• No results found

Aanwijzing Stichting Lokale Omroep Amsterdam | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aanwijzing Stichting Lokale Omroep Amsterdam | Commissariaat voor de media"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Besluit

Kenmerk: 800837/856850

Betreft: Aanwijzing van Stichting Publieke Omroep Amsterdam als lokale publieke media- instelling voor de gemeente Amsterdam en afwijzing aanwijzingsaanvraag van Stichting Toon Beeld Lokale Omroep Amsterdam (h.o.d.n. C-Amsterdam).

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting Publieke Omroep Amsterdam als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Amsterdam, bij brief van 23 juli 2018;

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting Toon Beeld Lokale Omroep Amsterdam (h.o.d.n.

C-Amsterdam) als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Amsterdam, bij brief van 25 juli 2018;

gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

gezien de adviezen van de raad van de gemeente Amsterdam van 12 juli 2019 en 9 oktober 2019;

gezien de nadere toelichting op het eerder uitgebrachte advies van de raad van de gemeente Amsterdam van 29 april 2020;

overweegt als volgt:

_________________________________________________________________

A. Gevolgde procedure

1. Bij brief van 23 juli 2018 (ontvangen door het Commissariaat op 24 juli 2018) heeft Stichting Publieke Omroep Amsterdam (hierna: POA) een aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling ingediend voor de gemeente Amsterdam.

2. Bij brief van 25 juli 2018 (ontvangen door het Commissariaat op 26 juli 2018) heeft Stichting Toon Beeld Lokale Omroep Amsterdam (hierna: C-Amsterdam) een aanwijzingsaanvraag ingediend voor de gemeente Amsterdam.

3. Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvragen van POA en C-Amsterdam met brief van 17 augustus 2018 toegezonden aan de raadsgriffier van Amsterdam met het verzoek de gemeenteraad een advies uit te doen brengen over de vraag of POA en

C-Amsterdam voldoen aan de eisen die de Mediawet 2008 stelt.

4. Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben een onafhankelijke adviescommissie benoemd. Deze commissie heeft op 1 februari 2019 een rapport uitgebracht.

5. Het Commissariaat is akkoord gegaan met het verzoek om uitstel van het advies van de gemeente Amsterdam tot 18 maart 2019.

(2)

6. Bij brief van 6 maart 2019, ontvangen door het Commissariaat op 18 maart 2019, heeft de gemeente Amsterdam opnieuw uitstel gevraagd tot 20 september 2019. De reden hiervoor is dat de gemeente -in lijn met het advies van de onafhankelijke adviescommissie- heeft verzocht om onder aanstelling van twee procesbegeleiders, nogmaals de samenwerking van beide aanvragers te verkennen.

7. Bij e-mailbericht van 25 maart 2019 heeft het Commissariaat ingestemd met het verzoek om uitstel tot 20 september 2019, met dien verstande dat wanneer er aanleiding is om het advies eerder te kunnen uitbrengen, omdat bijvoorbeeld samenwerking wordt bereikt of juist

wanneer de poging daartoe vruchteloos blijkt, dit ook zal gebeuren.

8. Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben het Commissariaat bij brief van 17 juli 2019 het advies van de gemeenteraad van 12 juli 2019 doen toekomen.

9. Het Commissariaat heeft bij brief van 13 september 2019 de gemeenteraad gevraagd om expliciet advies uit te brengen over de vraag of POA en C-Amsterdam voldoen aan de vereisten van artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008.

10. Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben het Commissariaat bij e-mailbericht van 16 oktober 2019 het advies van de gemeenteraad van 9 oktober 2019 doen toekomen.

11. Met brieven van 22 november 2019 heeft het Commissariaat een afschrift van het advies van de gemeenteraad van Amsterdam toegestuurd aan POA en C-Amsterdam. Op grond van artikel 4:7 van de Awb heeft het Commissariaat C-Amsterdam in de gelegenheid gesteld haar schriftelijke zienswijze ten aanzien van het advies van de gemeenteraad van Amsterdam in te dienen.

