• No results found

Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer 2010

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer 2010"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aantal bezoeken

Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer

2010

(2)

Inhoudsopgave

Samenvatting ____________________________________________________________ 3 1. Inleiding_____________________________________________________________ 4 2. Methodiek ___________________________________________________________ 5

2.1 Onderzoeksvraag___________________________________________________ 5 2.2 Onderzoeksgebieden ________________________________________________ 6 2.3 Automatische tellingen ______________________________________________ 6 2.4 Visuele tellingen____________________________________________________ 7 3. Onderzoeksresultaten _________________________________________________ 8

3.1 Aantal bezoeken in 2010 _____________________________________________ 8 3.2 Analyse aantal bezoeken over 6 jaar ___________________________________ 9 3.3 Spreiding van het aantal bezoeken ___________________________________ 11 3.2.1 Gemiddelde bezoekersspreiding per dag_____________________________ 12 3.4 Weersomstandigheden _____________________________________________ 13 4. Conclusies _________________________________________________________ 15 Bijlage 1 Locaties van telpunten in de recreatiegebieden ______________________ 16

(3)

Samenvatting

Het totaal aantal bezoeken per recreatieschap is weergegeven in de onderstaande tabel.

Tabel 1 Aantal bezoeken recreatiegebieden

Recreatiegebied 2009 2010

Geestmerambacht 1.047.518 1.033.423

Zomerdel 768.713 691.535

Park van Luna 278.805 341.888

Het Twiske 1.117.487 1.133.853

Alkmaarder- en Uitgeestermeer 450.433 371.804

Spaarnwoude 5.466.076 5.330.535

Oosterbroek - Buitenhuizen 2.910.450 2.291.448

Houtrak 1.164.729 915.391

Veerplas 760.895 744.215

Groene Weelde 630.002 628.977

Westbroekplas (sinds 2010) 750.503

Groengebied Amstelland 3.117.038 2.568.495

Elsenhove 258.887 147.351

Ouderkerkerplas 459.653 442.831

De Hoge Dijk / Gaasperzoom 120.325 91.854

Gaasperplas 2.231.874 1.854.128

Overdiemen 44.290 42.376

Totaal 11.198.552 10.257.891

In 2010 hebben in totaal ruim 10,2 miljoen recreanten de verschillende recreatieschappen bezocht. Dat is een daling van bijna 8% ten opzichte van 2009. Voor de meeste (deel)gebieden van de recreatieschappen is het aantal bezoeken in 2010 rond de 8% lager dan in 2009. Dit lag voornamelijk aan het weer in 2010.

Het totale aantal bezoeken van het RAUM is gedaald. In het aantal bezoeken voor 2010 is voor het eerst ook het bezoek aan recreatiegebied De Hoorne en de daarbij gelegen jachthaven meegenomen. Als dit oeverpark net als in de voorgaande jaren niet mee wordt genomen in de tellingen is het aantal bezoeken voor 2010 ongeveer 270.000.Oorzaken hiervoor zijn het slechte weer, de werkzaamheden aan oeverpark Uiterdam en de verkeerde opstelling van de mechanische teller bij Zwaansmeer.

Ook bekeken over 5 jaar is het aantal bezoeken gedaald. Het aantal bezoeken in 2011 meer duidelijkheid scheppen op de vraag of het aantal bezoeken echt zo sterk daalt of dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

(4)

1. Inleiding

De provincie Noord-Holland en de recreatieschappen Geestmerambacht, Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Het Twiske, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland hebben aangegeven behoefte te hebben aan een kengetal voor het aantal bezoeken van de Noord-Hollandse recreatiegebieden om het gebruik van de recreatiegebieden te kunnen meten. Recreatie Noord-Holland NV heeft daarom de opdracht gekregen het aantal bezoeken aan zes recreatiegebieden te meten. In het rapport dat voor u ligt worden de kengetallen van het aantal bezoeken aan deze recreatiegebieden in 2010 weergegeven. Dit kengetal dient onder andere om de beleidsresultaten en de invloed van beleids- en beheerbeslissingen op het aantal bezoeken van de verschillende schappen te meten.

