• No results found

R.K. Scholengemeenschap voor tweetalig VWO, VWO, HAVO, VMBO & PRO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "R.K. Scholengemeenschap voor tweetalig VWO, VWO, HAVO, VMBO & PRO"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R.K. Scholengemeenschap voor tweetalig VWO, VWO, HAVO, VMBO & PRO

Examenreglement (t)vwo en havo Cohort 2017-2018

waarin opgenomen de slaag/zakregeling schooljaar 2017 – 2018

Het Programma van Toetsing en Afsluiting is onderdeel van dit examenreglement

(2)

I N H O U D S O P G A V E

I. INLEIDING blz. 1

II. ALGEMENE BEPALINGEN

Afwezigheid. blz. 2

Onregelmatigheden. blz. 2

Afwijkende wijze van examineren. blz. 4 Spreiding voltooiing eindexamen. blz. 5 Bewaartermijnen voor het schriftelijk werk. blz. 6

III. HET SCHOOLEXAMEN

Inrichting. blz. 7

Het examendossier blz. 7

Cijfergeving en beoordelingen blz. 8

De rekentoets blz. 10

Het profielwerkstuk blz. 10

Herkansing toetsen van het schoolexamen blz. 10 Herexamen voor één vak van het schoolexamen blz. 11 Verlenging van de periode van het schoolexamen blz. 11 Afronding van het schoolexamen blz. 12

IV. CENTRAAL EXAMEN

Vaststelling uitslag blz. 13

Herkansing centraal examen blz. 14

Diploma en cijferlijst. blz. 14

Certificaten. blz. 14

Gang van zaken tijdens het centraal examen.

a. plaats blz. 15

b. aanvang van de examenzittingen blz. 15

c. de examenzitting blz. 15

Einde van de examenzitting. blz. 15

V. SLOTBEPALINGEN blz. 16

(3)

INLEIDING

1. Het eindexamen bestaat uit twee gedeelten:

- het schoolexamen

- het centraal examen, voor zover in het examenprogramma is bepaald.

2. Dit reglement is door het bevoegd gezag vastgesteld conform het eindexamenbesluit VWO - HAVO.

3. Afnemen eindexamen.

a. De sectordirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur het eindexamen af.

b. De sectordirecteur heeft mandaat van het bevoegd gezag gekregen om als eindverantwoordelijke op te treden.

c. De sectordirecteur wijst een of meerdere leden van het personeel van de school aan tot secretaris(sen) van het eindexamen.

Jaarlijks wordt het schoolexamen schriftelijk vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting. De sectordirecteur verstrekt voor 1 oktober aan de inspecteur en iedere kandidaat een exemplaar.

4. Deelname aan een toets voor het schoolexamen of aan een examenzitting betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Is er voor de aanvang sprake van zeer bijzondere omstandigheden (bv. ernstige ziekte of overlijden in de familie) of van eigen ziekteverschijnselen, dan dient de

kandidaat zich voor aanvang bij de sectordirecteur of diens vervanger te melden.

5. Waar in dit reglement sprake is van de commissie van beroep wordt hiermee bedoeld: de commissie zoals die samengesteld is door het bevoegd gezag en die beschreven wordt in de schoolgids van de school. Deze schoolgids wordt jaarlijks op de website van de school gepubliceerd.

(4)

ALGEMENE BEPALINGEN Afwezigheid.

6. Afwezigheid bij een toets die onderdeel uitmaakt van het schoolexamen of centraal examen is slechts toegestaan in hoge uitzonderingsgevallen.

Afwezigheid, ook bij ziekte, moet zo spoedig mogelijk worden gemeld bij de teamleider. Bij een geldige reden, ter beoordeling aan de teamleider, neemt de kandidaat zo spoedig mogelijk contact op met de betreffende examinator om af te spreken waar, hoe en wanneer de toets van het schoolexamen kan worden ingehaald.

Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de teamleider verhinderd is bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak van het centraal examen tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen per dag te voltooien.

Indien beide toetsen op hetzelfde tijdstip vallen, wordt in overleg met de inspecteur een oplossing gezocht.

Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de

staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de secretaris van het eindexamen aan bij de voorzitter van de betreffende staatsexamencommissie.

7. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van een zitting van het schoolexamen of het centraal examen worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat is aangegeven voor het einde van de zitting.

Kandidaten, die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting binnenkomen, kunnen niet meer deelnemen aan de zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling aan de teamleider, kunnen zij - indien dit het centraal examen betreft - voor dit vak verwezen worden naar het tweede tijdvak. Op de overige zittingen van het eerste tijdvak dienen zij wel te verschijnen.

8. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal.

9. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de teamleider of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten.

Onregelmatigheden.

