• No results found

Archeologisch onderzoek in en rond de Sint-Baafskathedraal (Sint-Janskerk) te Gent, Nieuwsbrief 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Archeologisch onderzoek in en rond de Sint-Baafskathedraal (Sint-Janskerk) te Gent, Nieuwsbrief 5"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Archeologisch onderzoek in en rond de Sint-Baafskathedraal (Sint-Janskerk) te Gent, Nieuwsbrief 5

In de zone die begrensd wordt door het gotische koor (fig. 1-groen), de zgn. oude sacristie (fig. 1- blauw) en de travee die de verbinding vormt tussen die twee laatmiddeleeuwse gebouwen (fig. 1-bruin), kwam een vrij grote beerput aan het licht. Beerputten worden vaak beschouwd als een soort tijdscapsule: ze geven een unieke inkijk in de vroegere eetgewoonten en de huisraad binnen een korte tijdsspanne. Dit verklaart (misschien) waarom archeologen steeds zo enthousiast zijn bij het vinden van een beerput!

Beerputten worden natuurlijk in de eerste plaats geassocieerd met menselijke uitwerpselen. Minder bekend is dat in deze

structuren ook heel wat etensresten terecht kwamen, zowel van plantaardige als dierlijke oorsprong.

Sommige van deze resten, zelfs pitten van druiven, appels en kersen of kleine vissenwervels, kwamen hierin terecht via het spijsverteringskanaal. In heel wat gevallen is de beerput echter ook als stortplaats gebruikt. In dat geval komen in het vullingspakket ook grotere organische resten voor:

restjes van op de tafel (bijv. vis-, vogel- of zoogdierbot, schelpen, eierschalen, enz.), of resten van de bereiding van het voedsel in de keuken. Ook de aanwezigheid van afgedankte spullen, o.a. aardewerk, of gestorven maar niet gegeten huisdieren wijst erop dat beerputten vaak niet alleen als toiletcontainer dienst gedaan hebben.

1. De structuur

Figuur 1. Lokalisatie van de beerput

Figuur 3. Latrine in de zuidmuur van de oude sacristie Figuur 2. Beerput met bakstenen gewelf

(2)

De beerput was volledig opgetrokken in baksteen. Het vullingspakket bestond grotendeels uit puin en zand; slechts onderaan kwam nog een organische laag voor. Een vloer kon niet vastgesteld worden.

Dit is niet zo verwonderlijk: het vocht binnenin de beerput kon op die manier gemakkelijk wegsijpelen in de bodem. Het spreekt voor zich dat een beerput steeds in verbinding stond met één of meerdere latrines. In dit geval was de beerput minstens gelinkt met een latrine die ingewerkt is in de zuidmuur van de oude sacristie. Deze latrine is nog steeds zichtbaar.

2. De vondsten

Het organisch pakket bevatte heel wat aardewerkfragmenten; het ensemble is te dateren in de late 16de en 17de eeuw.

Momenteel konden kamerpotten, een spaarpot, kookpotten, borden, een vergiet, een steelkom, een voorraadpot en een vetvanger herkend worden. Gezien de beerput te linken is aan de oude sacristie, is het niet verwonderlijk dat het vullingspakket ook religieuze objecten bevat. Het gaat om twee altaarvazen met leeuwenkoppen in faïence. Deze vazen die op het altaar geplaatst werden om er bloemen in te steken, zijn afkomstig uit Frankrijk, wellicht uit Nevers.

3. Wat kwam er op tafel?

Omdat veel planten- en dierenresten erg klein zijn, kunnen ze tijdens de opgraving van de beerput moeilijk met de hand verzameld worden. Daarom worden steeds een groot aantal stalen van de beerputvulling genomen, om nadien te zeven. Op die manier komen zelfs de kleinste zaadjes en (vis)botjes aan het licht; deze kunnen daarna door een specialist verder onderzocht worden. Dankzij de studie van stuifmeelkorrels, die nog in de beerputvulling bewaard zijn, kan zelfs nagegaan worden welke smaakmakers men gebruikte bij het bereiden van het eten. Hier kan gedacht worden aan kruidnagel en kappertjes, die bestaan uit gedroogde of gepekelde bloemknoppen (en dus veel stuifmeel bevatten). Via pollenonderzoek kan zelfs bier en wijn opgespoord worden; soms is het zelfs mogelijk om het onderscheid te maken tussen een wijn uit Duitsland of Spanje. De archeologische vaststellingen vormen bijgevolg een belangrijke aanvulling voor de historische bronnen, zowel teksten als schilderijen, die vaak een eenzijdig of onvolledig beeld van de vroegere voeding geven.

Bron: ERVYNCK A. 2016, Etensresten uit een beerput. Archeologisch onderzoek van vroegere voedingsgewoonten, in: Tijd-Schrift, jg. 6 nr. 3, 6-21.

Figuur 4. Selectie van het aardewerk uit de beerput

Figuur 5. Links, altaarvaas, na puzzelen van het aardewerk

Figuur 6. Rechts, identieke altaarvaas, gedateerd tussen 1600-1650, Depot Boijmans Van Beuningen (NL)

(https://www.boijmans.nl/index.php/collectie/kun stwerken/132861/altaarvaas)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze studie bevatte de mest een genormaliseerde sul2 hoeveelheid van ongeveer -2, en in de bodem werden waarden van -3.8 (direct na toediening) en rond -5 (10 en 20 dagen

In het verleden is het fokdoel voor het Gelderse Paard vastgesteld en sindsdien worden de paarden gefokt en geselecteerd op basis van dit fokdoel, uiteindelijk heeft dit geleid

Vergelijking wel of niet toepassen van managementmaatregelen om buitennesteieren te voorkomen met het gemiddeld percentage buitennesteieren Managementmaatregel Wel toepassen

Voor bladrammenas is maaien niet zo'n probleem; gele mosterd vertoont echter geen hergroei en is daardoor niet geschikt om in het voorjaar te worden gezaaid.. In 2000 is

23% van de bossen heeft Grote brandnetel (Urtica dioica) in de kruidlaag; 20% heeft Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus). De algemeenste plantensoorten van het Nederlandse bos staan

Het unieke karakter van PXTM-PLD en het gegeven dat inactivatie groeiverstorend werkt, maakt fosfolipase D een geschikt aangrijpingspunt voor

As most students in physics, my education regarding statistics was based on the view that probability is the number of data points with a particular outcome b, divided by the

De biologische landbouw krijgt het nog niet voor elkaar de kringloop 100 procent te sluiten, terwijl dat wel de intentie is.. Mest, voer en stro zijn vaak deels