Om het aantal bezoeken in de Noord-Hollandse recreatieschappen vast te stellen is door Recreatie Noord-Holland in 2010 een telonderzoek uitgevoerd. Het aantal bezoeken werd gemeten door middel van geautomatiseerde tellingen. Het onderzoek is gericht op de inkomende recreatieve bezoeken. Het niet recreatieve verkeer zoals woon-werk en doorgaand verkeer is zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten.

(5)

2. Methodiek

2.1 Onderzoeksvraag

De centrale onderzoeksvraag voor het bepalen van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen in Noord-Holland luidt:

Subvragen

- Wat is het aantal bezoeken aan een recreatieschap en de deelgebieden binnen dit recreatieschap per jaar?

- Hoe ziet het patroon van het aantal bezoeken per maand er uit voor de verschillende gebieden?

- Is er een vergelijking mogelijk van het bezoekgedrag aan bepaalde deelgebieden en / of recreatiegebieden?

- Welke aanbevelingen voor beleid kunnen worden gegeven op basis van het aantal bezoeken nadat deze over een langere periode zijn gemeten?

Bij het opzetten van de recreatiemonitor zijn de onderstaande hypothese hypotheses geformuleerd. Inmiddels hebben de gegevens afdoende bewijs geleverd voor alle hypotheses, waarbij hypothese 4 het minst duidelijk uit de gegevens is af te lezen daar de andere invloeden op de het aantal bezoeken hiermee interfereren.

1. De vijf recreatieschappen uit het onderzoek verschillen onderling qua inrichting, karakter en ligging. Enkele gebieden liggen aan de rand van een grote stad en andere recreatiegebieden liggen in een meer landelijke omgeving. De functie varieert van uitloopgebied voor korte wandelingen in het stadsrandgebied tot zwemlocaties waar bezoekers zich gedurende een hele dag kunnen vermaken.

Als gevolg van de verschillen tussen de gebieden zullen de aantallen bezoeken en de seizoenscurve per recreatiegebied verschillen.

2. De aantallen bezoeken worden in belangrijke mate bepaald door de dagsoort.

Hiermee wordt bedoeld of er sprake is van een doordeweekse dag, een zaterdag of een zon- of feestdag.

3. Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden is weersafhankelijk.

4. Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden hangt samen met vakantieperioden

Is er een ontwikkeling van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen zichtbaar in de periode vanaf 2005?

(6)

2.2 Onderzoeksgebieden

Voor het onderzoek naar het aantal bezoeken zijn in vijf recreatiegebieden verschillende deelgebieden aangewezen waarvoor het aantal bezoeken zal worden gemeten. In tabel 2 is een overzicht gegeven van de recreatiegebieden en de deelgebieden.

Tabel 2 Recreatiegebieden en deelgebieden Recreatie Noord-Holland Recreatiegebied Deelgebied

Spaarnwoude Houtrak

Oosterbroek en Buitenhuizen

Veerplas

Westbroekplas

Groene Weelde

Geestmerambacht Zomerdel (oud Geestmerambacht zonder uitbreiding)

Park van Luna Alkmaarder- en

Uitgeestermeer

Fiets-, kano- en pontroutes

Oeverpark Zwaansmeer

Overpark Dorregeest

Oeverpark Uiterdam

Oeverpark Woudhaven

Het Twiske Gehele gebied

Landschap Waterland Hemmeland (tot en met 2009)

Groengebied Purmerland (vanaf 2011) Groengebied Amstelland Ouderkerkerplas

De Hoge Dijk en Gaasperzoom

Gaasperplas

Diemerpolder (vanaf 2010 hele Diemerscheg)

Elsenhove

Kaarten van deze recreatiegebieden waarop de locatie van de telpunten is aangegeven zijn bijgevoegd in bijlage 1.