10. a. Praktische opdracht: Indien een kandidaat de door de examinator aangegeven termijn voor het inleveren van een praktische opdracht overschrijdt, zonder dat daarvoor een geldige reden was naar beoordeling van de sectordirecteur of van een daartoe door de sectordirecteur aangewezen functionaris, moet de kandidaat met ingang van de inleverdatum na lestijd op school blijven om de opdracht binnen een week alsnog af te ronden. Blijft de kandidaat niet op school en/of levert hij de opdracht niet binnen deze week in, dan dient de kandidaat binnen drie weken een geheel nieuwe praktische opdracht in te leveren. Wordt deze nieuwe termijn ook niet gehaald, dan wordt dit als een onregelmatigheid conform artikel 12 van dit reglement gezien en wordt voor de praktische opdracht het cijfer 1 toegekend.

(5)

10.b. Handelingsdeel: Indien bij de periodieke controle blijkt dat een leerling een

onvoldoende handelingsdeel heeft, dan spreekt de vakdocent hier de leerling op aan, en worden de ouders geïnformeerd.

Indien de leerling bij een handelingsdeel definitief in gebreke blijft, kan aan hem geen diploma worden uitgereikt.

10.c. Fraude: Bij geconstateerde fraude wordt aan het werk het cijfer 1 toegekend. Tevens vervalt het recht op herkansing voor het betrokken vak in die periode.

Onder fraude wordt onder andere verstaan: het gebruiken van andere hulpmiddelen dan toegestaan, afkijken bij anderen dan wel gelegenheid geven tot afkijken, het tijdens het examen in bezit hebben van aantekeningen, werk van medeleerlingen kopieren t.b.v. het eigen examendossier, eigen werk ter kopiering aanbieden aan medeleerlingen t.b.v. het examendossier.

11. Een leerling die te laat komt bij een schoolexamen wordt bij de toets toegelaten en krijgt na afloop geen extra tijd, tenzij er sprake is van aantoonbare overmacht, ter beoordeling van de teamleider.

12. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of centraal examen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de teamleider maatregelen nemen. De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen worden zijn:

a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen;

b. het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen;

c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen;

d. bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de betreffende teamleider aan te wijzen onderdelen.

Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat het examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.

13. Alvorens een beslissing ingevolge artikel 12 wordt genomen, hoort de teamleider de kandidaat. Een minderjarige kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De teamleider deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in artikel 14. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat.

14. De kandidaat kan tegen een beslissing van de teamleider in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag ingestelde commissie van beroep. Het beroep dient binnen drie werkdagen nadat de beslissing schriftelijk aan de kandidaat is

medegedeeld, schriftelijk en aangetekend bij de commissie van beroep ingediend te worden. Het bezwaarschrift dient gericht te worden aan: Commissie van Beroep, inzake schoolexamen, postbus 63, 5480 AB Schijndel. Een afschrift van

(6)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

het beroepsschrift dient te worden gezonden aan de sectordirecteur en de teamleider.

De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen 10 werkdagen op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste 10 werkdagen. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 12. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de sectordirecteur en aan de inspectie. De uitspraak van de commissie is bindend voor alle partijen.

15. Een examinator kan passende maatregelen van minder vergaande aard aan de teamleider voorstellen ten aanzien van de kandidaat die zich tijdens het

schoolexamen niet gedraagt als redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. De teamleider besluit over de te nemen maatregel. De kandidaat, die niet instemt met de maatregel, kan zich binnen 3 werkdagen na bekendmaking van de maatregel tot de sectordirecteur wenden; de sectordirecteur beslist daarop.

16. Indien een kandidaat in beroep gaat tegen een uitsluiting van het schoolexamen c.q. het centraal examen of een gedeelte daarvan of tegen een door de

examinator genomen maatregel, dan is hij gerechtigd - hangende de uitspraak van de commissie van beroep en/of de sectordirecteur - aan nog volgende zittingen van het schoolexamen of het centraal examen deel te nemen.

Afwijkende wijze van examineren.

Vrijstellingen.

17. De vwo-leerling die in het bezit is van het havo-diploma is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel:

algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer en culturele kunstzinnige vorming.

De leerling dient ook bij vrijstelling aan de verplichte onderwijstijd te voldoen.

Ontheffingen

18. Indien een kandidaat door een lichamelijke handicap niet in staat is om het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding te volgen, kan de teamleider

ontheffing verlenen. De ouders (of bij meerderjarigheid de kandidaat zelf) dienen daartoe een verzoek in bij de teamleider. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, dient dit verzoek te worden ondersteund door een deskundigenverklaring van een medisch specialist. De teamleider beslist daarop binnen 10 werkdagen of de ontheffing verleend wordt.

De leerling dient ook bij ontheffing aan de verplichte onderwijstijd te voldoen.

