• No results found

UMC (ti St Radbo d

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "UMC (ti St Radbo d"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UMC ( t i St Radbo d

'ft,,\\

Bloktoets Datum Aanvangstijd

58101 Hoofdlijnen Functionele Anatomie 26 oktober 2012

10.00 uur

Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen.

ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:

Dit tentamen bestaat uit 10 thema's en 53 extended matching vragen.

Controleer of uw tentamenset compleet is.

De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.

Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.

Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel.

Invulinstructie

Gebruik voor het invullen van het antwoordformulier een HB-potlood.

Bij iedere vraag is het aantal gevraagde alternatieven tussen haakjes aangegeven, zowel op uw tentamenset als op het antwoordformulier. Het is mogelijk dat er meer antwoordopties juist zijn dan aangegeven tussen haakjes, geef in dit geval niet meer op dan het gevraagde aantal.

Antwoordopties kunnen meer dan één keer gebruikt worden (indien anders dan staat dit specifiek bij de vraag vermeld) en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden.

Voor elk juist antwoord is 1 punt te behalen.

De vragen worden als volgt gescoord:

Goed antwoord Fout antwoord

111 0 Punten

Op het antwoordformulier geeft u uw antwoord door het vakje onder de letter die hoort bij het betreffende alternatief helemaal te vullen.

Schrijf niet buiten de invulvelden van het antwoordformulier.

Draag er zorg voor dat, als u klaar bent, uw antwoorden op het antwoordformulier staan.

De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitieve antwoorden, ongeacht de antwoorden in uw tentamenset

Als u uw antwoordformulier vlekt, vouwt, beschadigt of de invulinstructies negeert kan het niet correct worden verwerkt. Vraag de sutveillant in dergelijke gevallen om een nieuw blanco antwoordformulier! Indien u dit verzuimt zijn de gevolgen daarvan voor uw rekening.

Correctie-instructie

Als u uw antwoord wilt verbeteren dient u het foutieve vakje te corrigeren met GUM! Verwijder gumresten zorgvuldig van uw antwoordformulier. Daarna kunt u het juiste vakje kiezen.

Vul niet teveel antwoorden in:

Draag er zorg voor dat het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden NIET overschrijdt.

Indien het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden overschrijdt, wordt het extra aantal antwoorden genegeerd, te beginnen bij het antwoord het meest achteraan in het alfabet.

Vul niet te weinig antwoorden in:

Er is geen sprake van 'correction for guessing' (= punten aftrek voor foute antwoorden). Kruis daarom altijd het gevraagde aantal alternatieven aan.

Studentcommentaar

Indien u commentaar heeft op de vragen, noteert u dat op het commentaarformulier (laatste blz.) en levert u dat na afloop van het tentamen in, tezamen met uw antwoordformulier.

LET OP!!

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!

VEEL SUCCES!

(2)

THEMA 1: VLIEZEN IN DE THORAX

Antwoord opties:

Hieronder ziet u een schematisch vooraanzicht van de longen en de omgevende s De letters in deze figuur zijn de antwoordopties van dit thema

A---./--- -....

B---...LJ

c

D E

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de letters in de tekening. Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 1 Welke letters wijzen naar onderdelen van de

(2)

A F

parietale pleura aan de rechter zijde?

Vraag 2 Welke letters wijzen naar onderdelen van de

(3)

L qO

parietale pleura aan de linker zijde?

Vraag 3 Welke letter wijst naar het epicard? (1)

G

Vraag 4 Welke letters wijzen naar de viscerale pleura, aan

(3)

'PmN

de linker zijde?

Welke letters wijzen naar de ruimte waar zich

c · t

Vraag 5 lucht bevindt bij een pneumothorax aan de (2) rechterzijde?

Vraag 6 Welke letters wijzen naar de recessus

(2)

t;Ji

costod iafragmaticus?

(3)

!I

THEMA 2:EMBRYOLOGIE

Antwoordopties:

A. ductus artericsus B. ductus mesonephricus C. ductus paramesonephricus D. ductus thoracicus

E. ductus venesus F. foramen ovale G. lig. falciforme H. lig. teres hepatis I. lig. teres uteri

J. lig. umbilicale medialis K. lig. umbilicale medianum L. omentum majus

M. omentum minus N. septum transversurn 0. sinus obliquus pericardii P. sinus transversus pericardii

Instructie:

Beantwoord onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties.