2.3 Automatische tellingen

Per deelgebied van een recreatieschap wordt minimaal één referentiepunt bepaald bij een hoofdingang waar zuiver kan worden gemeten (en dus geen sprake is van woon- werkverkeer of andere niet-recreatieve verkeersstromen). Het referentiepunt van het deelgebied is bij voorkeur gekozen op een plaats waar ook tijdens het voorbereidend onderzoek naar het aantal bezoeken in 2005 een meting heeft plaatsgevonden. Op het referentiepunt (of referentiepunten) is een automatische passantenteller geplaatst die met behulp van een rubber slang over het wegdek het aantal passeerbewegingen meet. De gebruikte apparatuur kan zowel auto’s als fietsen meten, afhankelijk van de situatie. De tellers leveren digitaal gegevens aan die per uur het aantal passanten weergeeft. De bezoekers die de gebieden bezoeken via andere toegangen dan degene waar een automatisch teller is opgesteld worden berekend aan de hand van in 2006 en 2007 uitgevoerde visuele tellingen (zie volgende paragraaf).

In Geestmerambacht en Het Twiske wordt met behulp van de automatische tellers het hele gebied sluitend gemeten. Dat wil zeggen dat bij elke ingang, zowel voor auto als fiets, een meter aanwezig is. De betrouwbaarheid van de gegevens in deze gebieden is dan ook erg hoog.

(7)

In het RAUM worden de vier oeverparken (Zwaansmeer, Dorregeest, Uiterdam en de Woudhaven) ieder met één teller gemeten. Verder is er op de pontjes bij Molletjesveer en Oost Knollendam mechanische teller s gemonteerd die door middel van een ‘oogje’ via infrarood het aantal gebruikers van die pontjes telt. In 2010 zijn ook de bezoeken aan deelgebied De Hoorne en de naastgelegen jachthaven meegenomen in de tellingen.

2.4 Visuele tellingen

Bij alle schappen zijn in 2006 en 2007 visuele tellingen gedaan. Per deelgebied werden op doordeweekse dagen, zaterdagen en zon of feestdagen en zowel in het voor- als in het hoogseizoen het aantal bezoekers aan alle ingangen geregistreerd door hiervoor ingehuurde werknemers die bij de ingangen posteerden. Met de hiermee verzamelde gegevens worden drie verschillende kengetallen berekend:

1. De verhouding tussen het soort bezoeken (auto, fiets of voetgangers) per deelgebied 2. De gemiddelde bezettingsgraad van de verschillende vervoermiddelen

3. De verhouding tussen het aantal bezoeken dat via de verschillende ingangen het gebied binnenkomt

Met deze drie kengetallen is het mogelijk om vanuit 1 meetpunt (of enkele meetpunten) het totale aantal bezoeken aan een (deel)gebied te berekenen. Dus ook als er een automatische teller wordt gebruikt die het aantal passerende auto’s registreert, is het mogelijk om het aantal bezoeken per fiets en per voet voor alle ingangen te berekenen.

Voor de meeste gebieden worden de gemiddelden van de visuele tellingen van 2006 en 2007 gebruikt om vaste vermenigvuldigingsfactoren te verkrijgen. Wanneer de gegevens uit de visuele tellingen tussen 2006 en 2007 sterk afweken zijn de factoren uit 2007 gebruikt omdat de visuele tellingen uit 2007 betrouwbaarder zijn dan die uit 2006.

Het kan zijn dat er door de ontwikkeling van nieuwe voorzieningen of veranderingen in de routestructuren de verhouding van het aantal bezoeken dat via de verschillende ingangen van een gebied binnenkomt veranderd. Waar het vermoeden bestaat dat dit het geval is en er voldoende budgettaire ruimte is kunnen dan nieuwe visuele tellingen worden uitgevoerd.