19. Een atheneumleerling kan ontheffing krijgen van het volgen van de tweede moderne vreemde taal (Frans of Duits) indien de leerling een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal. De ouders (of bij meerderjarigheid de kandidaat zelf) dienen daartoe een verzoek in bij de teamleider in het derde leerjaar (vóór 1 februari). Dit verzoek tot ontheffing dient te worden ondersteund door een deskundigenverklaring van een ter zake deskundig orthopedagoog. De teamleider beslist daarop binnen 10 werkdagen of de ontheffing verleend wordt.

Indien de ontheffing verleend wordt, wordt de taal vervangen door een ander

(7)

examenvak met een normatieve studielast van tenminste 440 klokuren.

Aanpassingen

20. Indien een kandidaat van mening is dat hij door een lichamelijke of geestelijke handicap niet in staat is geheel of gedeeltelijk op een normale wijze aan het examen deel te nemen, kan hij indien gewenst gebruik maken van de mogelijkheid om een aangepast examen te doen. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, dient dit verzoek te worden ondersteund door een deskundigenverklaring van een ter zake deskundige

psycholoog of orthopedagoog. De sectordirecteur bepaalt daarna de wijze waarop het examen zal worden afgelegd.

De aanpassing voor het centraal examen kan in ieder geval bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 30

minuten. Een andere aanpassing (denk aan auditieve ondersteuning tijdens het centraal examen) kan slechts worden toegestaan voor zover daar in de

genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van de kandidaat een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit van de begeleidingsadviezen uit de deskundigenverklaring.

21. Voor een kandidaat die met inbegrip van het eindexamenjaar ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, bestaat de mogelijkheid dat de teamleider voor het vak

Nederlands of voor enig ander vak waar het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, afwijkt van de normale examenprocedure. Voor wat betreft het centraal examen kan de afwijking slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets met ten hoogste 30 minuten.

22. De ouders - of in geval van meerderjarigheid de leerling zelf - dienen, indien men van mening is dat artikel 20 of 21 van toepassing is, hiertoe vóór 1 oktober een schriftelijk verzoek in bij de teamleider.

Spreiding voltooiing eindexamen.

23. Het bevoegd gezag kan toestaan, de inspectie gehoord, dat een kandidaat het eindexamen en in voorkomend geval het schoolexamen voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daaropvolgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of het tweede van deze schooljaren afgesloten. Het bevoegd gezag kan dit

toestaan, indien de kandidaat:

- in het laatste leerjaar langdurig ziek is of

- ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke, omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen.

De ouders - of in geval van meerderjarigheid de leerling zelf - dienen uiterlijk vóór 1 april een schriftelijk verzoek in bij de teamleider. Dit verzoek dient te worden ondersteund door een verklaring van een medisch specialist.

24. Bij de beslissing om een gespreid examen toe te staan, wordt vastgelegd in welk jaar de kandidaat voor welk vak examen aflegt. Voor elk vak mag maar in één

(8)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

van de beide jaren examen worden afgelegd.

25. Bij een gespreid examen kan de kandidaat in het eerste examenjaar in één vak aan de herkansing van het centraal examen deelnemen, en in het tweede examenjaar eveneens in één vak herkansen. Het recht op herkansing in het eerste examenjaar ontstaat op het moment waarop de eindcijfers van de in dat examenjaar afgelegde vakken voor de eerste maal zijn vastgesteld. Na voltooiing van het eindexamen in het tweede jaar wordt dezelfde uitslagregel toegepast die geldt voor kandidaten die in één jaar voor al hun vakken examen doen. (zie art.

67).

Bewaartermijnen.

26. a. Schoolexamen:

Voor de toetsen, praktische opdrachten, de handelingsdelen en het profielwerkstuk geldt, dat de opgaven, het werk van de kandidaten, de beoordelingsnormen -zo die er zijn - en de voor elk werk toegekende cijfers bewaard worden tot zes maanden na afloop van het centraal examen van de kandidaat. De examinator is daarbij verantwoordelijk voor de archivering van alle beoordelingen en van de toetsen. Na afloop van de genoemde periode worden de toetsen van de kandidaten - behoudens in bijzondere gevallen - vernietigd.

De kandidaat is houder van de praktische opdrachten, dossiers en het profielwerkstuk en verantwoordelijk voor het beheer daarvan.

b. Centraal examen:

De opgaven, het werk van de kandidaten en de beoordelingsnormen worden op school bewaard tot 6 maanden na afloop van het centraal examen.

(9)

HET SCHOOLEXAMEN Inrichting.

27. Het schoolexamen strekt zich in de VWO-afdeling uit over het vierde tot en met het zesde leerjaar, met dien verstande dat in het vierde leerjaar uitsluitend de vakken, culturele kunstzinnige vorming, levensbeschouwing en maatschappijleer worden geëxamineerd. In de Havo-afdeling strekt het schoolexamen zich uit over het vierde en vijfde leerjaar.

