• No results found

Werkgelegenheidsnota 1983-1984I. Arbeidstijdverkorting1. Sinds het Stichtingsaccoord eind 1982 is

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Werkgelegenheidsnota 1983-1984I. Arbeidstijdverkorting1. Sinds het Stichtingsaccoord eind 1982 is"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

opspormgs- en ontginnmgsbeleid de reserves aan beschik­ baar aardgas aanmerkelijk zijn toegenomen,

2) de toename van beschikbaar gas toelaat om een deel daarvan ter beschikking te stellen en de Regering toe te staan onderhandelmgen met eventuele buitenlandse afne­ mers te beginnen, op voorwaarde dat de bijzondere kwali­ teiten van het Nederlandse aardgas m de prijs tot uitdruk­ king zullen komen,

3) een deel van de toegenomen hoeveelheid gereserveerd zal worden voor verwarming van woningen voor een periode van minstens 50 jaar en zo mogelijk nog langer,

4) de capaciteit van de gasbel m Slochteren gedurende lange tijd beschikbaar zal blijven,

5) het besparingsbeleid met kracht zal worden voortgezet. Mede op verzoek van de VVD-fractie zei de Minister toe spoedig te zullen komen met een wettelijke regeling van het individueel meten van de gebruikte warmte bij stads-, wijk- en blokverwarmmg. Op de nadrukkelijke wens van de VVD dat de baten uit het aardgas zoveel mogelijk benut zullen worden ten gunste van de volgende generaties, ver­ klaarde Minister Van Aardenne dat het zijn voornemen is de inkomsten in toenemende mate te besteden aan maatrege­ len die het gezondmaken en herstructureren van onze indus­ trie zullen bevorderen.

Wetenschapsbudget, Technologie

Bij de behandeling van het onderdeel technologie met de Ministers Deetman en Van Aardenne is door de fractie gewezen op de kwetsbaarheid van het industriële onderzoek in ons land en op het feit dat m vergelijking met andere industrielanden bij ons de totale onderzoeksinspan­ ning achter dreigt te geraken. De bewindslieden zegden toe ernaar te zullen streven dat binnen de uitgaven in de collec­ tieve sector een verdere verschuiving van consumptieve bestedingen naar toekomst gerichte investeringen, o.a. ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling van technologie, zal plaatsvinden.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d r. L. B raam s, te l 070-614911, tst.2 0 1 6 .)

Werkgelegenheidsnota 1983-1984

I. Arbeidstijdverkorting

1. Sinds het Stichtingsaccoord eind 1982 is e r e e n soort euforie ontstaan m.b.t. arbeidstijdverkorting. We zijn inmiddels één jaar verder. In 1984 komen er hooguit 15.000 arbeidsplaatsen in markt en publieke sector langs deze weg bij. Bij een miljoen werklozen zijn dat helaas druppels op een gloeiende plaat.

2. De nu in gang gezette arbeidsduurverkorting (ADV) zal vooral tot doorbreking van starre werkweken moeten leiden. Afhankelijk van de wens van individuele werkne­ mers en bedrijven moet er tussen 0-40 uur per week (met variaties op jaarbasis) gewerkt kunnen worden.

D e V V D is v o o r v e rd e rg a a n d e in d iv id u a lis e rin g van w e rk tijd e n p e r w e e k en p e r ja a r. De VVD is tegen afgedwongen uniforme ADV met behulp van strafmaatre­ gelen als premiedifferentiatie of een aparte heffing voor bedrijven die niet meedoen.

3. Vergroting van het aantal deeltijdfuncties is hierbij het belangrijkste argument. Met name voor jongeren, gehuwde vrouwen, ouderen tegen de vervroegde uittre- ding-leeftijd en gedeeltelijk gehandicapten is uitbreiding van deeltijdfuncties hun enige kans.

Essentieel is het wegnemen van belemmeringen bij de

vergroting van deeltijdfuncties. Bestaande ongerechtvaar­ digde verschillen (vooral bij de sociale verzekeringspre­ mies) moeten zo snel mogelijk worden weggewerkt. 4. De VVD-fractie is gekant tegen een geforceerde alge­

mene arbeidstijdverkorting (naar 36, 32 resp. 24 uur) voor iedereen. ADV eist juist maatwerk. Die noodzaak van geleidelijkheid en verscheidenheid maakt het tot een bescheiden wapen in de strijd tegen de werkloosheid.

II. Werken met behoud van uitkering

1. Naast het traditionele vrijwilligerswerk zijn talloze gemeenschapstakenplannen en werkprojecten voor werklozen ontwikkeld. De VVD-fractie staat positief tegenover het feit dat lagere overheden, vrijwilligers­ organisaties en individuele werklozen met bij de pakken neerzitten en allerlei activiteiten willen ontplooien. 2. Om het werken met behoud van uitkering echter in goede

banen te leiden zijn effectieve spelregels en toetsings­ procedures een harde voorwaarde. In de marktsector zijn er daardoor vooralsnog beperkte mogelijkheden. Die lig­ gen vooral m de sfeer van „het terugploegen" van uitkerin­ gen m de bouw.

3. In de kwartaire sector doen zich de meeste mogelijkhe­ den voor. In de kwartaire sector moet door de financiële nood van de overheid een groot aantal op zichzelf zinvolle activiteiten worden gestaakt. Tegelijkertijd is het arbeids­ aanbod in de kwartaire sector het grootst. In '83 waren van de 300.000 langdurig werklozen ruim 125.000 qua arbeids­ ervaring of opleiding in beginsel direct inzetbaar in de kwartaire sector. Veel menselijk kapitaal dreigt daardoor vernietigd te worden. Een betreurenswaardige ontwikke­ ling. In de pijnlijke overgangsfase van „minder overheid, naar meer markt" kan het behoud van uitkering masse­ rend werken. Voor de langere termijn staat de VVD- fractie op herijking van het toekomstige voorzieningen­ niveau van de overheid. Wij willen een terughoudende overheid.