12. C-Amsterdam heeft bij e-mailbericht van 6 december 2019 verzocht om uitstel van 6 weken voor het indienen van de zienswijze.

13. Bij e-mailbericht van 6 december 2019 heeft het Commissariaat eenmalig uitstel verleend van 4 weken voor het indienen van de zienswijze.

14. C-Amsterdam heeft bij e-mail van 18 december 2019 nogmaals verzocht om uitstel voor het indienen van een zienswijze. Dit vanwege het feit dat C-Amsterdam een Wob-verzoek heeft ingediend bij de gemeente Amsterdam en deze procedure wilde afwachten.

15. Het Commissariaat heeft bij e-mailbericht van 20 december 2019 aangegeven niet akkoord te zijn met nader uitstel voor het indienen van de zienswijze door C-Amsterdam.

16. Bij brief van 3 januari 2020 heeft het Commissariaat de zienswijze van C-Amsterdam ontvangen.

17. Bij brief van 27 januari 2020 heeft het Commissariaat in het kader van zorgvuldige

besluitvorming een nadere toelichting aan de gemeente gevraagd op de motivering van het voorkeursadvies. Dit vanwege het feit dat het voorkeursadvies van de raad afwijkt van het advies van de door haar ingestelde onafhankelijke adviescommissie in combinatie met de in de zienswijze van C-Amsterdam naar voren gebrachte punten. Het Commissariaat heeft gevraagd om de nadere toelichting op het voorkeursadvies uiterlijk 9 maart 2020 uit te brengen.

18. Bij e-mailbericht van 17 februari 2020 heeft de gemeente Amsterdam het Commissariaat op de hoogte gebracht van een afwijkende behandeldatum van de stukken door de

gemeenteraad in verband met een tussenliggend reces, namelijk op 22/23 april 2020.

(3)

3

19. Op 23 maart 2020 heeft de gemeente Amsterdam telefonisch laten weten dat er vanwege Covid19 een onbekende vertraging in het aanleveren van de nadere toelichting is

opgetreden.

20. Bij brief van 10 februari 2020 heeft C-Amsterdam aan het Commissariaat verzocht om in aanloop naar de besluitvorming in overweging te nemen dat C-Amsterdam nog steeds positief tegenover samenwerking met POA staat en dat samenwerking wellicht nogmaals overwogen kan worden door het Commissariaat.

21. Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben het Commissariaat bij e-mailbericht van 7 mei 2020 de nadere toelichting op de motivering van het voorkeursadvies van de gemeenteraad van 29 april 2020 doen toekomen. Vanwege Covid19 heeft de stemming van de online vergadering met stembiljetten via de post plaatsgevonden.

22. Bij e-mailbericht van 13 mei 2020 heeft het Commissariaat een reactie van C-Amsterdam op de nadere toelichting van de gemeente Amsterdam ontvangen.

B. Advies gemeente Amsterdam

23. Met betrekking tot de aanvragen van POA en C-Amsterdam heeft de gemeenteraad van Amsterdam in zijn vergaderingen van 12 juli 2019 en 9 oktober 2019 besloten het Commissariaat, op voorstel van burgemeester en wethouders, als volgt te adviseren:

- POA voldoet aan de criteria van artikel 2.61, tweede lid, sub a, b en c, van de Mediawet 2008;

- C-Amsterdam voldoet aan de criteria van artikel 2.61, tweede lid, sub a, b en c, van de Mediawet 2008.

24. Voorts besluit de gemeenteraad het Commissariaat te adviseren POA als voorkeurspartij aan te merken.

C. Zienswijze C-Amsterdam

25. De zienswijze van C-Amsterdam op het advies van de gemeenteraad van Amsterdam kan kort en zakelijk als volgt worden samengevat.