Een voorbeeld hiervan is de Gaasperplas, een deelgebied van Groengebied Amstelland, waar in 2010 opnieuw visueel is geteld.

(8)

3. Onderzoeksresultaten 3.1 Aantal bezoeken in 2010

In 2010 hebben in totaal ruim 10,2 miljoen recreanten de verschillende recreatieschappen bezocht. Dat is een daling van bijna 8% ten opzichte van 2009. In tabel 3 staat een meerjarenoverzicht van de bezoekersaantallen per (deel)gebied. Voor de meeste (deel)gebieden van de recreatieschappen is het aantal bezoeken in 2010 rond de 8% lager dan in 2009. Dit lag voornamelijk aan het weer in 2010, dat niet bevorderlijk was voor de openluchtrecreatie (zie paragraaf 3.3).

Tabel 3 Aantal bezoeken recreatiegebieden

Recreatiegebied 2009 2010

Geestmerambacht 1.047.518 1.033.423

Zomerdel 768.713 691.535

Park van Luna 278.805 341.888

Het Twiske 1.117.487 1.133.853

Alkmaarder- en Uitgeestermeer 450.433 371.804

Spaarnwoude 5.466.076 5.330.535

Oosterbroek - Buitenhuizen 2.910.450 2.291.448

Houtrak 1.164.729 915.391

Veerplas 760.895 744.215

Groene Weelde 630.002 628.977

Westbroekplas (sinds 2010) 750.503

Groengebied Amstelland 3.117.038 2.568.495

Elsenhove 258.887 147.351

Ouderkerkerplas 459.653 442.831

De Hoge Dijk / Gaasperzoom 120.325 91.854

Gaasperplas 2.231.874 1.854.128

Overdiemen 44.290 42.376

Totaal 11.198.552 10.257.891

Spaarnwoude ontving het grootste gedeelte van de bezoekers. Op de tweede plaats komt Groengebied Amstelland. Aangezien Hemmeland geen onderdeel meer uitmaakt van het recreatieschap Landschap Waterland worden hier geen tellingen meer uitgevoerd. Voor Landschap Waterland wordt er vanaf 2011 geteld in het nieuwe aangelegde Groengebied Purmerland.

Het totale aantal bezoeken van het RAUM is flink gedaald. In het aantal bezoeken voor 2010 is voor het eerst ook het bezoek aan recreatiegebied De Hoorne en de daarbij gelegen jachthaven meegenomen. Als dit oeverpark net als in de voorgaande jaren niet mee wordt genomen in de tellingen is het aantal bezoeken voor 2010 ongeveer 270.000. Er zijn twee zaken die hebben bijgedragen aan het lage aantal bezoeken. Ten eerste zijn er werkzaamheden uitgevoerd aan oeverpark Uiterdam, waardoor deze in het seizoen niet geschikt was voor recreatieve doeleinden. Ten tweede was de teller bij oeverpark Zwaansmeer een tijd lang niet correct opgesteld, waardoor deze waarschijnlijk een deel van het passerende verkeer niet heeft geregistreerd. Verder heeft, net als bij de andere recreatieschappen, het slechte weer in 2010 een negatieve invloed gehad op het aantal bezoeken.

(9)

3.2 analyse aantal bezoeken over 5 jaar

De eerste tellingen van het aantal bezoekers van de recreatieschappen zijn uitgevoerd in 2005. In 2006 en 2007 zijn door voortschrijdend inzicht (visuele tellingen) de berekeningen aangepast maar voor Spaarnwoude en Groengebied Amstelland was dit niet mogelijk.

Echter vanaf 2006 zijn er zonder onderbrekingen cijfers beschikbaar over het bezoek aan de schappen, in totaal 5 jaar. Dit maakt het mogelijk om over de periode van 5 jaar een analyse uit te voeren van het verloop van het aantal bezoeken. In de onderstaande tabel is het aantal bezoekers voor alle deelgebieden weergegeven voor zover beschikbaar.