4. Bepalend voor het succes van werken met behoud van uitkering zijn de spelregels en de toetsing. De werkzaam­ heden moeten additioneel zijn (dat wil zeggen werk dat anders niet verricht zou worden), niet concurrentieverval­ send zijn, niet tot verdringing van reguliere werknemers leiden, niet de normale begrotingsafweging verstoren en niet de overheidsuitgaven verhogen.

Tijdelijkheid (1 tot 2 jaar) is een harde voorwaarde om een verkapte uitbreiding van de kwartaire sector te voor­ komen. Alleen langdurig werklozen, die langer dan 1 jaar werkloos zijn moeten in aanmerking komen voor een boventallige resp. aanvullende plaats.

5. We moeten waken voor verbrokkelde criteria bij het toestaan van werken met behoud van uitkering. De VVD-fractie dringt aan op een raamregeling met goede beroepsmogelijkheden. Positieve resp. negatieve beslissingen van het toetsmgsorgaan moeten goed gemo­ tiveerd en openbaar gemaakt worden. Een veto geven aan ieder van de betrokken leden van het toetsmgsorgaan gaat wel erg ver. Een tripartite samenstelling is in elk geval gewenst. We hebben voorts een sterke voorkeur voor regionale toetsingscommissies.

(2)

marktsector en het contingenteren van de aantallen middels CAO-afspraken. Dat zal ook moeten gelden voor de PEP’s. (V o o r n a d e re in fo rm a tie : d r. R .W . d e K o rte , te le fo o n 070- 614911, tst. 2684.)

Belastingplan Tweeverdieners enigszins

gewijzigd

Bijna een hele week heeft de Tweede Kamer gede­ batteerd over het belastingplan van de regering voor de zogeheten tweeverdieners. Eigenlijk is deze term niet juist. De belangrijkste reden voor dit wetsontwerp was nl. de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een fiscaal stelsel, waarin man en vrouw gelijk worden behandeld en tevens een gelijke behandeling van gehuwden en onge­ huwd samenwonenden.

Het is dus bepaald onjuist om de voorstellen te zien als een „pakken" van de tweeverdieners ten gunste van de schatkist.

Een voorbeeld zal dit duidelijk maken.

Bij ongehuwd samenwonenden verandert er in feite niets.

Ongehuwd samenwonende tweeverdieners hebben nu beide een belastingvrije voet conform tarief groep 2. In de nieuwe situatie zullen zij worden ingedeeld m de n ie u w e tariefgroep 1 - de algemene belastingvrije som, die even hoog is als de huidige tariefgroep 2.

Voor gehuwde tweeverdieners verandert er wel iets. Nu geniet de man de belastingsvrije voet van tariefgroep 4 (ruim ƒ 12.000,-) en de werkende gehuwde vrouw valt in tariefgroep 1 (ruim ƒ 2.000,-).

Al in 1979 was door de regering m de nota „Op weg” dat deze ongelijke behandeling van man en vrouw dient te worden opgeheven. Dat gebeurt nu door de gehuwde twee­ verdieners een gelijke belastingvrije voet te geven conform de algemene berekening: ƒ 7.381,-. De werkende gehuwde vrouw gaat er dus op vooruit, de werkende gehuwde man op achteruit.

De consequenties voor beide partners gezamenlijk zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen van respec­ tievelijk de man en de vrouw. Verdienen beiden evenveel, dan is er van financieel nadeel nauwelijks sprake. Verdient de vrouw meer dan de man, dan gaat men er zelfs op vooruit. In de huidige maatschappelijke situatie verdient de man echter meestal meer dan de vrouw en daarom is er per saldo sprake van een hogere belastingopbrengst voor het Rijk.

De gekozen systematiek is in de ogen van de VVD juist. Dat deze een hogere bijdrage aan de belastingen oplevert, was niet het doel, maar blijkt wel een bij-effect te zijn.

De VVD-fractie waardeerde het positief, dat de posi­ tie van de werkende gehuwde vrouw verder zal worden verzelfstandigd. Zo zal zij zelfstandig belastingplichtig wor­ den, niet alleen voor haar inkomen uit tegenwoordige arbeid, maar ook uit vroegere arbeid, pensioen of sociale uitkering. Deze inkomsten werden tot nu toe opgeteld bij het inkomen van de man.

Hierdoor treedt voor deze categorie een belasting­ voordeel op; belastingtoename over het verzelfstandigde inkomen van de vrouw is lager dan over het inkomen van man en vrouw samen.

Een ander positief punt achtte de VVD-fractie de invoering van de integrale rolwisseling.

Tot nu toe slaan negatieve inkomensbestanddelen, zoals betaalde rente, neer bij de man. Als het inkomen hoger

is dan dat van de man is dat nadelig. Bovendien is de huidige situatie niet in overeenstemming met een gelijke behande­ ling van man en vrouw. Integrale rolwisseling betekent, dat men de voor hen gunstige situatie kan kiezen.

Op twee punten had de VVD-fractie grote bezwaren. Dat betrof in de eerste plaats de privacy. De nieuwe rege­ ling voorziet immers m een algemene belastingvrije som, met toeslagen voor alleenverdieners, bijna-alleenverdieners of alleenstaanden.

Om voor die toeslagen m aanmerking te komen moet de belastingplichtige informatie over zijn persoonlijke levenssfeer verschaffen aan zijn werkgever voor de bereke­ ning van de loonbelasting.

Vanuit een oogpunt van de bescherming van de per­ soonlijke levenssfeer was deze situatie voor de VVD moeilijk te accepteren.

Een ander probleem betrof de zogeheten „schokef­ fecten": het kon voorkomen, dat de ene partner door een loonsverhoging van ƒ 10,- een bepaalde drempel overschrijdt, waardoor voor de andere partner een belas- tingnadeel kon optreden van meer dan ƒ 1000,-. Vanuit rechtvaardigheidsoverwegingen is dit niet te accepteren. Bovendien is het vragen om fraude.

Ter oplossing van beide problemen diende de VVD samen met het CDA een motie in. De regering heeft toege­ zegd de motie te zullen uitvoeren, doch pas per 1-1-1986. Eerder bleek technisch onmogelijk, bovendien waren goede alternatieven niet voorhanden. De voor- en nadelen afwegend, heeft de VVD-fractie gemeend het wetsvoorstel te moeten steunen.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r. F .H . d e G rave, tel. 070-614121, tst. 2855.)

