• No results found

Houtakker II, noordrand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Houtakker II, noordrand"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bestemmingsplan

Houtakker II, noordrand

Gemeente Lingewaard

Regels

Datum: 2 augustus 2017 Projectnummer: 160472.01 ID: NL.IMRO.1705.190-ON01

(2)
(3)

INHOUD

REGELS

1 Inleidende regels 3

Artikel 1 Begrippen 3

Artikel 2 Wijze van meten 6

2 Bestemmingsregels 7

Artikel 3 Bedrijventerrein - 2 7

Artikel 4 Groen 9

Artikel 5 Verkeer 10

Artikel 6 Water 11

Artikel 7 Leiding - Leidingstrook 12

3 Algemene regels 14

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 14

Artikel 9 Algemene bouwregels 14

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels 15

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 15

Artikel 12 Overige regels 16

4 Overgangs- en slotregels 17

Artikel 13 Overgangsrecht 17

Artikel 14 Slotregel 17

Bijlagen

Bijlage 1: Lijst van Bedrijfsactiviteiten Bijlage 2: Bestemming ‘Bedrijventerrein - 1’

De verbeelding

Verbeelding met legenda

(4)
(5)

SAB 3

1 Inleidende regels

Artikel 1

Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan ‘Houtakker II, noordrand’ met identificatienummer NL.IMRO1705.190-ON01 van de gemeente Lingewaard.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij be- horende bijlage.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar inge- volge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebou- wen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 antenne-installatie:

Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevesti- gingsconstructie.

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsma- tig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.8 bedrijfsvloeroppervlak:

de inpandige en overdekte ruimte die wordt benut in verband met de uitoefening van een bedrijf.

1.9 bestaand:

1 bij bebouwing: bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene be- palingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;

2 bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

(6)

SAB 4 1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omge- vingsvergunning.

1.13 bijgebouw:

een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn lig- ging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.

1.14 bouwen:

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwlaag:

een (boven peil gelegen) doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met in- begrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.17 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij el- kaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop of te verhuur; verhuren, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.22 erf:

die gedeelten van het bouwperceel, niet zijnde het bouwvlak, waarbinnen volgens dit plan bij de bestemming behorende bebouwing is toegestaan.

(7)

SAB 5 1.23 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.24 geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vesti- ging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.25 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belang- rijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.26 kantoor:

het bedrijfsmatig verrichten van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden.

1.27 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.28 overkapping:

een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden.

1.29 peil:

1 voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: het aansluitend terrein, ter plaatse van die hoofdtoegang;

2 voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg grenst:

de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte ter- rein, voor aanvang van de bouwwerkzaamheden, het oorspronkelijke maaiveld.

1.30 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toe- gepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.31 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een om- vang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.32 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inza- ke handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet alge- mene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de terinzage- legging van dit plan.

(8)

SAB 6 1.33 wet/wettelijke regelingen:

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q.

verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.34 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend voor de huisvesting van één afzonderlijke huis- houding.

Artikel 2

Wijze van meten

Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoor- stenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neer- waarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;

2.7 de hoogte van een antenne-installatie:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de antenne-installatie.

(9)

SAB 7

2 Bestemmingsregels

Artikel 3

Bedrijventerrein - 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijventerrein - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten behorende tot de categorieën 1, 2 en 3.1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage), met uitzondering van geluidzo- neringsplichtige inrichtingen;

b zelfstandige kantoren;

c productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;

met de daarbij behorende:

d tuinen, erven en terreinen;

e parkeervoorzieningen;

f groenvoorzieningen;

g waterlopen en waterpartijen;

h duikers.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde woningen en bijgebouwen bij wo- ningen, en overkappingen gelden de volgende regels:

a gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden ge- bouwd;

b de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)’ is aangegeven;

c de afstand van gebouwen en overkappingen tot één van de zijdelingse perceels- grenzen mag niet minder bedragen dan 3 m1;

d de gebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt met een plat dak of een les- senaarsdak met een dakhelling van maximaal 15º.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende re- gels:

a de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m1 bedragen;

b de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m1 bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1 Verhogen bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b ten behoeve van een hogere bouwhoogte, met inacht- neming van de volgende voorwaarden:

a voor zover niet reeds hoger is toegestaan mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 15 m1;

b het aantal bouwlagen mag niet minder bedragen dan 1 en niet meer dan 5.

