Boom Effect Analyse (BEA) Optimalisaties en Onderwerp Kansen Aanpak Ring Zuid Groningen
Steller J. Engels
' Gemeente
yjronmgen
De leden van de raad van de gemeente Groningen te
GRONINGEN
Telefoon ( 0 5 0 ) 3 6 7 83 31 Bijlage(n)
Datum 2 1 - 0 2 - 2 0 1 8 Uw brief van
Ons kenmerk 6 7 8 8 4 5 0 Uw kenmerk -
Geachte heer, mevrouw.
In november vorig jaar zijn de drie optimalisaties definitief aan het project Aanpak Ring Zuid toegevoegd. Het gaat om de vergroening van het
Julianaplein, de realisatie van de fiets- en voetgangerstunnel ter hoogte van de spoorwegovergang Esperantostraat en de volledige aansluiting van de
zuidelijke ringweg op het Europaplein. Voor de laatste optimalisatie moet een aantal extra bomen worden verplant en een aantal extra houtopstanden
worden gekapt. Daarom heeft Combinatie Herepoort (CHP) een aanvullende Boom Effectanalyse (BEA) opgesteld. Deze BEA met bijbehorende bijlagen is bij deze brief gevoegd.
Voor het project Aanpak Ring Zuid is in 2016 een BEA opgesteld, waarin de effecten zijn beschreven van de uitvoering van het project voor de aanwezige bomen en houtopstanden. In de BEA is aangegeven welke bomen en
houtopstanden worden gekapt en verplant en hoe de compensatie van de te kappen bomen en houtopstanden is geregeld.
De BEA Aanpak Ring Zuid - opgesteld door de Combinatie Herepoort (CHP) op 18 Januari 2017 ter kennisname gebracht aan uw raad (6098396). Op basis van deze BEA hebben wij de benodigde omgevingsvergunningen voor het vellen van bomen en het verwijderen van houtopstanden
(omgevingsvergunningen kapactiviteit) verleend en is met de uitvoering daarvan begonnen.
Naast het uitwerken van de optimalisaties heeft CHP nog een aantal ontwerp-
aanpassingen doorgevoerd die consequenties hebben voor de bomen en
houtopstanden in het plangebied. Ook die effecten zijn meegenomen in de
aanvullende BEA.
Bladzijde
/" Gemeente
yjronmgen
In de eerste plaats is de vormgeving van vijf viaducten verbeterd. Deze verbetering is doorgevoerd naar aanleiding van de vraag aan Combinatie Herepoort om met innovatieve ideeën (kansen) te komen. Het gaat om de viaducten over de Concourslaan, het Noord-Willemskanaal, de Brailleweg, de Paterswoldseweg en het Europaplein. Doordat de viaducten een hogere doorrijhoogte krijgen is er in sommige gevallen meer ruimte nodig, bijvoorbeeld door een gewijzigd talud, waardoor een aantal extra houtopstanden moete worden gekapt. Bij de Papiermolenlaan kunnen daarentegen - als gevolg van het realiseren van een fietstunnel in plaats van een voetgangersbrug - een aantal bomen die oorspronkelijk gekapt zouden worden behouden blijven.
In de tweede plaats zijn er op twee locaties nieuwe inzichten ontstaan met betrekking tot het verleggen van kabels en leidingen: bij de op/afrit Van Ketwich Verschuurlaan - A28 en bij de Osloweg. Als gevolg hiervan moet een aantal extra bomen worden verplant en houtopstanden worden gekapt.
In de aanvullende BEA - getiteld 'BEA Optimalisaties en Kansen Aanpak Ring Zuid Groningen' - staat aangegeven welke effecten bovenstaande ontwerpaanpassingen precies hebben op de aanwezige bomen en
houtopstanden.In totaal moeten er 40 bomen worden verplant en 17.818 m^
houtopstand worden verwijderd, waarvan 377 m^ als monumentaal is aangemerkt (Stadspark). Voor elke boom die moet verdwijnen, wordt een nieuwe boom geplant en alle houtopstand wordt gecompenseerd.
De 40 te verplanten bomen zijn lindes, die goed verplantbaar zijn en een nieuwe plek krijgen binnen het plangebied.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen,
de burgemeester, de secretaris.
Peter den Oudsten Peter Teesink
I . . .
BIL
Bomendlenst
COMBINATIE HEREPOORT
Bomen Effect Analyse
o p t i m a l i s a t i e s & Kansen Aanpak Ring Zuid G r o n i n g e n
Documentnummer:
Datum:
Status:
Revisie:
ARZ-TD-SYS-7565 22-1-2018 Definitief 07
Uitgevoerd door: | Opgesteld door:
Naam:
Handtekening:
Datum: 18-1-2018
Gecontroleerd door: Vrijgegeven door:
DirkZwakenberg Mare Lansink (ETT-BTL) André B Bert Kramer
25-01-2018 25-1-2018
BTL
Bomendienst
COMBINATIE HEREPOORT
Bomen Effect Analyse
O p t i m a l i s a t i e s & Kansen Aanpak Ring Zuid Groningen
Documentnummei:
Datum:
Status:
Revisie:
ARZ-TD-SYS-7565
22-1-2018
Definitief 07Uitgevoerd door: Opgesteld door: Gecontroleerd door: Vrijgegeven door:
Naam: Dirk Zwakenberg Mare Lansink (ETT-BTL) André Bakema Bert Kramer
Handtekening:
Datum: 18-1-2018 22-1-2018 25-01-2018 25-1-2018
inhoudsopgave
1. Inleiding 3 1.1. Algemeen 3 1.2. BEA Aanpak Ring Zuid Groningen 3
2. Aanleiding 4 2.1. Optimalisaties, kansen e.d 4
2.2. BEA Optimalisaties en kansen Aanpak Ring Zuid Groningen 5
2.3. Eisen BEA 6 3. Wettelijk kader & beleid 7
3.1. Omgevingsvergunningplicht voor bomen en houtopstanden 7
3.2. Beleidsregels 8 4. Werkwijze 9 5. Ruimtelijke ingrepen 10
5.1. Deelgebied A, viaduct N370 over Concourslaan (KW06.01) 10 5.2. Deelgebied B, viaduct N7 over de Paterswoldseweg (KW07) 11 5.3. Deelgebied C, Julianabrug over het Noord-Willemskanaal (KW08.10) 11
5.4. Deelgebied D, fietsvallei. Viaducten over de Brailleweg (KW12.10) 12
5.5. Deelgebied E, A28 12 5.6. Deelgebied F, Merwedetunnel (KW15.10) 12
5.7. Deelgebied H, viaduct N7 over het Europaplein (KW21) 13
5.8. Deelgebied l, Beneluxweg 13 6. Bomen Effect Analyse 14
6.1. Bomen Effect Analyse 14
6.2. Groenbalans 22 7. Conclusie 23 Bijlage 1, kaart situering & nummering bomen en houtopstanden 24
Bijlage 2, Inventarisatiegegevens bomen en houtopstanden 25
Bijlage 3, Dwarsprofielen 26 Bijlage 4, kaart bomenstructuurvisie 27
Bijlage 5, groenstructuurplan basis- en nevenkaart 28 Bijlage 6, stedelijke ecologische structuur 2014 29 Bijlage 7, poster boombescherming op bouwlocaties 30
1. inleiding
1.1. Algemeen
De zuidelijke ringweg van Groningen is een kwetsbare schakel in het landelijke en regionale hoofdwegennet en de belangrijkste verkeersader van het Noorden. De bereikbaarheid van stad en regio nemen af door eongesbe op de weg. Het project 'Aanpak Ring Zuid' (hierna: ARZ) verbetert de bereikbaarheid van stad en regio, de leefbaarheid en de veiligheid. Hiervoor wordt de Rijksweg 7 (A7/N7) over een lengte van 12 kilo- meter aangepast (lees: ruimtelijke ontwikkeling). Het plangebied loopt op Rijksweg 7 (A7/N7) van km 193.2 tot km 205.3 en op de A28 ten zuiden van het viaduct Van Ketwich Verschuurlaan (km 198.8) tot het Julianaplein km 200.2.
