• No results found

REGLEMENT ZWAAR WERK VAN DE STICHTING VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS IN HET SLAGERSBEDRIJF. Artikel 1 Definities

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "REGLEMENT ZWAAR WERK VAN DE STICHTING VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS IN HET SLAGERSBEDRIJF. Artikel 1 Definities"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REGLEMENT ZWAAR WERK VAN DE STICHTING VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS IN HET SLAGERSBEDRIJF

Artikel 1 Definities

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de definities zoals omschreven in artikel 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf. Verder wordt in afwijking van en in aanvulling op die definities verstaan onder:

1. AOW-gerechtigde leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet;

2. Cao: cao Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf;

3. Pensioen: degene die een AOW-uitkering en/of een pensioenuitkering van het pensioenfonds ontvangt;

4. Reglement: Reglement Zwaar werk;

5. Seniorenregeling I: de regeling in de sector Slagersbedrijf die een werknemer van 60 jaar en ouder het recht geeft om in het kader van duurzame

inzetbaarheid 80% van zijn reguliere arbeidsduur per week te gaan werken, tegen doorbetaling van 90% van het feitelijke loon dat de werknemer zou hebben verdiend, als hij niet minder was gaan werken en 100%

pensioenopbouw;

6. Seniorenregeling II: de regeling in de sector Slagersbedrijf die een werknemer van 60 jaar en ouder het recht geeft om in het kader van duurzame

inzetbaarheid 95% van zijn reguliere arbeidsduur per week te gaan werken, tegen doorbetaling van 100% van het feitelijke loon dat de werknemer zou hebben verdiend, als hij niet minder was gaan werken en 100%

pensioenopbouw;

7. Stichting: Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagersbedrijf, gevestigd te Rijswijk (ZH);

8. Uitkering: het bedrag dat werknemer en werkgever vastleggen in de

vaststellingsovereenkomst en dat de stichting aan de uitkeringsgerechtigde betaalbaar stelt;

9. Uitkeringsgerechtigde: degene die op grond van het reglement recht heeft op een uitkering;

10. Uittredingsdatum: de dag waarop de arbeidsovereenkomst tussen de

werknemer en zijn werkgever op verzoek van de werknemer door middel van de vaststellingsovereenkomst is beëindigd;

11. Vaststellingsovereenkomst: de overeenkomst zoals bedoeld in de bijlage bij het reglement, waarin o.a. de uittredingsdatum en de uitkering is vastgelegd;

12. Zwaar werk: die werkzaamheden/functies, waarbij de werknemer, binnen het geautomatiseerde productieproces van een voorverpakkingsbedrijf of centrale slagerij, in een ruimte die gekoeld is tot een temperatuur beneden 12 graden Celsius, zelf werkzaamheden verricht die gelden als fysiek, eenzijdig en sterk repeterend.

(2)

Artikel 2 Uitvoering

Het reglement wordt uitgevoerd door het bestuur van de stichting.

Artikel 3 Recht op uitkering

1. Recht op uitkering, onder de voorwaarden als uitgewerkt in dit reglement, heeft de werknemer die op de uittredingsdatum volledig is gestopt met werken en:

a. die vanaf de inwerkingtredingsdatum van dit reglement tot en met 31 december 2025 op de uittredingsdatum een leeftijd heeft bereikt die maximaal drie jaar en minimaal 1 maand voor de AOW-gerechtigde leeftijd ligt, en;

b. die bij het aanvragen van een uitkering voor een deeltijdpercentage van tenminste 80% in dienst is (minimaal 30,4 uur per week), en;

c. die als werknemer minimaal 20 jaar werkzaam is geweest bij een werkgever vallend onder de Cao voor het Slagersbedrijf in een functie die beschouwd kan worden als zwaar werk zoals gedefinieerd in artikel 1, twaalfde lid van dit reglement, en;

d. die als werknemer minimaal 10 jaar voorafgaand aan de uittredingsdatum bij dezelfde werkgever, zijnde een voorverpakkingsbedrijf of een centrale slagerij vallend onder de Cao voor het Slagersbedrijf, of diens

rechtsvoorganger in dienst is geweest.