26. C-Amsterdam geeft aan zich niet te kunnen verenigen met het advies van de gemeenteraad van Amsterdam. Het advies is niet zorgvuldig en juist tot stand gekomen. C-Amsterdam is daarnaast van mening dat het advies van de gemeenteraad niet gevolgd kan worden omdat niet voldaan is aan de beleidsvoorwaarden van het Commissariaat. De gemeenteraad heeft niet kenbaar en deugdelijk gemotiveerd een voorkeur uitgesproken. Volgens C-Amsterdam zijn er dan ook zwaarwichtige redenen voor het Commissariaat om van het advies af te wijken.

27. C-Amsterdam kwam in het rapport van de externe en onafhankelijke adviescommissie naar voren als best scorende partij. De commissie heeft geadviseerd om eerst de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken. Indien samenwerking niet zou lukken werd geadviseerd om C-Amsterdam aan te wijzen. De Amsterdamse Kunstraad deelt de mening van de adviescommissie.

28. De Amsterdamse Kunstraad geeft aan dat er geen sprake is van een eerlijk speelveld, aangezien POA de aanvraag kon indienen op kosten van de gemeente Amsterdam en C- Amsterdam geen budget kreeg. Hiermee is niet voldaan aan de Europeesrechtelijke vereiste waarborgen van transparantie en onpartijdigheid.

(4)

29. De door de gemeente Amsterdam aangestelde procesbegeleiders, hebben zich niet aan hun opdracht gehouden. In plaats van het verkennen van een samenwerking tussen de twee aanvragers hebben zij een niet onderbouwd oordeel geveld over de organisatie van C- Amsterdam. C-Amsterdam is niet vooraf in de gelegenheid gesteld om te reageren op het concept rapport. De kwalificaties staan haaks op de conclusies uit de eerdere rapporten.

30. C-Amsterdam was voornemens en bereid om de samenwerking met POA aan te gaan. Het is niet gemotiveerd waarom niet voor enige vorm van samenwerking is gekozen. De

mogelijkheden voor samenwerking zijn onvoldoende onderzocht.

31. Het college van burgemeester en wethouders lijkt in haar advies van 2 juli 2019 de criteria anders te beoordelen waardoor POA beter scoort en komt tot een andere beoordeling dan de eerder ingestelde adviescommissie. Het bijstellen van de beoordeling lijkt willekeurig en onvoldoende gemotiveerd te zijn.

32. POA en Stichting RTV NH hebben aangegeven, indien POA niet wordt aangewezen, de kosten op de gemeente te zullen verhalen. Dit vormt voor de gemeente een motief om eerder voor POA dan voor C-Amsterdam te kiezen en neigt naar vooringenomenheid.

33. Op grond van artikel 12 lid 2 van de Dienstenrichtlijn en artikel 33 lid 4 sub b en lid 5 Dienstenwet moet worden voorzien in een speciale selectie procedure die alle waarborgen voor onpartijdigheid en transparantie biedt. De informatie omtrent het kostenverhaal is pas na een Wob-verzoek door C-Amsterdam bekend geworden en daarom zou de procedure niet transparant zijn. Bovendien heeft de gemeenteraad ingestemd met een bekostiging voor 10 jaar terwijl de aanwijzing van het Commissariaat 5 jaar geldig is.

34. C-Amsterdam is van mening dat op basis van weging van alle factoren, de aanvraag van C- Amsterdam niet dient te worden afgewezen. C- Amsterdam vraagt het Commissariaat de in de zienswijze opgenomen zaken bij de beslissing tot aanwijzing voor de gemeente

Amsterdam mee te wegen.

D. Nadere toelichting op motivering voorkeursadvies gemeente Amsterdam

35. Naar aanleiding van het feit dat het voorkeursadvies van de raad afwijkt van het advies van de door haar ingestelde onafhankelijke adviescommissie in combinatie met de door C- Amsterdam uitgebrachte zienswijze, heeft het Commissariaat op 27 januari 2020 de

gemeenteraad van Amsterdam verzocht om in het kader van zorgvuldige besluitvorming een nadere toelichting op de motivering van het voorkeursadvies van de gemeenteraad te geven.