Afbeelding 1.1, overzicht plangebied
Voor deze ruimtelijke ontwikkeling dienen veel bomen en houtopstanden in het plangebied verwijderd te worden. In de gemeente Groningen geldt hiervoor een vergunningplieht (art. 4:9 Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 (hierna: APVG 2009)). Voorafgaand aan de vergunningaanvraag moet een bomen effect analyse (hierna: BEA) opgesteld worden (art. 2 Beleidsregels Vellen van een houtopstand) die als concreet toetsingskader fungeert voor de vergunningverlening.
1.2. BEA Aanpak Ring Zuid Groningen
Voor het project ARZ is begin dit jaar de BEA Aanpak Ring Zuid Groningen (hierna: BEA 1) ingediend bij de gemeente Groningen en vervolgens door het college van B&W vastgesteld. Door deze vaststelling heeft de BEA een dringende reden gekregen waarmee de omgevingsvergunningen zijn verleend voor het verwijde- ren van de bomen en houtopstanden.
2. Aanleiding
2.1. Optimalisaties, kansen e.d.
In de afgelopen tijd is door Combinabe Herepoort (aannemer van het werk, hierna: CHP) het definibeve ontwerp van de zuidelijke ringweg verder uitgewerkt. In het contract van CHP met ARZ zitten een drietal opbmalisabes, te weten:
• 'Vergroening' van het Julianaplein;
• Realisabe fiets- en voetgangerstunnel t.h.v. de spoorwegovergang van de Esperantostraat;
• Volledige aansluiting Europaplein (KW21).
Tevens is in samenwerking tussen CHP en ARZ een zogenaamd kansenspoor uitgewerkt. De kansen zijn door CHP geïnventariseerd en na consultatie met ARZ zijn er een zestal kansen overgebleven. Deze overgebleven kansen richten zich met name op het volledig vervangen van bestaande kunstwerken in plaats van reno- veren. Ten gevolge van het voornemen om de bestaande kunstwerken te vervangen door nieuwe, zal het nieuwe ontwerp ook moeten gaan voldoen aan de laatste ontwerpeisen en richtlijnen. Het betreft hier:
• Viaduct N370 over de Concourslaan (KW06.01);
• Viaduct N7 over de Paterswoldseweg (KW07);
• Julianabrug over het Noord-Willemskanaal (KW08.10);
• Fietsvallei, viaducten over de Brailleweg (KW12.10);
• Merwedetunnel (KW15.10);
• Viaduct N7 over het Europaplein (KW21).
Zonder hier uitputtend te zijn, is het belangrijkste effect dat de nieuwe kunstwerken hoger worden (lees:
hogere doorrijhoogte). Daardoor is er in sommige gevallen meer ruimte nodig door o.a. een gewijzigd talud.
In hoofdstuk 5 is voor een viertal deelgebieden een gedetailleerde omschrijving van de wijzigingen en de gevolgen gegeven.
Behalve de optimalisaties en kansen die in het definitieve ontwerp zijn verwerkt zijn op een tweetal locaties ook nieuwe inzichten verkregen door noodzakelijke verlegging van kabels en leidingen (hierna: K&L) en het bepalen van de juiste grondophogingen i.v.m. toe- en afrit van onderliggende weg naar het hoofdwegennet.
Het betreft hier:
• Toe- & afrit Van Ketwich Verschuurlaan naar A28;
• Verlegging K&L bij Osloweg.
2.2. BEA Optimalisaties en kansen Aanpak Ring Zuid Groningen
Naar aanleiding van het doorvoeren van hetgeen wat in paragraaf 2.1. is beschreven is de ruimtelijke ont- wikkeling op deze locaties gewijzigd t.o.v. waar de BEA 1 op gebaseerd is. Voor een viertal deelgebieden (resp. deelgebied A, E, H en I) heeft dit gevolgen voor de nabij staande bomen en houtopstanden die con- form BEA I behouden hadden kunnen blijven. Dit is de aanleiding geweest om een tweede BEA op te stellen voor betreffende locaties, de BEA Optimalisaties & Kansen Aanpak Ring Zuid Groningen (hierna: BEA II).
Doel van BEA II is het analyseren van de eventuele effecten naar aanleiding van de gewijzigde ruimtelijke ontwikkeling op aanwezige (vergunningplichtige) bomen en houtopstanden in en om het plangebied.
In deze BEA II is de 'vergroening' van het Julianaplein en de realisatie van de fiets- en voetgangerstunnel t.h.v. de spoorwegovergang van de Esperantostraat verder buiten beschouwing gelaten. De 'vergroening' van het Julianaplein omvat namelijk alleen meer oppervlakte voor kruidenvegetaties door aangepaste on- derdoorgangen. De fiets- en voetgangerstunnel t.h.v. de spoorwegovergang van de Esperantostraat was al opgenomen in BEA I (zie paragraaf 5.9 op pag. 18). Zodoende worden er 8 deelgebieden behandeld in deze BEA II.
Het was niet mogelijk om pas een BEA op te stellen na het doorvoeren van de optimalisaties en kansen, vanwege de uitvoeringsplanning met bijhorende deadline voor het afronden van alle werkzaamheden in het voorjaar van 2021. Zodoende zijn er twee BEA's gemaakt voor de aanpak van de zuidelijke ringweg Groningen.
2.3. Eisen BEA
De BEA is conform de APVG 2009 en de beleidsregels Vellen van een houtopstand opgesteld door een ge- certificeerde European Tree Technician (hierna: ETT'er) of boomdeskundige met een gelijkwaardig kennis- niveau. In de BEA zijn onderstaande onderdelen opgenomen:
• Het aantal bomen en oppervlakte houtsopstanden;
• Boomsoort (Nederlandse en wetenschappelijke benaming;
• Diameter van de boomstam op 130 cm vanaf maaiveld;
• Kroonprojectie van de boom;
• Schaalvaste tekening met ingemeten bomen (met weergave van de kroonprojectie);
• Unieke boomnummering;
• Staat de boom in basisgroenstructuur, bomenhoofdstructuur en/of Stedelijke Ecologische Struc- tuur (SES);
• Verplantbaarheid (nader ondeizoek wortelpakket, ligging K&L, transportmogelijkheden en nieuwe locatie;
• Kwaliteit van de boom;
• Levensverwachting van de boom;
• Opdruk van verharding door boomwortels;
» Bijzondere karakteristiek van de boom (meerstammig, leiboom, knotboom, gedenkboom e.d.);
• (Potentiële) monumentale boom;
• Herplant;
• Welke alternatieven onderzocht zijn;
• Motivering vellen van een houtopstand;
• Tekening met daarop beschermingsmaatregelen voor de te handhaven bomen;
• Eventuele bijzonderheden.
Wat betreft het ontwerp, kaartmateriaal en inventarisatiegegevens is gebruik gemaakt van door CHP aan- geleverde data. Het ontwerp en kaartmateriaal zijn gewijzigd t.o.v. het ontwerp die voor de BEA Aanpak Ring Zuid Groningen is gebruikt. De inventarisatiegegevens die ten grondslag liggen aan BEA I zijn voor deze BEA II niet geactualiseerd maar wel beperkt tot het deel wat van toepassing is voor BEA II. Dit n.a.v. de bomen en houtopstanden die reeds/binnenkort verwijderd gaan worden t.g.v. omgevingsvergunning die daarvoor al verleend is (lees paragraaf 1.2.) De inventarisatie van de bomen en houtopstanden is door Ste- delijk Groen BV in de zomer van 2016 uitgevoerd en door BTL Bomendienst vervolgens gecontroleerd en waar nodig gemuteerd. Het onderzoek naar verplantbaarheid is uitgevoerd door Sweco (voorheen Gront- mij) in februari 2015.
3. Wettelijk kader & beleid
Zoals geschreven in hoofdstuk 1 is deze BEA opgesteld vanuit de verplichting van de APVG 2009 en de be- leidsregels Vellen van een houtopstand van de Gemeente Groningen. In dit hoofdstuk is het van toepassing zijnde wettelijke kader en beleid verder toegelicht.