28. Het schoolexamen bestaat uit:

a. toetsen met gesloten en/of open vragen;

b. praktische opdrachten;

c. handelingsdelen, waaronder ook gerekend de Maatschappelijke Stage d. het profielwerkstuk.

e. de rekentoets

29. In het Programma van Toetsing en Afsluiting wordt per schoolsoort beschreven:

a. de onderdelen van het examenprogramma die bij het schoolexamen worden getoetst;

b. de verdeling van de examenstof over de onderdelen van het schoolexamen;

c. de wijze waarop toetsing van het betreffende onderdeel van het school- examen plaatsvindt;

d. de weging van het betreffende onderdeel.

30. Per kandidaat worden de resultaten van het schoolexamen vastgelegd in een examendossier. Het examendossier omvat het geheel van onderdelen van het schoolexamen, vorm gegeven door het bevoegd gezag zoals beschreven in artikelen 35 tot en met 44.

31. Voor het afnemen van de onderdelen van het schoolexamen worden door de school schoolexamenperiodes georganiseerd. De mogelijkheid bestaat, dat ook buiten deze weken onderdelen worden getoetst.

32. In bijzondere omstandigheden is het mogelijk dat bij een mondelinge toets naast de examinator een andere leraar van de school en/of andere kandidaten die in hetzelfde vak eindexamen afleggen aanwezig is/zijn.

33. Met inachtneming van de door de Minister bepaalde termijnen van melding van eindcijfers van het schoolexamen wordt door het bevoegd gezag vastgesteld op welke datum het schoolexamen moet zijn afgesloten.

Minstens een week voor de aanvang van het centraal examen deelt de teamleider aan de kandidaat schriftelijk mede welke eindcijfers en

eindbeoordelingen hij heeft behaald voor het schoolexamen in de vakken waarin zij tevens centraal examen zullen afleggen. Tevens wordt meegedeeld wat de eindcijfers zijn van de afgelegde schoolexamens waarvoor geen centraal examen wordt afgelegd evenals de beoordeling van het profielwerkstuk en van de vakken waarvoor geen eindcijfer wordt vastgesteld.

34. Voor een vak waarin geen centraal examen wordt afgelegd bepaalt het bevoegd gezag het tijdstip waarop het schoolexamen wordt afgesloten.

(10)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

Het examendossier.

35. Het examendossier wordt gevormd door een beoordelingsoverzicht evenals de verder in de artikelen 36 tot en met 44 genoemde onderdelen.

36. Het beoordelingsoverzicht bevat, voor zover van toepassing:

a. de behaalde cijfers voor toetsen en praktische opdrachten, evenals de behaalde cijfers voor eventuele herkansingen;

b. de beoordelingen van de handelingsdelen, waaronder de Maatschappelijke Stage (MaS)

c. het cijfer van het profielwerkstuk.

d. het cijfer van de rekentoets

37. De examinator meldt binnen een termijn van een week na bespreking van een toets of praktische opdracht het resultaat per kandidaat op een door de

teamleider aangegeven wijze.

38. Het gestelde in artikel 37 is tevens van toepassing op:

a. een in het Programma van Toetsing en Afsluiting opgenomen handelingsdeel;

b. een door de kandidaat afgelegde herkansing als bedoeld in artikel 60;

c. de beoordeling van het profielwerkstuk.

39. De examinator bewaart tot een half jaar na het verlaten van de school door de betrokken kandidaat een exemplaar van de opgaven van elke voor het

schoolexamen meetellende toets of praktische opdracht met de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen.

40. De (gezamenlijke) examinator(en) die is (zijn) belast met het geven van

onderwijs in een bepaald vak, beheert (beheren) de door de kandidaat gemaakte toetsen. De bewaartermijn eindigt een half jaar nadat de kandidaat de school heeft verlaten.

41. De kandidaat legt voor diverse vakken dossiers aan en is daarvan houder. Indien de kandidaat een of meer nog te beoordelen dossieronderdelen niet kan

overleggen, dan worden deze onderdelen als niet voltooid beschouwd.

42. De kandidaat is houder van de uitgewerkte praktische opdrachten. Indien de kandidaat een of meer nog te beoordelen onderdelen van een praktische opdracht niet kan overleggen, dan wordt deze opdracht als niet voltooid beschouwd.

43. De kandidaat is houder van het profielwerkstuk. Indien de kandidaat het profielwerkstuk niet ter beoordeling kan voorleggen, dan wordt het profielwerkstuk als niet voltooid beschouwd.

44. De examinator(en) legt (leggen) schriftelijk zijn (hun) beoordeling van het profielwerkstuk vast volgens door het bevoegd gezag daartoe aangegeven richtlijnen.

Cijfergeving en beoordelingen.

45. De docent die belast is met het verzorgen van onderwijs aan een kandidaat in enig jaar waarover het schoolexamen zich uitstrekt treedt in dat jaar op als examinator.

(11)

46. Van iedere beoordeling, die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis.

47. De kandidaat heeft er recht op zijn/haar schriftelijk werk te zien, nadat het door de docent is beoordeeld. De wijze van beoordeling wordt hem door de docent meegedeeld.

