• No results found

In hoeverre zij daarin slaagt hangt in het algemeen gesproken af van de machts- 11 gemeenschappelijk pogen tot plaats:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In hoeverre zij daarin slaagt hangt in het algemeen gesproken af van de machts- 11 gemeenschappelijk pogen tot plaats:"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID EN

DEMOCRATIE ..

I Zaterdag 22 Mei 1954 - No. JOS

Uitslag van onze competitie-prijavraag

_(Zie pag. 3)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTU VOÓR-YRIJ,.,EfD EN- DEMOCRATIE

WAAR STAAN WIJ?

Een politieke partij is te beschouwen als de bundeling ener bepaalde, in het volk verspreid aahwezige politieke energie. Haar primaire doel is, die energie tot gelding te brengen. In hoeverre zij daarin slaagt hangt in het algemeen gesproken af van de machts-

11

gemeenschappelijk pogen tot plaats:. en koers- bepaling slechts ten goede komen.

• •

positie, die zij in het parlement weet te ver- opportuniteit en beginsel zijn in het poli- werven, doch wordt hierdoor niet geheel be- tieke leven nooit strikt te scheiden, ook paald. Door haar bestaan-zelf is zij reeds niet voor .hem, die de politieke strijd toch wel een factor die meetelt in de politieke struc- vóór alles ziet als een strijd om beginselen.

tuur. Kleine partijen als de Katholiek-Natio- Niet ten onrechte heeft men. wel eens ge- nale of de 'Staatkundig-Gereformeerde mogen zegd, dat het woord "nooit" in het woord-

of breder bases en het merkwaardige daar,_,Jj is, dat ook de partij· die zich het -sterkst waant, de positie niet in de hand heeft, maar eenvoudig afhankelijk is van haar (eventuele) partners, ja zelfs van wie geen partner werd of wilde worden. Het stuivertje-wisselen na elke verkiezing sinds 1945 tussen P.v.d.A. en K.V.P. ten aanzien van Kabinetsformatie en Kabinetspresidium, ging gepaard met een vrij- willig of niet-vrijwillig stuivertje-wisselen van de partners!

• •

hiervoor als voorbeeld gelden. Zij represen- gebruik van eén staatsman nooit voorkomt. 1 s hier dus sprake van een zekere oppor- teren ideeën of opvattingen, die uit het ge-. De concrete situatie van het ogenblik eist tuniteit waarmede elke politieke partij heel van het hedendaagse politieke beeld niet vaak beslissingen - schept mogelijkheden - op haar beurt rekening moet houden, 'dit is weg te denken zijn en ze ontlenen hun be- die men tevoren nauwelijks waarschijnlijk een opportuniteit in politieke strategie, als tekenis misschien meer aan het feit dat ze rekende. Dat leert ons ook het jongste poli- zodanig wel te onderscheiden van het politie- er--zijn·en dat anderen daar toch mee rekenen tieke verleden metzijn Kabinetten<~~ smaller ke beleid dat de partij over de grote lijn voert. '

moeten dan aan de, directe. invloed die zij op Dat beleid wordt voor een

het politieke beleid uitoefenen. , - - - -.... beginsel-partij als de V.V.D.

• •

Dit vooropgesteld zijnde mag daarnaast worden gesteld, dat in iedere partij werkt de drang naar uitbreiding van haar macht. In een land met een twee-partijen- stelsel zal dit tot uiting komen in het streven naar de meerderheid. In een land als het onze zal het zich beperken tot het streven naar een verhoudingsgewijze zo sterk mogelijke positie.

Wij kennen dit in onze jaren uit de concur- rentie tussen P.v.d.A. en K.V.P. om toch vooral maar de "grootste" partij te worden of te blijven. Maar de drang zelf is uiteraard aan geen enkele partjj vreemd. Geloof in , eigen idealen en· beginselen zal ieder, van wat overtuiging ook, wel eens aan het dromen

I

brengen over wat er gebeuren zou; wanneer zijn partij maar eens wat meer te zeggen kregen of misschien zelfs het gans en al voor het zeggen had.

• •

Realisten als wij zijn dromen wij als partij zulke dromen niet. Wel zoeken wij voor haar telkens opnieuw naar perspectieven. We doen dit bij voorkeur na een verkiezing, die met meer of minder recht als een teken of een

Radiobericht:

Er komen in ons land steeds minder ooievaars voor.

v. d. KIEF'f: - waarschuwing wordt beschouwd, vatbaar

voor velerlei uitleg, waarbij persoonlijke ge- "Minder kinderbij slat(,

aardbeid en persoonlijk inzicht uiteraard een dus belastint:verlagintr"

woord meespreken. Dit laatste kan aan ons ""---...J

is, bepaald doo\' haar begin- selen en door niets anders . Hier achten wij elk oppor- tunisme uit den boze, ook dus het opportunisme, dat voortvloeit uit de (overigens o.i. onjuiste) gèdachte, dat een partij toch eigenlijk naar alle kanten de weg open moet houden voor eventuele samenwerking met anderen bij volgende Kabinetsforma- ties. Elke partij - · ook . de onze - vindt de rechtvaar- diging van haar . bestaan slechts hierin, dat zij ~igen

beginselen heeft, waardoor zij zich duidelijk van andere onderscheidt. En elke partij - ook de onze - moet zich in haar beleid uitsluitend door haar beginselen laten leiden, zonder zich af te vra- gen of zij daardoor op een bepaald ogenblik anderen tot zich trekt of afstoot. Wat -van haar op dit punt ge-

vraagd mag worden is slechts dit: dat zij aan ieder duidelijk weet te maken, wa;rom zij krachtens haar beginsel handelt gelijk zij handelt.