36. Samengevat heeft het Commissariaat de gemeenteraad, aangaande het uitbrengen van een nadere toelichting op de motivering van het voorkeursadvies, het volgende verzocht:

• Per criterium ten aanzien waarvan de beoordeling van de raad afwijkt van die van de onafhankelijke adviescommissie, dient nader te worden toegelicht op welke feiten en/of omstandigheden de door haar in het raadsvoorstel aangevoerde argumenten zijn gebaseerd;

• Met de nadere toelichting dient ten aanzien van alle criteria duidelijk te zijn op welke wijze alle relevante feiten en/of omstandigheden door de raad gewogen zijn en hebben geleid tot de beoordeling zoals die uit de raadsvoordracht blijkt.

37. Op 3 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders een conceptbrief opgesteld in het kader van de nadere toelichting op de motivering van het voorkeursadvies dat de gemeenteraad diende uit te brengen.

(5)

5

38. De gemeenteraad heeft op 29 april 2020, naar aanleiding van het verzoek van het

Commissariaat, opnieuw vergaderd over de onderhavige aanwijzingsprocedure en daarbij gedebatteerd over de inhoud van de conceptbrief die het college van burgemeester en wethouders aan de raad heeft voorgelegd.

39. Op 7 mei 2020 heeft het Commissariaat de nadere toelichting van de gemeenteraad ontvangen. Samengevat bevestigt de gemeenteraad in de nadere toelichting dat

haalbaarheid van de plannen geen apart criterium is maar wel een zwaarwegende factor op elk criterium is. Daarnaast geeft de raad per criterium waarbij sprake is van een afwijkende beoordeling ten opzichte van de adviescommissie een nadere toelichting. De raad geeft ten aanzien van alle getoetste criteria aan welke feiten en omstandigheden ten grondslag liggen aan de beoordeling. Tot slot onderbouwt de gemeenteraad dat de argumenten die C-

Amsterdam in haar zienswijze naar voren brengt, geen reden vormen om af te wijken van het eerder uitgebrachte voorkeursadvies.

E. Overwegingen Commissariaat

40. Alvorens het Commissariaat een besluit neemt op een aanwijzingsaanvraag voor de verzorging van een publieke mediadienst op lokaal niveau is hij verplicht de gemeenteraad om advies te vragen over de vraag of de aanvrager voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008. De advisering door de gemeenteraad is in de Mediawet 2008 verplicht gesteld, omdat de gemeenteraad het beste kan beoordelen of het programmabeleidbepalend orgaan (hierna: pbo) van een lokale publieke media-instelling representatief is voor de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige

en geestelijke stromingen in die gemeente. Op grond van artikel 3:50 van de Awb kan aan een dergelijk advies niet lichtvaardig worden voorbijgegaan. Het Commissariaat is van oordeel dat, in geval van meerdere aanvragers voor een gemeente, de gemeenteraad ook een goed zicht heeft op de beantwoording van de vraag welke omroep het beste in staat wordt geacht de functie van lokale publieke media-instelling te vervullen, om vervolgens daarvoor zijn voorkeur uit te spreken.

41. Indien het gemeenteraadsadvies zorgvuldig tot stand is gekomen, de gemeenteraad op goede gronden een gemotiveerde voorkeur heeft uitgesproken en het Commissariaat geen zwaarwichtige reden ziet om daarvan af te wijken, is het bestendig beleid om dit advies te volgen. Voor zover van toepassing heeft het Commissariaat, zoals uiteengezet in het onderhavige besluit, achtereenvolgens de volgende vier aspecten getoetst aan de bovengenoemde criteria: (1) de wettelijk voorgeschreven adviezen van de gemeente Amsterdam (2) de wettelijk voorgeschreven bevordering van de samenwerking tussen beide aanvragers door de gemeente, (3) het voorkeursadvies van de gemeente en (4) de

zienswijze van C-Amsterdam.