3.1. Omgevingsvergunningplicht voor bomen en houtopstanden
In Groningen wordt een grote waarde toegekend aan de groenstructuur binnen de bebouwde kom van de stad. Dit blijkt uit verschillende beleidsdocumenten die door de jaren heen zijn opgesteld; te weten de:
• Groenstructuurvisie 'Groene Pepers' (2009);
• Bomenstructuurvisie 'Sterke Stammen' (2014);
• Stedelijke Ecologische Structuur (SES) (2014);
• Nota Bladgoud (2013).
Deze toegekende waarde heeft geresulteerd in een vergunningplicht ex artikel 4:9 APVG 2009 voor de ac- tiviteiten 'het vellen van een houtopstand'. Dit artikel luidt:
"Artikel 4:9 Kapverbod
1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen.
2. Het verbod geldt niet voor houtopstanden, die op bosbouwkundige of bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd, indien het betreft (...)
3. Het verbod geldt verder niet voor:
a. Houtopstand, welke moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aan- schrijving of last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4:16 van deze af- deling;
b. Het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het regulier onderhoud."
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) maakt het met artikel 2.2 mogelijk om een dergelijke omgevingsvergunningsplicht in het leven te roepen.
"Artikel 2.2 WABO luidt, voor zover relevant:
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
a. (...)
g. Houtopstand te vellen of te doen vellen, h. (...)"
geldt een zodanig bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Niet al het groen dat in het normaal taalgebruik wordt benoemd als 'boom' is kapvergunningsplichtig. In Groningen geldt dit alleen voor een 'houtopstand'. Het begrip 'houtopstand' en 'boom' worden in art. 4:8 APVG 2009 gedefinieerd:
"Houtopstand: één of meerdere bomen, hakhout of een bepiantingsvak van bosplantsoen."
En
"Boom: een houtachtig, overblijvend gewas, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centi- meter op 1,3 meter hoogte, boven maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam."
In de APVG 2009 wordt daarnaast nog onderscheid gemaakt tussen monumentale houtopstanden en po- tentieel monumentale houtopstanden (zie 4:8 APVG 2009). Samengevat geldt voor deze ruimtelijke ont- wikkeling een omgevingsvergunningplicht ex artikel 2.2 lid 1 sub g Wabo voor bomen met een stamdiame- ter > 20 cm op 130 cm vanaf maaiveld.
3.2. Beleidsregels
Een omgevingsvergunningaanvraag wordt door B&W getoetst op het belang voor het behoud én het ver- wijderen van de houtopstand. Tevens dient het college een afweging te maken of bij het vellen de WNB wordt overtreden en of er sprake is van het verkrijgen van een ontheffing. In zowel de afweging bij het vaststellen van het Tracébesluit als bij het verlenen van eerdere omgevingsvergunningen voor te vellen houtopstanden is deze afweging voldoende gemaakt. In algemene zin geldt dat bomen die de status van monumentaal of potentieel monumentaal hebben strenger beschermd worden dan bomen die die status niet hebben. Het college toetst op de criteria 'waardering', 'overlast', kwaliteit' en 'dringende reden. Deze criteria worden in de beleidsregels APVG Vellen van een houtopstand verder uitgewerkt (zie: art. 2 van de beleidsregels).
Ten aanzien van een dringende reden gaat het om bouwplannen of ruimtelijke ontwikkelingen op verschil- lende niveaus. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen een algemeen belang wanneer het gaat om grote (overheids-)projeeten of persoonlijk belang in het geval van bijvoorbeeld een bouwaanvraag door particulieren (zie toelichting bij de beleidsregels).
In dit geval gaat het om een door gemeente Groningen, provincie Groningen en Rijkswaterstaat gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
Conform Groenstructuurvisie 'Groene Pepers' is eveneens de herplantplicht opgenomen in de beleidsre- gels, art. 6. Deze luidt als volgt, voor zover relevant:
"Art. 6 Financiële Compensatie
1. Indien vanwege een ruimtelijke ontwikkeling de houtopstand volgens een door het college vast- gestelde BEA afneemt, legt het college een financiële compensatie op. (...)
2. (...)
3. De aanvrager van de omgevingsvergunning 'Vellen van een houtopstand' stort de financiële compensatie binnen 4 weken na het definitieve besluit van het college tot het verlenen van de omgevingsvergunning 'Vellen van een houtopstand' in het groencompensatiefonds."
4. Werkwijze
Stedelijk Groen BV heeft In de zomer van 2016 de bomen en houtopstanden visueel beoordeeld d.m.v. de methodiek Roloff, van deze gegevens is in deze BEA II gebruik gemaakt. Professor Dr. A. Roloff beschrijft met name de verandering van het vertwijgingspatroon i.r.t. de conditie van de boom. Bij de conditiebepa- ling is gebruik gemaakt van vier classificaties, te weten; goed (0), voldoende (1), matig (2) en slecht (3). In de onderstaande figuur wordt de methodiek van professor Dr. A. Roloff weergegeven.
Code-
ring Kiifïi33ijï*Snu^BB Winter- en zomerbeeld
0. Goed
(normaal)
De conditie is goed. Op middellange ter- mijn (10-15 jaar) worden geen problemen verwacht. De boom heeft een goed ont- wikkelde kroon met een gelijkmatige ver- deling van veel fijne twijgen in de buiten- kroon. Er is geen of nauwelijks dood hout aanwezig. Toekomstverwachting min. 10 - 15 jaar.
1. Voldoende (verminderd)
De conditie is verminderd. Op de korte termijn (< 5 jaar) worden ten aanzien van de fysiologische toestand geen problemen verwacht. De boom heeft een redelijke verdeling van fijne twijgen. Er is weinig dood hout aanwezig. Toekomstverwach- ting min. tussen 5 - 10 jaar.
2. Matig (sterk verminderd)
De conditie is duidelijk verminderd. De fy- siologische toestand van de boom is slecht, maar herstel van de boom is even- tueel mogelijk. De boom heeft een rede- lijke verdeling van fijne vertwijging in de buitenkroon. Er kan redelijk veel dood hout in de kroon aanwezig zijn. Toekomst- verwachting min. tussen 1 - 5 jaar.
3. Slecht (termi- naal)
De conditie en levensverwachting van de boom is minimaal. De mechanische en/of fysiologische toestand is zo slecht dat her- stel niet of nauwelijks mogelijk is. Toe- komstverwachting minder dan 1 jaar
De boom is dood. Geen toekomstver- wachting.
Tabel 4.1, classificatie conditieklassen
Bij de visuele beoordeling zijn alle bomen met een stamdiameter > 20 cm op 130 cm vanaf maaiveld binnen de invloedsferen van het deelgebied opgenomen. Alle beoordeelde bomen incl. kroonprojectie en houtop- standen zijn op het kaartmateriaal genummerd met een unieke nummering, zie bijlage 1. Deze nummering komt overeen met de nummering op de inventarisatielijst, zie bijlage 3. Bij de leeftijdsbepaling is uitgegaan van het kiemjaar en niet van het plantjaar. De leeftijdsschattingen van de bomen zijn schattingen op basis van ervaring en/of vuistregels voor boomgroei.
5. Ruimtelijke ingrepen
Deze BEA is opgedeeld in deelgebieden waar optimalisaties en kansen zijn doorgevoerd t.o.v. waar de BEA I op gebaseerd is. Zoals beschreven in paragraaf 2.1 waren deze wijzigingen begin dit jaar nog niet bekend.
In dit hoofdstuk is een omschrijving per deelgebied gegeven van de ruimtelijke ingrepen die er worden gedaan. In hoofdstuk 6, Bomen Effect Analyse, zijn de gevolgen daarvan op bomen en houtopstanden in beeld gebracht. In bijlage 1 is het kaartmateriaal en in bijlage 3 de dwarsdoorsneden van de diverse deel- gebieden gevoegd.