deR.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE ft MEI 1954 - PAG. I

Onze Partij op de Tweespron~ (111)

De tweede wereldoorlog bracht in vele gevall~n ~e.n belangrijke verandering·in de mentaliteit .van de· arbeiders

Het "tS de tragiek van de libPrale geestesrirhting, dat zq

van deze wijzigende mentaliteit ~ebruik te

er niet maken

tn l{eslaagd

Zolang wij de Marxistische klassenloze maatschappij nog niet hebben betreden - en de verwachting, dat de ontwikkeling in deze richting zaJ gaan nam gedurende de laatste decennia in brede kringen steeds meer af - hebben wij rekening te houden met een gevarieerd maatschappijbeeld, waarin de meest verschillende rangen, lagen en gradaties vertegenwooMJ.gd zijD.

N áa.r onze opvatting vormt dit . ook het juJSte maatschappijbeeld, aangezien men weliswaar de onderlinge gelijkwaardigheid van de mensen als uitgangspunt van zijn gedachtengang behoort te nemen, doch de stelling van de menselijke gelijkheid in

&"een enkel opzicht houdbaar tegen de achtergrond van de feiten blijkt te zijn.

daarmede enigszins op de achtergrond.

De bezetting leerde wat vaderlandslief- de vermocht, terwijl de toenmalige ellen- de ook een zekere stimulering van het religieus besef met zich bracht.

In onze moderne maatschappij zijn t\-/ee naar aantal ongeveer even grote maat- schappelijke groeperingen te onderscheiden, te weten de groep van de arbeiders en ile groepering van de middenstand. Daarnaast bestaat dan nog de invloedrijke en voor het economische proces van veel betekenis zijnde groep van de ondernemers, doch deze valt kwantitatief bij de beide eerstgenoemde groepen volledig in het niet.

Bovendien dl"óeg het nationaal-socia- lisme met zijn sterk emotioneel geladen inhoud - naast bepaalde individueel - en sociaal-psychologische opvattingen, die eerst geleidelijk hun weg van de in- tellectuele top naar beneden vonden - bij tot de overtuiging, dat niet alles wat zich op aarde voordoet op alles verkla·

1 ende wijze rationeel kan worde·n bena- derd en dat de psychisch-emotionele, geestelijke zijde van de mens toch wel een heel wat belangrijker rol speelt dan men op grond van de inzichten van het historisch materialisme mocht verwach- ten.

Zo wij dus de positie van de V.V.D. in onze democratische samenleving - waar het aantal telt - goed willen verstaan, hebben wij ons vooral rekenschap te ge- ven van de benadering van de liberale geesteswereld tot de twee grote maat- schappelijke groeperingen.

De in politiek opzicht confessioneel georganiseerde vertegenwoordigers van deze groepen moeten hierbij even buiten beschouwing gelaten worden, aangezien het daarbij om een geheel op zichzelf staand vraagstuk gaat, namelijk de kwestie of religieuze opvatting noodza- kelijkerwijze met politieke overtuiging parallel dient te lopen (een kwestie overigens waaromtrent het liberalisme van de aanvang af zeer duidelijke en on- cJtil:>belzinnige opvattingen heeft gehad).

De politieke •ituatie van de arbeiders

D e arbeiders omvatten onmiskenbaar de grootste homogene maatschap- pelijke groeperin: van onze bevolking, doCh - en dit is uiterst gewichtig - zij komen in aantal ongeveer overeen met de groepering van de middenstand in al zijn geledingen.

Hoe ·is, zeer in het kort, de politieke situatie van deze arbeiders? Oorspronke- lijk hebben zij verkeerd in de hoek waar de slagen vielen en dit verschijnsel heeft zijn sporen achtergelaten in de ontwik- keling tot op de huidige dag toe.

De arbeider was de door het kapitalis- tische stelsel uitgebuite figuur, die al- les had te winnen en niets te verliezen en daardoor oorspronkelijk alleen van de Marxistische heilstaatsvoorspelling uitkomst scheen te kunnen verwachten.

De grote massa van de arbeiders organi- seerde_ zich dan ook op grond van een en 'lder in de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, die zich bij zijn oprich- ting kantte tegen vrijwel alle màat- schappelijke instellingen, kerk en staat in de eerste plaats. Doch dit duurde niet zolang.

Naarmate de arbeidersmassa zich ging organiseren en door de kracht van het aantal een steeds sterk~e positie kon gaan innemen steeg voor haar binnen , het kapitalistische stelsel de bestaansze- kerheid en werd al spoedig de vraag ac- tueel of men een weg van geleidelijke hervormingen van het staatsapparaat zou hebben te betreden dan wel zich in ne- gativisme van de overige bevolking had te isoleren tot eenmaal de grote dag van de klassenloze maatschappij "vanzelf"

zou aanbreken.

In ons land werl>i dit pleit reeds in de eerste jaren van deze eeuw beslecht en trad de reformistische richting zegevie- rend uit het strijdperk, Doch daarmede was dan tevens in beginsel de vraag aan de orde gesteld of de arbeiders als klas- se hun isolement binnen de maatschap- pij zouden moeten en kunnen handha- ven.

In de praktijk is de S.D.A.P. tot 1940 in grote trekken gebleven een arbeiders- partij, die primair als pleitbezorger voor

de belangen van de arbeiders bleef op- treden. Het toentertijd bestaande zeer nauwe contact met het Nederlands Ver- bond van Vakverenigingen droeg even- eens tot een dergelijke toestand bij.