2. De uitkeringsgerechtigde ontvangt van de stichting een schriftelijke bevestiging van het recht op uitkering, nadat de werkgever de financiële bijdrage als

genoemd in artikel 12, tweede lid aan de stichting heeft betaald. De werkgever die een vaststellingsovereenkomst aangaat of is aangegaan, ontvangt een afschrift hiervan.

Artikel 4 Geen recht op uitkering Geen recht op een uitkering heeft de werknemer:

a. die ziek is gemeld, gedurende de eerste twee ziektejaren;

b. die recht heeft op een IVA-uitkering of een Ziektewetuitkering;

c. die recht heeft op een WGA-uitkering op grond van 80 tot 100%

arbeidsongeschiktheid;

d. die in het kader van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst een beroep doet op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW);

e. die recht heeft op een PAWW-uitkering van de stichting PAWW;

f. die gestopt is met werken op de datum van inwerkingtreding van dit reglement, al dan niet met pensioen is gegaan en die vervolgens weer gaat werken;

g. die vanaf de inwerkingtredingsdatum van dit reglement t/m 28 februari 2022 in dienst is van een werkgever die een voorschot dan wel een definitieve uitkering heeft verkregen op grond van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 3).

Artikel 5 Aanvragen uitkering

1. De werknemer die voor een uitkering op grond van dit reglement in aanmerking wil komen dient minimaal 1 maand vóór de gewenste uittredingsdatum

gezamenlijk met zijn werkgever een daartoe strekkende aanvraag in bij de stichting.

(3)

2. De werknemer en werkgever ontvangen een bevestiging van de aanvraag om uitkering.

3. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat volledig en naar waarheid wordt ingevuld en

ondertekend, en onder bijvoeging van de gevraagde stukken.

4. Bij het indienen van het aanvraagformulier geeft de werknemer toestemming aan de stichting om alle over hem/haar bekende gegevens, die nodig zijn voor het vaststellen van het recht op uitkering, voor de berekening van de duur en de hoogte van de uitkering op te vragen bij de werkgever, waar de werknemer ten tijde van de aanvraag in dienst is.

5. De werknemer die in aanmerking wenst te komen voor de uitkering verklaart zich bij zijn aanvraag akkoord met de op hem van toepassing zijnde rechten en verplichtingen die voortvloeien uit dit reglement.

6. De werknemer die in aanmerking wenst te komen voor een uitkering verstrekt alle informatie aan de stichting waarvan hem bekend is dan wel bekend behoort te zijn dat die relevant is voor het vaststellen van het recht op uitkering als ook de duur en hoogte van de uitkering.

Artikel 6 Duur, hoogte en uitbetaling uitkering Duur van de uitkering

1. Aan de uitkeringsgerechtigde wordt met ingang van de uittredingsdatum voor maximaal 36 maanden een maandelijkse uitkering in de zin van dit reglement toegekend, welke uitkering in ieder geval eindigt op de datum waarop de uitkeringsgerechtigde de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

2. De uitkering vangt aan op de eerste van de maand en eindigt op de laatste dag van de maand.

Hoogte van de uitkering

3. De hoogte van het totale bruto uitkeringsbedrag over de totale uitkeringsduur is mede afhankelijk van het aantal maanden tussen de uittredingsdatum en de datum waarop de uitkeringsgerechtigde de voor hem geldende AOW-

gerechtigde leeftijd bereikt. Het totale bruto uitkeringsbedrag als genoemd in de vorige zin wordt op de datum van ondertekening van de

vaststellingsovereenkomst vastgesteld en in de vaststellingsovereenkomst vastgelegd.

4. De maandelijkse bruto uitkering bedraagt het totale bruto uitkeringsbedrag als genoemd in het derde lid gedeeld door het aantal maanden tussen de

uittredingsdatum en de datum waarop de uitkeringsgerechtigde de voor hem gelende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt met dien verstande dat de

maandelijkse bruto uitkering nooit meer kan bedragen dan het maximaal van RVU-heffing vrijgestelde bedrag per maand.

5. Indien het maximaal van RVU-heffing vrijgestelde bedrag zoals geldend op de uittredingsdatum of op de datum van ondertekening van de

vaststellingsovereenkomst nog niet bekend is, wordt voor de vaststelling van de hoogte van de bijdrage uitgegaan van het dan geldende vrijstellingsbedrag.