Het getal tussen haakjes geeft het maximum aantal antwoorden aan.

Vraag 7 Welke embryonale structuur vormt het diafragma? (1)

N

Vraag 8 Welke structuren zijn of waren bloedvaten? (4)

, :A~C~J

Vraag 9 Welke structuur ligt

in

het hart? (1)

T

Vraag 10 Welke structuren zijn betrokken bij de ontwikkeling

(3)

e:c

van de geslachtsorganen?

K

(4)

THEMA3:BEKKENORGANEN

Antwoordopties:

a. gonadalis (ovarica/testicularis) .

N

lig. latum

---

a. iliaca communis 0 lig. teres uteri

a

iliaca externa

• /

~~.

i l

pudendus

;K

Y,uterina

' P nierbekken --

-~

prostaat

-~ rectum

·- • F blaas

S )

testis

~

" Ä

'G _;

, cerv1x u en

.

t .

~ / ~ctus ejaculatorius I epidydimis

J excavatie recto-uterina K excavatie recto-vesicalis L excavatie vesico-uterina

M glandula seminalis (vesiculosa)

Instructie:

' T tuba uterina

-

ureter

urethra uterus vagina Y vas deferens

Beantwoord onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties.

Het getal tussen haakjes geeft het maximum aantal antwoorden aan.

Vraag 11 Welke organen in het kleine bekken liggen

(7) f Q \xf~ ~

retroperitoneaal?

Vraag 12 Welke buisvormige structuren passeren zaadcellen vanaf

(4)

- ~HV y

de testes gedurende de zaadlozing?

Vraag 13 Hoe noemt men het diepste punt van de peritoneale holte

(1)

k

in het mannelijk bekken?

Vraag 14 Welke buisachtige structuren passeert de ureter dorsaal? (4)

\,A ~

Vraag 15 Welke structuren komen samen in de prostaat? (2)

~. 11

Vraag 16 De ureter kruist een arterie in zijn loop van het grote naar

(1)

1-V

het kleine bekken. Welke arterie is dit?

~

(5)

I

"R

THEMA 4: BEKKEN

Antwoordopties:

A arcus tendineus M n. obturatorius B lig. sacrospinale N n. pudendus

c

lig. sacrotuberale 0 os ilium D linea arcuata p os ischium

E m. coccygeus Q os sacrum

F m. iliococcygeus R promontorium

G m. obturatorius internus

s

ramus inferior ossis pubis H m. piriformis T ramus superior ossis pubis I m. pubococcygeus

u

spina iliaca anterior superior J m. puborectalis V spina iliaca posterior

K n. femoralis

w

symphysis pubis L n. genitofemoralis

x

tuber ischiadicum

Instructie:

Beantwoord onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties.

Het getal tussen haakjes geeft het maximum aantal antwoorden aan.

Vraag 17 Welke structuren behoren tot de linea terminalis? (5)

Vraag 18 Welke zenuwen innerveren het perineum? (2)

N L

Vraag 19 Welke structuren gaan door het foramen ischiadicum

(2)

M C}

minus?

Wat zijn de begrenzingen van het totale foramen

px

Vraag 20

ischiadicum (majus en minus bij elkaar genomen)? (5)

Vraag 21 Aan welke structuren hecht het diafragma urogenitale? (3)

.X

Vraag 22 Welke spieren hechten aan op het trochantor major? (2)

Gh

oQ

(6)

THEMA 5: PROJECTIES OP DE ROMPWAND

Hieronder is de ventrale rompwand van een man afgebeeld. Er is een raster met antwoordopties A t/m Y overheen geprojecteerd.

A E

F G H I J

(7)

\

\

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 23 De tricuspidalisklep kunt u het beste ausculteren in

(2)

•/ ~

vakje ... of ...

Vraag 24 De projectie van de onderpool van de milt bevindt zich

(1)

T

meestal in vakje ...

Vraag 25 Het midden van de linker clavicula bevindt zich in vakje ... (1)

~hR

Vraag 26 De projectie van de aorta bifurcatie bevindt zich meestal in

(1)

w ,·;~

vakje ...

Vraag 27 De projectie van de kop van de pancreas bevindt zich

(1)

~

meestal in vakje ...