De mentaliteit in deze kringen was, alle goede bedoelingen van bepaalde in- tellectuele voormannen ten spijt, een materialistische en e~n rationalistische, d.w.z., dat men zich over het algemeen van geestelijke en psychische vraagstuk- ken distancieerde.

Tegenover de religie bleef men huive- rig staan, voor patriotisme haalde men de neus op, aan de grote waarde van het persoonlijk initiatief zag men voor- bij. De vragen waarvoor men belangstel- ling koesterde, konden voor het overgro- te deel worden geprojecteerd tegen de achtergrond van een zo goed mogelijke verzekering van de positie van de ge- middelde arbeider: de heerschappij van de middelmatigheid, die zijn gelijkvormig stempel uiteindelijk aan de gehele sa- menleving zou hebben op te leggen, lok- te aan.

Oorlog als breeklijn

S edert de oorlog - die wij nu om verschillende niet nader te noe- men redenen als breeklijn nemen - blijkt hier en daar in die mentaliteit het een en ander veranderd. De arbeiders- klasse heeft zich tengevolge van het verkrijgen ener grotere welstand ont- wikkeld tot arbeidersbevolking.

Het ideaal van de klassenstrijd raakte

Tenslotte kwam tengevolge van de sterk gestegen welvaartsstandaard van de arbeider diens mogelijkheid van iso- lement steeds meer in het ·gedrang, kwam hij m.a.w. in zijn geleidelijk

"ve1 burgelijkende" toestand meer open te staan vóor de geesteswereld ~n an- dere groepen in de samenleving.

Voor de meer n erlegde arbeider, de vakman, rees met name het probleem, boe hij van zijn grotere bekwaamheden zowel op materieel als geestelijk terrein op de beste wijz_e profijt kon trekken.

Het is de tragiek van de liberale gees- tesrichting, dat zij er tot O{l dit ogenblik nog niet in is geslaagd van deze wijzi- gende mentaliteit - waardoor in het bij- zonder die beter ontwikkelde arbeider bereikbaar wordl voor haar gedachten- gang - gebruik te màken door bij ver- kiezingen ook op dit onderdeel van de maatschappij vat te krijgen.

Uit het bovenstaande - hoe summier dan ook samengevat moge intussen blijken, dat hier voor ons wel degelijk een terrein braak ligt.

Positie van de middenstand

K omen wij thans tot de middenstand, die kwantitatief een ongeveer even grote groep als de handarbeiders omvat, doch in verschillende nader te noemen groepen moet worden onderscheiden.

Zij omvat 1. de zogenaamde oude mid-

DEZE BURGER

prijst edèlvrouwe Justitia niet gelukkig om de belangstelling, die zij, in onze dagen, in zo grote mate trekt.

Het is, met de arts uit Berkel en de officier van Amsterdam, dat zij nu, dui- zelig van alle lawijt dat daar heerst. over de Openbare Straten trekt. Haar witte kleed is, aan de oude zoom, reeds gevlekt en besmeurd ·door de modder, en ·haar rood-koperen weegschaal is, anders zo glanzend, dof en mqt gewor- den van alle onschuldige asempies van wie haar met open inond aanstaren.

Ik zie haar liever in haar koele nis. Niet vergezeld door de actualiteit, noch aan de arm gehouden door de sensatie.

Wel, wel ... dat smakelijk tafereel langs de straat: Krabbe's teehtsovertui- ging des Volks, arm in arm met het gezonde rechtsgevoel, en alle lieve kran- ten lekkertjes vpn leer.

"Wie ben ik- burger·- dat ik mij vermeten mag te twijfelen aan de kennis van.al wie nu, blij en opgewonden om de zalf op hunne door onrecht gesla- gen wonden, het probleem van overheid en pers - als hadden zij daar ooit één seconde over nagedacht - met overtuiging op het tapijt brachten.

Wie ben ik - stukjesdraaier - dat ik zou mogen zeggen dat deze Krabbe- liaanse rechtsovertuiging slechts een doorzichtig en scheefgezakt masker is v66r het legè gelaat-met-bolle-ogen van Sancta Sensatia, die heilige der laatste dagen?

Maar ik benijd de Vrouw Justitia niet.

Zij verkeert in het woelige gezelschap van de koppensnellers en de (spe- ciale) krispadenten der kranten, terwijl de hoge eenzaamheid haar van nature zo lief moet zijn.

Dat de voetballerij haar rechten op de aandacht der mènsen moge herwin- nen van tante Themis is de oprechte wens van DEZE BURGER.

denstand, waaronder de kleine zelfstandi- gen vallen, gelijk winkeliers, ambachtsl~­

den en neringdoenden, zakenlieden, huis- eigenaren e.d. 2. de agrarische bevolking 3. de zogenaamde nieuwe middenstand, waaronder te begrijpen hen werkzaam in de vrije beroepen, leidinggevende em- ployé's, ambtenaren, onderwijzers en Ie- raren, kunstenaars, technisch en ad- ministratief personeel in de ruime be- tekenis van het woord.

Het gaat hier derhalve om een wel zeer, ook in materieel opzicht, gevari·

eerd samengestelde groepering en wat wij daarom wel goed zullen dienen vast . te houden, indien wij over het "bewer-

ken" van de middengroepen praten, is, dat wij dan niet van een bepaalde inko-

m~nsgrens kunnen uitgaan en zeker niet van een minimum van J 5000 of f 6000 jaarlijks.

Er zijn er verscheidene onder deze middengroepen, die minder verdienen dan een goede arbeider; dit verandert aan hun positie in de maatschappij en gene- raliserend gesproken aan· hun mentali- teit niets.