Tabel 4 Aantal bezoeken recreatiegebieden over 6 jaar

Recreatiegebied 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Geestmerambacht 894.879 847.388 1.064.199 1.055.224 1.047.518 1.033.423

Zomerdel 894.879 847.388 725.864 735.995 768.713 691.535

Park van Luna (sinds 2007) 338.335 319.229 278.805 341.888

Het Twiske 1.550.911 1.389.352 1.307.968 1.096.732 1.117.487 1.133.853 Alkmaarder- en Uitgeestermeer 643.725 534.868 527.677 525.022 450.433 371.804

Spaarnwoude * 5.629.796 5.629.382 5.646.011 5.466.076 5.330.535

Oosterbroek - Buitenhuizen 2.873.334 2.872.534 2.776.773 2.910.450 2.291.448

Houtrak 1.330.481 1.148.904 1.148.994 1.164.729 915.391

Veerplas 864.038 1.028.453 1.148.752 760.895 744.215

Groene Weelde 561.943 579.491 **579.490 630.002 628.977

Westbroekplas (sinds 2010) 750.503

Groengebied Amstelland * 2.672.388 2.619.258 3.021.703 3.117.038 2.568.495

Elsenhove 257.490 270.527 257.661 258.887 147.351

Ouderkerkerplas 533.694 464.549 456.749 459.653 442.831

De Hoge Dijk / Gaasperzoom 140.429 128.931 122.032 120.325 91.854

Gaasperplas 1.740.775 1.703.817 2.131.410 2.231.874 1.854.128

Overdiemen (sinds 2007) 51.434 53.851 44.290 42.376

Totaal 11.073.792 11.148.484 11.344.692 11.198.552 10.257.891

Noot: de bezoekersaantallen kunnen enigszins afwijken van eerder gepubliceerde cijfers door voortschrijdend inzicht.

* als gevolg van een wijziging in de methodiek is het niet mogelijk om de bezoeken aan Spaarnwoude en Groengebied Amstelland over 2005 opnieuw te berekenen met de aangepaste verhoudingsgetallen.

** wegens uitvallen teller cijfers 2007.

(10)

Om deze getallen inzichtelijk te maken zijn ze uitgedrukt als percentage, waarbij het eerste jaar waarin ze geteld zijn op 100% is gezet, en alle opvolgende jaren worden uitgedrukt als percentage ten opzichte van die 100 %. Bijvoorbeeld als een gebied in 2005 (eerste jaar) 200.000 bezoeken ontving, en in 2006 250.000, dan is het percentage voor 2005 100% en voor 2006 125%. Dit overzicht staat hier onder weergegeven in figuur 1.

Figuur 1 verloop bezoekersaantallen als percentage

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

110%

120%

2005 2006 2007 2008 2009 2010

Zomerdel Pvl Twiske RAUM

Spaarnwoude GGA

In figuur 1 is duidelijk te zien dat in alle gebieden behalve Het Twiske en Park van Luna de bezoekersaantallen zijn gedaald in 2010. Dit had te maken met de weersomstandigheden (zie paragraaf 3.4).

Bij het interpreteren van de bovenstaande gegevens voor het evalueren van veranderingen in beleid en beheer of veranderingen in het recreatieve aanbod (intern) moet rekening worden gehouden met de natuurlijke variatie in het aantal bezoekers, als gevolg van het weer en andere externe omstandigheden. Voor de (deel)gebieden waar er geen grote interne veranderingen waren in de periode 2006 – 2010 is de gemiddelde standaard deviatie 10%. Het bezoekersaantal van een gebied kan van het ene jaar naar het andere dus 10%

stijgen of dalen door externe omstandigheden. Dit sluit interne oorzaken niet uit. Het vergelijken met andere deelgebieden kan dan meer duidelijkheid scheppen.