5.1. Deelgebied A, viaduct N370 over Concourslaan (KW06.01)
Het viaduct van de N370 over de Concourslaan gaat volledig vervangen worden i.p.v. het bestaande groter maken. Het viaduct wordt hoger aangebracht zodat er een hogere onderdoorgang ontstaat en het zo vol- doet aan de laatste ontwerpeisen en richtlijnen. Het gevolg van de hogere onderdoorgang is een wijziging in de taluds met houtopstanden. Dit is inzichtelijk gemaakt met de dwarsprofielen 201,202 en 204 in bijlage 3, Dwarsprofielen deelgebied A. Het nieuwe viaduct wordt in twee fasen gerealiseerd zodat de doorgang van verkeer gegarandeerd kan blijven. Het nieuwe viaduct krijgt ook een kleinere overspanning omdat de
landhoofden aan beide zijden verticaal afgewerkt gaan worden i.p.v. met een talud.
Kunstwerk 06.01 - Cl-n KW06.01
Kunstwerk 06.01 - Cl-n KW06.01
1 _ 1
Afbeelding 5.1 Wijziging kunstwerk 06.01 Concourslaan
De N370 wordt aangelegd met een paalmatras, een fundering van palen met daarop een gewapende aar- debaan. Deze methodiek wordt toegepast vanwege de 'slappe' ondergrond en grote hoogteverschillen in een kleine ruimte.
5.2. Deelgebied B, viaduct N7 over de Paterswoldseweg (KW07)
Het viaduct van de N7 over de Paterswoldseweg krijgt ook een kleinere overspanning omdat de landhoof- den aan beide zijden verticaal afgewerkt gaan worden i.p.v. met een talud. Voor de realisatie van het via- duct komt een tijdelijk kunstwerk ten zuiden van het huidige. Het nieuwe viaduct heeft geen groter ruim- tebeslag t.o.v. het eerdere ontwerp.
Paterswoldseweg GOW-Pw
r
Paferswoldsev^eg GOW-Pw
Afbeelding 5.2, Wijziging kunstwerk 07 Paterswoldseweg
5.3. Deelgebied C, Julianabrug over het Noord-Willemskanaal (KW08.10)
De Julianabrug over de Hoornsedijk, Noord-Willemskanaal en Brailleweg krijgt eveneens een kleinere over- spanning omdat de landhoofden aan beide zijden verticaal afgewerkt gaan worden i.p.v. met een talud.
Voor de realisatie van de nieuwe Julianabrug komt een tijdelijke brug ten zuiden van de huidige. Juliana- brug. De nieuwe brug heeft geen groter ruimtebeslag t.o.v. het eerdere ontwerp.
Kunstwerk Brailleweg - N7 FVP-Hdijk en GOW-Brw
Kunstwerk Brailleweg - Ul FVP-Hdijk en GOW-Brw
K PVil i.,MM
Afbeelding 5.3. Wijziging kunstwerk 08.10 Julianabrug
5.4. Deelgebied D, fietsvallei. Viaducten over de Brailleweg (KW12.10)
Ook het viaduct van de A28 over de Brailleweg krijgt een kleinere overspanning omdat het landhoofd aan één zijde verticaal afgewerkt gaat worden i.p.v. met een talud. Voor de realisatie van dit kunstwerk komt een tijdelijke rijbaan. Hier heeft nieuwe viaduct eveneens geen groter ruimtebeslag t.o.v. het eerdere ont- werp.
Brailleweg - A28 GOW-Brw
Brailleweg - A28 GOW-Brw
Afbeelding 5,4. Wijziging kunstwerk 12.10 Brailleweg
5.5. Deelgebied E, A28
Tussen de viaducten van de A28 over de van Ketwich Verschuurlaan én van Iddekingeweg gaan de taluds met houtopstanden iets gewijzigd worden t.o.v. het eerdere ontwerp. Dit komt door de geplande realisatie van 3 meter brede zijbermen die aangeplant worden met zuilbomen en rozen. Deze bermen moeten gro- tendeels vlak worden aangelegd waardoor de taluds gaan wijzigen. Dit is inzichtelijk gemaakt met de dwars- profielen 304 en 307 in bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied E.
5.6. Deelgebied F, Merwedetunnel (KW15.10)
De geplande voetgangersbrug t.h.v. Fongerspad en Papiermolenlaan wordt vervangen door een tunnel t.h.v. de huidige tunnel onder de N7 door bij Merwedestraat en Maaslaan. De huidige tunnel kan niet ge- handhaafd blijven omdat de nieuwe tunnel én de omliggende straten iets verlaagd worden aangelegd zodat voldaan wordt aan de normstellingen van CROW. De voetpaden langs de woningen blijven op de huidige hoogte liggen. De tunnel heeft een kleiner ruimtebeslag dan de voetgangersbrug. Zodoende kunnen er bomen t.h.v. de Papiermolenlaan behouden blijven.
5.7. Deelgebied H, viaduct N7 over het Europaplein (KW21)
Het viaduct over de Europaweg krijgt eveneens een kortere overspanning omdat de landhoofden aan beide zijden verticaal afgewerkt gaan worden i.p.v. met een talud. Het nieuwe viaduct wordt in twee fasen gere- aliseerd zodat de doorgang van verkeer gegarandeerd kan blijven. Tevens is de hoogteligging van het via- duct met zijn rijbanen gewijzigd t.o.v. het eerdere ontwerp. Dit heeft gevolgen voor de aangrenzende taluds met houtopstanden en de bomenlaan aan de Lübeckweg. Dit is inzichtelijk gemaakt in de dwarsprofielen 157 en 161 in bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied H en I.
Voor de ombouw van de zuidelijke ringweg moet vanaf het Winschoterdiep naar de Europaweg een pers- leiding aangebracht worden onder de N7 door. Dit is t.p.v. de houtopstanden met nr. A228 en A229.
Europaweg - viaduct GOW-Euw
O r.^ O
—w-
Europaweg - viaduct GOW-Euw
: _ . . . _ . „
nnnn
ISO I ! 6,M
Afbeelding 5.6. Wijziging kunstwerk 21 Europaweg
5.8. Deelgebied I, Beneluxweg
Het viaduct van de Beneluxweg langs de Osloweg wordt aan de noordzijde iets verbreed voor een extra rijstrook richting het Europaplein. Onder het viaduct worden een aantal kabels & leidingen verlegd wat gevolgen heeft voor de bomenlaan aan de Osloweg.
Het bestaande viaduct over de botrotonde van de Osloweg wordt aan beide zijden iets verbreed en opge- hoogd. Dit heeft gevolgen voor de aangrenzende taluds. Dit is inzichtelijk gemaakt in dwarsprofiel 169 van bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied H en 1. De afrit van N7 richting de Osloweg t.h.v. Industrieterrein Drie- bond krijgt een rotonde i.p.v. een kruising.
Volgens de APVG 2009 moeten alternatieven in een BEA worden onderzocht (art. 3.1 APVG 2009). Binnen de begrenzing van het plangebied zijn geen alternatieven mogelijk die een voordeel opleveren, duurzaam behoud op dezelfde standplaats in de huidige verschijningsvorm. Hiervoor zijn de ruimtes té beperkt in het perspectief van de uitvoering of geotechnisch onhaalbaar.
6. Bomen Effect Analyse
In dit hoofdstuk is de bomen effect analyse per deelgebied gevoegd. De groenbalans is de 'verzamelstaat' van alle deelgebieden.
6 . 1 . Bomen Effect Analyse
In onderstaande tabellen staat per deelgebied beschreven in hoeverre de ruimtelijke ingrepen effect heb- ben op de aanwezige bomen en houtopstanden. Hier staat eveneens aangegeven welke regelgeving van toepassing is, conflictsituaties met het (gewijzigde) ontwerp en de verwachte effecten binnen en buiten de begrenzing van het deelgebied.
Deelgebied A, viaduct N370 over Concourslaan (KW06.01) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 30
Monumentaal Potentieel monumentaal 4
Overig 26
Houtopstanden (m2) 12.987
Monumentaal 5.625
Potentieel monumentaal
Overig 7.362
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen, ecologische groenverbinding en knelpunt in verbinding
Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, stads- parken en bomen in een rij Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.1. en dwarsprofielen van bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied A. Door het verhogen van het viaduct dient het talud verlengd worden en moeten extra houtopstanden verwijderd worden t.o.v. BEA 1.
Alternatieven (bijv. keerwandconstructie) zijn overwogen, maar geotechnisch niet haalbaar.