Wettelijk voorgeschreven advies

42. Het Commissariaat is van oordeel dat hij op goede gronden mag aannemen dat de

gemeenteraad van Amsterdam op een juiste en zorgvuldige wijze geadviseerd heeft dat POA voldoet aan de vereisten zoals vermeld in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Daarnaast heeft de gemeenteraad op een juiste en zorgvuldige wijze kenbaar gemaakt dat ook C-Amsterdam voldoet aan de vereisten zoals vermeld in artikel 2.61, tweede lid van de Mediawet 2008. Het Commissariaat overweegt daartoe het volgende.

43. Uit hetgeen door C-Amsterdam is aangevoerd of anderszins valt niet af te leiden dat het advies van de gemeenteraad van Amsterdam over het voldoen aan de wettelijke vereisten van beide aanvragers ondeugdelijk zou zijn of in redelijkheid niet kan worden gevolgd.

(6)

Zoals hierboven aangegeven kan het Commissariaat, op grond van artikel 3:50 Awb, niet lichtvaardig aan een dergelijk advies voorbijgaan. Conform de beschikkingenpraktijk van het Commissariaat is het uitgangspunt dat deze adviezen worden opgevolgd en marginaal worden getoetst. De ratio van de verplichte advisering door de gemeenteraad is dat de gemeenteraad als geen ander op de hoogte is van de in de gemeente levende

maatschappelijke behoeften alsmede inzicht heeft in de representativiteit van een instelling voor de belangrijkste in de betrokken gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Gelet op de legitimatie, die de gemeenteraad kan ontlenen aan zijn wettelijk geregelde adviestaak, ligt het naar het oordeel van het

Commissariaat in de rede dat terughouding past waar het gaat om het in de plaats stellen van zijn oordeel voor dat van de gemeenteraad.

Bevordering van de samenwerking tussen beide aanvragers

44. Ingevolge het bepaalde in artikel 2.63, tweede lid, van de Mediawet 2008 kan per gemeente slechts één lokale publieke media-instelling worden aangewezen. In gevallen dat sprake is van meerdere aanwijzingsaanvragen waarvan de gemeenteraad heeft vastgesteld dat voldaan is aan de eisen opgenomen in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008, bevorderen burgemeester en wethouders ingevolge het bepaalde in artikel 2.63, eerste lid, van de Mediawet 2008, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, het samengaan van deze instellingen. Aangezien in de gemeente Amsterdam twee partijen een aanvraag hebben ingediend, dient het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam aan het betreffende vereiste te voldoen.

45. Uit de adviezen van de gemeenteraad van Amsterdam blijkt dat burgemeester en wethouders inspanningen hebben gedaan om samenwerking of het samengaan van betrokken

instellingen te bevorderen. De mogelijkheid tot samenwerking is op verschillende momenten in de procedure onderzocht. Op advies van de onafhankelijke adviescommissie zijn er twee procesbegeleiders aangesteld die de mogelijkheid tot samenwerking nogmaals hebben onderzocht. Uit het eindverslag van 6 juni 2019 blijkt dat samenwerking niet tot de mogelijkheden behoort.

46. Gelet op het voorstaande stelt het Commissariaat vast dat burgemeester en wethouders conform artikel 2.63, eerste lid, van de Mediawet 2008 voldoende inspanningen hebben geleverd om het samengaan van betrokken instellingen te bevorderen. Het feit dat de betreffende samenwerking dan wel het samengaan tussen beide partijen tot op heden niet gerealiseerd is, doet daar niets aan af.

