend aan een project etnomusicologisch onderzoek naar de invloed van de traditionele Afrikaanse muziek op de ontwikkeling van de volksmuziekcultuur op de Nederlandse Antillen.
Dit onderzoek werd niet permanent gevoerd, maar werd afhankelijk gesteld van een aantal afzonderlijke zendingen naar de verschillende eilanden, die tot doel hadden een totaal etno- musicologisch onderzoek op de eilanden Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba Statia en Sint-Maarten af te ronden.
Het onderzoek, begonnen in 1982, heeft op de vermelde eilanden de lokale traditionele volks- muziek bestudeerd op antropologisch vlak, bin- nen de verschillende rituelen en gebruiken op de eilanden.
Het hield ook een studie in van muziekinstru- menten, waarbij werd gezocht naar hun equiva- lenten in de West- en Centraal-Afrikaanse cul- turen, in de autochtone Caquetio-indianencul- tuur, alsook in de Iberische culturen.
De resultaten van deze onderzoeken werden vastgelegd en vindt men terug in een uitgebreid bibliografisch en discografisch overzicht, dat ik als bijlage bezorg.
De publicaties zijn geschreven naar het grote publiek toe en werden verspreid via openbare bibliotheken, scholen en musea, en in de com- merciële sector via boeken- en platenhandels, zowel in Vlaanderen en Nederland, als op de Nederlandse Antillen.
3. Vanuit Vlaanderen was de leiding van het pro- ject in handen van dr. Jos Gansemans, etnomusi- coloog en hoofd van het departement Culturele Antropologie van het Koninklijk Museum van Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren.
4. Het onderzoek werd uitgevoerd aan de hand
van zes zendingen, waarvan de reiskosten wer- den betaald in het kader van het cultureel ak- koord met de Nederlandse Antillen.
De verblijfskosten en de reiskosten tussen de ei- landen onderling werden betaald door de Ne- derlands-Antilliaanse partij.
Het KMMA stond in voor het betalen van het loon van de onderzoekers en de financiering van de bijkomende kosten die aan dergelijk on- derzoek zijn verbonden.
5. Na elke zending werd een evaluatie gemaakt van het onderzoek op het terrein. De weten- schappelijke resultaten ervan werden weergege- ven in verslagen en publicaties, opgenomen in de bovenvermelde bibliografie.
Eindconclusies als dusdanig zijn – gezien de enorme verscheidenheid tussen de verschillende eilanden en hun muziekculturen – niet globaal te trekken voor de Nederlandse Antillen.
Eindconclusies kunnen dan ook maar worden opgesteld per eiland en hiervan is reeds het grootste deel gepubliceerd in artikels en boeken opgenomen in het bibliografisch overzicht.
(Bovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het Alge- meen Secretariaat van het Vlaams Parlement, dienst Schriftelijke Vragen – red.)