Bij uitvoering is er toezicht van een ETT er i.v.m. mogelijke werkzaamheden in de kroonprojectie van bomen die in de houtopstanden staan.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
In de realisatiefase worden beschermingsmaatregelen toegepast middels vaste hekwerken ter bescherming van de (monumentale) houtopstanden met nr. A508 en A509. De hekwerken staan in de teen van het talud als 'harde' grens tussen de te verwijderen en handhaven houtopstanden. Bij uitvoering is er toezicht van een ETT er i.v.m. mogelijke werkzaamheden in de kroonprojectie van bomen die in de houtopstanden staan.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den
Vellen houtopstand 1.578
Vellen monumentale houtopstand (Stadspark) 377
Verplanten
Handhaven 30 11.032
Tabel 6.1. BEA deelgebied A. viaduct N370 over Concourslaan (KW06.01)
Deelgebied B, viaduct N7 over de Paterswoldseweg (KW07) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 15
Monumentaal Potentieel monumentaal 1
Overig 14
Houtopstanden (m2) 357
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 357
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen, ecologische groenverbinding en knelpunt in verbinding
Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur en bo- men in een rij
Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.2. Er worden géén extra bomen en houtopstanden verwijderd t.o.v. BEA 1.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den Vellen
Verplanten
Handhaven 15 357
Tabel 6.2, BEA deelgebied B, viaduct N7 over de Paterswoldseweg (KW07j
Deelgebied C, Julianabrug over het Noord-Willemskanaai {KW08.10) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 19
Monumentaal Potentieel monumentaal 1
Overig 18
Houtopstanden (m2)
-
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen, ecologische kerngebied water en ecologische groenverbinding Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, wijk- en buurtgroen, bomen in een rij en bomen verspreid
Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.3. Er worden géén extra bomen en houtopstanden verwijderd t.o.v. BEA 1.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den Vellen
Verplanten
Handhaven 19
Tabel 6.3, BEA deelgebied C, Julianabrug over het Noord-Willemskanaal (KW08.10)
Deelgebied D, viaducten over de Brailleweg (KW12.10) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 4
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 4
Houtopstanden (m2)
-
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen, ecologische groenverbinding en knelpunt in verbinding
Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, wijk- en buurtgroen, bomen in een rij en bomen verspreid
Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.4. Er worden géén extra bomen en houtopstanden verwijderd t.o.v. BEA 1.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den Vellen
Verplanten
Handhaven 4
Tabel 6.4, BEA deelgebied D, viaducten over de Brailleweg (KW12,10)
Deelgebied E, A28 Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 127
Monumentaal 9 Potentieel monumentaal 22
Overig 96
Houtopstanden (m2) 6.541
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 6.541
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen, ecologische groenverbinding en knelpunt in verbinding
Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, wijk- en buurtgroen, bomen in een rij en te ontwikkelen boomstructuur Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.5. en dwarsprofielen 304 en 307 van bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied E. Er worden extra houtopstanden verwijderd t.g.v. wijziging in taluds. Alternatieven zijn overwogen, maar technisch onhaal- baar vanuit andere eisen in het contract ARZ.
Uitvoering werkzaamheden gebeurt hier buiten de kroonprojectie van te handhaven bomen en houtopstan- den. Bescherming van bomen middels kroonprojectiebescherming conform poster Boombescherming op bouwlocaties, bijlage 7.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den
Vellen 3.191
Verplanten
Handhaven 127 3.350
Tabel 6.5. BEA deelgebied E, A28
Deelgebied F, Menivedetunnel (KW15.10) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 9
Monumentaal 2 Potentieel monumentaal 3 Overig 4
Houtopstanden (m2) 43
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 43
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologisch kerngebied groen Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, wijk- en buurtgroen, bomen in een rij en bonnen verspreid
Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.6. Er worden géén extra bomen en houtopstanden verwijderd t.o.v. BEA 1.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den Vellen
Verplanten
Handhaven 9 43
Tabel 6.6. BEA deelgebied f Merwedetunnel (KW15.10)
Deelgebied H, viaduct N7 over het Europaplein (KW21) Bomen Houtopstan- den
Bomen (st) 102
Monumentaal 1 Potentieel monumentaal 2 Overig 99
Houtopstanden (m2) 9.088
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 9.088
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5 Ecologische groenverbinding, knelpunt in verbinding, te ont- wikkelen groenverbinding en te ontwikkelen SES ondersteuning Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur, bomen in een rij en bomen verspreid Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.8. en dwarsprofielen 157 en 161 in bijlage 3, dwarsprofielen deelgebied H en 1. Er worden extra houtopstanden verwijderd t.g.v. wijziging in taluds. De meest noordelijke bomenlaan aan de Lübeck- weg wordt grotendeels verplant naar het groengebied ten noorden van het huidige fietspad. Dit is om de vliegroute van vleermuizen hier in stand te houden. Om deze reden moet hier echter wel de houtopstand (resp. CHP_A en CHP023) verwijderd worden. Uitvoering werkzaamheden gebeurt hier buiten de kroonpro- jectie van te handhaven bomen en houtopstanden. Bescherming van bomen middels kroonprojectiebescher- ming c o r i f o n T T p o s t e r f l o o ^
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bomen Houtopstan-
den
Vellen 8.402
Verplanten 29
Handhaven 73 686
Tabel 6.8, BEA deelgebied G. viaduct N7 over het Europaplein (KW21)
Deelgebied 1, Beneluxweg Bonnen Houtopstan- den
Bomen (st) 49
Monumentaal Potentieel monumentaal 16
Overig 33
Houtopstanden (m2) 4.941
Monumentaal Potentieel monumentaal
Overig 4.941
Onderdeel van
Stedelijke Ecologische Structuur (SES), bijlage 5
Ecologische groenverbinding en knelpunt in verbinding
Groenstructuurplan, bijlage 4 Basisgroenstructuur
Bomenstructuurvisie, bijlage 3 Hoofdbomenstructuur en bo- men in een rij
Vigerende beleidskaders
Gemeentelijk beleid X Boswet n.v.t.
Effecten binnen begrenzing deelgebied
Zie paragraaf 5.9. en dwarsprofielen. Er worden extra houtopstanden verwijderd t.g.v. wijziging in taluds. De 11 bomen aan de Osloweg dienen verplant te worden i.v.m. verlegging kabels & leidingen. Voor de te behouden bomen binnen de begrenzing van het deelgebied wordt stamommanteling toegepast.
Effecten buiten begrenzing deelgebied
Er worden geen negatieve effecten verwacht aan bomen en houtopstanden buiten de begrenzing van het deelgebied.
Effecten bomen en houtopstanden Bonnen Houtopstan-
den
Vellen 4.270
Verplanten 11
Handhaven 38 671
Tabel 6,9. BEA deelgebied H, Beneluxweg
6.2. Groenbalans
Een BEA dient eveneens in te gaan op de herplant (lees: compensatie) van bomen en houtopstanden, con- form groenstructuurvisie Groene Pepers van de Gemeente Groningen en art. 6 van beleidsregels Vellen van houtopstanden. De standplaats van de nieuw te planten bomen en houtopstanden is gebaseerd op de Groenkaart OWN, contractdocument van het project ARZ. Deze is gebaseerd op de SES, het groenstructuur- plan en de boomstructuurvisie. Het aantal bomen dat nieuw geplant gaat worden voldoet ruimschoots aan de compensatieverplichting.
De compensatie van de oppervlakte houtopstanden geschiedt eveneens conform de Groenkaart OWN en in samenspraak met ARZ.
Onderstaande tabel is de 'optelsom' van de deelgebieden in de Bomen Effect Analyse, zoals weergegeven in de tabellen in de vorige paragraaf.
Omschrijving Bomen (st) Houtopstanden (m2)
Totaal aanwezig 355 33.957
Te handhaven 315 16.139
Te verplanten 40
-
Te vellen
-
17.818Nieuw totaal (1-op-l compensatie)
-
17.818Tabel 6.10, Groenbalans
7. Conclusie
Naar aanleiding van de gewijzigde ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied worden er 17.818 m^
houtopstanden extra verwijderd, waarvan 377 m^ als monumentaal (Stadspark) is aangemerkt. De 40 te verwijderen bomen worden verplant, conform het verplantbaarheidsonderzoek dat is uitgevoerd door Sweco. Dit zijn goed verplantbare lindes die t.p.v. CHP_A en CHP023 een nieuwe plek krijgen, lees pagina 20.