48. Bij een praktische opdracht en een opdracht uit de handelingsdelen worden de beoordelingscriteria vooraf aan de kandidaat meegedeeld.

49. De examinator drukt zijn eindoordeel over een toets, praktische opdracht of het profielwerkstuk van een kandidaat uit in een cijfer. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal.

50. Indien een kandidaat in een vak door twee of meer leraren is geëxamineerd, bepalen deze leraren in onderling overleg de beoordeling voor het onderdeel van het schoolexamen.

Als de beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer en de leraren niet tot overeenstemming komen, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordeling van ieder van hen.

51. Elk cijfer, of gemiddelde van cijfers, met twee of meer decimalen wordt als volgt afgerond op één decimaal:

Indien de tweede decimaal (voor afronding) 5 of hoger is, wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd.

52. Het eindcijfer van het schoolexamen wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de in het Programma van Toetsing en Afsluiting genoemde toetsen en het gewogen gemiddelde van de daarin opgenomen praktische

opdrachten. Beide gemiddeldes worden bepaald op een decimaal nauwkeurig. Op basis van de door het bevoegd gezag bepaalde verhouding van de relatieve zwaarte van beide componenten (toetsen en praktische opdrachten) in het

betreffende vak wordt vervolgens het eindcijfer berekend conform het gestelde in artikel 51.

Indien in een vak geen centraal examen wordt afgenomen, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. In dat geval wordt het gewogen gemiddelde cijfer van toetsen en praktische opdrachten afgerond op een geheel getal. Dit gehele getal komt als volgt tot stand: indien het eerste cijfer achter de komma 4 of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond, en indien dat cijfer 5 of hoger is naar boven.

53. Lichamelijke Opvoeding moet met de beoordeling voldoende of goed worden afgesloten. Tevens moet aan de eisen van de Maatschappelijke Stage (MaS) zijn voldaan.

54. Het Combinatiecijfer

In de Vernieuwde tweede Fase geldt een slaag/zakregeling waarin bij bepaalde resultaten compensatie is vereist om te kunnen slagen (zie artikel 65). Om de regelgeving overzichtelijk te houden is het combinatiecijfer in het leven geroepen. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de ‘kleine vakken’ die met een cijfer op de cijferlijst staan. Ook het combinatiecijfer wordt op de cijferlijst vermeld. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij

(12)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5.

Het combinatiecijfer betreft de vakken levensbeschouwing, maatschappijleer, CKV en het profielwerkstuk.

De rekentoets

55. Alle leerlingen moeten een rekentoets maken als onderdeel van hun eindexamen. Deze rekentoets moet een basale rekenkennis borgen. De rekentoets is onderdeel van de slaag-zakregeling. De school bepaalt of de rekentoets wordt afgenomen in het voor- examenjaar of in het examenjaar.

Per afdeling geldt voor de rekentoets het volgende:

VWO Het eindcijfer van de rekentoets telt mee in de kernvakkenregel van de slaag- zakregeling. Binnen de kernvakken (Ne-En-wi-rekentoets) mag er maximaal één 5 behaald zijn, de andere vakken moeten dan een 6 of hoger zijn om een vwo-diploma te kunnen behalen.

Met een eindcijfer 4 of lager voor de rekentoets is een leerling gezakt, ook al voldoet hij voor alle overige vakken aan de slaag-zakregeling.

Het eindcijfer van de rekentoets telt niet bij het gemiddelde CE-cijfer (≥ 5,5) en ook niet in de compensatieregel.

HAVO

Het eindcijfer van de rekentoets telt niet mee in de slaag-zakregeling.

Het profielwerkstuk.

56. Het schoolexamen havo en (t)vwo omvat mede een profielwerkstuk. Het

profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het door de kandidaat gekozen profiel.

57. Het profielwerkstuk heeft betrekking op tenminste één vak. De kandidaat kan een tweede vak bij het profielwerkstuk betrekken als hij daarvoor de

toestemming van de begeleider heeft. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken deel uit van het totale pakket of profiel van de leerling. Het profielwerkstuk hoeft dus niet per se op één of meer vakken uit het profieldeel betrekking te hebben. Wel moet tenminste één groot vak betrokken zijn. Een groot vak heeft op de havo een omvang van minimaal 320 uur en op het vwo minimaal 440 uur.

58. De begeleider(s) van de door de kandidaat bij het profielwerkstuk betrokken vak(ken) bepaalt (bepalen in gemeenschappelijk overleg) het eindcijfer voor het profielwerkstuk.

59. Aan de kandidaat worden de richtlijnen en beoordelingscriteria voor het maken van een profielwerkstuk schriftelijk ter hand gesteld.

Herkansing toetsen van het schoolexamen.