Naar de onqerscheiding van Geiger iS voor de beide eerste onderdelen van de middengroepen (oude middenstand en agrarische bevolking) typerend het eigendomsdenken, voor de groep van de nieuwe middenstand (intellectuelen, zij met de witte boorden) het arbeidsden·

ken.

Stellen de eersten vooral prijs op be- houd, uitbreiding zo mogelijk en over- dracht van het eigen bezit, de Iaatsten hechten minder aan bezit en meer aan positie in de tweevoudige betekenis van het woord, zodat zij met name voor wijzi- gingen in de bestaande maatschappelijke verhoudingen gemakkelijker toegankelij- ker zijn.·

Zoals men uit de statistieken en trou- wens eveneens uit eigen waarneming kan aflezen, groeit de betekenis van deze nieuwe middenstand in kwantitatief op·

zicht nog jaarlijks.

Andermaal tra~isch Het tragische in de ontwikkeling is

nu andermaal, dat de vrijzinnige politieke geestesrichting, die sedert ja- ren haar veruit belangrijkste steun·punt in deze groep heeft gehad, althans een gedeelte van haar aanhang in die krin- gen heeft moeten afstaan aan de P.v.d.A.

Instede dus, dat wij er in zijn geslaagd, naarmate de materiële positie van de ar- beiders verbeterde en verschillenden on- der hen voor de liberale denkwereld po- tentieel in meerdere mate kwamen open te staan, terrein naar die zijde te winnen, bedreigt ons een zekere afbrokkeling in de groep, die ons van de aanvang af het naast heeft gestaan, doordat de P.v.d.A.

meerderen onder hen voor de socialisti·

sche gedachtengang heeft weten te win- nen.

Met name heeft de overgang van de meeste leidende figuren van de vroegere Vrijzinnig-Democratische Bond - wel- eens schertsend een leger zonder solda- ten genoemd - de P.v.d.A. op voortref- felijke wijze kunnen voorzien van een kader, waaraan het haar voor de oorlog eigenlijk nog - zeker gezien haar grote aanhang.- in zo belangrijke mate ontbrak.

Voor ons komt het er dus in de eerste plaats op aan de oorzaken van dit ver- schijnsel op te speuren en ons reken- schap te geven van de heersende men- talitéit in de hier bedoelde groepen.

ROETHOF

(3)

VRimEID EN DEMOCRATIE U,MEI 19H- PAG. S

Uitslag van onze competitie-prijsvraag

llet televisietoestel ging naar Amsterdam Groningen

en de bromfiets naar

Loting om de derde en ...

priJS vierde

Btiraand laten wij het proeea-verbaal volren van het onderzoek van de bhmenge- komen antwoorden naar aanleiding van de onderlinge competitie, die bij de leden- wervingsactie, gebouden van eiad October 1953 tot 1 FebJ'Uari 1954, door de V.V.D.

is uitgeschreven.

Het aantal·tnzendingen bedraagt 1186. De competitie wu·twèeledl~r.

In de eente plaats moesten in de 13 vierkant,ie8 de cijfers worden ingevuld van de foto's van onze Eerste en Tweede Kamerleden, die met deze namen correspon- deren. De juiste vol~rorde der cijfers is:

8. H. J. ANKERS1t<IIT 8. J. G. H. OORNELISSEN

1. Mevrouw A. FOR'T'ANIER-DE WIT 10. F. DEN HARTOG

9. H. A. KORTHALS, ec. drs.

12. M!" H. F. VAN LEEUWEN 7. H. D. LOUWES

3. Prof. Mr A. N. MOLENAAR 11. Prof. Mr P. J. OUD

13. G. RITMEESTER

2. Mr Dr R. H. Baron DE VOS VAN STEENWIJK

~ó: Mr W. C. WENDELAAR 4. R. ZEGERING HADDERS

Van de 1186 ingekomen inzendingen waren bij 90 ervan de vakjes niet juist of niet allen ingeV1!ld. Opmerkelijk was, dat sommige inzenders, die meer formulieren inzonden, gedeeltelijk de vakjes jui-st hebben ingevuld, en ge- deeltelijk onjuist door vergissing of slordigheid bij het overschrijven.

In de tweede plaats werd VOO!' deze competitie gevraagd een schatting van het totaal aantal stemmen in Neder- land, dat de V.V.D. bij de Statenver- kiezingen op 21 April 1954 zou beha- len.

Volgens de officiële processen-ver- baal zijn op de V.V.D. uitgebracht res- pectieveÎijk in de provincie:

Groningen 27.802 Frieslan<\ 20.754

Drenthe 24.670

Ovocijssel 30.885 Gelderland 46.352

Utrecht 27.205

Noord-Holland 123.001 Zuid-Holland 143.852

Zeeland 12.393

Noord-Brabant 10.708 dus in totaal: 467.622 Volgens de niet officiële uitslag, die het A.N.P. onmiddellijk· na de verkie-, zingen gepubliceerd heeft, was dit to- taal 467.504. Hieruit is de gevolgtre<k- king te maken, dat er dus een verschil, hoewel niet aanzienlijk, bestaat, welk verschil vOOtr de toekenning van de prij- zen wel een rol heeft gespeeld.

.~ ~fMadl'

ST ALEN MEUBELEN .,GISO"-LAMPEN

Geen der inzenders beeft het aantal stemmen, dat op de V.V.D. bij dez.e ver- kiezingen voor de Provinciale Staten ia uitgebracht, precies opgee-even.

