• No results found

Missie en Visie Businessmodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Missie en Visie Businessmodel"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Missie en Visie

Businessmodel

(2)
(3)

1

Missie en visie

1.1 Missie

Vleva wil het “intelligence”-platform zijn van en voor het georganiseerde Vlaamse maatschappelijke weefsel, dat de toegang tot de Europese beleidsarena faciliteert en mee helpt oriënteren.

Kernbegrippen in deze missieformulering.

- “Intelligence”-platform: het agentschap fungeert als een kruispunt van kennis en contacten, dat in een vroeg stadium informatie van en voor relevante publieke en private actoren weet samen te brengen en op maat ter beschikking stelt van de leden van het agentschap. Deze “intelligence” heeft betrekking op het volledige scala van EU-initiatieven, gaande van EU-beleidsdossiers over EU-regelgeving tot EU-programma’s.

- Van en voor het georganiseerde Vlaamse maatschappelijke weefsel: het agentschap staat in eerste instantie ten dienste van die organisaties in Vlaanderen (zowel uit de publieke als de private sector), die (potentieel) in sterke interactie staan met het Europese beleid. De initiatieven van het agentschap ondersteunen de belangen van Vlaanderen van en naar Europa, en overstijgen het particuliere belang van één actor. Het agentschap vervult daarbij een forum- en debatinitiërende functie

(4)

- Toegang tot de Europese beleidsarena: de kunde om deuren te openen en open te houden bij Europa in de meest brede zin van het woord, zijnde de EU-instellingen zelf en de binnen- en buitenlandse, publieke en private organisaties die zich op en rond het EU-werkterrein begeven.

- Faciliteert en mee helpt oriënteren: ondersteunt actoren binnen het werkveld van het agentschap in hun initiatief naar de EU en/of neemt zelf initiatief om een wezenlijke bijdrage te leveren aan, en zo te wegen op de Europese beleidsopties enerzijds en de Europese besluitvorming anderzijds. Daarbij streeft vleva naar het leveren van additionele waarde, in vergelijking met de acties en initiatieven die de leden-organisaties zelf al opzetten. De oriëntatie omvat ook de inbreng in de conceptvorming rond Europese thema’s.

1.2 Visie

Via een proactieve aanpak en in samenwerking met onze partners bouwen aan een duurzame interactie tussen Vlaanderen en Europa.

Kernbegrippen in deze visieformulering.

- Proactieve aanpak:

o het agentschap weet opportuniteiten te creëren door snel en gevat dossiers op te nemen

o het agentschap weet prioriteiten te leggen, om zo de beoogde resultaten ook effectief te bereiken

o het agentschap is wendbaar, en weet binnen het relevante werkveld vlot te schakelen tussen verschillende dossiers

(5)

- Samenwerking:

o het agentschap functioneert ten dienste van zijn publieke en private leden, en werkt collegiaal en in overleg met die leden

o het agentschap legt zowel in Vlaanderen als op Europees niveau banden tussen betrokken actoren

- Duurzame interactie:

o het agentschap streeft door zijn professionele manier van werken (kwaliteit, diepgang, openheid,…) naar een blijvende en hechte samenwerking met de Europese actoren

1.3 Kerntaken

Vleva heeft negen kerntaken die als volgt kunen gegroepeerd worden: belangenbehartiger, netwerkbouwer, kennismakelaar en projectbegeleider:

a. Belangenbehartiger

Onder belangenbehartiging verstaan we in essentie het stimuleren en voorbereiden van een actieve deelname van Vlaanderen aan EU-beleidsprocessen. Het agentschap moet uitgroeien tot een autoriteit betreffende impact op het Europese besluitvormingsproces, complementair aan de opdrachten en initiatieven van het Ministerie Internationaal Vlaanderen, inclusief de Vertegenwoordiging van Vlaanderen bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU.

Het agentschap moet zo vroeg mogelijk kennis kunnen nemen van de initiatieven die in de Europese pijplijn zitten. Op die manier kan men in een vroeg stadium interveniëren en de bekommernissen kenbaar maken aan de Europese beleidsvoorbereiders.

(6)

Het agentschap kan hier zelf fungeren als initiatiefnemer of ondersteuning bieden aan de leden van het agentschap. De inhoudelijke belangenbehartiging gebeurt echter steeds door de belanghebbende actor binnen het Vlaamse maatschappelijke weefsel.

b. Netwerkbouwer

Naast kennis is netwerking een basispijler in de werking van vleva. Het bouwen van netwerken voor EU-gerelateerde materies situeert zich zowel op Vlaams als op Europees niveau.