Uit deze vergelijking blijk dat in het RAUM het aantal bezoeken over 5 jaar is gedaald, een daling die zich niet zo sterk of niet voordoet in de andere schappen. Zoals hierboven omschreven is de daling voor 2010 waarschijnlijk te wijten aan een combinatie van

werkzaamheden in het gebied, een slecht functionerende mechanische teller en het slechte weer. Desondanks die feiten is er sprake van een daling en zal het aantal bezoeken in 2011 meer duidelijkheid scheppen op de vraag of het aantal bezoeken echt zo sterk daalt of dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

(11)

3.3 Spreiding van het aantal bezoeken

Om inzicht te krijgen in het gebruik van recreatiegebieden is het van belang om te weten hoe het seizoenspatroon van het aantal bezoeken aan de gebieden er uit ziet. Hieronder

(figuur 1) worden de seizoenspatronen van het aantal bezoeken weergegeven voor 2010.

Figuur 2 Spreiding aantal bezoeken aan Groengebied Amstelland, Spaarnwoude, Zomerdel, Park van Luna, RAUM en Het Twiske in 2010

spreiding bezoeken 2010

10.000 100.000 1.000.000

jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec

Groengebied Amstelland Spaarnwoude

Twiske Zomerdel Park van Luna RAUM

In tegenstelling tot de meeste jaren kende geen enkele maand een echte piek in het aantal bezoeken. Zulke pieken doen zich meestal voor in het voor- of naseizoen en doen zich alleen voor bij de juiste weersomstandigheden, welke zich in 2010 niet hebben voorgedaan.

Hierdoor lijkt de spreiding in 2010 sterk op de gemiddelde spreiding van de bezoeken over de afgelopen 5 jaar, hieronder weggegeven in figuur 3. Het RAUM kende ook in voorgaande jaren al een zeer stabiele spreiding zonder grote pieken of dalen.

Figuur 3 Gemiddelde spreiding aantal bezoeken aan Groengebied Amstelland, Spaarnwoude, Zomerdel, Park van Luna, RAUM en Het Twiske 2006 - 2010

gemmiddelde spreiding bezoeken 2006-2010

1.000.000

Groengebied Amstelland

(12)

3.2.1 Gemiddelde bezoekersspreiding per dag

Met de gegevens van de automatische tellers in de gebieden is het ook mogelijk om inzicht te krijgen in de tijden waarop de bezoekers de gebieden binnenkomen. De beschikbare gegevens zijn hieronder weergegeven

Figuur 4 Gemiddelde spreiding aantal bezoeken per dag

0:00 2:00

4:00 6:00

8:00 10:00

12:00 14:00

16:00 18:00

20:00 22:00

Net als bij de meeste andere(deel)gebieden in Noord Holland worden de meeste bezoeken aan de oeverparken van het RAUM afgelegd tussen 10:00 en 18:00. In het RAUM komen ook tussen 18:00 en 20:00 relatief veel bezoekers het gebied binnen.

(13)

3.4 Weersomstandigheden

Bij het opzetten van de recreatiemonitor is de hypothese gesteld dat het aantal bezoeken samenhangt met de weersomstandigheden. In de voorgaande jaren is ook gebleken dat de piekmaanden wat betreft het aantal bezoeken ook altijd zeer mooi weer kenden. Nu er over 5 jaar het aantal bezoeken per maand bekend is het mogelijk over de hele periode de bovenstaande hypothese te testen.

Voor het weer in recreatiegebieden zijn drie variabelen het meest relevant: de gemiddelde temperatuur per maand, het aantal zonuren per maand en het aantal millimeter neerslag per maand. Uit de cijfers van voorgaande jaren is gebleken dat piekmaanden voor het aantal bezoeken veel zonuren en een hoge temperatuur hadden, gecombineerd met weinig tot geen neerslag. Om de invloed van het weer op het aantal bezoeken in één tabel weer te geven zijn deze variabelen en het aantal bezoekers geïndexeerd. Vervolgens is voor het weer één index gemaakt door die van zonuren en temperatuur op te tellen, en daar de index voor neerslag van af te trekken. Hoe hoger de weersindex, hoe beter het weer. Het resultaat voor 2010 staat in figuur 5 en 6 hieronder.