Van de 1186 inzendingen waren er 357, die het totaal aantal stemmen ge- schat hadden beneden de 4 70.000, en 829 welke dit aantal op 470.000 of ho- ger hadden gesteld.

Het juiste aantal van 467.622 is het dichtst benaderd door mejuffrouw A.

Co._brander, Beethovenstraat 60 bv. te A.msterdam-Z., èfte het aantal stemmen re5teld had op m.639, das 17 meer dan het juiste aantal. Zij krijgt derftal- ve de eerste prg&, eea televisietoestel.

Voor 4le. tweede prijs, een bromfiets, komt in aanmerking d~ heer 0. de Vries, Van Starkenborgstraat 15 te Gronin- gen, die een getal van 467.555 had inge- vuld, das 6'7 minder dan de werkelijk- laeid.

Voor de derde prijs kwamen twee in- zenden in aanmerking, t.w. de heren E. Bos. Kerkweg 37 te Zeist, en H. P.

N. van 011, Vliepe~r 9 te Blaricum, die bei~en een lormuller hadden ingezonden waarop als aantal stemmen was inge- vuld 467.500, dus 122 minder dan het juiste aantal.

Tussen hen moest dus het lot beslissen, wie voor de derde prijs, -:en wasmachi- ne, en wie voor de vierde prijs, een tafel- radio-gramofoon, in aanmerking kwam.

Deze loting heeft plan.ts gehad op het Algemeen Secretariaat in tegenwoor- digheid van de heren H. J. Ankersmit, lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal, s.· J. v.d. Bergh, penniilemeester van de partij en D. W. Dettmeijer, wet- houder van 's-Gravenhage, en heeft tot gevolg gehad, dat de derde prijs toege- vallen is aan de heer E. Bos te Zeist en de vierde prijs aan de heCt" H. P. N.

van Os te Blaricum.

De vijfde prijs, een robot stofzuiger- combinatie, valt ten deel aan mejuf- frouw I. Eigeman, Bezuidenhout 41 te 's-Gravenhage, die met een opgegeven aantal stemmen van 467.387 er 235 be- neden de werkelijkheid bleef.

De inzendoc, die hierna het dichtst het werkelijk behaalde aantal stemmen heeft benaderd, had dit geschat op 467.890, dus een verschil van 268 stem- men. H\i komt met 99 andere inzenders in aanmerking voor één van de.hon?-erd andere fraaie en nuttige prijzen.

Onder deze 100 zijn er verschillenden, die meer formulieren met een verschil- lend aantal stemmen hadden ingczon- de en dus ook meer dan één van deze honderd prijzen ontva.ngen. Het zijn:

R. TE GUSSINKLO te Winterswijk 2. L. M. BROOSHOOFT te Dirksland 3. E. BOS te Zeist

4. A. CALJé te Alblasserdam

5. J. J. v. d. POL te Utrecht 6. R. VAN GINKEL te Diepenveen 7. Mejuffrouw I. EIGEMAN te 's-Gra-

venhage ~

8., Mevrouw A. KRAMER-MOMM te Haarlem

9. Mr D, SCHUlTEMAKER te Utrecht 10. A. TUITERT te Diepenveen

11. E. BOS te Zeist

12. J. J. v. d. POL te Utrecht 13. E. BOS te Zeist

14. A. TUITERT te Diepenveen

15. Mevrouw C. v. SCHAIK-VERMEYte Gouda

16. E. BOS te Zeist

17. J.C. G. HOPPENER te Scheveningen 18. Mevrouw J. A. M. L. PINO-KEMPFF

te 's-Gravenhage

19. A. CALJé te Alblasserdam 20. E. ·BOS te Zeist

21. J. J. v. d. POL te Utrecht

22. J. D. BARON SWEERTS DE LAN- DAS te Bloemendaal

23. J. D. C. RAS te Gorssel 24. A. TUITERT te Diepenveen 25. Mevrouw M. TE GUSSINKLO-

BROUWER te Winterswijk 26. Dr H. K. DE LANGEN te Meppel 27. E. BOS te Zeist

28. J. J. v. d. POL te Utrecht

29. H. M. v. NIEUWKERK te S~hiedam

30. A. TUITERT te Diepenveen 31. J. J. v. d. POL te Utrecht 32. E. BOS te Zeist

33. J. H. STAAL t,e Zwolle 34. C. M. SERET te 's-Gravenhage 35. Mevrouw mr E. VEDER-SMIT te

Huis ter Heide 36. E. BOS te Zeist

37. C. M. SERET te 's-Gravenhage 38. Mevrouw H. W. HELLEMANS-VAN

GPRKUM te Amersfoort

39. Drs A. A. C. REEDIJK te 's-Graven- hage

40. Mevrouw H. W. KNAPE-DE GROOT te Wassenaar

41. E. K. BOS te Warffum

42. Dr H. K. DE LANGEN te Meppel 43. Mevrouw ·w. BLOEM-MAAS te

Voorburg 44. E. BOS te Zeist

45. J. D. SELLINK te Winterswijk 46. H. P. N. v. OS te Blaricum 47. J. J. v. d. POL te Utrecht

48. C. ADVOKAAT te Molenaarsgraaf 49. J. C. G. HOPPENER te Schevenin-

gen

50. E. BOS te Zeist 51. E. BOS te Zeist

52. J. J. v. d. POL te Utrecht 53. A. CALJé te Alblasserdam

54. Mevrouw H. W. KNAPE-DE GROOT te Wassenaar

55. E. BOS te Zeist

56. J. D. SELLINK te Winterswijk 57. F. RIETVELD te 's-Gravenhage 58. A. CALJé te Alblasserdam

59. H. P. N. v. OS te Blaricum 60. W. J. LEYDS te Almelo

61. J'. G. A. v. d. SANDEN te Harden.- berg

62. Mevrouw F •. K. STIKKER-RIENKS te Emmeloord

63. J. G. A. v. d. SANDEN te Harden ..

berg

"64. J. G. A. v. d. SANDEN te Harden ..