Fungeren als interface tussen Vlaanderen en Europa en een actieve rol opnemen inzake partner search vallen onder deze kerntaak van het agentschap.

Gerelateerd aan de netwerkfunctie heeft het agentschap ook een belangrijke promotie- of PR-functie, ook ten aanzien van het verschaffen van inzicht in de Europese beleidsprocessen.

c. Kennismakelaar

Het agentschap vergaart vanuit zijn multidisciplinariteit kennis en deelt deze met de betrokken partijen. Het agentschap heeft een adviserende rol. Beslissingen behoren tot de bevoegdheid van de werkende leden van het agentschap en/of de verschillende bestuursniveaus in Vlaanderen.

Het agentschap moet het draagvlak voor Europa helpen vergroten en moet via initiatieven Europa aan het woord laten.

Dit gebeurt best met de hulp van Vlamingen die in de Europese instellingen actief zijn of actief geweest zijn. Dit komt de herkenbaarheid van Europa en het agentschap ten goede.

Het agentschap moet “acties naar Europa” vanuit Vlaanderen ondersteunen. Deze ondersteuning kan zowel betrekking hebben op het uitwerken van een strategisch plan naar Europa toe als naar het leggen van contacten of het ter beschikking stellen van databanken.

(7)

d. Projectbegeleider

Het agentschap biedt begeleiding ten aanzien van zijn leden op gebied van concrete dossiervoorbereiding, in het bijzonder op het vlak van financieringsmogelijkheden. Het agentschap werkt daarbij volgens het “één loket-principe” waar informatie gevonden en ondersteuning geboden wordt. De rol blijft faciliterend tenzij leden naar een andere invulling vragen. Tevens moet er een nauwe samenwerking zijn met andere subsidie- kanalen en –structuren.

Het agentschap draagt aldus bij tot een maximale participatie van Vlaanderen bij nieuwe Europese initiatieven en kansen, onder meer in belangrijke domeinen zoals wetenschappelijk onderzoek, innovatie, leefmilieu en regionaal beleid.

2

Businessmodel

2.1 De meerwaarde (‘unique selling proposition’) van vleva

2.1.1 Vleva als open, eerlijke en directe kennispoort tot de EU

Lokale, regionale, federale en Europese beleidsarena’s zijn onderling verbonden en vormen een geïntegreerd collectief besluitvormingssysteem of “Multi Level Governance”. Het beleid dat van toepassing is in Vlaanderen wordt daardoor onderhandeld en beslist door de Vlaamse lokale en regionale overheden, de federale overheid en de Europese instellingen.

Omdat dit systeem complex en weinig transparant is, beschikken niet alle betrokken actoren tegelijkertijd over dezelfde informatie.

Deze fragmentering kan nefaste gevolgen hebben voor het aspect belangenbehartiging.

Een publiek-private samenwerking (PPS) is daarom het middel bij uitstek om dit informatiedeficit effectief te counteren.

5

(8)

Deelnemers zijn afhankelijk van elkaar voor een optimale, continue opname en deling van kennis en contacten en kunnen via bundeling van hun krachten andere actoren beter

“overhalen” hun informatie te delen.

Deze samenwerking moet sporen met de algemene informatieopdracht die door de Vlaamse Regering aan vleva is toebedeeld. De partners van vleva en de Raad van Bestuur hebben een sturende opdracht. De uit de werking van vleva voortkomende informatie wordt ruim ter beschikking gesteld aan het Vlaamse middenveld, voor zover ze door vleva als voldoende

“stabiel” wordt bestempeld.

2.1.2 Vleva als intelligence-platform

Vleva wordt uitgebouwd als een unieke intelligence-snelweg tussen Vlaanderen en de EU, met verschillende op- en afritten.

De werking van vleva stoelt op een dubbel tweerichtingsverkeer tussen Vlaanderen en Europa enerzijds en tussen de Vlaamse overheden en het middenveld en de erin verweven doelgroepen anderzijds. De werking betreft de hele beleids- en beheerscyclus en omvat bijgevolg zowel de stroomopwaartse EU-processen (beleidsvorming) als de stroomafwaartse EU-processen (beleidsuitvoering en benutting van middelen). De Vlaamse omzetting en de return uit de EU-processen maken er integraal deel van uit.

De werking van vleva is behoeftengericht, wat ruimer is dan een uitsluitend vraaggestuurde werking. Het aanbod van vleva moet gericht zijn op de kerntaken van het agentschap en moet matchen met de behoeften van de leden. Dit is essentieel wil men efficiënt op de Europese besluitvorming kunnen inspelen.