VVD: Kabinet moet vasthouden aan

ombuigingen

Het Kabinet moet vasthouden aan de voorgestelde ombuigingen in de begroting 1984 en de gemaakte afspra­ ken over het terugdringen van het financieringstekort.

De opmerkingen van CDA-fractieleider De Vries die ambtenaren en uitkeringsgerechtigden tot en met 1986 in hun inkomen netto gelijk wil laten, leiden er toe dat het CDA gaten in de begroting '84 en het Regeeraccoord schiet. Hiermee worden voor de VVD pijnlijke herinneringen opge­ roepen aan de periode 1977-1981, toen hetzelfde CDA het Kabinet Van Agt voortdurend voor de voeten liep als con­ crete bezuinigingen werden voorgesteld. De VVD betreurt het dat het CDA hierover geen enkel contact heeft opgeno­ men. Zoiets is m moeilijke tijden niet goed voor de verstand­ houding binnen de coalitie.

Door de opmerkingen van fractieleider De Vries wordt de indruk gewekt dat het mogelijk is ambtenaren en uitkeringsgerechtigden een netto-mkomensgarantie te geven tot en met 1986. Gezien de grote onzekerheid met betrekking tot de economische ontwikkeling is een derge­ lijke lange termijn-belofte niet waar te maken en daarmee gemakkelijk een fopspeen.

(3)

oplossing, naar wij hopen alsnog aan de onderhandelingsta­ fel zal worden gevonden,

In dat verband staat de VVD met CNV-voorzitter Van der Meulen op het standpunt dat voor ambtenaren en uitke­ ringsgerechtigden een afzonderlijk inkomensbeleid gevoerd moet worden. Er is geen enkele reden waarom de mkomensafspraken met betrekking tot de ambtenaren automatisch en in alle gevallen ook zouden moeten gelden voor de uitkeringsgerechtigden.

Met de Minister van Financiën delen wij de zorg met betrekking tot het veel te hoge financieringstekort en steu­ nen daarom zijn beleid dit tekort volgens afspraak terug te dringen. De VVD is dan ook verbaasd dat premier Lubbers de wensen van de Kamer, zoals geuit bij de Algemene Beschouwingen, wil tegemoet komen door ze geheel en al ten laste te laten komen van het financieringstekort. In de ogen van de VVD is dat met in overeenstemming met de toezeggingen die het Kabinet daarover bij het debat over de regeringsverklaring heeft gedaan. De geuite wensen moe­ ten zoveel mogelijk door alternatieve bezuinigingen respec­ tievelijk door herschikking van overheidsmiddelen worden gerealiseerd.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : A.J. E v e n h u is e n d r. R. W. d e K o rte , tel. 070-614911, tst. 2029 e n 2 6 5 0 )

Motie over middengroepen verworpen

Ons belastingstelsel ondervindt grote kritiek vanwege de onmatige progressie m de inkomstenbelasting. Eerdere kabinetten hebben zich over de onwenselijke gevolgen gebogen. Dat heeft geleid tot de „Contourennota". Deze is onderdeel van het regeeraccoord van CDA en VVD.

In de Contourennota wordt geconcludeerd dat onze marginale belasting- en premiedruk bijzonder hoog is en dat de progressie reeds bij lage inkomens toeslaat. Het hardst is dat gebeurd gedurende de afgelopen jaren in het bruto- inkomenstraject van ƒ 35.000,-tot ƒ 70.000,- (de midden­ groepen).

Over de houding van de CDA-fractie met betrekking tot de Contourennota is nogal wat verwarring ontstaan. Nadat de CDA woordvoerder tijdens het debat over de Contouren­ nota in begin september zich daar eerst tegen leek te keren, werd dit later mede onder aandrang van Minister Ruding door de CDA-fractie gecorrigeerd.

Als gevolg van verwerping van de motie De Korte/ Joekes - door het tegenstemmen van de CDA-fractie - is opnieuw twijfel gerezen over de houding van de CDA-fractie jegens de Contourennota. Deze motie verzoekt - in overeen­ stemming met de Contourennota - het Kabinet bij de ver­ dere vormgeving van zijn fiscale beleid en premiebeleid aan vermindering van de progressie voor de middengroepen extra aandacht te geven. De CDA-fractie wil dit dus niet, naar nu blijkt. Dit wekt temeer verbazing omdat m het document „Herziening belastingwetgeving" van het weten- schappelijk.instituut van het CDA onder punt 54c geconclu­ deerd wordt tot: „een sterke vermindering van de progressie in het tarief en een maximum tarief van 60%.

De middengroepen weten in elk geval wat ze op dit zo klemmende punt aan de CDA-fractie hebben.

Motie van de leden De Korte en Joekes

De Kamer, gehoord de beraadslaging: overwegende, dat in de afgelopen 20 jaar de toeneming van zowel de gemiddelde als de marginale totale lastendruk voor de middeninkomens zeer aanzienlijk is geweest; van mening, dat dit om verschillende redenen maatschappelijk onwense­

lijk is; verzoekt het kabinet, bij de verdere vormgeving van zijn fiscale en premiebeleid aan vermindering van de pro­ gressie voor de middengroepen extra aandacht te geven; en gaat over tot de orde van de dag.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d r R. W. d e K o rte e n drs. Th.E. Joekes, tel. 070-614911, tst. 2684 en 2300.)

Begroting financiën 1984

Loonkostenmatiging en appreciatie gulden

Nog steeds wordt de stelling verkondigd, dat de voordelen van de loonkostenmatiging door nominale opwaardering van de gulden ongedaan worden gemaakt. Dat is niet houdbaar als we zien dat sinds 1977 de nominale appreciatie van de gulden 7% bedroeg en de loonkosten m de verwerkende industrie ten opzichte van onze belang­ rijkste concurrentie met 23% zijn gematigd. Dit heeft tot een aanzienlijke verbetering van onze concurrentiepositie g e­ leid.