berg

65. Ir G. BOUWMEESTER te 's-Graven..

hage

66. N. SMITH te Delfzijl

67. J. G. A. v, d. SANDEN te Harden.

berg

68. J. G. A, v. d. SANDEN te Harden ...

berg

69. J. G. A. v, d. SANDEN te Harden.- berg

70. C. ADVOKAAT te Molenaarsgraaf 71. E. BOS te Zeist

72. J. G. A. v. d. SANDEN te Harden- berg

73. 0. DE VRIES te Grqningen

74. Mevrouw H. W. KNAPE-DE GROOT te Wassenaar

75. J. G. A. v.d. SANDEN te Hardenbere 76. J. G. A. v.d. SANDEN te Hardenberg 77, J. G. A. v.d. SANDEN te Hardenberg 78. J. G. A. v.d. SANDEN te Hardenberg 79. E. BOS te Zeist

80. Mevr. J. A. M. L. PINO-KE:r.fPFF te 's-Gravenhage

81. E.K. BOS te Warffum

82. W. PIEPENBROEK te Apeldoorn 83. L. M. BROOSHOOFT te Dirkslarul 84. R. TE GUSSINKLO te Winterswijk 85. J. C. G. HOPPENER te Scheven.in.-

gen

86. E. BOS te Zeist

87. A. TUITERT te Diepenveen 88. Ir G. BOUWMEESTER te

•s-Gravenhage 89. E. BOS te Zeist

90. J. F. ZONNENBERG te Arnhem 91. Ir G. BOUWMEESTER te

's-Gravenhage 92. E. BOS te Zeist

93. A. CALJé te Alblasserdam

94. Mevrouw A. M. MONNA-v. d. MA ..

REL te 's-Gravenhage 95. A.CALJé te Alblasserdam

96. R. TE GUSSINKLO te Winterswijk 97. D. EGAS te Gorinchem

98. Mr H. FORTUIN te Hilverstun 99. E. BOS te Zeist

100 J. J. v.d. POL te Utrecht

De dOO!' hen opgegeven stemmen lig'"

gen tussen de -163.000 en de 472.237.

VAN DE REDACTIE

In verband met Hemelvaarts- ilag zal ons weekblad vroeger dan gewoonlijk ·moeten verschij- nen. Met het oog hierop dient

:~,lle copy uitedijk Dinsdag

~5 Mei a.s. in het bezit van onze redactie-secretaris te zijn.

(4)

* parlemen

Mr WENDELAAR ·OVER NEDER

Drie hoofdmomenten waren er in de rède, welke onze geestverwant, mr Wendelaar, in de Eerste Kamer hield bij de behandeling van de be- groting vali Buitenlandse Zaken.

Zij betroffenl de houding, welke Nederlaad in het conflict tussen de beide grote· wereldmachten heeft in te nemen; oaze betrekkingen tot

· Indonesië, mede in verband met de Unie en tenslotte de door prof. Ger- retson op de bekende wijze opgeschroefde kwestie· van de "geheime militaire afspraak".·

· Natuurlijk net de heer Wendelaar er - wat het eerste punt aangaat - geen twijfel aan bestaan, aan welke zijde wij ons moeten . blijven stellen.

Hij .zei het met nadruk en wij laten zijn verklaring hier woordelijk

· volgen: "Nederland moet zonder aarzelen partij kiezen voor het Westen en, met vermijding van alles wat naar agressie zweemt, een zo krachtig mogel\)"ke bijclrage leveren aan de gemeenschappelijke defensie".

Maar wil dat nu zeggen, dat wij, wanneer de "groten" in een heftig politiek duel zijn gewikkeld, dat alle. gevaren oplevert voor het plotseling uitslaan van een derde wereldbrand, door onze houding en uitlatingen het smeulende vuur nu van onze kant nog eens flink moeten aan- wakkeren?

Er zullen niet veel geestverwanten - wij durven zelfs zeggen: niet veel Ne- - derlanders - · zijn, die deze vraag bevesti- gend zouden willen beantwoorden. De heer'' Wendelaar beantwoordde haar dan ook met

· grote ernst ontkennend en richtte zich daarom tegen een voor de Russen nodeloos

~wetsende rede, door de heer De Kadt (P.v.d.A.-lid van de Tweede Kamer) als lid van de Nederlandse delegatie destijds te .New York voor de Verenigde Naties ge- houden (het was op 26 November van het afgelopen jaar).

De taak van Nederland is niet, .om de , partijen tegen elkander op te hitsen, maar om allès te doen, wat in zijn vermogen is, om een uitbarsting tussen het Westen en RuslaJl(i te voorkomen. Tot het laatste ogen- blik mag Nederland niet wanhopen aan de mogelijkheid van een vreedzame oplossing en moet het al het mogelijke doen oin qie te bereiken. En dus altijd maar Weer pra- . ten en dan praten op een dusdanige manier,

dat een toenadering tussen de tegenover elkander staande partijen wordt bevorderd.

Wat dat praten en die bevor.dering van de toenadering betreft, was de heer Wende- laar · voorts weinig enthousiast over confe- renties in de omvang, zoals die in Berlijn werd gehouden en op het ogenblik in Genève aan de gang is.