(10)

SAB 8 3.4 Specifieke gebruiksregels

3.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);

b seksinrichtingen;

c opslag van goederen en materialen die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

3.4.2 Parkeervoorzieningen

Op het bouwperceel dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen overeen- komstig de vigerende beleidsregels ter plaatse met betrekking tot parkeernormen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a, voor:

a de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere ca- tegorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, indien deze gelet op de mi- lieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de be- drijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1;

b de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die, hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, niet in de Lijst van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;

met dien verstande dat bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelas- ting van een bedrijf de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrek- kende werking.

(11)

SAB 9 Artikel 4

Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a groenvoorzieningen;

b bermen en beplanting;

c voet- en rijwielpaden;

d speelvoorzieningen;

e nutsvoorzieningen;

f kunstwerken;

g kunstobjecten;

h waterlopen en waterpartijen;

i kazematten;

j in- en uitritten.

4.2 Bouwregels 4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzie- ningen, speelvoorzieningen en ten behoeve van het behoud van kazematten wor- den gebouwd;

b de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 5 m1;

c de maximale oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt 25 m2. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende re- gels:

a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m1 bedra- gen, met uitzondering van kunstwerken;

b in afwijking van het bepaalde in sub a mag de hoogte van lichtmasten maximaal 12 m1 bedragen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, be- houdens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

b het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstof- fen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestem- ming gerichte gebruik van de grond.

(12)

SAB 10 Artikel 5

Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie; en/of b voet- en rijwielpaden;

c parkeervoorzieningen;

d groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;

e straatmeubilair;

f nutsvoorzieningen;

g kunstwerken;

h kunstobjecten;

i waterlopen en waterpartijen.

5.2 Bouwregels 5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzie- ningen worden gebouwd;

b de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 m1; c de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 25 m1. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende re- gels:

a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m1 bedra- gen, met uitzondering van kunstwerken;

b in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van lichtmasten maximaal 12 m1 bedragen.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, be- houdens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

b het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstof- fen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestem- ming gerichte gebruik van de grond.

(13)

SAB 11 Artikel 6

Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a waterberging;

b waterhuishouding;

c waterlopen en waterpartijen;

d groenvoorzieningen;

e infiltratievoorzieningen;

f kunstwerken;

g kunstobjecten;

h kazematten.

6.2 Bouwregels 6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a op of in deze gronden mogen, met uitzondering van kazematten, geen gebouwen worden gebouwd;

b de bouwhoogte van kazematten mag niet meer bedragen dan 3 m1; c de oppervlakte van kazematten mag niet meer bedragen dan 25 m2. 6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende re- gels:

a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m1 bedra- gen, met dien verstande dat de hoogte van kunstwerken en kunstobjecten maxi- maal 20 m1 mag bedragen.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, be- houdens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

b het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstof- fen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestem- ming gerichte gebruik van de grond.

(14)

SAB 12 Artikel 7

Leiding - Leidingstrook

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Leidingstrook’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de aanleg en instandhou- ding van gasleidingen.

7.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

7.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

a de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 m1 bedra- gen.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 en toestaan dat conform de ondergeschikte bestemmingen ge- bouwen worden gebouwd, mits:

a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;

b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.4.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - Leidingstrook’ zon- der of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgen- de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

a het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;

b het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;

c het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;

d het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;

e diepploegen;

f het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;

g het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

(15)

SAB 13 7.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamhe- den die:

a betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;

b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

c mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

7.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;

b vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

(16)

SAB 14

3 Algemene regels

Artikel 8

Anti-dubbeltelregel

Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9

Algemene bouwregels

9.1 Algemene bouwregels

9.1.1 Ondergrondse werken, geen bouwwerk zijnde

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werk- zaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beper- kingen.