Wisselkoers

Bij de aanpassing van de Europese wisselkoersen van 21 maart is de D-mark met twee punten opgewaardeerd ten opzichte van de gulden. Dit was een plotselinge doorbreking van het gangbare beleid van pariteit met de D-mark. Dat heeft de externe positie van Nederland geschaad. Het ver­ trouwen in de gulden is nog steeds met geheel hersteld na deze schok. De korte rente is een aantal maanden een vol procent hoger geweest dan de W-Duitse en is dat nog steeds met 1/4 a 1/3%.

De Minister van Financiën heeft zich toen laten „overrulen" tegen het advies van de Nederlandsche Bank in. Het kabinet moet bij een toekomstige aanpassing wijzer zijn.

Liquiditeitsquote

Gesproken wordt van een gezonde financiering van een ongezond hoog tekort, omdat de directe monetaire financiering tot nul wordt teruggebracht. Maar daarvoor m de plaats komt een aanzienlijke indirecte monetaire financie­ ring doordat de banken zich opwerpen als financier van de langlopende staatsschuld. Mede daardoor loopt de liquidi- teitsquote in 1984 tot een ongekende hoogte van 40% punt op. Deze groeiende „hquiditeitswolk" moet ons vooral bij voortduring van de recessie tot grote zorg zijn. Gelet op het belang van mflatiebeheersmg moet het monetaire beleid gericht blijven op de trendmatige groei van de productie.

Collectieve lastendruk

Het kabinet telt voortaan een groot aantal met-belas- tingontvangsten niet meer mee voor de collectieve lasten­ druk. Alleen nog maar met-belastmgontvangsten met „evi­ dent collectieve lasten-karakter" worden meegeteld. De col­ lectieve lastendruk zakt daardoor met ruim 5% NI. Dit opent vluchtwegen bij de bezuinigingen waar profijtheffingen van de collectieve lastendruk worden uitgezonderd. Dit klemt temeer omdat het profijtbeginsel door het kabinet zo'n belangrijke plaats bij het bezuinigen wordt toegekend. Aldus kan het kabinet bijvoorbeeld straffeloos de telefoontik verhogen (geeft grotere winstafdracht PTT!) resp. de omroepbijdragen opschroeven buiten de afgesproken norm voor de collectieve lastendruk om. De VVD-fractie is daar tegen.

Dubbele winstbelasting

(4)

moet het uit. De meeste EG-landen hebben adequate maat­ regelen getroffen. Het feit dat Nederland achterblijft maakt ons tot een blok aan het EG-been op dit punt. We vragen daarom om een oplossing vóór 1 januari 1985.

Staatsschuld

De staatsschuld loopt op naar bijna 180 mld. ultimo december. Sommigen ervaren die schuld als een overwe­ gend gunstige factor voor de economie. Hun redenering is dat de rentebetalingen een „vestzak-broekzak" operatie tus­ sen belastingbetalers enerzijds en spaarders/pensioen- gerechtigden/verzekerden anderzijds is. Maar in de eerste plaats vloeit een deel van de rentebetalingen ( la 1,5 mld. per jaar) naar het buitenland. In de tweede plaats remt een hoge staatsschuld voor overwegend consumptief gebruik ons nationale groeivermogen. Staatsschuld komt in de plaats van bedrijfskapitaal. De oplopende staatsschuld is een bedrei­ ging voor ons economisch herstel.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d r. R .W . d e K o rte , tel. 070-614911, tst. 2650.)

De fiscus - begroting 1984

In het beleid van dit Kabinet neemt de belastingdienst een belangrijke plaats in. Dat blijkt niet alleen uit het feit, dat de belastingdienst net als de politie is uitgezonderd van de 2% korting op het aantal ambtenaren, maar ook uit het feit, dat inmiddels bij elk wetsontwerp de drukverzwarmg voor de werkzaamheden van de belastingdienst aangegeven wordt.

Het Kabinet heeft besloten het aantal ambtenaren bij de belastingdienst structureel met 190 uit te breiden, boven de uitbreiding, die als was vastgelegd m het Investerings­ plan 1983-1987.

De totale drukverzwarmg ten gevolge van gereali­ seerde maatregelen bedraagt echter 215 formatieplaatsen. De VVD-fractie vroeg hoe het beleid ter zake is.

De vraag is, of h e t Kabinet van plan is drukverzwarmg al of met geheel te compenseren en bij welke gelegenheden zij daarover een beslissing wil nemen? Uit hetgeen nu bekend is, blijkt, dat het Kabinet voor 1984 heeft besloten tot een aanzienlijke, maar met volledige compensatie. Dit bete­ kent, dat de Kamer bij iedere wet wel ervan op de hoogte wordt gesteld, hoeveel de werkdruk zal toenemen, maar met in hoeverre die wordt gecompenseerd.

Frank de Grave vroeg het Kabinet hierover uitsluitsel. Voorts vestigde hij de aandacht op de vaak moeizame relatie tussen de belastingplichtige en de belastingdienst. Wellicht kunnen concrete deregulermgsmaatregelen soelaas bieden en Frank de Grave vroeg de regering aan welke maatregelen wordt gedacht.

Maar uit de vele brieven die hierover Kamerleden bereiken, blijkt wel, dat in vele individuele gevallen, de relatie met de belastingplichtige te wensen overlaat. Een punt dat aanleiding kan geven tot irritatie (met ten onrechte) is de lange duur van de behandeling van bezwaarschriften door de belastingdienst. Het wordt tijd, dat de regering op dit punt actie onderneemt.

Tevens uitte de VVD-woordvoerder twijfels aan de effectiviteit van de veelbesproken regeling van de fiscale aftrekbaarheid van het schilderwerk.

Hoewel de regeling nog jong is, is gebleken, dat de eerste ervaringen ondanks een uitgebreide voorlichtings­ campagne teleurstellend zijn. Mocht deze trend zich door­ zetten, dan bestaat er voor de VVD-fractie alle aanleiding

om de vormgeving van de regeling opnieuw te overwegen. Dit kan dan zowel de drempels en de bewoningstermijn betreffen, als ook de verhoging van het huurwaardeforfait, namelijk door dit huurwaardeforfait te verlagen als blijkt dat de budgettaire gevolgen beperkter zijn dan de regering had verwacht. De VVD stelt er prijs op uiterlijk bij de begroting van 1985 een evaluatie van de effecten van deze regeling te ontvangen.