Men zie eens, wat een ontzaglijk grote hoeveelheid mensen er, met die vele mi- nisters en nog veel groter aantal deskundi- gen op allerlei gebieden, in een kleine ruimte bijeen zijn, die op deze wijze de in- gewikkeldste vragen moeten oplossen.

Maar wat de mogelijkheid op succes naar zijn mening. bij conferenties als deze ilet allermeest verhindert, is de ~rote publict-- teit, welke daaraan en aan elk moment der moeizame onderhandelingen gegeven wordt;

zij maakt het elke staatsman uiterst moei- lijk om ook máar de minste concessie te doen en dus leiden dergelijke conferenties eerder tot een accentuering van de me- aingsverschillen dan tot hun opheffing.

Neen, wilde men werkelijk tot resultaten komen, dan was er naar zijn bescheiden me- ning maar één mogelijkheid: praten in ~en tot het uiterste beperkt gezelschap buiten alle openbaarheid.

De heer Wendelaar wees er met nadruk op, dat dit het 0idee is van de grootste staatsman van onze tijd: van Cburchill. En dezer dagen heeft men in een in verschil- lende landen gepubliceerd artikel van Vin- cent Auriol kunnen lezen, dat ook deze van dezelfde mening is.

Ondertussen is dat niet onze zaak; maar wèl onze zaak is dit, dat wij, zoals de heer Wendelaar het uitdrukte, overal en steeds .,, op uit moeten zijn om v•trouwelij&e

besprekingen te houden met beide partijen, misverstanden op te ruimen · en haar tot wederzijds begrip te brengen.

• * •

wat onze verhouding tot Indonesië aangaat kon onze woordvoerder ver- Klaren, dat hij de redevoeringen van de heren Ruys de Beerenbrouck (K.V.P.) en

Algr~ (A.RJ op dit punt met• het ·grootste genoegen had aangehoord en het nagenoeg over de gehele lijn met ·beide afgevaardig- den eens kon zijn.

Omstandig zette de heer Wendelaar nog eens uiteen, hoe er, na de revolutionaire omzetting van de federale staat Republik Indonesia Serikat in de eenheidsstaat Re- publik Indonesia niets, maar dan ook niets van het overeengekomen zelfbeschikkings- recht was terechtgekomen. En met name niets van het zelfbeschikkingsrecht van de Zuid -Molukken.

Maar er is meer: wederom zijn er een aantal Nederlanders gearresteerd, van wie men niet weet, wat daartoe aanleiding heeft gegeven en aan wie verschillende algemeen erkende rechten worden onthouden. En er zijn ook de afschuwelijke en bloedige ver- volgingen van Christenen op Celebes en elders, waartegen de Indonesische Regering onvoldoende maatregelen neemt.

En ondertussen worden in Indonesië nog de meest dwaze en lasterlijke beschuldi- gingen aan het adres van Nederland van

hogerha~d toegelaten, zo niet g~;ïnspireerd.

Er zijn ook de talloze hoogst ontactische opmerkingen van leidende Indonesiërs, on- der wie zelfs van president Sukarno.

Ook naar de mening van de heer Wende- laar zouden onderhandelingen met Indo- nesië alleen .mogen worden geopend, indien aan de verschillende bezwaren, die de he- ren Ruys de Beerenbrouck, Algra enhijzelf hadden opgesomd, zou zijn. tegelJloet ge- komen.

Of, zo vroeg de heer· Wend'Ëlaar, heeft de Regering zich reeds gebonden, de door In- donesië verlangde onderhandelingen te voeren? Dat bleek inderdaad het geval.

Minister Luns zei, dat reeds het· vorige Kabinet zich niet had willen verzetten te- gen de van Indonesische zijde geuite wens om de onderhandelingen te openen en zich bereid had verklaard; daartoe over te gaan.

'Het huidige Kabinet heeft hiermede - zo vond hij - rekening te houden.

Na rijp beraad heeft de Regering ge- meend, dat er thans nog geen aanlei- ding bestaat, haar bereidheicl. tot onderhan- delen te herzien en zij heeft, zoals in een communiqué is gepubliceerd, de Indonesi- . sche Regering van deze bereidheid in ken-

nis ge&teld.

De taak

houding

van Nederland .. JO

t t I d ...

. o . n . ones1e •· lle

De heer Wendelaar en anderen hadqen ook vastgesteld, dat er natuurlijk geen sprake zou mogen zijn van enig praten over Nieuw-Guinea.

Naar aanleiding hiervan zei minister Luns: "Het is volkomen juist, dat Indone- sië het verschil van mening met betrekking tot Nederlands Nieuw-Guinea wel zeer toe- spitst. De Nederlandse Regering heeft dan ook niet nagelaten aan de Indonesische Re- gering duidelijk te maken, dat zij ovèr de status van Nieuw-Guinea niet wenst te spreken en dat de Unie-verhouding en de Indonesische lijDSpraken op. Nieuw-Guinea geen enkel verband met elkaar houden.

MR WENDELAAR drie hoofdmomenten

Eveneens is door de Regering niet onder stoelen of banken gestoken, hoe zij denkt over uitlatingen als door de geachte afge- vaardigde in herinnering gebracht. Dat zij voorts terstond heeft gereageerd op onb2- hoorlijke fantasieverhalen als dat van de duikboten, is de Kamer uit de pers bekend".

De Regering heeft haar bereidheid tot on- derhandelen dus inderdaad uitgesproken, maar dan is er - zo merkte mr Wendelaar op - te meer. reden er met klem op te wijzen, dat de burgers van dit land en hun vertegenwoordigers verlangen, dat in al deze zaken recht wordt gedaan,. voordat er van enige concessie onzerzijds sprake kan zijn.