Voorkeursadvies van de gemeente Amsterdam

47. Indien burgemeester en wethouders er niet in slagen de betrokken aanvragers tot

samengaan te bewegen vraagt het Commissariaat de gemeenteraad een voorkeur voor een van de aanvragers uit te spreken. Evenals bij zijn advisering over de representativiteit van het pbo van een lokale publieke media-instelling, hecht het Commissariaat – alhoewel hij daar ingevolge artikel 3:50 van de Awb niet toe gehouden is – grote waarde aan het

voorkeursadvies van de gemeenteraad. Het Commissariaat overweegt daartoe dat de gemeenteraad goed zicht heeft op de beantwoording van de vraag welke media-instelling naar verwachting de functie van lokale publieke media-instelling in de desbetreffende gemeente het beste kan uitoefenen om vervolgens daarvoor zijn voorkeur uit te spreken.

Indien de gemeenteraad op goede gronden zijn voorkeur heeft uitgesproken en het Commissariaat geen zwaarwichtige reden ziet om daarvan af te wijken, is het bestendig beleid om dit advies te volgen.

(7)

7

Op 26 maart 2014 heeft ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2014:1049) bevestigd dat het Commissariaat enige terughoudendheid past waar het gaat om het in de plaats stellen van zijn oordeel voor het voorkeursadvies van de gemeenteraad, aangezien de gemeenteraad, als representatief orgaan, geacht moet worden een verantwoordelijke afweging te kunnen maken in het bijzonder bij kwesties waarbij lokale aspecten een rol spelen. Dit houdt overigens niet in dat het Commissariaat per definitie vaart op het advies. Ingevolge artikel 3:9 van de Awb, zal het Commissariaat zich er van

vergewissen dat het onderzoek van de gemeente op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

48. Het Commissariaat volgt in het voorliggende geval genoemde gedragslijn, en overweegt in dit verband dat ook in dit specifieke geval de gemeenteraad goed zicht heeft op de

beantwoording van de vraag welke media-instelling naar verwachting de functie van lokale publieke media-instelling in de gemeente Amsterdam het beste kan uitoefenen.

49. Voor de totstandkoming van het voorkeursadvies beschikte de gemeenteraad over relatief uitgebreide documentatie en is er een uitvoerige procedure aan vooraf gegaan. Zo heeft de gemeenteraad een onafhankelijke adviescommissie en twee procesbegeleiders aangesteld.

Hierdoor heeft de raad voldoende informatie kunnen vergaren om weloverwogen en deugdelijk gemotiveerd tot het uitbrengen van een advies over te kunnen gaan.

Beoordeling zienswijze C-Amsterdam

50. C-Amsterdam heeft meerdere argumenten aangedragen waaruit zou blijken dat het advies niet zorgvuldig en juist tot stand is gekomen en dat de voorkeur niet kenbaar en deugdelijk gemotiveerd zou zijn. C-Amsterdam is daarnaast van mening dat het advies van de gemeenteraad niet gevolgd kan worden omdat niet voldaan is aan de beleidsvoorwaarden van het Commissariaat. Volgens C-Amsterdam zijn er dan ook zwaarwichtige redenen voor het Commissariaat om van het advies af te wijken.

51. De betreffende argumenten vormen voor het Commissariaat geen reden om af te wijken van het voorkeursadvies van de gemeenteraad om POA aan te wijzen. Het Commissariaat constateert dat de gemeenteraad deugdelijk gemotiveerd heeft waarom is afgeweken van het advies van de onafhankelijke commissie om C-Amsterdam aan te wijzen. Het staat de raad vrij om, indien er sprake is van nieuwe inzichten die gedurende de (uitvoerige) procedure aan het licht komen, deze ten grondslag te leggen aan het advies. De raad heeft hierbij uitvoerig gemotiveerd dat deze nieuwe inzichten tegen de lat van de eerder vastgestelde criteria zijn gehouden. Het Commissariaat stelt vast dat de raad per criterium ten aanzien waarvan haar beoordeling afwijkt van die van de onafhankelijke adviescommissie heeft toegelicht op welke feiten en/of omstandigheden de door haar in het raadsadvies aangevoerde argumenten zijn gebaseerd. Het enkele feit dat POA en Stichting RTV NH hebben aangegeven dat zij de kosten zullen verhalen op de gemeente, indien POA niet wordt aangewezen, wat hier ook van zij, vormt geen reden om aan te nemen dat er sprake zou zijn van vooringenomenheid van de gemeenteraad.