(Voornadere informatie: m r. F .H G . d e G rave, tel. 070- 614911, tst. 2855.)

Algemene Bijstand - Begroting 1984

De Algemene Bijstandswet (inclusief de RWW) heeft een speciale positie m ons stelsel van sociale zekerheid. De ABW is het sluitstuk van het stelsel. Een bijstandsuitkering als inkomens-vervangende sociale zekerheidsregeling is een minimum uitkering. Het feit dat men een minimum uitkering ontvangt betekent nog niet dat men alleen van een minimum inkomen behoeft rond te komen. Bij AOW-uitkerm- gen is vaak sprake van aanvullend pensioen, en bij de overige huishoudens die een premieafhankelijke minimum uitkering ontvangen, is het heel goed mogelijk dat huisgeno­ ten een inkomen genieten. Uit onderzoek blijkt dat die categorie zelfs een ruime meerderheid vormt. Bij de bij­ standsuitkeringen is dat niet het geval. Daar gaat het, als er geen sprake is van bijverdienste, om een minimum uitke­ ring. Het betreft een welvaarts minimum, dat afhankelijk van de welvaart die we met elkaar verdienen zal stijgen of dalen. Gezien het welvaartsafhankelijke element van een bijstands­ uitkering hebben juist bijstandsgerechtigden er baat bij indien het kabinet conform zijn dne-sporen beleid er in slaagt het welvaartscheppend vermogen van onze economie te vergroten.

De verhouding Bijstand/RWW enerzijds en het finan­ cieringstekort anderzijds leidt tot een steeds groter span­ ningsveld. De economie is, zoals bekend, een golfbeweging. De overheid zal de toppen van die golven moeten afvlakken. Dit betekent reserveren in ten tijde van economische groei voor tijden van recessie. Dan kunnen stimuleringsmaatrege­ len daarmee gefinancierd worden en kunnen de mensen die in de knel komen geholpen worden. Deze primaire taak heeft de overheid zwaar verwaarloosd. Er zijn geen reserves meer, doch slechts schulden. Dit houdt echter wel in dat in het kader van de stelsel wijziging sociale zekerheid ook moet worden nagegaan of ook de financiering van de ABW/ RWW moet worden aangepast.

Vanwege het noodzakelijk terugdringen van het finan­ cieringstekort moet er bezuinigd worden. Daardoor is de vraag actueel geworden waar de ondergrens ligt van het bestaansminimum (art. 20 van de Grondwet bepaalt dat bestaanszekerheid geboden moet worden). Het sociaal- rmnimum is echter geen objectief gegeven doch is afhanke­ lijk van onze nationale draagkracht. Derhalve een politieke beslissing. Wel is het van belang dat er aandacht wordt geschonken aan de veranderende verhouding vaste lasten en „vrij" besteedbaar inkomen als gevolg van bijvoorbeeld stijgende woonlasten, waarop weinig of geen invloed door de betrokkenen is uit te oefenen.

(5)

De plaats van de bijstandswet wordt m ons stelsel van sociale zekerheid steeds meer als absoluut en nauwelijks geclausuleerd sluitstuk gezien. Een instrument waarmee je risico’s gemakkelijk en „goedkoop” op de maatschappij kunt afwentelen. Een dergelijke ontwikkeling is hoogst onge­ wenst en maatschappelijk niet aanvaardbaar. De bijstands­ wet is er voor hen „die met m het bestaan kunnen voorzien”. Het is bijvoorbeeld geen verzekering tegen het stuk lopen van een huwelijk. Sociale voorzieningen zijn er voor hen die dat echt nodig hebben.

De VVD-woordvoerder stelde, verder ondermeer, dat het alleen bij een stijgende welvaart, een groeiend nationaal inkomen mogelijk is om de sanering van de collec­ tieve sector voort te zetten zonder een zwaar beroep te doen op de sociale uitkeringen en dus ook de minimum-uitkerin- gen. Net als andere groepen in de samenleving hebben bijstandsgerechtigden er het grootste belang bij dat het Kabinet er in slaagt door middel van zijn beleid de groei van onze economie zodanig te beïnvloeden dat inkomensoffers tot een minimum kunnen worden beperkt of zelfs achter­ wege kunnen blijven. Echter het is niet realistisch te veron­ derstellen, dat we voor het einde van deze kabinetsperiode ons in die gelukkige omstandigheden zullen bevinden. Mede om die reden zullen we vooral actief „belendend" beleid nodig hebben om de gevolgen van de inactiviteit te verzachten.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r. C.B. N ijh u is, tel. 070-614911 tst. 2548.)

Natuurbehoud en Openluchtrecreatie -

begroting 1984

Ook het onderdeel Natuurbehoud en Openlucht-re- creatie van de begroting van Landbouw en Visserij staat onder druk. De VVD-woordvoerders meenden, dat dit niet persé rampzalig hoeft te zijn. De verantwoordelijkheid van de burgers komt weer op de voorgrond, terwijl in het overheidshandelen zelf de rendementsgedachte sterker de nadruk krijgt.

Jan te Veldhuis wees erop, dat verschillende land­ schappen, die wij nu uit oogpunt van natuurbehoud of land- schapsschoon waardevol vinden, met tot stand zijn gekomen door overheidsingrijpen, maar door toedoen van de mensen (vaak boeren) zelf. Ook voor de toekomst kan dit het geval zijn.

Bovendien maakte hij duidelijk, dat het herstelvermo- gen van de natuur vaak verrassende resultaten oplevert. Een goed voorbeeld daarvan is het Grevelingenmeer, inmiddels na de afsluiting, waartegen zo geprotesteerd was, opnieuw een uniek natuurgebied.