De heer Wendelaar, .die op deze punten geenszins volkomen tevreden was, gaf de minister daarbij de duidelijke wa,rschu- wing, dat hij wel bedenken moest, dat voor een nieuwe overeenkomst, welke van de Grondwet zou afwijken, een meerderheid van twee derden zou zijn vereist.

De minister scheen daarvan nog niet ge- heel o:vertuigd. Maar toen mr Sassen tK.V.P.) liet blijken, het standpunt van de heer Wendela:y- te delen, zei minister Luns het beter te vinden, zich op dat ogenblik

"maar niet in een diepgaand en constitu- tioneel ingewikkeld debat te gaan begeven",

* * *

Een derde hoofdpunt van het debat vormde - wij hebben het reeds ver- meld - het onderwerp, waarover prof Ger- retson nu al maanden lang bezig is (wij hebben er al eerder over geschreven, o.a.

bij de. behandeling van pe begrotingen van Oorlog en Marine), .n.l. de geheime mili- taire afspraak in de vorm van een over- eenkomst van de E.D.G.-landen omtrent

de inbreng van troepen bij de san king.

Dat een dergelijke militaire, re ge ruime zin een onderdeel van de· te strategie en gebaseerd op de door d1 vertegenwoordiging met nagenoeg , ne stemmen goedgekeurde Europe!le :;sie Gemeenschap, niet aan de gro·

kan worden gehangen kan - men betreuren, maar het is toch niet ar een kind begrijpen.

De moeilijkheid is echter, dat de wet voorschrijft, dat elke overeenk' spoedig mogelijk aan de Staten-G moet worden overgelegd. Prot G' verwijt nu de Regering, dat iij ge heeft in strijd met de Grondwet en

!lanvank;elijk ook ontkend heeft, dat gerlel geheime overeenkomst Z0\1 b~

Bij de schriftelijke voorbereiding debat over de begroting van Buit1 Zaken in de Eerste Kamer ~eft pr retson na al hetgeen hij (uiteraar' bijval van de communisten> daar a over gezegd en geschreven had (in : blad "De Telegraaf)" aan deze kwe weer ~ten uitvoerige nota gewijd el 'openb~re disèussie' heètt hij, als wo•

der van de christelijk-historische over geen ander onderwerp gespro dit ene punt.

Alvorens zijn standpunt te bepalE onze geestverwant de heer Wend·

de eerste plaats dààrover iets geze Mij moet de opmerking van het zei hij, dat de heer Gerretson, die keiijk heeft medegedeeld, dat woorvoerder vatl de C.H.-fractie · bij de behandeling van de begrot Buitenlandse Zaken - toch geen stigheid in onze werkzaamheden niets anders heeft gesproken dan <

wij allen weten dat een specialE van hem is op een klein onderdeel buitenlands beleid. Het zij mij ver te zeggen, dat dit toch wel ben.

maat is, welke wij van de C.H.-fn wend zijn.

Voorts begreep hij niet, hoe een welke zich er steeds op beroemt, ze der Regeringsgetrouw te zijn, eer.

heeft kunnen houden, dat de Rege:

heel erg in het nauw drijft op eE . waarbij zij het al moeilijk genoeg

de redelijkheid - de hf-er Wend(

op dat ogenblik nog niet: de wett - volkomen aan haar zijde heeft. l de daar dan ook aan toe: "V i vent cjpes, péris.Se le monde, schijnt ' GerretSGil van oordeel te zijn".

* * *

M aar nu dan de beginselkwest onze woordvoerder lag het 1 van de uitvoerige nota van prof. C hierin, dat het de vraag is - de hee son had het zelf ook zo gesteld- of ring een met één of meer vreemde heden gesloten overeenl-amst geh' houden voor de Staten-Generaal, I sel\ik of zelF& noodzakelijk dat c wellicht kan zUn.

Met de Regering liet de heer W in het midden, of in casu artilkel 6•

Grondwet van 1948 dan wel artikel ste lid. van de Grondwet van 1953 ' Hik is; in beide gevallen moet imn overeenkomst zo spoedig mogelijk Staten-Generaal worden voorgelegc Het komt nl:l aan op de interpre:

de woorden "zo spoedig mogelijk"

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inspecteur Carolien Groote Schaarsberg: “Je bent er in je eentje verantwoordelijk voor dat er op het eind van de dag een goed en onderbouwd beeld van de school ontstaat.. Dat zorgt

“Zorg dat deze zo concreet moge l i jke doe len bevatten , zodat leerkrachten prec ies weten wat hen te doen staat” , merkt Groote Schaarsberg op... Maar er

Indien er op de school maatregelen zijn genomen om in beeld te krijgen hoe leerlingen zich ontwikkeld hebben tijdens het afstandsonderwijs, voor welke

Maar de andere finaliteiten die vermeld worden in artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit, zoals &#34;de snelle identificatie van personen die betrokken zijn bij

De gestelde tegenvordering is aan de bestuurder van curanda voorgelegd met het verzoek curator te informeren nu bestuurder van curanda eerder heeft aangegeven dat de tegenvordering

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

Het College van Burgemeester en Schepenen geeft toestemming voor het gebruik van de kapel en tuin van het stadhuis tijdens de meibedevaart van Open Kans op 28 mei 2019.

Ontslagverlening (op pensioenstelling) contractueel personeelslid –in de functie van verzorgende kinderdagverblijf – 38/38ste. Ontslagverlening (op pensioenstelling)