60. De mogelijkheid tot herkansing geldt alleen voor een toets van het

schoolexamen die wordt beoordeeld met een cijfer. Bij een praktische opdracht of het profielwerkstuk is geen herkansing mogelijk. Een kandidaat heeft het recht aan de herkansing deel te nemen, indien hij het voor de toets behaalde cijfer wil verbeteren. Een schoolexamen kan slechts één maal worden herkanst.

Om organisatorische redenen kan de mogelijkheid om te herkansen uitsluitend op de daartoe aangewezen dag en tijd worden benut. Het is dus niet mogelijk de herkansing op een ander tijdstip te maken.

(13)

Voor verdere informatie over de mogelijkheid tot en het recht op herkansing zij verwezen naar de PTA’s van het betreffende leerjaar.

In zeer bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag het aantal malen dat aan een of meer toetsen van het schoolexamen kan worden deelgenomen vaststellen op een hoger getal.

Het hoogste cijfer behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor die toets.

Herexamen voor één vak van het schoolexamen.

61. Voor één vak waarin alleen een schoolexamen wordt afgelegd kan een kandidaat opnieuw schoolexamen afleggen indien hij het eindcijfer voor dat vak wil

verbeteren. Het herexamen bevat door het bevoegd gezag aangegeven onderdelen van het schoolexamen, waarbij in individuele gevallen rekening gehouden kan worden met reeds voldoende onderdelen.

De examinator stelt vast hoe het cijfer van het herexamen wordt bepaald indien voldoende cijfers van het eerder afgelegde schoolexamen bij de beoordeling van het herexamen worden betrokken.

Het hoogste van de cijfers van het herexamen en het eerder behaalde cijfer van het schoolexamen geldt als eindcijfer voor dat vak.

Het herexamen vindt indien mogelijk plaats in de periode volgend op de periode waarin het vak is afgesloten. De kandidaat heeft echter het recht de herkansing uit te stellen totdat het laatste vak met alleen schoolexamen afgesloten is.

Het herexamen omvat een toets. Indien nodig strekt de toets zich over meerdere zittingen uit.

Verlenging van de periode waarover het schoolexamen zich uitstrekt.

62. Aan het einde van het schooljaar wordt voor alle kandidaten die aan het

schoolexamen hebben deelgenomen in het vierde leerjaar havo of vwo of in het vijfde leerjaar vwo door de vergadering van aan de kandidaat lesgevende

examinatoren een bindende uitspraak gedaan over het al dan niet vervolgen van het schoolexamen van de kandidaat in het volgende schooljaar.

63. Indien een kandidaat in een van de in artikel 62 genoemde leerjaren of in het eindexamen-leerjaar doubleert, heeft dit de volgende gevolgen voor zijn schoolexamen en het examendossier:

a. indien de kandidaat doubleert in het vierde leerjaar havo of het vijfde leerjaar vwo:

– kunnen op schriftelijk verzoek van de ouders/verzorgers alle beoordelingen blijven staan van de vakken maatschappijleer, levensbeschouwing, ckv, mits het schoolexamen van dat vak met een voldoende eindbeoordeling is

afgesloten EN het cijfer op het overgangsrapport 6.0 of hoger is.

De leerling wordt dan vrijgesteld van de lessen in de betreffende vakken. De school zal in dat geval het schoolprogramma van de kandidaat zo aanpassen, dat deze voldoet aan de urennorm.

(14)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

Bij vakken, waarvoor de ouders/verzorgers geen verzoek indienen, vervallen alle beoordelingen van het schooljaar, waarin de leerling doubleert.

– vervallen bij de overige vakken alle reeds behaalde beoordelingen en start de kandidaat opnieuw met de opbouw van het examendossier. De vaksectie bepaalt in hoeverre de kandidaat reeds verzameld materiaal opnieuw mag gebruiken.

b. indien een kandidaat doubleert in het laatste leerjaar (havo 5 of vwo 6):

–blijven de behaalde cijfers en beoordelingen uit leerjaar 4 (havo) of leerjaar 5 (vwo) geldig (inclusief eindcijfers of -beoordelingen voor

afgeronde vakken die alleen een schoolexamen kennen).

–geldt voor vakken met alleen een schoolexamen die in het laatste leerjaar met een voldoende eindbeoordeling zijn afgesloten, dezelfde

regeling als in het vierde leerjaar (zie onder a, eerste lid). Deze regeling geldt eveneens voor de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer.

M.a.w. voor vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer, voor

informatica, voor Lichamelijke Oefening en voor het profielwerkstuk kan een verzoek tot vrijstelling worden ingediend als het betreffende vak met een 6 of hoger is afgesloten. De kandidaat dient in het laatste leerjaar te voldoen aan de urennorm.

Afronding van het schoolexamen.