Minister Braks antwoordde dat dit inderdaad juist is. Tevens hield hij echter een pleidooi voor een niet-aflatend natuurbeschermingsbeleid. Daaruit concludeerde mevrouw De Boois (PvdA), dat het met de gevolgen van de overplaat­ sing van Natuurbehoud en Openluchtrecreatie van CRM naar Landbouw, waarover natuurbeschermers hun vrees hadden geuit, gelukkig nogal meeviel.

In het onderdeel openluchtrecreatie legde VVD- woordvoerder Jaap Metz de nadruk op het belang van de vrije-tijdssector. Steeds meer mensen zijn door arbeidstijd­ verkorting, werkloosheid, pensionering in toenemende mate voor de kwaliteit van hun bestaan afhankelijk van hun vrije tijd. Bovendien waren in 1982 de bestedingen in de vrijetijds- sector goed voor zo'n 20,6 miljard.

Op het ogenblik houden zeker acht ministeries zich bezig met zaken, die met vrije tijd te maken hebben.

Soms leidt deze versnippering van verantwoordelijk­ heden tot het met (tijdig) tot standkomen van gewenste recreatievoorzieningen. Jaap Metz wees erop, dat het recre­ atieve bedrijfsleven voor een groot deel afhankelijk is van de door de overheid aan te leggen en te onderhouden recrea­ tieve infrastructuur.

Hij pleitte ervoor de verantwoordelijkheden voor het recreatiebeleid beter te bundelen en onder te brengen met bij acht, maar bij één ministerie.

Minister Braks toonde zich bereid initiatieven te ne­ men om tot een betere coördinatie te komen.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r. A.J. te V e ld h u is en J.J. M e tz, tel. 070-614911. tst. 2288 e n 2593.)

Eerste Kamer verwerpt wijziging

Kleuteronderwijsweten LO. wet

Op 6 september 1983 werd in de Tweede Kamer bovengenoemd wetsontwerp aanvaard met instemming van VVD, CDA en de kleine rechtse partijen.

Hierin werd onder andere vastgesteld, dat een school een leerkracht moet inleveren, als na de grote vakantie blijkt dat het aantal leerlingen is gedaald beneden het normgetal waarop het totale onderwijzersbestand berust. Het wetsont­ werp, met als ingangsdatum 1 augustus 1983 was door de vele onderwerpen op de Kameragenda vóór het reces blij­ ven liggen tot na de vakantie.

De Eerste Kamer, die inmiddels ontbonden was kwam m haar nieuwe samenstelling eerst m de week na Prinsjes­ dag bijeen. Pas daarna kon de behandeling van dit wetsont­ werp ter hand worden genomen. Daarmee werd de fatale datum van 1 oktober 1983 overschreden, waarop een eventu­ eel ontslag per 1 januari 1984 aan deze leerkrachten moest worden aangezegd.

Hier wreekte zich opnieuw het systeem van regeren per circulaire vooruitlopend op wetgeving met terugwer­ kende kracht, door de VVD-fractie reeds zo vaak bekriti­ seerd. Gemeente- en andere schoolbesturen stonden per

1 oktober 1983 voor de keuze:

• of ontslag aanzeggen op grond van een circulaire zonder rechtsgrond (hetgeen juridisch aanvechtbaar is); • of zich aan de wet houden en het ontslag op schorten tot

een latere datum dan 1 januari 1984 - afhankelijk van het aannemen van het wetsontwerp - wat volgens de Staats­ secretaris zou leiden tot inhouding van de rijksvergoeding per 1 januari 1984.

Dit laatste was voor de VVD-fractie in de Eerste Kamer onverteerbaar. Dit zou immers, zoals door de VVD- woordvoerder werd benadrukt, betekenen dat men m Nederland het risico loopt gestraft te worden omdat men zich aan de wet houdt.

In deze vorm was het wetsontwerp daarom voor de VVD-fractie evenals voor alle andere fracties m de Eerste Kamer, onaanvaardbaar.

Dit heeft ertoe geleid dat Staatssecretaris Van Leyen- horst schorsing van de beraadslagingen heeft verzocht - en gekregen - en een aanvullend wetsontwerp (novelle) heeft toegezegd, waarin de ingangsdatum van dit onderdeel van de wetswijziging zal worden verlegd naar de publicatie in het Staatsblad.

(6)

Begroting Verkeer en Waterstaat 1984

De VVD is van mening dat de veiligheid m het ver­ keer gestimuleerd dient te worden door permanente, een­ duidige en herkenbare opleiding. Wat de passieve ver­ keersveiligheid betreft (veiligheidsgordels achter m de auto, reflecterende fietsbanden) geeft de VVD de voorkeur aan stimulering van de toepassing boven wettelijke verplichtin­ gen m deze. Ook vraagt de VVD om een zekere beheersing ten aanzien van het soms overdadige gebruik van verkeers­ borden en verkeerslichten ('s nachts en/of op stille punten). De VVD-fractie spreekt haar bezorgdheid uit over het toene­ mend alcoholgebruik door verkeersdeelnemers en wijst op de noodzaak van goede controles. Tevens werd gevraagd om een nieuwe landelijke anti-alcoholcampagne.

De VVD-fractie onderschrijft de noodzaak van een hogere eigen bijdrage van de gebruiker van het openbaar vervoer. Daarnaast is naar voren gebracht dat binnen de vervoersbedrijven een hogere kosten-bewustheid en effi­ ciënte bedrijfsvoering nodig is. De VVD vraagt de Minister overleg te plegen met de betrokkenen over de herzonermg (ook een kostenverhogende factor) en met name de con­ structie van de centrumzone.

Hoewel het mnen van de wegenbelasting in de benzi­ neprijs een aantal voordelen heeft, wil de VVD-fractie geen lastenverzwaringen voor de automobilist. Over een derge­ lijke maatregel valt alleen te praten als het uitemdelijke effect een duidelijke kostenbesparing betekent (bijvoor­ beeld verlaging mmngs- en controlekosten). De oorspronke­ lijk „blijde rijder” mag niet veranderen m een „getergde rijder".