Vraag 28 De projectie van colon ascendens bevindt zich meestal in

(2)

ylA

de vakjes ... en ...

Vraag 29 De projectie van de carina bevindt zich meestal in vakje ... (1)

~\

Vraag 30 De projectie van de anulus externus van het linker

(1)

~ , x

lieskanaal bevindt zich meestal in vakje ...

(8)

\

THEMA 6: LIESKANAAL

Antwoordopties:

Hieronder ziet u een foto van de linker liesstreek, met daarop getekend een doorsnede door het gebied. De letters zijn de antwoordopties van dit thema.

Instructie:

Plaats de juiste letter bij de onderstaande structuren.

5Z

Vraag 31 annulus inguinalis externus (1) '

~

<Z

Vraag 32 annulus inguinalis internus (1)

~

Vraag 33 a. femoralis (1)

t

Vraag 34 m. iliopsoas (1)

c

Vraag 35 n. femoralis (1)

I D

Vraag 36 spina iliaca anterior superior (1)

F\

(9)

THEMA 7: EEN KLINISCHE CASUS

Antwoordopties:

A

c

B D E F G H I J

a. gastrica dextra a. gastromentalis dextra bursa omentalis

colon ascendens colon descendens colon transversurn

curvatura major van de maag duodenum

ileum jejunum

K lumbale wervelkolom.

L m. obliquus abdominus externus M m. obliquus abdominus internus N m. rectus abdominus

0 milt

P omenturn rnajus Q pancreas

R thoracale wervelkolom

Een 8 jarig meisje valt 's ochtends, op weg naar school, met de fiets waarbij ze het stuur van de fiets in haar buik krijgt (een stomp buiktrauma). Ze gaat die dag gewoon naar school. De volgende nacht wordt het meisje wakker van de pijn in haar buik en ze maakt een zieke indruk . De ouders zijn erg bezorgd en gaan naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis.

Daar wordt zij gezien door de dienstdoende chirurg die haar onderzoekt. Bij lichamelijk onderzoek is er een pijnlijke blauwe plek te zien ongeveer vijf centimeter craniaal van de navel . De chirurg vermoedt een ernstig letsel in de buik en besluit tot een spoedoperatie.

NOOT: Bij een stomp buiktrauma kunnen behalve structuren van de buikwand ook intra en zelfs extraperitoneale organen beschadigd raken, soms met ernstige gevolgen.

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties.

Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 37 Welke structuur in de buikwand is bij dit meisje het meest

(1)

N

waarschijnlijk beschadigd door dit ongeluk?

I

Vraag 38 Welke (delen van) intraperitoneale organen zijn het meest

(3)

Gt<6

waarschijnlijk beschadigd?

Vraag 39 Welke extraperitoneale organen zijn het meest

(2)

QJ-\

waarschijnlijk beschadigd?

Er kunnen bij zo'n trauma organen bekneld raken tegen de Vraag 40 rompwand.

(1)

)r

Tegen welke deel van de rompwand zijn die organen in dit geval dan het meest waarschijnlijk gedrukt?

Na het openen van de buikholte vindt zij (de chirurg) intraperitoneaal geen afwijkingen en is het nodig het

. ~ Ck

Vraag 41 retroperitoneum te inspecteren. Zij wil daartoe de maag naar craniaal wegklappen. (2)

Tussen welke organen moet de chirurg een incisie plaatsen om dit te kunnen doen?

(10)

THEMA 8: BEELDVORMING

Patiënt is een man van 50 jaar. Op de doorsnede op de volgende pagina uit een CT onderzoek van zijn thorax zijn GEEN afwijkingen zichtbaar. Gegeven zijn de onderstaande organen en structuren:

, A.

aorta ascendens

-H.

mill ~

B. aorta descendens

"'

Ai er -?-:--·H:aGhea-

C. linker atrium J. oesophagus Q. truncus pulmonalis

D. linker bovenkwab K~ ~fe.r.ior

E. linker onderkwab L. rechter atrium S. v. cava superior F. linker ventrikel M. rechter hoofdbronchus

G. linker hoofdbronchus N. rechter ventrikel

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties.

Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

(11)

IJ J )

J I

Vraag 42

Vraag 43

Vraag 44

Vraag 45

Welke structuren zijn zichtbaar in kwadrant 1?