64. Voor de aanvang van het Centraal Examen wordt aan de kandidaat schriftelijk bekendgemaakt, voor zover van toepassing:

a) welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen b) welk cijfer hij heeft behaald voor het profielwerkstuk c) welk cijfer hij heeft behaald voor de rekentoets

d) de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld

65. Elke kandidaat dient de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen en de eindbeoordelingen per vak te controleren. D.m.v. de handtekening op de lijst met definitieve beoordelingen bevestigt de leerling dat deze beoordelingen juist zijn vastgesteld en verklaart hij zich daarmee akkoord.

66. Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond indien:

a. Het vak Lichamelijke Opvoeding is beoordeeld met een voldoende of goed.

b. de vakken die samen een geldig examenpakket vormen zijn getoetst en beoordeeld als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting.

c. het profielwerkstuk is uitgevoerd en beoordeeld met een cijfer.

d. aan de eisen van de Maatschappelijke Stage (MaS) is voldaan.

e. de rekentoets is afgelegd.

Het schoolexamen dient te worden afgesloten vóór aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen.

Een kandidaat kan geen diploma behalen indien een of meer van de hierboven genoemde onderdelen a tot en met e niet zijn afgerond.

(15)

HET CENTRAAL EXAMEN Vaststelling uitslag.

67. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het

schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer 5 of hoger is, naar boven

afgerond.

68. Het eindcijfer voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd, wordt bepaald volgens artikel 52 (zie hoofdstuk III "Het Schoolexamen").

69. De slaagregeling schooljaar 2017 - 2018 luidt als volgt:

Een havo-leerling heeft acht cijfers die meewegen in de slaag/zakregeling: voor Nederlands, Engels, vier profielvakken, één vak in het vrije deel en een

combinatiecijfer. Een vwo-leerling negen: dezelfde als op de havo en daarnaast een tweede moderne vreemde taal. Deze acht – respectievelijk negen - cijfers maken uit of de leerling geslaagd of gezakt is.

Een examenkandidaat is geslaagd als:

- alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of

- er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of

- er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste een 6.0 is.

Daarnaast moet de kandidaat gemiddeld een voldoende halen voor de behaalde cijfers op het centraal examen, de zogenaamde CE-regel. Een kandidaat is dus afgewezen als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. Hierbij telt het cijfer van de rekentoets niet mee.

Daarnaast mag de havo kandidaat maximaal één onvoldoende als eindcijfer (het gemiddelde van het SE en het CE) scoren voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde A of B, waarbij die onvoldoende niet lager dan een 5 mag zijn.

Bij vwo kandidaten geldt deze kernvakkenregel voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde A, B of C en de rekentoets.

Daarnaast moet LO zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en moet aan de eisen van de Maatschappelijke Stage (MaS) zijn voldaan. Cijfers voor maatschappijleer, het profielwerkstuk, levensbeschouwing en CKV maken deel uit van het combinatiecijfer.

Een eindcijfer van een drie of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als één van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een zes of hoger is.

70. De kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het artikel 69, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 72.

(16)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

Herkansing centraal examen.

71. Nadat de uitslag door de examencommissie is vastgesteld, wordt deze samen met de eindcijfers aan iedere kandidaat schriftelijk meegedeeld.

72. De kandidaat heeft voor één vak waarin hij al examen heeft afgelegd, het recht in het tweede tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

De kandidaat stelt de teamleider vóór een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het recht op herkansing.

Indien de kandidaat dit nalaat, vervalt zijn recht op herkansing.

73. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige. De

kandidaten die herkansing vragen leveren samen met het verzoek de cijferlijst in bij de teamleider.

74. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat meegedeeld.

Diploma en cijferlijst.

75. De teamleider reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een cijferlijst uit, waarop zijn vermeld:

- de cijfers voor het schoolexamen - de cijfers voor het centraal examen

- de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk - de beoordeling van het vak Lichamelijke Opvoeding

- de eindcijfers voor de examenvakken - het combinatiecijfer

- het cijfer voor de rekentoets - de uitslag van het eindexamen.

76. De teamleider reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken.

Duplicaten van diploma’s en cijferlijsten worden niet verstrekt.

Certificaten.

77. Aan een definitief afgewezen kandidaat die de school verlaat wordt geen

certificaat uitgereikt. De cijferlijst (zie artikel 75) is het document, waarmee de kandidaat in het VAVO en/of bij de staatsexamens kan aantonen, voor welke vakken hij een voldoende eindbeoordeling heeft behaald.

Gang van zaken tijdens het centraal examen.

a. Plaats.

78. De centrale examens vinden voornamelijk plaats in de l.o.- zalen van onze school, of in andere ruimten die door de school worden aangewezen. Alle kandidaten dienen bij een examen uiterlijk 15 minuten voor aanvang van dit examen aanwezig te zijn in de voor hen bestemde ruimte.

(17)

b. aanvang van de examenzittingen.