(4)

6. De uitkeringsgerechtigde die voorafgaand aan de uittredingsdatum een parttime dienstverband als genoemd in artikel 3, eerste lid, sub b. had, heeft recht op een uitkering naar evenredigheid van zijn arbeidsduur ten opzichte van een fulltime dienstverband (38 uur).

7. De uitkeringsgerechtigde die voorafgaand aan de uitredingsdatum gedeeltelijk arbeidsgeschikt was, heeft recht op een uitkering naar evenredigheid van het gedeelte dat hij arbeidsgeschikt is.

8. Voor de toepassing van dit reglement wordt een werknemer die deelneemt aan seniorenregeling I als genoemd in artikel 1, vijfde lid aangemerkt als een werknemer met een parttime dienstverband.

9. Voor de toepassing van dit reglement wordt een werknemer die deelneemt aan seniorenregeling II als genoemd in artikel 1, zesde lid aangemerkt als een werknemer met een fulltime dienstverband.

10. Over de uitkering als genoemd in het vierde lid wordt geen 8% vakantietoeslag toegekend.

11. Over de uitkering als genoemd in het vierde lid vindt geen pensioenopbouw plaats.

Uitbetaling van de uitkering

12. De uitkering komt tot uitbetaling nadat de financiële bijdrage als genoemd in artikel 12, tweede lid door de werkgever aan de stichting is voldaan.

13. De uitkering wordt maandelijks door de stichting aan de uitkeringsgerechtigde betaald, onder aftrek van de wettelijk verplichte inhoudingen.

14. De uitkeringsgerechtigde ontvangt maandelijks een (digitale) specificatie van de betaalde uitkering en eenmaal per jaar een (digitale) jaaropgave.

Artikel 7 Werken tijdens de uitkering

1. Het is verboden om tijdens de looptijd van de uitkering op grond van dit reglement regeling binnen de slagerssector en aanpalende sectoren werkzaamheden te verrichten, van wat voor aard dan ook en tegen welke voorwaarden, vergoeding of beloning dan ook.

2.

Het bestuur van de stichting is bevoegd om bij overtreding van het in het eerste lid opgenomen verbod een sanctie op te leggen. De stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is. Verder wordt melding gemaakt van de mogelijkheden voor bezwaar als bedoeld in artikel 14.

Artikel 8 Einde recht op uitkering

1. Het recht op uitkering op grond van dit reglement eindigt met ingang van de dag waarop de uitkeringsgerechtigde de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

2. Het recht op uitkering eindigt vóór de in het eerste lid bedoelde datum als de uitkeringsgerechtigde opnieuw een dienstbetrekking, niet zijnde een

(5)

vrijwilligersovereenkomst, in de slagerssector of in een aanpalende sector aanvaardt, en wel met ingang van de eerste dag waarop hij in die

dienstbetrekking werkzaam is.

3. Het recht op uitkering eindigt voor de in het eerste lid bedoelde datum indien de uitkeringsgerechtigde in of buiten de slagerssector zich op of na de

uittredingsdatum vestigt als ondernemer en inkomsten als zelfstandige uit deze onderneming verkrijgt, dan wel reeds voorafgaand aan de uittredingsdatum was gevestigd als ondernemer, er inkomsten als zelfstandige uit deze onderneming worden verkregen en het aantal uren waarop werkzaamheden als zelfstandige worden verricht, wordt verhoogd op of na de uittredingsdatum.

4. Het recht op uitkering op grond van deze regeling eindigt ingeval van overlijden met ingang van de dag na de laatste dag van de tweede maand na de maand waarin het overlijden plaatsvond, doch in ieder geval met ingang van de dag waarop de uitkeringsgerechtigde de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd zou hebben bereikt.

Artikel 9 Verstrekken van informatie

1. De uitkeringsgerechtigde verstrekt desgevraagd of uit eigen beweging aan de stichting alle informatie waarvan hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat die van invloed is op beoordeling en het voortbestaan van het recht op uitkering, de duur en hoogte van de uitkering en de betaling daarvan van belang kunnen zijn.

2. De uitkeringsrechtigde verstrekt onverwijld uit eigen beweging in ieder geval informatie aan de stichting en aan de werkgever die een

vaststellingsovereenkomst aangaat of is aangegaan, over het aanvaarden van een dienstbetrekking en/of het verrichten van werkzaamheden als zelfstandige en/of het ontvangen van een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) of de PAWW-regeling na de uittredingsdatum. De stichting kan dit periodiek (laten) toetsen.