De VVD-fractie deelt de zorg met de Minister omtrent de lastenverzwaring voor zowel de grote internationale luchtvaart, als voor de kleine zakenluchtvaart. Echter, zij mist in deze begroting een beleid dat aan dit bezwaar tegemoet komt. Met betrekking tot de binnenlandse luchtvaart consta­ teert de VVD een ongewenste ontwikkeling in het regionale vervoer; het té veel teruglopen van het aantal N.L.M.-vluch­ ten. Zij heeft de Minister gevraagd om stimulerende maatre­ gelen, waarbij overwogen kan worden om andere lucht­ vaartbedrijven een kans te geven.

Wat het beleid ten aanzien van de vliegvelden betreft, vindt de VVD-fractie dit beleid niet overdadig stimulerend. De regionale en kleine vliegvelden vervullen een duidelijke functie bij zakelijk en recreatief vliegverkeer. Een ruimhartig beleid is op zijn plaats.

Met betrekking tot het gebruik van de Wet Geluidhin­ der wijst de VVD-fractie op de noodzaak van een beleid waarbij op reële wijze rekening wordt gehouden met geluidsoverlast. Echter, dit mag niet leiden tot het wegdrin­ gen van de kleine vliegvelden. De ontwikkelingen rondom het vliegveld Hilversum baart de VVD zorgen.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d rs .ir.m g . B .JG . van d e r K ooy, te l 070-614911, ts t 2393.)

Emancipatieplan Binnenlandse Zaken

Woensdag 16 november is het plan, dat het emancipa­ tiebeleid bij de overheid zelf behandelt, m de Kamer besproken. De fractie heeft m het algemeen wel waardering voor het plan geuit, maar heeft erop gewezen, dat teveel onderzoeken en nadere adviezen, zoals vermeld zijn in het

plan, wel eens voorwendsel zouden kunnen zijn om weinig te doen. Er wordt toch al weinig voortgang geboekt. De VVD betreurt dat. Zeker als men bedenkt dat de regering aan de overheid een voorbeeldfunctie toekent. Minister van Binnen­ landse Zaken, Koos Rietkerk, verdient m ieder geval lof voor dit plan en voor zijn aanpak.

Het beleid bestaat nu voornamelijk uit direct-gerichte maat­ regelen (werving, selectie, deeltijdarbeid, kinderopvang, hanteren van streefcijfers etc.). Dat moet doorgaan. De VVD pleit echter voor een sterker accent op structurele maatre­ gelen, gericht op het benoemen van meer vrouwen in lei­ dinggevende posities om daarmee het emancipatieproces te versnellen. Over de positieve discriminatie, zoals die op grond van door de Kamer aangenomen moties met betrek­ king tot aanname- en ontslagarbeid wordt toegepast, wijst de VVD op het gevaar, dat er door de verscherping van tegen­ stellingen een tegenovergesteld effect ontstaat m het bewustwordingsproces betreffende de emancipatie van de vrouw. Met klem dringt de VVD aan op het wegnemen van de diverse knelpunten in verband met deeltijdarbeid.

Over het opleidingsbeleid herhaalt de VVD, wat zij reeds in het begin van het jaar zei, namelijk een sterk accent te leggen op de managementontwikkeling van vrouwen.

De VVD hoopt, dat de diverse onderzoeken naar de knelpunten met betrekking tot vrouwen in politieke functies nu snel afgerond worden en tot aanbevelingen en maatrege­ len leiden. De VVD wijst er wel op, dat de minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot het benoemen van een groter aantal vrouwelijke burgemeesters ook zelf direct zijn invloed kan uitoefenen.

Met teleurstelling constateert de fractie, dat er nog weinig gedaan is aan de door de Kamer aanvaarde motie Dijkstal c.s., die de regering vroeg om concrete maatregelen te nemen voor een betere inpassing van de vrouw in het politieapparaat, om voorrang te geven aan invoering van deeltijdarbeid en om meer vrouwen te benoemen in middel­ bare en hogere functies bij de politie. Nadrukkelijk vraagt zij naar de plannen van de regering op dit terrein.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : H. F. D ijk s ta l tel. 070-614911, tst. 2292.)

UNCTAD-VI mislukt

Op 7 november is in een uitgebreide commissie ver­ gadering gesproken over de in juni j . 1. m Belgrado gehouden zesde conferentie van de Verenigde Naties over handel en ontwikkeling (UNCTAD-VI). VVD-woordvoerder Frans Weisglas constateerde dat deze conferentie is mislukt; con­ crete resultaten zijn nauwelijks bereikt en er bleek zelfs geen overeenstemming mogelijk tussen de rijke en de arme landen over een gemeenschappelijke analyse van de pro­ blemen waarvoor de wereldeconomie staat. Een hoofdoor­ zaak van deze mislukking is het fundamentele verschil van opvatting tussen westelijke landen en ontwikkelingslanden over de oplossing van de economische problemen. Terecht verwachten de westelijke landen oplossingen door niet infla­ toire economische groei. Ontwikkelingslanden zien daaren­ tegen meer m een internationaal stimuleringsbeleid en m een massale overdracht van financiële middelen.

(7)

van de wereldeconomie te bespreken. Daar is de werkelijk­ heid van die economie te gedifferentieerd voor. Nederland moet er toe bijdragen dat m de toekomst een betere struc­ tuur van de Noord-Zuid onderhandelingen tot stand komt. De VVD-woordvoerder was het dan ook geheel eens met het gestelde m de Begroting van de Minister voor Ontwikke­ lingssamenwerking dat het een illusie is te menen dat een dialoog met zoveel verschillende deelnemers en over zoveel onderwerpen concrete oplossingen zou kunnen opleveren en dat niet alle kaarten op de globale Noord-Zuid dialoog moeten worden gezet.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d rs. F .W . W e isg la s, tel. 070-614911, tst. 2982.)

Starfighters - Turkije

Leverantie van m Nederland vrijgekomen Starfighters aan Turkije nu sluit aan op een eerdere leverantie enige jaren geleden. Destijds is in de NAVO overeengekomen, dat economisch zwakkere bondgenoten gesteund moeten wor­ den in hun streven om een betere bijdrage te leveren aan de collectieve verdediging. Door Nederland is deze steun onder andere verleend aan Portugal, maar ook landen als de Bondsrepubliek Duitsland hebben krachtig meegewerkt. De vorige levering werd overeengekomen met het toenmalige regime, dat nog wel een democratische basis had, doch met een land dat in anarchie verkeerde, en politieke moorden aan de orde van de dag waren. De nu overeengekomen transactie is niet een cadeautje zonder waarde, maar draagt bij aan de gemeenschappelijke verdediging, zij dient de veiligheidspolitiek van de NAVO.

