Addendum Regionale Woonvisie
Naar aanleiding van politieke avond 28 september
De regionale stuurgroep wonen heeft een concept van de regionale woonvisie Gooi en Vechtstreek 2016-2020 ter consultatie aan de zeven regiogemeenten aangeboden. Het doel is om eventuele zienswijzen van de gemeenteraden of commissies op te halen. De verschillende zienswijzen worden door de Stuurgroep wonen in samenhang beoordeeld en kunnen leiden tot aanpassingen van de regionale woonvisie. Hierna wordt deze voor definitieve besluitvorming opnieuw aan alle gemeenteraden aangeboden.
Tijdens de politieke avond op 28 september hebben de verschillende raadsfracties hun reactie gegeven op de concept regionale woonvisie 2016-2020. De vergadering heeft wethouder Sanderse verzocht de reacties te bundelen tot een addendum en dit aan de raad voor te leggen voor besluitvorming.
De reacties zijn onder te verdelen in drie categorieën:
1. Technische vragen
Deze zijn tijdens de vergadering beantwoord, zie ook verslaglegging Politieke Avond Gemeente Gooise Meren 28 september 2016 – Het Gesprek IV
2. Vragen met relatie naar lokale woonvisie
Een aantal vragen hadden betrekking op de lokale woonvisie. Door de wethouder is toegezegd deze in het traject naar de lokale woonvisie mee te wegen. Het gaat om:
-Aandacht voor spreiding van sociale woningbouw over wijken en buurten
-Aandacht voor transformatie van bestaand vastgoed naar wonen in de lokale woonvisie -Is het mogelijk om in de lokale woonvisie aanvullende duurzaamheidsambities te formuleren?
3. Uitgangspunten voor de zienswijze op de regionale woonvisie (het addendum)
De volgende punten zullen worden meegenomen naar de regionale stuurgroep wonen als zienswijze van de gemeente Gooise Meren op de concept regionale woonvisie 2016-2020:
I. In de regionale woonvisie zou expliciet aandacht moeten worden besteed aan nultreden woningen voor ouderen en mensen die slecht ter been zijn.
II. In de regionale woonvisie moet duidelijk worden gemaakt hoe gemeenten de onderlinge solidariteit, waar het stuk van uit gaat, in de praktijk gaat borgen. Hoe gaan we elkaar aan de gemaakte afspraken houden? Welke sanctioneringsmogelijkheden zijn er?
III. Onderzoek de mogelijkheden voor een regionaal fonds als instrument om rendabele en minder rendabele activiteiten op regionale schaal met elkaar te kunnen verevenen.