Artikel 10 Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering

1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. De uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen.

2. De stichting is bevoegd de door de stichting opgelopen schade, als gevolg van door de uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in dit reglement gestelde voorwaarden en verplichtingen, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op de uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering.

3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen.

(6)

4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden

gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling.

5. De stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de

uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is. Verder wordt melding gemaakt van de mogelijkheden voor bezwaar als bedoeld in artikel 14.

Artikel 11 Terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering

1. Indien de uitkering geheel of gedeeltelijk onverschuldigd is betaald, kan die uitkering of dat deel van de uitkering worden teruggevorderd van de persoon aan wie onverschuldigd is betaald. Geen terugvordering zal plaatsvinden na het verstrijken van een termijn van vijf jaar na de datum waarop de stichting heeft geconstateerd dat de uitkering onverschuldigd is betaald. De stichting doet de betreffende persoon van die constatering onverwijld schriftelijk mededeling.

2. Wanneer blijkt dat een uitkering onverschuldigd is betaald, zijn zowel de stichting als de werkgever, die een vaststellingsovereenkomst is aangegaan, gerechtigd het teveel betaalde bedrag terug te vorderen. De stichting en werkgever treden hierover gezamenlijk in overleg.

3. De uitkeringsgerechtigde ontvangt een beslissing waarin aan deze persoon gemotiveerd wordt meegedeeld dat aan hem onverschuldigd is betaald, alsmede de termijn waarbinnen hij het onverschuldigd betaalde bedrag dient terug te betalen. Deze termijn bedraagt twee weken.

4. Voor zover mogelijk zal de terugvordering worden verrekend met de nog uit te betalen uitkering. De stichting stelt de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald daarvan schriftelijk op de hoogte.

5. Indien de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald niet in staat is het nog openstaande bedrag ineens terug te betalen, dan kan hij om een

betalingsregeling verzoeken. Hij dient dit verzoek, voorzien van onderbouwing, binnen twee weken na dagtekening van de in derde lid bedoelde beslissing in bij de stichting. De stichting neemt, na overleg met de werkgever binnen 2 weken een besluit op het verzoek.

6. Wanneer de stichting niet tegemoetkomt aan een verzoek tot het treffen van een betalingsregeling, zal de stichting de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald hiervan schriftelijk mededeling doen. Aan de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald, wordt dan het verzoek gedaan de onverschuldigd betaalde uitkering alsnog binnen twee weken terug te betalen.

7. Wanneer terugvordering over het lopende kalenderjaar plaatsvindt zal terugvordering van het netto te veel betaalde bedrag plaatsvinden. Vindt terugvordering plaats na afloop van het kalenderjaar waarin de uitkering onverschuldigd is betaald, dan wordt het bruto te veel betaalde bedrag teruggevorderd.

8. Wanneer de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald niet tijdig aan de verplichting tot terugbetaling voldoet, of – in het geval van een

(7)

betalingsregeling – zijn periodiek niet tijdig betaalt, zal de stichting de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald eenmaal een herinnering sturen met de mededeling dat de betaling binnen 14 dagen moet zijn ontvangen.

9. Wanneer de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald niet binnen die termijn betaalt of wanneer hij een tweede maal een periodiek mist, zal de gehele vordering zonder verder bericht uit handen worden gegeven aan een incassobureau. De kosten ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten komen, conform de wettelijk maximaal toegestane vergoeding zoals vastgesteld in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten of enige

regelgeving die in plaats van dit besluit zal gelden, voor rekening van de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald.

10. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan de stichting in overleg met de werkgever geheel of gedeeltelijk afzien van terugvordering.

Artikel 12 Financiering van de uitkering

1. De uitkering wordt gefinancierd door de werkgever die met de werknemer de vaststellingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 1, elfde lid heeft

ondertekend. Deze werkgever is voor de financiering van het totale bruto

uitkeringsbedrag zoals bedoeld in artikel 6, derde lid een financiële bijdrage aan de stichting verschuldigd.