Er is veel zeer gegronde kritiek te leveren op de situatie van de mensenrechten in Turkije, niet voorbij gegaan kan worden aan het feit, dat velen gevangen zitten op gronden die bij ons niet gelden. Bovendien is aantoon­ baar het feit dat er mishandeld is in het recente verleden, en de situatie thans is niet geheel helder. Toch mag men niet voorbij gaan aan de vele veranderingen ten goede die er zijn opgetreden, ondanks de gegronde kritiek die er nog steeds kan worden geleverd. Tegen de schending van de mensenrechten is onder andere door Nederland bij de Raad van Europa tegen Turkije een zogenaamde statenklacht ingediend, een procedure die nog aan de gang is. De pas gehouden verkiezingen in Turkije zijn niet aan te merken als volledig vrije democratische verkiezingen, daarvoor waren de uitsluitingen van politieke partijen om bepaalde redenen een bewijs. Toch moet nu aan de hand van de uitslag worden geconstateerd, dat de bevolking niet aan de oproep gehoor heeft gegeven om blanco te stemmen, en nog sterker haar steun heeft gegeven voor een groot deel aan de Moederpar- tij, bepaald niet de partij die krachtig gesteund werd in haar campagne door het militaire bewind.

De leverantie van Starfighters is al volledig te verkla­ ren door onze afspraak minder welvarende bondgenoten te helpen, en het moet zeker met gezien worden als een waardering voor een militair bewind. Weigering van de levering op politieke gronden zou Turkije buiten de NAVO plaatsen. Toch is de uitslag van de verkiezingen als ple­ zierige bijkomstigheid mee te nemen, het volgende woord is nu aan de gekozenen om de mogelijkheden van de demo­ cratie te verdiepen.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : J.A. B laauw , te l. 070-614911, tst. 2989.)

Vredesonderwijs

Het vredesonderwijs staat alom in de belangstelling. VVD-woordvoerder, Greetje den Ouden-Dekkers heeft daarom deze week op een partijbijeenkomst een uiteenzet­ ting gegeven over de ontwikkelingen rond het vredesonder­ wijs. In toenemende mate worden gemeentebesturen geconfronteerd met besluitvorming over voorstellen om vre­ desonderwijs op openbare basisscholen in te voeren. Het gaat daarbij met om een nieuw vak, maar de elementen van opvoeding tot vredesbereidheid geïntegreerd in alle vakken in het onderwijs in te voeren. Opvallend is daarbij, dat het vredesonderwijs vooral verschijnt op de raadsagenda's van die gemeentebesturen, die ook de anti-kernwapenmotie hebben aangenomen.

Over de inhoud van het vredesonderwijs bestaat veel onduidelijkheid. Met name is het de vraag of het niet treedt in de competentie van de vakken wereldoriëntatie en geschiedenis. Het zal voorts ook duidelijk moeten worden, dat het vredesonderwijs m feite geen pacifistisch en anti­ militaristisch onderwijs is, dat op gespannen voet staat met het Nederlandse vredes- en veiligheidsbeleid, als ook het buitenlands beleid.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m e v r. M .J.H . d e n O u d e n -D e k k e rs , tel. 070-614911, tst. 2283.)

U neemt toch ook een abonnement op de

VVD-EXPRESSE!

Wilt u ook iedere week de VVD-EXPRESSE in de bus en u heeft nog geen abonnement? Vul dan per omgaande de bon in dit nummer in. De VVD-EXPRESSE kost ƒ 50,-* per jaar. Daarvoor krijgt u wekelijks met uitzondering van de reces­ periode dit blad in uw bus. U kunt ook rapporten van de Teldersstichting, die m VVD-EXPRESSE worden aangekon- digd gratis aanvragen.

U kunt de bon, die hieronder staat invullen en opsturen, m een envelop met postzegel naar:

VVD-EXPRESSE,

Postbus 19027, 2500 CA 's-GRAVENHAGE. A lle e n V V D -le d e n k u n n e n z ic h a b o n n e re n .

Met blokletters invullen s.v.p. Ondergetekende:

Naam: ...

Adres:

Postcode:... Woonplaats:... O geeft zich op als abonnee van de VVD-EXPRESSE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

31 Jensen laat bijvoorbeeld zien dat de scheiding tussen politieke en sociale mensenrechten op het niveau van de VN niet vanuit een simpel Koude Oorlog-schema begrepen kan

A partir du 1 septembre 2017 (Pays-Bas) ou á partir du 1 janvier 2018 (Belgique), les examens SCC sont basés sur des nouveaux objectifs finaux et critères d’évaluation.  ETT

7.. partijen en van vredesgroepen, in hun woonplaats de demonstratie voor. Gelukkig was er loon naar werken en werd de demonstratie _een groot sukses. Dat de Partij van de

In een studie die ik in de beginjaren negentig voor de Verenigde Naties verrichtte over het recht op rechtsherstel en schadevergoeding aan slachtoffers van ernstige schendingen van

Aalsmeer - Het door FIQAS Aalsmeer georganiseerde toernooi om de Jac Stammes Cup dat afgelopen Paas- weekeinde voor de 15e keer werd ge- organiseerd, zit er weer op. 73

De nummers 3 en 4 gaan door naar de B poule en kunnen niet meer voor een echt kampioenschap spelen, maar wel als winnaar in de B-poule eindigen. Met enige trots kan TVM

Of gemeenten met hun budget jeugdhulp uitkomen hangt met veel factoren samen, die te maken hebben met het beleid van de desbetreffende gemeente, de wijze waarop zij de zorg

Het gebeurde maar een keer tijdens deze voor mijn toekomst gearrangeerde lunch - door mijn Amsterdamse koopman beschermheer en door mijn oud-studiegenoot van Nijenrode - dat Van