• No results found

VOLOP BEDRIJVIGHEID IN PROEFCENTRUM PAMEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VOLOP BEDRIJVIGHEID IN PROEFCENTRUM PAMEL"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VOLOP BEDRIJVIGHEID IN PROEFCENTRUM PAMEL

De laatste weken is er ondanks de coronacrisis vrij veel bedrijvigheid op Proefcentrum Pamel.

Medewerkers, onderzoekers en de teeltcoördinator zijn volop bezig met de teelten, die in proef liggen, op te volgen en te verzorgen. Met de warme en zonnige maand april zijn de aardbeien toch duidelijk wat vroeger rijp dan vorig jaar. Ook de oogst van frambozen begint stilaan op gang te komen.

Lopend aardbei onderzoek

Dit jaar staan er enkel junidragers aangeplant op de proefvelden in Pamel. Er zijn 2 lopende aardbeiproeven: een rassenproef en een bestuivingsproef.

In de rassenproef worden 20 rassen junidragers getest, waarvan 19 biologisch opgekweekte rassen en 1 gangbaar ras.

Tunnel met verschillende rassen junidragers

De oogst ging dit jaar eind april van start. Flair was de eerste met een oogst op 27 april. Een paar dagen later werd ook gestart met de oogst van Clery, Daroyal, Gariguette, Dely en Rumba. Tijdens deze proef worden vooral gelet op vruchteigenschappen en gewasgezondheid. Dit jaar valt vooral Allegro op als geschikt ras voor een biologische teelt. Al is het voorlopig nog te vroeg om conclusies te trekken uit de rassenproef van 2020. In de rassenproef van 2018 kwam Allegro er ook vrij goed uit. Via rassenproeven kunnen nieuwe rassen geselecteerd worden die veelbelovend zijn in de biologische teelt. De

(2)

teeltsystemen van deze rassen kunnen in toekomstige onderzoeken verder op punt gezet worden, zodat deze rassen rendabeler worden voor telers.

Naast een rassenproef werd er dit jaar ook een bestuivingsproef opgezet. Dit onderzoek verloopt in samenwerking met ULB (Université Libre de Bruxelles). In dit onderzoek wordt gekeken naar de rol van het bestuivende insect op de nutritionele eigenschappen van de vrucht. Bestuiving door metselbijen (Osmia Cornuta en Osmia Bicornus) wordt vergeleken met bestuiving door commercieel verkrijgbare hommelnesten (Bombus Terrestris) en windbestuiving. Via Netten zullen de gewenste bestuivers in de tunnels gehouden worden en niet gewenste bestuivers uit de tunnels. Een deel van de geoogste

aardbeien zal gebruikt worden voor vruchtanalyses waar onder andere het mineraalgehalte, gehalte aan polyfenolen en antioxidanten en de hoeveelheid vitaminen zal bepaald worden. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen om de nutritionele eigenschappen van aardbeien nog te verhogen.

Lopend kleinfruit onderzoek

In het kleinfruit onderzoek wordt dit jaar hoofzakelijk gefocust op kwalitatief plantgoed van

zomerframboos. Vorig jaar werd het CCBT-project ‘Hoe biologische longcanes frambozen opkweken?’

opgestart. In dit onderzoek wordt onderzocht of plantgoed van zomerframboos op een biologische manier kan worden opgekweekt. Nadien kan worden overgegaan naar het opkweken van biologisch

moedermateriaal, zodat in de toekomst uit dit moedermateriaal volwaardig biologisch plantgoed kan worden bekomen.

In de zomer van 2019 werd gestart met het biologisch opkweken van wortelstekken op een proefperceel in Pamel. Naast het telen in volle grond werd ook opkweek in pot meegenomen in het onderzoek.

Hiervoor werd in samenspraak met substraat- en meststofbedrijven 3 substraat samenstellingen geselecteerd die conform de biologische wetgeving zijn. Daarnaast werden ook verschillende

bemestingswijzen uitgetest. De longcanes die vorig jaar werden opgekweekt werden in de loop van de winter en het voorjaar aangeplant op een productieveld. Van dit plantgoed zal de productie ook de groei en de ziektegevoeligheid opgevolgd worden. Op deze manier kan nagegaan worden of verschillen in opkweek ook leiden tot verschillen tijdens de productie.

productieveld biologisch opgekweekte longcanes

Daarnaast werd het overige plantgoed nog aan 9 biologische telers verdeeld zodat ze voeling krijgen met dit type plantgoed. Via feedback en plaatsbezoeken krijgen we extra inzichten in de zwakke en sterke punten van dit plantgoed.

(3)

Het uiteindelijke doel is een draaiboek van onze bevindingen op te stellen waardoor geïnteresseerde vermeerderaars sneller de overstap kunnen maken naar de teelt van biologische longcanes.

Naast het opvolgen van de productie van de longcanes die vorig jaar werden opgekweekt zullen dit jaar opnieuw longcanes worden opgekweekt. Dit laat toe om de bevindingen van vorig jaar toe te passen op de teelt van dit jaar.

Nieuwe tunnels en regenkappen voor kleinfruit

Deze zomer zullen nieuwe tunnels en regenkappen voor kleinfruit worden opgebouwd op de nieuwe proefpercelen van Proefcentrum Pamel. In totaal gaat het over 1200m² tunnels en 1200 m² regenkap.

Deze accommodatie zal ons toelaten om naast het biologisch onderzoek op frambozen ook uitgebreider onderzoek op ander kleinfruit uit te voeren. Met deze extra onderzoekscapaciteit hopen we nog meer in te spelen op de onderzoeksvragen van biologische telers kleinfruit.

Meer info?

Sam Neefs

Proefcentrum Pamel 054 32 08 45

sam.neefs@vlaamsbrabant.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In hierdie uitstalling in die paleontologiesaal van die Museum word die fossiel van ’n ander groot amfibie by name Uranocentrodon uitgebeeld met ’n rekonstruksie van die dier

Omschrijving De specialist teelt en techniek onderhoudt (externe) contacten met klanten, leveranciers en externe adviseurs en bouwt een eigen netwerk op. Hij raadpleegt

Omschrijving De eerste verkoper verzorgt de winkel en/of opslagruimte door opruim- of schoonmaakwerkzaamheden in de opslagruimte, winkel en/of –omgeving te signaleren en ervoor te

Deze vrouwen migreerden meestal niet rechtstreeks vanuit hun geboorte- plaats naar Antwerpen of Brussel maar kwamen vaak via respectievelijk andere haven- of hoofdsteden. Zo was

Hieronder worden de vergelijkingen voor het scheiden van mest weergegeven: 1.. Ad 2) De volumeverdeling van de scheidingsfracties per staltype, mestsoort moet gelijk zijn aan de

Enkele van de kerntaken van het Faunafonds zijn het bevorderen van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door beschermde inheemse dieren, het (laten)

Simflux can thus semi- quantitatively assess the impact of, in this case, wind turbines on the conservation objectives of Natura 2000

In tabel 15 zijn de resultaten voor de ileale vertering weergegeven. Om te corrigeren voor de voerresten is hierin het gehalte aan titanium geanalyseerd en is hiermee het