9.1.2 Ondergrondse werken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:

a ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de zone waar vol- gens de desbetreffende regels hoofd- dan wel bijgebouwen zijn toegestaan;

b het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil, vermeerderd met 15 m2 ten behoeve van lichttoetreding;

c randvoorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zijn buiten bouwvlakken toegestaan;

d de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 m1 onder peil, met dien verstande dat een randvoorziening ten behoeve van de waterhuishouding (bergbassins) tot maximaal 6 m1 onder peil gebouwd mag wor- den.

9.1.3 Afwijken oppervlakte ondergrondse bouwwerken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in artikel 9.1.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m1 onder peil onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord.

9.2 Bestaande afstanden en maten

Met betrekking tot bestaande afstanden en maten gelden de volgende regels:

a Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

(17)

SAB 15

b In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of opper- vlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omge- vingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen deze ma- ten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

c In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde onder a en b uitslui- tend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

Artikel 10

Algemene aanduidingsregels

10.1 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ‘Groen’ ter plaatse van de aan- duiding ‘wetgevingzone - wijzigingsgebied 1’ wijzigen in de bestemmingen ‘Bedrijven- terrein - 1’ zoals weergegeven in bijlage 2 en ‘Verkeer’, met inachtneming van de re- gels genoemd in de te wijzigen bestemmingen, alsmede het volgende:

a er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen;

b er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;

c vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder;

d er is geen sprake van een onevenredige aantasting van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

Artikel 11

Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de volgende bepalingen van het plan:

a voor de bouw van kleine, niet voor bewoning bestemde, gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van openbare instellingen, zoals transformatiehuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, te- lefooncellen en wachthuisjes voor verkeersdiensten. De inhoud van de gebouwtjes mag niet meer dan 50 m3 en de hoogte niet meer dan 3 meter bedragen;

b voor de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer dan 15 meter bedraagt;

c het bouwen van andere bouwwerken, die om waterstaatskundige redenen noodza- kelijk zijn zoals duikers en keermuren;

d voor afwijkingen van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen en voorgeschreven maten met ten hoogste 10% maar niet meer dan 2 meter, voor zover dit om esthe- tische of technische redenen van doelmatigheid wenselijk is.

(18)

SAB 16 Artikel 12

Overige regels

12.1 Algemene regels over wettelijke voorschriften

a Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q.

verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij an- ders bepaald.

b Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmin- gen te wijzigen ten behoeve van het aanpassen van opgenomen regels in de voor- afgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelin- gen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan worden gewijzigd.

(19)

SAB 17

4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13

Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

a Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omge- vingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwij- king naar aard en omvang niet wordt vergroot,

1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet ge- gaan.

b Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid a een omge- vingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in lid a met maximaal 10%.

c Lid a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

13.2 Overgangsrecht gebruik

a Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerking- treding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

b Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

c Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

d Lid a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voor- heen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

13.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht een omgevingsver- gunning verlenen.

Artikel 14

Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ‘Houtakker II, noordrand’ van de gemeente Lingewaard.

(20)
(21)

Bijlage1: Lijst van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

SBI-code Nr. Omschrijving Cat.

15 - Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

151 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:

151 5  vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m2 3.1 151 6  vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m2 3.1

151 7  loonslachterijen 3.1

151 8  vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m2

3.1

1552 2 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m2 2

20 - Houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d.

203, 204, 205

1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2

3.1

21 - Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren

2112 0 Papier- en kartonfabrieken:

2112 1  p.c. < 3 t/u 3.1

22 - Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media

221 Uitgeverijen (kantoren) 1

2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2

2223 A Grafische afwerking 1

2223 B Binderijen 2

2224 Grafische reproductie en zetten 2

2225 Overige grafische activiteiten 2

223 Reproductiebedrijven opgenomen media 1

24 - Vervaardiging van chemische producten

2442 0 Farmaceutische productenfabrieken:

2442 1  formulering en afvullen geneesmiddelen 3.1

2442 2  verbandmiddelenfabrieken 2

2466 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 3.1

26 - Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten

2615 Glasbewerkingsbedrijven 3.1

262, 263 0 Aardewerkfabrieken:

262, 263 1  vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2 28 - Vervaard. en reparatie van producten van metaal (excl.

mach./transportmidd.)