79. Voor de zitting wordt gecontroleerd of elke kandidaat aanwezig is.

80. Er mogen geen tassen in de examenzaal aanwezig zijn.

81. Voor het centraal examen ontvangt de kandidaat een overzicht van de bij de examens toegestane hulpmiddelen of de zaken die elke kandidaat bij een bepaald examen bij zich dient te hebben. Evt. met toestemming te gebruiken hulpmiddelen kunnen voor aanvang van de zitting worden gecontroleerd. Het meenemen van andere dan toegestane hulpmiddelen is verboden.

c. de examenzitting.

82. Het werk wordt gemaakt op papier dat wordt verstrekt door de school; de school verstrekt eveneens kladpapier; kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal.

83. Het werk (uitgezonderd tekeningen en grafieken) mag niet met potlood worden gemaakt, maar dient met een blauwe of zwarte pen geschreven te worden.

De kandidaat vermeldt op het examen zijn examennummer, naam, vak, en docent.

84. Aan het begin van ieder examen wordt gevraagd te controleren of elke kandidaat de noodzakelijke gegevens (naam, vak e.d.) heeft ingevuld op het

examenpapier.

85. Elke kandidaat controleert - na uitreiking van de opgaven - of hij de juiste opgaven ontvangen heeft; tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in het examenlokaal te heersen.

86. Na het openen van de enveloppen met opgaven is het verboden enige mededeling of inlichting over het werk aan de kandidaten te verstrekken, behalve als er een erratum is bijgevoegd.

87. Toezichthouders maken proces-verbaal op over het verloop van het examen en leveren dit samen met het examenwerk in bij de secretaris van het eindexamen.

Elk proces-verbaal bevat:

a. de namen van de kandidaten die aanwezig moeten zijn;

b. als er sprake is van een aparte regeling voor gehandicapte of

allochtone kandidaten: een aantekening welke kandidaten dit betreft;

c. een aantekening van kandidaten welke later begonnen zijn en/of het lokaal eerder verlaten (tijdstip);

d. de handtekeningen van de aanwezige toezichthouders.

88. Er dienen minimaal 2 toezichthouders aanwezig te zijn.

Einde van de examenzitting.

89. De kandidaat levert zijn werk in bij een toezichthouder. Deze controleert het werk op naam en nummer, waarna hij de kandidaat toestaat het examenlokaal te verlaten.

Na het verlaten van het examenlokaal mag de kandidaat niet meer worden toegestaan nog aan het desbetreffende examen te werken.

(18)

Examenreglement Havo en (t)Vwo cohort 2017-2018

90. Tijdens het eerste uur van het examen mag geen enkele kandidaat het examenlokaal verlaten, ook al zou hij zijn werk volledig af hebben.

Ook tijdens het laatste kwartier van een examenzitting mogen er geen kandidaten meer vertrekken. Aan het einde van de zitting geeft een

toezichthouder het sein dat de kandidaten het examenlokaal kunnen verlaten.

91. De examenopgaven dienen tot het einde van de zitting in de examenlokalen te blijven. Kandidaten die voor het einde van de zitting het examenlokaal verlaten, kunnen de opgaven na het einde van de examenzitting op een vooraf bekend gemaakte plaats ophalen.

SLOTBEPALINGEN Geheimhouding.

92. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van het schoolexamen en/of centraal examen en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het

vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding

daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot

bekendmaking voortvloeit.

Richtlijnen inzage werk centraal eindexamen

93. Het werk van het centraal examen kan door belanghebbenden tot zes maanden na afloop van het eindexamen worden ingezien. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend bij de examensecretaris.

Het inzien vindt plaats onder toezicht van de secretaris van het eindexamen op en gedurende een door hem te bepalen tijd, plaats en duur.

Het eindexamenwerk mag niet gekopieerd of meegenomen worden buiten de door de secretaris van het eindexamen bepaalde ruimte.

Bij de inzage vindt geen discussie plaats over het toegekende aantal punten.

Overige bepalingen.

94. Waar in dit reglement wordt genoemd "de sectordirecteur" of “de teamleider”

kan ook worden gelezen "of zijn plaatsvervanger".

95. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de sectordirecteur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de locatiedirecteur, is verhinderd bij een of meer examenonderdelen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn,

Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directie is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het

Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directie is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het

Hierbij werd ook vaak gezegd dat men het examen niet vond lijken op de pilot- en voorbeeldexamens, waardoor het dus ook niet geheel paste bij de manier waarop docenten hun

De verhouding reproductieve en productieve vragen is goed, een derde van de respondenten wil graag meer meerkeuzevragen. De meerderheid heeft moeite met de aansluiting van de

De CvTE vaststellingscommissie Spaans constateerde bij de vaststelling van het examen dat de verdeling van vragen over het B1 en het B2 niveau goed aansloot bij het

Ik maak er een sport van om de vragen te beantwoorden zonder de context te lezen, dat gaat in de meeste gevallen goed (en scheelt een hoop tijd). Een beoordeling over de kwaliteit

Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directie is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het