2. De werkgever is de in het eerste lid genoemde financiële bijdrage in één keer aan de stichting verschuldigd. Deze bijdrage wordt op de datum van

ondertekening van de vaststellingsovereenkomst vastgesteld en in de vaststellingsovereenkomst vastgelegd.

3. De werkgever maakt uiterlijk 1 maand voorafgaand aan de ingangsdatum van de uitkering de verschuldigde bijdrage zoals genoemd in het tweede lid onder vermelding van de werknemer over aan de stichting.

4. De werkgever die nalaat de ingevolge de in het tweede lid genoemde bedrag te voldoen of tijdig te voldoen, is naast het verschuldigde bedrag wettelijke rente als bedoeld in de artikelen 119 en 120 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek verschuldigd.

5. Wanneer de werkgever nalaat de bijdrage af te dragen of tijdig af te dragen, zal de stichting eenmaal een herinnering sturen met de mededeling dat de betaling binnen 14 dagen moet zijn ontvangen.

6. Wanneer de werkgever niet binnen de termijn als genoemd in het zesde lid betaalt, zal de gehele vordering zonder verder bericht uit handen worden gegeven aan een incassobureau.

7. De kosten ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten komen, conform de wettelijk maximaal toegestane vergoeding zoals vastgesteld in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten of enige regelgeving die in plaats van dit besluit zal gelden, voor rekening van de werkgever.

8. Indien de uitkering eindigt als gevolg van artikel 8, leden 1 t/m 4 van dit reglement (einde recht op uitkering) wordt de teveel door de werkgever aan de stichting betaalde bijdrage aan de werkgever teruggestort.

(8)

Artikel 13 Voorschriften

Het bestuur van de stichting is bevoegd nadere voorschriften vast te stellen die nodig zijn voor een verantwoorde uitvoering van het reglement. Deze voorschriften moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen in de statuten en in dit

reglement.

Artikel 14 Bezwaar

In geval van een bezwaar omtrent de uitvoering van dit reglement kan de werknemer of de uitkeringsgerechtigde zich schriftelijk tot het bestuur van de stichting (Postbus 1234, 2280 CE, Rijswijk) wenden met het verzoek terug te komen op een beslissing op grond van dit reglement.

Artikel 15 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin het reglement niet voorziet en in situaties waarin de toepassing van het reglement tot een onbillijke uitkomst leidt, beslist het bestuur van de stichting.

Artikel 16 Anti-cumulatie

De werknemer die aanspraak maakt op de uitkering op grond van dit reglement kan geen aanspraak maken op enig andere regeling zoals een wettelijke

transitievergoeding of een uitkering uit hoofde van een sociaal plan van de werkgever met wie hij een vaststellingsovereenkomst is aangegaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 februari 2022 en heeft geen terugwerkende kracht.

Artikel 18 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Zwaar werk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Gast is verplicht voor aanvang van de eerste Dienst en indien dit door een Vertegenwoordiger van de Onderneming aan het begin van een Dienst wordt gevraagd alle

Ingeval de opdrachtgever de in artikel 5.5 genoemde verplichtingen niet of niet volledig nakomt, is deze jegens de opdrachtnemer en de stagiair/projectmedewerker/arbeidskracht

Indien bij dergelijke zaken een derde te goeder trouw toch reeds de eigendom van de nog niet aan PSI betaalde zaken al van de opdrachtgever mocht hebben verkregen, doch deze derde

aangemerkt. Inmiddels betaalde bedragen boven de onkostenvergoeding zullen worden gerestitueerd. 4) Bij annulering korter dan 7 dagen voor aanvang van de ijsbad training

3.9 Je erkent en stemt er mee in dat je door het aanmaken van een Account, aan Netwerk Onderwijsprofessionals toestemming verleent om jouw naam zichtbaar te maken voor andere

Indien de in Nederland te leveren zaken buiten Nederland moeten worden gebruikt, is verkoper verantwoordelijk dat de te leveren zaken voldoen aan de technische eisen of normen

Indien een betrokkene van mening is dat dit reglement niet wordt nageleefd of dat de Wet bescherming persoonsgegevens niet correct wordt uitgevoerd door Arcade, kan hij/zij

vergadering worden de bestuursfuncties verdeeld. De secretaris is tevens vice-voorzitter en neemt bij ontstentenis van de voorzitter, diens werkzaamheden waar. Bij ontstentenis van