Volgens de groenbalans van BEA I én BEA 11 worden er 473 bomen geveld, 152 bomen verplant en 99.979 m^ (waarvan monumentale) houtopstanden geveld. Door het benutten van optimalisaties en kansen moe- ten er meer houtopstanden verwijderd en bomen verplant worden.
Voor de te handhaven bomen en houtopstanden gelden randvoorwaarden zoals beschreven op de poster boombescherming op bouwlocaties van de vereniging Stadswerk, zie bijlage 6. Deze poster dient duidelijk zichtbaar en op alle werklocaties aanwezig te zijn. ledereen die vakmatig bij de ruimtelijke ontwikkeling betrokken is, dient zich op de hoogte te stellen van de geldende regels betreft werkzaamheden in de nabij- heid van bomen.
Overal waar bomen en houtopstanden staan is de poster Boombescherming op bouwlocaties van toepas- sing, zie bijlage 7. Zodra er in de zone 'kroonprojectie + 2 meter' van bomen en/of houtopstanden gewerkt moet worden is toezicht van een bomenwacht (lees: ETT' er) een vereiste. Door het treffen van specifieke boombeschermingsmaatregelen, aangepaste werkmethoden en inzet van een bomenwacht worden nega- tieve effecten op duurzaam behoud van bomen voorkomen. In de realisatiefase van de ombouw van de zuidelijke ringweg wordt hier op gemonitord. De geldende eisen m.b.t. de bomen i.r.t. de ruimtelijke ont- wikkeling zijn opgenomen in het groenbeschermingsplan, zoals deze bij de goedkeuring van de eerdere vergunning voor het vellen van bomen en houtopstanden is geleverd.
Bijlage 1, kaart situering & nummering bomen en
houtopstanden
Bijlage 2, Inventarisatiegegevens bomen en hout-
opstanden
Bijlage 3, Dwarsprofielen
Bijlage 4, kaart bomenstructuurvisie
Bijlage 5, groenstructuurplan basis- en nevenkaart
Bijlage 6, stedelijke ecologische structuur 2014
Bülage 7, poster boombescherming op bouwloca-
Deelgebied A
Blad 1 van 7
I I Deelgebieden
•-"^Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
i t Handhaven X Vellen
* Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom r.".' Kroonprojectie (diameter +2 m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2 Houtopstand - Behouden - BEA2
' Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
Ontwerp Hoofdwegen
• • Ontwerp Onderliggend V(/egennet Ontwerp Tijdelijke W/egen
25 50 100
I Meter N
|HEREPOORTj
m BTL
Bomendienst
Opdrachtgever Aanpak Ring Zuid
Onderdeel: Boom Effect Analyse - Optimalisatie
Deelgebied B en C
Blad 2 van 7
I I Deelgebieden Dwarsprofiel
Bomen en h o u t o p s t a n d e n 0 Handhaven
X Vellen
1 Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom r.".' Kroonprojectie (diameter +2 m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand • Behouden- BEA2 Houtopstand - Behouden - BEA2
Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
• Ontwerp Hoofdwegen
• Ontwerp Onderliggend Wegennet Ontwerp Tijdelijke W/egen
20 40 80
Meter N
IcOMBINATlÊl
|HEREPOORT|
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever A a n p a k R i n g Z u i d
Onderdeel Boom Effect Analyse - Optimalisatie
Deelgebied D
Blad 3 van 7
I I Deelgebieden
«-ï^ Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
0 Handhaven X Vellen
#1 Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom
J Kroonprojectie (diameter +2 m.) Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2 Houtopstand - Behouden • BEA2
Houtopstand - Vellen - BEA2 Tracé ARZ
Ontwerp Hoofdwegen
"•"Ontwerp Onderliggend V\/egennet Ontwerp Tijdelijke Wegen
15 30 60
I Meter N
IcoMBmArlTl
| H E R E P O O R T |
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever Aanpak Ring Zuid
Onderdeel: Boom Effect Analyse - Optimalisatie
^ ^ 4 Af
• i
•
t)•
Deelgebied E
Blad 4 van 7
I I Deelgebieden Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
S Handhaven X Vellen
• Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom r_"J Kroonprojectie (diameter -i-Z m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2 C l ] Houtopstand - Behouden - BEA2
Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
M M Ontwerp Hoofdwegen
• M " Ontwerp Onderliggend W/egennet Ontwerp Tijdelijke Wegen
40 80 160
1 Meter jsj
ICOMBTNA^^
|HEREPOORT|
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever: Aanpak Ring Zuid
Onderdeel Boom Effect Analyse - Optimalisatie
Deelgebied F
Blad 5 van 7
I I Deelgebieden
• — • Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
• Handhaven X Vellen
• Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom i".".' Kroonprojectie (diameter +2 m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2
!, 1.3 Houtopstand - Behouden • BEA2 Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
• Ontwerp Hoofdwegen
• Ontwerp Onderliggend Wegennet Ontwerp Tijdelijke Wegen
15 30 60 I Meter |S|
A
ICOMBTNATTÊI
| H E R E P O O R T |
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever Aanpak Ring Zuid
Onderdeel Boom Effect Analyse - Optimalisatie
Deelgebied H
Blad 6 van 7
I I Deelgebieden
• — •Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
41 Handhaven Vellen Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom r.".' Kroonprojectie (diameter -I-2 m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2 C Z l Houtopstand - Behouden - BEA2
; Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
•"•Ontwerp Hoofdwegen
" " O n t w e r p Onderliggend Wegennet Ontwerp Tijdelijke Wegen
25 50 100
I Meter N
A
ICOMBTNAT!?!
|HEREPOORy
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever Aanpak Ring Zuid
Onderdeel Boom Effect Analyse - Optimalisatie
4 •'•
\3i
O
O
Deelgebied I
Blad 7 van 7
I I Deelgebieden
•-*'-• Dwarsprofiel Bomen en houtopstanden
• Handhaven X Vellen
• Verplanten
• Monumentale Boom O Potentieel Monumentale Boom r . ' J Kroonprojectie (diameter -^2 m.)