52. C-Amsterdam stelt dat de twee aangestelde procesbegeleiders buiten de opdracht zijn getreden. De raad verwijst hier naar de openbare raadsbrief van 20 maart 2019 waarin een uitgebreide profielschets van beide procesbegeleiders is opgenomen. Ten aanzien van het feit dat de procesbegeleiders aanbevelingen hebben gedaan aangaande de

vervolgprocedure merkt de raad op dat de procesbegeleiders intensief hebben samengewerkt met beide partijen en hiermee op geheel andere wijze dan de

adviescommissie inzicht hebben gekregen in de haalbaarheid van beide plannen. Tevens geeft de raad aan dat het de procesbegeleiders vrij staat om aanbevelingen te doen.

(8)

Het Commissariaat oordeelt dat de raad hiermee voldoende heeft onderbouwd waarom over is gegaan tot het opvolgen van de aanbevelingen van de procesbegeleiders en merkt hierbij op dat er ten gevolge van het opvolgen van de aanbevelingen van de externe

procesbegeleiders geen sprake is van een onzorgvuldig uitgebracht advies.

Concluderende overwegingen

53. Het Commissariaat stelt vast dat zowel POA als C-Amsterdam, mede blijkens vorenbedoelde adviezen van de gemeenteraad, voldoen aan de vereisten van artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008.

54. Na afweging van alle betrokken belangen is het Commissariaat van oordeel dat POA

aangewezen moet worden als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Amsterdam.

55. Het Commissariaat wijst erop dat het media-aanbod van POA in het bijzonder betrekking dient te hebben op en bestemd dient te zijn voor (de inwoners van) de gemeente Amsterdam.

56. Gezien het bovenstaande ziet het Commissariaat geen redenen af te wijken van het advies van de gemeenteraad.

E. Openbaarmaking

57. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Awb voorgeschreven wijze is bekendgemaakt1. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

F. Besluit

58. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt:

I. het Commissariaat besluit POA aan te wijzen als lokale publieke media-instelling voor de verzorging van de publieke mediadiensten in de gemeente Amsterdam;

II. het Commissariaat besluit de aanwijzingsaanvraag van C-Amsterdam af te wijzen;

III. het Commissariaat bepaalt dat dit besluit geldig is van 26 januari 2019 tot 26 januari 2024;

IV. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.

1 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.

(9)

9 Hilversum, 14 juli 2020

Namens,

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

drs. R.H.M. Litjens J.G.C.M. Buné CBM voorzitter commissaris

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met betrekking tot de aanvraag van Stichting Lokale Omroep Volendam-Edam heeft de gemeenteraad van Edam-Volendam tijdens zijn vergadering van 28 januari 2021 besloten

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanvraag van Stichting Lokale Omroep Texel met brief van 19 oktober

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanvraag van Stichting Lokale Omroep Oudewater met e-mailbericht van 15 juni

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvragen van Stichting Omroep Landgraaf en Stichting Plus met

Met betrekking tot de aanvraag van Stichting Lokale Omroep De Berkelstroom heeft de gemeenteraad van Zutphen tijdens zijn vergadering van 13 juli 2020 besloten het Commissariaat,

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvraag van Stichting Lokale Omroep Krimpenerwaard met brief van

Op grond van het bepaalde in artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat de aanwijzingsaanvraag van Stichting Lokale Omroep Son en Breugel met brief van

Met betrekking tot de aanvragen van Stichting Lokale Omroep Tilburg Totaal en Stichting Publieke Media Instelling Hart van Brabant heeft de gemeenteraad van Tilburg in zijn