Het louter afstemmen van vraag en aanbod op elkaar is in deze niet voldoende.

(9)

Via deze intelligence-snelweg worden kennis, inzichten en contacten vergaard, gebundeld en gedeeld (vervoerd op de snelweg) en kunnen de leden (via diverse afritten) hun doelgroep informeren met het oog op de optimalisatie van hun individuele belangenbehartiging.

Via haar unieke PPS-structuur moet vleva in staat zijn te helpen bij het in kaart brengen van zoveel mogelijk Vlaams-Europese parallelwegen en te zorgen voor een stroomlijning (synergie) ervan. Het staat alle leden echter vrij om, met verschillende snelheden, op verschillende rijstroken te rijden en te allen tijde via diverse op- en afritten aan en af te rijden.

Vleva dient bijgevolg op te treden als een centraal forum met decentrale (sectorale en regionale) antennes.

2.2 Het businessmodel van vleva

Het model schetst op hoofdlijnen de aanpak die vleva zal volgen om impact van en voor Vlaanderen te genereren ten aanzien van de EU-werking. Het steunt op de volgende drie pijlers.

2.2.1 Een “multi-actor”- benadering

Vleva volgt een multi-actorbenadering waarbij het zijn acties richt naar meerdere actoren op verschillende beleidsniveaus.

Deze actoren kunnen zowel klanten als partners van vleva zijn.

Het betreft onder andere:

- op het EU-niveau zijn dit de Europese instellingen in de meest brede zin van het woord, de Europese koepels (sociale partners en andere belangenorganisaties op Europees niveau);

- de in Vlaanderen op Europa gerichte organen (Permanente Vertegenwoordiging, FIT, …) en vergelijkbare organisaties van andere landen en regio’s;

- binnen vleva: de Vlaamse regionale en lokale overheden en het Vlaamse maatschappelijke middenveld als vleva-leden.

(10)

2.2.2 Een “multi-channel”- aanpak

Als ‘public affairs’-organisatie zal vleva verschillende (communicatie)kanalen uitbouwen en op maat van het dossier de meest optimale mix samenstellen. Deze kanalen zijn onder andere:

- de website en de nieuwsbrief;

- een partner- en financiële middelen database;

- een seminariereeks;

- de themaplatformen en taakgroepen;

- de vleva-netwerkevents;

- individuele contacten.

2.2.3 Opbouw en valorisatie van algemene en specifieke intelligence

Om een duurzame impact te hebben staat intelligence-opbouw centraal. Deze intelligence-opbouw gebeurt op een dubbele manier:

- de algemene intelligence is in hoofdzaak gericht op de opbouw, het onderhouden en de valorisatie van goodwill ten aanzien van de vleva-stakeholders;

- specifieke intelligence is in hoofdzaak gericht op de opbouw, het onderhouden en de valorisatie van kennis en goodwill m.b.t. de inhoudelijke thema’s.

(11)

Figuur: Businessmodel van vleva

(12)

2.2.4 Algemene intelligence

De centrale doelstelling van de uitbouw van een intelligence platform is en blijft het tijdig verkrijgen van de juiste informatie via juiste kanalen, contacten en plaatsen.

De uitbouw van algemene intelligence stoelt op netwerking.

Vlaanderen profileert zich op dit ogenblik te weinig naar Europa voor wat kennis van de EU-processen betreft.

Anticiperende, vooruitkijkende acties dringen zich op wil men tijdig inzicht krijgen in wat zich op de verschillende fora van de Europese beleidsarena afspeelt. Hierbij dient er over gewaakt te worden dat de voorhanden zijnde informatie niet een tweede maal verzameld wordt en dat de initiatieven in en vanuit Vlaanderen op een transparante manier gecommuniceerd worden. Er moet immers vermeden worden dat de indruk zou kunnen gewekt worden dat Vlaanderen in gespreide slagorde optreedt. Daarom is het belangrijk dat met de Vlaamse partners die actief zijn binnen Europa een goede samenwerking tot stand komt.

Verder stoelt deze intelligence op onder meer:

♦Uitwisselen en delen van informatie zowel tussen Vlaanderen en Europa als binnen Vlaanderen.

♦Permanente monitoring van EU-ontwikkelingen

♦Opzetten van gegevensbanken

2.2.5 Specifieke intelligence 2.2.5.1 Inleiding

Vleva kan via een eigen beslissing nooit een beslissings- noch een consensusforum zijn. Vleva kan niet in de plaats treden van eender welke organisatie, actief in het Vlaamse maatschappelijke weefsel. Het agentschap moet zich dienstverlenend en faciliterend opstellen.