Monumentale houtopstand - Vellen - BEA2 Monumentale houtopstand - Behouden- BEA2 Houtopstand - Behouden - BEA2
Houtopstand - Vellen - BEA2
Tracé ARZ
• »• Ontwerp Hoofdwegen
" " O n t w e r p Onderliggend Wegennet Ontwerp Tijdelijke Wegen
30 60 120
I Meter fs]
A
ITojTanTTnEl
| H E R E P O O ^
BTL
Bomendienst
Opdrachtgever: Aanpak Ring Zuid
Onderdeel Boom Effect Analyse - Optimalisatie
Bijlage 2, BEA Optimalisaties Aanpak Ring Zuid Groningen
Inventarisatiegegevens houtopstanden (gedaan zomer '16)
Kaartblad Deelgebied Nummer Totale oppervlakte houtopstand in Oppervlakte houtopstand binnen deelgebied in m ^ t e behouden
Oppervlakte houtopstand binnen deelgebied in m ^ te vellen
Meest voorkomende bomen in de houtopstand
stamdiameter in meters, gemiddelde Meest voorkomende heesters in de houtopstand
Conditie Status Opmerkingen
1 A A12 4365 1846 Esdoorn, Eik, Els, berk, lep en Linde 0,10 - 0,70 Hazelaar en Vlier Goed Monumentaal Stadspark
1 A A508 1193 1193 Esdoorn en Eik 0,30 - 0,60 Hazelaar, Meidoorn en Hulst Goed Monumentaal Stadspark
1 A A509 3787 2209 377 Eik en Es 0,50 - 0,80 Hazelaar, Liguster en Vlier Redelijk Monumentaal Stadspark
1 A A l l 245 80 Esdoorn 0,60 - 0,80 Meidoorn, Vlier en Braam Goed
1 A A336 1920 1897 781 Eik en Es 0,50 - 0,80 Hazelaar Goed
1 A A443 84 Es 0,20 - 0,40 Boswilg Goed
1 A A5 342 342 Linde 0,30 - 0,50 Sneeuwbes Goed
1 A A604 4014 2761 797 Eik, Es en Populier 0,50 - 0,60 Boswilg, Liguster en Braam Goed
1 A CHPOlO 1186 705 Esdoorn en Eik 0,70 -1,00 Hazelaar Goed
2 B CHP005 422 357 Berk 0,30 - 0,40 Sneeuwbes en Taxus Goed
2 C CHP021 Vervallen
4 E A300 2515 1449 1067 lep en Paardenkastanje 0,10-0,40 Meidoorn en Roos Goed
4 E A304 2597 1402 1195 Hazelaar, Meidoorn, Liguster en Vlier Goed
4 E A305 929 929 Eiken lep 0,10-0,50 Meidoorn Goed
4 E CHP012 413 404 Hazelaar, Liguster en Sneeuwbes Goed
4 E CHP013 86 86 Hazelaar. Liguster en Sneeuwbes Goed
5 F CHP043 132 40 Prunus 0,30 - 0,40 Sneeuwbes en Roos Goed
5 F CHP044 26 3 Sneeuwbes, Beuk (haag) en Roos Goed
6 H A220 3543 3543 Es, lep en Berk 0,10 - 0,30 Liguster en Meidoorn Goed
6 H A228 1546 1546 Acacia, Esdoorn en Linde 0,30 - 0,40 Esdoorn, Roos en Vlier Goed
6 H A229 914 914 Acacia, Esdoorn en Linde 0,30 - 0,40 Esdoorn. Roos en Vlier Goed
6 H A231 672 672 Hazelaar Goed
6 H CHP A 1794 1794 Hazelaar, Berberis en Kornoelje Goed
6 H CHP023 605 605 Hazelaar, Berberis en Kornoelje Goed
6 H A430 353 15 Wilg, Els en Abeel 0,20 - 0,40 Boswilg en Laurier Goed
7 1 A202 1453 1453 Es en Linde 0,20 - 0,40 Hazelaar, vlier, Meidoorn en Braam Goed
7 1 A207 1136 1136 Linde 0,20 - 0,40 Hazelaar, vlier. Meidoorn en Braam Goed
7 1 A208 470 470 Linde 0,20 - 0,40 Hazelaar, vlier. Meidoorn en Braam Goed
7 1 A332 1211 1211 Abeel 0,10 - 0,30 Hazelaar, vlier. Meidoorn en Braam Goed
7 1 CHP035 386 386 Wilg 0,05 - 0,10 Braam Goed
7 1 CHP031 285 285 Wilg en Els 0,05 - 0,20 Meidoorn Goed
DWARSPROFIEL 157 schaal 1:100
* F 5 1 M « Ul' A j m n t l t u s
DWARSPROFIEL 161
DWARSPROFIEL 169
nsg I t i t l l t h nDutwtlini]
l i Dihiucltn houtopstmo
AANPAK RING ZUID GRONINGEN
\
B o m e n s t r u c t u u r v i s i e G r o n i n g e n
H o o f d s t r u c t u u r 2 0 1 4
• ' A
• j f
1*1 •
\ \*
III I-
iill 1
^ K - ^ ^ ^ ^ 1 • '.1.
-~—
• •
Basisgroenstructuur
waar de gemeente in de eerste instantie voor is. Gestreefd wordt naar versterkinc nele kwaliteit en completering van de netwerk.
N e v e n g r o e n s t r u c t u u r = Overige'openbare ruimte, vooral op het niveau van buurt en straat, waar nadruk- kelijk gestreefd wordt naar medeverantwoordelijkheid en participatie van bewoners en beh^rders bij de inrichting en het beheer
O 1
Ecologische hoofdstructuur (Nationaal) Ecologisch kerngebied groen
knelpunt in verbinding
te ontwikkelen ecologisch gebied
te ontwikkelen/versterken groenverbinding
te ontwikkelen/versterken waterverbinding
Ecologisch kerngebied water duurzaam stedelijk water te ontwikkelen / versterken S E S ondersteuning ( c a . 1 ha)
Ecologische groenverbinding
Opbouw van de boom
• j — K r o o n p t o t M i t
Worte(^«^)X2^
minimi
2,0 4
minimaal
W o n s l z o n *
rming locaties
Let op!
V o o r d a t b o u w w e r k z a a m h e d e n b e g i n n e n , a a n d a c h t v o o r d e v o l g e n d e v o o r s c h r i f t e n :
A l g e m e e n
De v o o r s c h r i f t e n v o o r d e b e s c h e r m i n g v a n b o m e n d i e n e n o p d e b o u w l o c a t i e a a n w e z i g t e z i j n .
De t e t r e f f e n m a a t r e g e l e n d i e n e n v o o r d e u i t v o e r i n g v a n d e w e r k - z a a m h e d e n in o v e r l e g m e t d e b o o m b e h e e r d e r e n v e r v o l g e n s m e t d e d i r e c t i e t e w o r d e n v a s t g e s t e l d (zie: S t a n d a a r d R.A.W. b e p a l i n g e n ) . D e a a n n e m e r is v e r p l i c h t z i j n m e d e w e r k e r s o p d e z e v o o r s c h r i f t e n t e w y z e n e n z o r g t e d r a g e n v o o r d e i n a c h t n e m i n g d a a r v a n .
S c h a d e
Bij b e s c h a d i g i n g v a n w o r t e l s , t a k k e n e n / o f s t a m is d e a a n n e m e r v e r - p l i c h t d i t o n m i d d e l l i j k a a n d e b o o m b e h e e r d e r e n d e d i r e c t i e t e m e l - d e n . V a k k u n d i g i n g r i j p e n k a n g r o t e r e s c h a d e e n v e r v o l g s c h a d e b e - p e r k e n d a n w e l v o o r k o m e n .
T o e g e b r a c h t e s c h a d e d i e n t d e v e r o o r z a k e r t e v e r g o e d e n .
D e h o o g t e v a n h e t s c h a d e b e d r a g w o r d t b e p a a l d d o o r d e a a r d e n o m v a n g v a n d e t o e g e b r a c h t e s c h a d e e n d e b o o m w a a r d e v o l g e n s d e
" N e d e r l a n d s e V e r e n i g i n g v a n T a x a t e u r s v a n B o m e n " ( N V T B ) v o o r d e w a a r d e b e p a l i n g v a n b o m e n .
Bescherm i ngscode:
1. V o o r u i t l o p e n d o p b o u w - / s l o o p a c t i v i t e i t e n m o e t e n d e t e h a n d h a v e n b o m e n m e t d e v v e r k e l i j k e k r o o n p r o j e c t i e o p t e k e n i n g s t a a n a a n g e g e v e n .
2 . N e e m v o o r d e s t a r t v a n d e w e r k z a a m h e d e n c o n t a c t o p m e t d e b o o m b e h e e r d e r o v e r d e t e n e m e n b e s c h e r m i n g s m a a t r e g e l e n .
3 . M a c h i n a a l g r a a f w e r k b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e i s v e r b o d e n !
4 . V o o r k o m b o d e m v e r d i c h t i n g o n d e r d e k r o o n p r o j e c t i e d o o r t r a n s p o r t , o p s l a g v a n m a t e r i a l e n e . d . 5 . S n o e i e n v a n t a k k e n e n w o r t e l s d i k k e r d a n 5 c m d o o r s n e d e u i t s l u i t e n d n a o v e r l e g m e t d e b o o m -
b e h e e r d e r e n v e r v o l g e n s l a t e n u i t v o e r e n d o o r v a k b e k w a m e b o o m v e r z o r g e r s ( E u r o p e a n T r e e w o r k e r s ) .