284 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 3.1 2852 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 3.1 287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 3.1

(22)

SBI-code Nr. Omschrijving Cat.

30 - Vervaardiging van kantoormachines en computers

30 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 2 31 - Vervaardiging van over. elektr. machines, apparaten en benodigdh.

316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 2

32 - Vervaardiging van audio-, video-, telecom-apparaten en -benodigdh.

321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 3.1

3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 3.1

33 - Vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl.

reparatie

2

36 - Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g.

361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 1

362 Fabricage van munten, sieraden e.d. 2

363 Muziekinstrumentenfabrieken 2

364 Sportartikelenfabrieken 3.1

365 Speelgoedartikelenfabrieken 3.1

3663.1 Sociale werkvoorziening 2

3663.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1

40 - Produktie en distrib. van stroom, aardgas, stoom en warm water 40 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

40 C1  < 10 MVA 2

40 C2  10 - 100 MVA 3.1

40 D0 Gasdistributiebedrijven:

40 D3  gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 1 40 D4  gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 2 40 D5  gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 3.1

40 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

40 E2  blokverwarming 2

41 - Winning en distributie van water

41 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

41 B1  < 1 MW 2

45 - Bouwnijverheid

45 1 Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m2 3.1

45 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m2 3.1

45 3 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m2 2

50 - Handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations 501, 502,

504

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 2

5020.4 B Autobeklederijen 1

5020.4 C Autospuitinrichtingen 3.1

(23)

SBI-code Nr. Omschrijving Cat.

5020.5 Autowasserijen 2

503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 2

51 - Groothandel en handelsbemiddeling

511 Handelsbemiddeling (kantoren) 1

5135 Grth in tabaksproducten 2

5136 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 2

5137 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 2

5138, 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 2

514 Grth in overige consumentenartikelen 2

5148.7 0 Grth in vuurwerk en munitie:

5148.7 1  consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 5148.7 2  consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3.1

5148.7 5  munitie 2

5151.1 0 Grth in vaste brandstoffen:

5151.1 1  klein, lokaal verzorgingsgebied 3.1

5153 0 Grth in hout en bouwmaterialen:

5153 1  algemeen: b.o. > 2000 m2 3.1

5153 2  algemeen: b.o. <= 2000 m2 2

5153.4 4 Zand en grind:

5153.4 6  algemeen: b.o. <= 200 m2 2

5154 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

5154 2  algemeen: b.o. < = 2.000 m2 2

5156 Grth in overige intermediaire goederen 2

518 0 Grth in machines en apparaten:

518 2  overige 3.1

519 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.) 2

52 - Detailhandel en reparatie t.b.v. particulieren

52 A Detailhandel voor zover n.e.g. 1

5246/9 Bouwmarkten 2

5249 Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt 1

5261 Postorderbedrijven 3.1

527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 1

55 - Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking

5511, 5512 Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra 1

5552 Cateringbedrijven 2

60 - Vervoer over land

61, 62 A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) 1

63 - Dienstverlening t.b.v. het vervoer

6312 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 2

6322, 6323 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 1

633 Reisorganisaties 1

634 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 1

(24)

SBI-code Nr. Omschrijving Cat.

64 - Post en telecommunicatie

641 Post- en koeriersdiensten 2

642 A Telecommunicatiebedrijven 1

642 B0 Zendinstallaties:

642 B2  FM en TV 1

65, 66, 67 - Financiële instellingen en verzekeringswezen

65, 66, 67 A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 1

70 - Verhuur van en handel in onroerend goed

70 A Verhuur van en handel in onroerend goed 1

71 - Verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen

711 Personenautoverhuurbedrijven 2

712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 3.1

713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 3.1

714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 2

72 - Computerservice- en informatietechnologie

72 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 1

72 B Datacentra 2

73 - Speur- en ontwikkelingswerk

731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2

732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 1

74 - Overige zakelijke dienstverlening

74 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 1

747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 3.1

7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 2

7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 1

75 - Openbaar bestuur, overheidsdiensten, sociale verzekeringen

75 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 1

7525 Brandweerkazernes 3.1

90 - Milieudienstverlening

9001 B Rioolgemalen 2

91 - Diverse organisaties

9111 Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 1

92 - Cultuur, sport en recreatie

921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 2

926 F Sportscholen, gymnastiekzalen 2

(25)

SBI-code Nr. Omschrijving Cat.