(13)

Met het oog op de vergroting van de slagkracht van Vlaanderen in de Europese arena moet vleva uitgroeien tot een bidirectioneel informatieplatform.

Naast deze opdracht kan vleva er toe bijdragen het informele overleg tussen de betrokken partijen te vergemakkelijken. De transsectorale informatiedoorstroming binnen Vlaanderen kan hierdoor verbeterd.

2.2.5.2 Thematische platformen en taakgroepen

Flexibiliteit moet de werking van vleva kenmerken.. Enerzijds moet de informatie door verschillende sectoren gedeeld kunnen worden, anderzijds moet de werking zowel op korte als op lange termijn maximaal afgestemd worden op de Europese agenda en op de behoeften van de Vlaamse lokale en regionale overheden en het Vlaamse middenveld.

Naast de Vlaamse behoeften wordt de agenda bijgevolg ook bepaald door het jaarlijkse programma van de Commissie, door het zesmaandelijkse voorzitterschap en door de agenda van het Europese Parlement.

De werking van vleva zal dus zowel taken met een semi- permanent karakter als korte termijnprojecten omvatten.

De themaplatformen die worden opgestart maken het mogelijk om zeer breed te werken en geven aan alle leden van vleva de kans om maximaal geïnformeerd te worden over sectorale thema’s.

Binnen elk van de themaplatformen zullen beleidsmatige en niet beleidsmatige aspecten aan bod dienen te komen. Lobbying zal in het kader van de opbouw van een dossier nauw verbonden zijn met de beleidsmatige aspecten, daar waar netwerking zich in de niet beleidsmatige sfeer bevindt. Transversale begrippen zoals

(14)

duurzaamheid en diversiteit kunnen in meerdere themaplatformen aan bod komen.

In de schoot van deze themaplatformen worden taakgroepen opgestart. Deze groepen hebben een meer operationeel karakter en functioneren resultaatsgericht. De taakgroepen vormen de basis van de jaarlijkse operationele plannen en komen tot stand via een matching van de Europese agenda’s en de Vlaamse behoeften.

De volgende platformen worden in functie van de hiervoor vermelde overwegingen, in de loop van 2007 en begin 2008 opgestart:

- Concurrentievermogen (incl. innovatie), - Landbouw- & Plattelandsbeleid, - Gezondheids- & Welzijnsbeleid, - Technisch onderwijs,

- Interbestuurlijk & Regionaal Beleid (incl. structuurfondsen, cohesiebeleid, ...),

- Mobiliteit (incl. infrastructuur en openbaar vervoer), - Milieu & Energie,

- Governance-principes,

- Gezins- & Consumentenbeleid.

- KMO-beleid

- Onderzoek en hoger onderwijs - Voedselketen

(15)
(16)

vzw Vlaams-Europees Verbindingsagentschap Kortenberglaan 71 – 1000 Brussel

tel. + 32 (2)737 14 30 fax. + 32 (2)737 14 49 mail info@vleva.eu website www.vleva.eu

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij sprak met drie gepeste leraren en geeft op basis van hun verhalen advies om pesten tussen collega’s tegen te gaan.. men bang was dat het verhaal door het bestuur of directie

Wanneer we de kwetsbaarheid op zowel lange als korte termijn van de beroepen van verschillende groepen werkenden onderzoeken, blijkt dat vrouwen, hoogopgeleiden

 Als groene gasvormige energiedragers kunnen waterstof en synthetisch me- thaan een belangrijke rol spelen op de lange termijn, en dan met name als groene

Er wordt bij het inplannen van de beschouwende behandelingen door de secretaresse van de dagbehandeling geen rekening gehouden met de snijdende behandelingen,

7) Vergelijk bijvoorbeeld het onderscheid tussen „die kurzfristige Gewinnplanung'' en „der langfristige Wirtschaftsplan” bij E. Smithies, The Maximization of Profits

In deze categorie wordt geanalyseerd of de partner hetzelfde doel voor ogen heeft in een partnership relatie. Men moet erachter komen wat de belangrijkheid van partnerships is bij

 South African cities and towns experience the same trends (population growth, urbanisation and increases in private vehicle ownership) as international and other

Uit de analyse blijkt dat groepsbeloningen voor zowel de korte als lange termijn alleen door onderneming A worden toegepast. Geconcludeerd kan worden dat onderneming A in hoge mate