StadsLuerk
6. Graafwerkzaamheden
In d« worteUonc uitilultxnd volgens voowhrifi in handkra(f)t gravenl
Ujjik gebruik van katwlgoten ï n mamelbuiïen
« >ii«>ir,')-,'
7. Bouwput
LM op uitdrogingtgcvMr bij grondwaten«fl«|ingl Water j t v e n kan blijvende sthad*
beperken Taludhelling afhankfltjk va<i boomgr ootte en wortelpakket
Talutajevcherming vaitrettwi met palen en tHiken
Graafwerkzaamheden afbeelding 6-7
In d e w o r t e l z o n e is ( m a c h i n a a l ) g r a v e n n i e t t o e g e s t a a n .
S l e c h t s bij h o g e u i t z o n d e r i n g e n d a n u i t s l u i t e n d i n d i e n v o o r g e s c h r e v e n (bestek) e n in o v e r l e g m e t d e b o o m b e h e e r d e r zijn o n t g r a v i n g e n , in h a n d k r a c h t u i t t e v o e r e n , b i n n e n de w o r t e l z o n e m o g e l i j k . U i t s l u i t e n d in o v e r l e g m e t d e b o o m b e h e e r d e r e n d e d a a r o p v o l g e n d e t o e s t e m m i n g v a n d e d i r e c t i e k u n n e n i n c i d e n t e e l w o r t e l s t o t e e n d o o r s n e d e v a n 5 c m r e c h t w o r d e n d o o r g e z a a g d . Dit m o e t w e l v a k k u n d i g g e b e u r e n , d u s k n i p p e n e n z a g e n e n n i e t t r e k k e n e n s c h e u r e n . D o o r z a g e n v a n d i k k e r e w o r t e l s m a g n o o i t . H e t in h a n d k r a c h t o n d e r g r a v e n e n / o f o n d e r b o r e n is w e l t o e g e s t a a n . H e t g e s t u u r d o n d e r b o r e n v a n kabels e n l e i d i n g e n v e r d i e n t d e v o o r k e u r . Een b o u w p u t o f - s l e u f t e g e n d e k r o o n p r o j e c t i e v a n b o m e n m a g n i e t l a n g e r d a n d r i e w e k e n o p e n l i g g e n . B l o o t l i g g e n d e w o r t e l s m o e t e n in alle g e v a l l e n b e s c h e r m d w o r d e n t e g e n u i t d r o g i n g e n v o r s t (m.b.v v o c h t i g e d o e k e n o f z w a r t e folie) e n in i e d e r g e v a l z o snel m o g e l i j k w o r d e n t o e g e d e k t m e t g r o n d . Bij v o r s t o p e n s l e u v e n a a n d e b o o m z i j d e d i r e c t a f s c h e r m e n .
1. Kroonprojcctie-bescherming
I Afbakenen <an kroonpro)«ctie of wortelzone zorgt wt»f maximale bescherming!
2.0 m
paliiMae>i
2. Boontspiegel-bescherming
Bes(tKrming Ur y o o t t r van de boomspiegel b<| beperkte wertnjimte!
Hoogte '•:,,i,,,vr.f.k
5tot2.ojrn
Terreinaanpassingen afbeelding 8-9
T e r r e i n o p h o g i n g e n e n - a f g r a v i n g e n b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e zijn a l l e e n bij u i t z o n d e r i n g t o e g e s t a a n , e n d a n u i t s l u i t e n d i n d i e n v o o r g e s c h r e v e n (bestek) in o v e r l e g m e t d e b o o m b e - h e e r d e r e n d e d a a r o p v o l g e n d e t o e - s t e m m i n g v a n d e d i r e c t i e . O p h o g i n g o f a f g r a v i n g leidt t o t a f s t e r v i n g v a n b o o m w o r t e l s d o o r s c h a d e o f z u u r - s t o f g e b r e k .
8. Terreinophoging
In wortellont grond-rtandaanvullmgen ro veel mogelijk v«ffnij<Jen!
Uitsluitend wtrXen wlgem voonthnfl
".it.'tji-liTd.i-
9. Terreinafgraving
Noa<t madiinaal ontgraven binnen kroonprojectie!
3. Stambescherming
Alleen in urtzondermguituatie (trottoin) bij ruimtegebrek!
Boombescherming afbeelding 1-2-3
B o m e n o p e e n w e r k t e r r e i n d i e n e n zo- d a n i g m e t g e s c h i k t e m a t e r i a l e n be- s c h e r m d te w o r d e n (niet- v e r p l a a t s - b a r e b o u w h e k k e n , p a l i s s a d e n , h o u t e n s c h u t t i n g e n , s t e i g e r o n d e r d e l e n etc.) z o d a t b e s c h a d i g i n g e n a a n d e w o r t e l - zone, s t a m e n k r o o n u i t g e s l o t e n z y n . Bij b e p e r k t e r u i m t e m o e t b e s c h e r m i n g v a n d e b o o m s p i e g e l o f m i n i m a a l e e n s t a m b e s c h e r m i n g a a n g e b r a c h t w o r d e n o m zoveel m o g e l i j k b e s c h a d i g i n g e n t e v o o r k o m e n .
I n d i e n d e v o o r g e s c h r e v e n m a a t r e g e l e n n i e t t o e r e i k e n d z i j n , m e l d t d e a a n n e m e r d i t o n m i d d e l l i j k a a n d e b o o m b e h e e r d e r e n d e d i r e c t i e .
10. Bodemverdichting
Bo(Jemwrdi<trting leidt tol alsten*n van tie boom!
11, Bodemverdichting
Geen bodemverdiditendt machines op het wortelpakket!
Uitiluitpnd handarbeid loegestaar
BR
Bodemverdichting afbeelding 10-11
V e r d i c h t i n g v a n d e b o d e m d.m.v.
v e r d i c h t i n g m a c h i n e s ( t r i l l i n g e n ) l e i d t t o t v e r d i c h t i n g v a n d e g r o n d e n v e r s t i k k i n g v a n d e b o o m e n is n i e t t o e g e s t a a n b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e . B o u w v e r k e e r b i n n e n de k r o o n p r o j e c t i e is e v e n m i n t o e g e s t a a n .
4 . B o u w p l a a t s
•OCQC^t^J-
>neipikkrt plaatscn>
rojectie n niet
S. Bouwverkeer
Rijden bmnen de kroonproiectie «oofkomenl Nocdzak£lijk verkeer alleen op een njplalenbaar
— Ujdtt en «vater Rtjplatenbaan Grindlaag Oude maaneld met
' - G e o i i n r t *
Bouwplaats/Bouwverkeer afbeelding 4-5
B i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e m o g e n g e e n b o u w - e n d i r e c t i e k e t e n s t a a n .
T i j d e l i j k e b o u w w e g e n b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e z y n u i t s l u i t e n d t o e g e s t a a n i n d i e n d e z e zijn v o o r - g e s c h r e v e n (bestek) in o v e r l e g m e t d e b o o m b e h e e r d e r e n d e d a a r o p v o l g e n d e t o e s t e m m i n g v a n d e d i r e c t i e .
G e b r u i k van r y p l a t e n ( b e t o n , s t a a l , h o u t o f k u n s t s t o O e n / o f a n d e r e v o o r z i e n i n g e n z y n d a n n o o d z a k e l y k .
6
1 2 . O p s l a g p l a a t s
Geen opslag van materialen binnen de kroonproiectie!
Opslagplaats afbeelding 12
B o u w m a t e r i a l e n o p s l a a n e n / o f z a n d - e n g r o n d d e p o t s i n r i c h t e n b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e is n i e t t o e g e s t a a n . O p s l a g v a n olie. b r a n d s t o f f e n e n c h e m i c a l i ë n m o e t a a n d e w e t t e l y k e e i s e n v o l d o e n ; d e z e s t o f f e n e c h t e r n o o i t b i n n e n d e k r o o n p r o j e c t i e o p s l a a g .
C e m e n t r e s t e n . s p o e l w a t e r e n a n d e r e r e s t s t o f f e n ( v e r p a k k i n g e n etc.) d i e n e n z o r g v u l d i g a f g e v o e r d t e w o r d e n ; l o z i n g e n in b o d e m e n / o f o p p e r v l a k t e w a t e r e n b e g r a v e n is n o o i t t o e g e s t a a n .
U i t g a v e :
V e r e n i g i n g S t a d s w e r k N e d e r l a n d v a k g r o e p G r o e n , N a t u u r e n L a n d s c h a p