Figuur 5 Het weer in 2010

weer 2010

jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec

temperatuurindex zonuurenindex neerslagindex

Figuur 6 Aantal bezoeken en het weer per maand 2010 weer en bezoeken 2010

(14)

aantal bezoeken dan ook hoog. Bij het RAUM is dit effect niet zichtbaar, ook niet in eerdere jaren zoals te zien is in figuur 7 hieronder.

Figuur 7 Aantal bezoeken en het weer per maand 2006-2010

jan-07 mrt mei juli sept nov jan-08 mrt mei juli sept nov jan-09 mrt mei juli sept nov jan-10 mrt mei juli sept nov

weerindex RAUM dinex

Bij deze visualisatie moet aangetekend worden dat door de gebruikte van indexering het weer in ‘krachtiger’ wordt weergegeven en nuances wat betreft neerslag in combinatie met hoge temperaturen en zonuren of een concentratie van neerslag in een beperkt gedeelte van de maand verloren gaan. Hierdoor zijn zowel de pieken als de dalen van de weerindex extra aangezet.

(15)

4. Conclusies

Het aantal bezoeken aan het RAUM was in 2010 lager door de invloed van werkzaamheden in het gebied, een slecht functionerende teller en het slechte weer in dat jaar. Over 5 jaar bekeken lijkt het aantal bezoeken aan het RAUM onderhevig aan een dalende trend. In het aantal bezoeken. Nu de werkzaamheden aan oeverpark Uiterdam zijn afgerond, de teller bij Zwaansmeer weer naar behoren functioneert, zullen de bezoeken in 2011 aangeven er echt sprake is van een dalende trend of dat er door een opeenstapeling van factoren sprake is geweest van een tijdelijke terugval in het aantal bezoeken. Ook het weer zal in 2011 invloed hebben op het aantal bezoeken.

(16)

Bijlage 1 Locaties van telpunten in de recreatiegebieden

1

2

3 4

5

6

7

Telpunten mechanische en visuele tellingen in het RAUM

1. Zwaansmeer – parkeerplaats Blankert 2. Woudhaven

3. Fietspad 4. Dorregeest 5. Uiterdam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

duurzaam Spaarnwoude Park 2040. Op 17 oktober 2019 gaf het algemeen bestuur de conceptvisie vrij voor zienswijzen. Er zijn in totaal 12 zienswijzen binnengekomen, die in de Nota

Uw ambities met betrekking tot de inrichting van het gebied en de leefomgeving zijn wat ons betreft door u goed in beeld gebracht: Een goede inpassing van functies en een

toezichtregime dat voor uw gemeente geldt met betrekking tot het financieel toezicht (repressief)- Daarbij hebben wij gemeld dat vanuit de risicogerichte insteek bij ons toezicht

In de toelichting op de begroting, meerjarenraming en rekening hoeft geen uitputtend overzicht van elke afzonderlijke post incidentele baten en lasten en mutaties op reserves

Dit betekent dat vanaf de begroting 2016 en de jaarrekening 2015 deze kengetallen dienen te worden opgenomen in de paragraaf. weerstandsvermogen

Tevens gaan wij in op ontwikkelingen die zich gaan voordoen op het terrein van het financiële toezicht op de gemeenten (en de gemeenschappelijke regelingen) en die van belang

De gemeenteraad geeft een positieve zienswijze af ten aanzien van de concept programmabegroting en merkt hierbij op dat de financiële consequenties van actuele ontwikkelingen nog

Uit een vergelijking met andere recreatieschappen en de resultaten in de jaarrekening 2018 wordt duidelijk dat voor RAUM slechts zeer beperkt middelen zijn begroot voor