Welke structuren zijn zichtbaar in kwadrant 2?

Welke structuren zijn zichtbaar in kwadrant 3?

Welke structuren zijn zichtbaar in kwadrant 4?

p ' .

I' .

( .

\

.,_

(5)

Q$:X~

(2)

· '& E )<

(2)

f{\

(2)

~ EX

(12)

\IJ

t

r r

\

THEMA 9: ROMPWAND OF NIET?

Antwoordopties:

A m. ereeter spinae 8 m. iliacus

c

m. intercostalis externus D m. intercostalis internus E m. latissimus dorsi F m. levator ani

G m. obliquus abdominis externus H m. obliquus abdominis internus I m. obturatorius internus

J m. peetoralis major K m. peetoralis minor L m. piriformis

M m. psoas

N m. quadratus lumborum 0 m. rectus abdominis p m. serratus anterior Q m. sphincter ani

R m. transversus abdominis

s

m. trapezius

Instructie:

Beantwoordt met behulp van de bovenstaande antwoordopties de onderstaande vragen. Het getal tussen haakjes geeft het maximale aantal toegestane aantal antwoorden aan.

Welke spieren passeert de naald als de recessus costo-

/E ~

)(\()(

Vraag 46 diaphragmaticus in de achterste axillairlijn wordt

aangeprikt in de 1

o e

intercostaal ruimte? (de volgorde is (4) niet van belang)

Vraag 47 Welke spieren zijn betrokken bij het explosief verhogen <6)

i GH $ C

van de abdominale druk?

Vraag 48 Welke spieren behoren bij de bovenste extremiteit? (5)

Vraag 4~ Welke spieren behoren bij de onderste extremiteit? (4)

(13)

\

THEMA 10: Buikorganen en mesenteriën

Antwoordopties:

A a. gastrica dextra M colon sigmoideum

B a. gastroduodenale N colon transversurn

c

a. gastreementale 0 ductus pancreaticus

D _a,_hepatica propria p duodenum

E

X

lienalis Q galblaas

F _a~ mesenterica inferior R galgangen

G ;{: mesenterica superior

s

ileum

H appendix vermiformis T jejunum

caecum

u

lever

J cervix V maag

K colon ascendens

w

milt

L colon descendens

x

pyloris

y rectum

Instructie:

Beantwoordt met behulp van de bovenstaande antwoordopties de onderstaande vragen. Het getal tussen haakjes geeft het maximale aantal toegestane aantal antwoorden aan.

/ ' Vraag 50 Welke bloedvaten voorzien de milt van bloed?' (3)

- -....

Vraag 51 Aan welke structuren zit het omenturn rnajus vast in een

(2)

N\IT

volwassen persoon?

Vraag 52 Tussen welke structuren is het omenturn rnajus

(2)

f l

oorspronkelijk uitgespannen?

Vraag 53 Aan welke structuren zit het omenturn minus vast? (2)

V IJ.

7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sinds 2015 heeft een groep bewoners en makers uit Rotterdam West een pop-upversie van het Wijkpaleis ontwikkeld op de 1 e

aantal in GEBWMOTAB maar niet in WMOBUS ∗ aantal in WMOBUS maar niet in GEBWMOTAB aantal dubbelingen in GEBWMOTAB en

• De begroting voor 2019 die al in maart 2018 moest worden opgeleverd en waar deze uitkomsten dus ook niet in zijn voorzien (nieuwe taken, uitbreiding bedrijfsbureau,

Met enige regelmaat krijgt gemeente Oosterhout vragen van E-rijders die graag stroom uit de eigen zonnepanelen willen gebruiken voor het laden van hun elektrische auto, maar dit

Een opmerkelijk cijfer uit het rapport geeft aan dat vorig jaar voor het eerst meer euthanasie in de thuissitua- tie werd uitgevoerd dan in het ziekenhuis..

Sinds 2002 is euthanasie in België uit de strafwet gehaald. In 2012 en 2013 steeg het aantal registraties nog

Consequentie voor de Bronnen is dat omvang en fasering nader bezien zal moeten worden... Deel 2: Concept

Van de 231 woningen die na twee weken nog steeds gebreken vertoonden, staan de gegevens over het aantal gebreken per woning in de cumulatieve frequentiepolygoon van figuur 4?. Er