93 - Overige dienstverlening

9301.1 A Wasserijen en strijkinrichtingen 3.1

9301.1 B Tapijtreinigingsbedrijven 3.1

9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 2

9301.3 A Wasverzendinrichtingen 2

9301.3 B Wasserettes, wassalons 1

(26)
(27)

Bijlage 2: Bestemming ‘Bedrijventerrein - 1’

Artikel 3

Bedrijventerrein - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijventerrein - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten behorende tot de categorieën 1, 2 en 3.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage), met uitzondering van geluidzone- ringsplichtige inrichtingen;

b ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 2’ uitsluitend bedrijfsma- tige activiteiten behorende tot categorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;

c ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ tevens een bedrijfswoning;

d productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;

met de daarbij behorende:

e tuinen, erven en terreinen;

f parkeervoorzieningen;

g groenvoorzieningen;

h waterlopen en waterpartijen;

i duikers.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden ge- bouwd.

b De bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer c.q. niet minder en meer bedragen dan door middel van de aanduidingen ‘maximale bouwhoogte (m)’, c.q. ‘minimale-maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

c De gebouwen worden over een breedte van minimaal 50% in de naar de weg ge- keerde bouwgrens gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduidin- gen ‘specifieke bouwaanduiding - 1’ en ‘specifieke bouwaanduiding - 2’ deze regel niet van toepassing is.

d Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - 1’ wordt de voorgevel van een gebouw in dan wel op maximaal 6 meter achter de naar de weg gekeerd bouwgrens gebouwd.

e De afstand van gebouwen en overkappingen tot één van de zijdelingse perceels- grenzen mag niet minder bedragen dan 3 m1.

f De gebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt met een plat dak of een les- senaarsdak met een dakhelling van maximaal 15º.

3.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

a Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan één.

b De goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.

c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.

(28)

3.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de vol- gende regels:

a De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

b De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,5 m.

c De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2.

d Bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

e De afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 5 m.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende re- gels:

a De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m1 bedragen.

b De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m1 bedragen.

c De hoogte van masten en antennes op gebouwen mag maximaal 5 m1 bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels 3.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken voor:

a een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);

b seksinrichtingen;

c opslag van goederen en materialen die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

3.3.2 Parkeervoorzieningen

Op het bouwperceel wordt, al dan niet in een gezamenlijke parkeervoorziening in de parkeerbehoefte voorzien, met dien verstande dat:

a De norm geldt van 1 parkeerplaats per 125 m2 bedrijfsvloeroppervlak.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels 3.4.1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub a, voor:

a de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere ca- tegorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, indien deze gelet op de mi- lieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de be- drijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1;

b de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die, hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, niet in de Lijst van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;

met dien verstande dat bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelas- ting van een bedrijf de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrek- kende werking.

(29)

3.4.2 Commerciële binnensport

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het realiseren van voorzieningen ten behoeve van commerciële binnensport, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

a Er zijn milieuhygiënische belemmeringen.

b De sport- en/of recreatieve voorzieningen mogen geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende bedrijven.

c Parkeren vindt op eigen terrein plaats.

d Zelfstandige horeca is niet toegestaan.

e De bedrijfsfunctie op het bestemmingsvlak dient als hoofdfunctie aanwezig en her- kenbaar te blijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 21.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.1, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 10.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het

Langer dan de boom zelfstandig blijft staan Producent Productnaam Soort(en) ondergrondse Soort(en) ondergrondse Soort(en) ondergrondse Soort(en) ondergrondse

Door middel van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1.2 sub c voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal