Vraag nr. 102
van 4 november 1996
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Kanaal Dessel-Tu r n h o u t - S choten – Staat van dij-ken en oevers
In het oktobernummer van De Stroomversnelling, de krant voor de binnenvaartvervoerder, wordt een beeld geschetst van de erbarmelijke toestand waar-in het kanaal van Dessel naar Schoten zich zou bevinden.
Op sommige plaatsen zouden de dijken zijn inge-kalfd of afgeinge-kalfd en in het kanaal zijn gegleden, waardoor het kruisen van een ander schip geen sinecure zou zijn. De bermen zijn overwoekerd zodat het niet gemakkelijk is om een meerpaal te v i n d e n . Ontwortelde bomen worden niet uit het water verwijderd en vormen obstakels voor de s c h e e p v a a r t . Sommige wachtplaatsen zijn niet ver-licht en de bediening van de kunstwerken zou te wensen overlaten.
Dit alles staat natuurlijk in schril contrast met het belang dat de regering aan de binnenscheepvaart beweert te hechten.
Kan de minister beamen dat de hierboven geschet-ste toestand op zijn minst een grond van waarheid bevat ?
Bestaan er al concrete plannen om dat te verhel-pen ?
Indien dat zo is, tegen wanneer mag dan een verbe-tering van de huidige toestand worden verwacht ?
Antwoord
Hoewel niet kan worden ontkend dat op een aantal plaatsen langs het kanaal DesselTu r n h o u t -Schoten dringende onderhoudswerken aan de oevers noodzakelijk zijn, geeft het persartikel in De Stroomversnelling toch een eenzijdig negatief beeld van het kanaal, dat zeker niet mag worden veralgemeend.
Sinds het tijdstip waarop het interview werd afge-n o m e afge-n , werdeafge-n de kaafge-naalbermeafge-n gemaaid, z o d a t het "onkruid" nagenoeg overal is verwijderd. O v e-rigens valt op te merken dat overeenkomstig het zogenoemde bermbesluit met het maaien van de bermen dient te worden gewacht tot na 15 juni, waardoor omstreeks dat tijdstip op sommige
plaat-sen al overvloedige plantengroei op de kanaalber-men voorkomt.
Snoeiwerken aan bomen zijn inmiddels op de meest cruciale plaatsen ook uitgevoerd ; bomen die een gevaar opleveren voor de scheepvaart worden telkens binnen de kortste keren uit het kanaal ver-wijderd.
Langs het kanaal zijn wel degelijk een aantal geschikte afmeerplaatsen voor de scheepvaart beschikbaar ; er mag uiteraard niet worden ver-wacht dat elke schipper op elke plaats met zijn schip zou kunnen afmeren !
Op elk kunstwerk (sluis, brug) kunnen de schippers in een zogenoemd klachtenboek hun op- of aan-merkingen kwijt in verband met de bediening van de kunstwerken. Wanneer blijkt dat de bediening te wensen overlaat, worden de betrokken perso-neelsleden met deze situatie geconfronteerd en wordt indien nodig ingegrepen.
Zoals hierboven is vermeld, zijn de bemerkingen m . b. t . de slechte toestand van de oevers op sommi-ge plaatsen terecht. De Dienst voor de Scheepvaart heeft echter op korte termijn verschillende onder-houdswerken gepland.
– Op 21 juni 1995 vond de aanbesteding plaats voor herstellingswerken aan de oevers in Aren-donk, Ravels, Turnhout en Schoten. De kredie-ten voor de uitvoering van deze werken konden evenwel pas onlangs worden vastgelegd ; d e werken zelf zullen nog dit jaar worden aange-vat.
– Op 14 november 1996 hebben weerom twee aanbestedingen plaats, met name voor de her-stelling van oevers in Dessel, Retie en A r e n-donk en voor de aanleg van een afmeerplaats in Sint-Lenaerts.
De uitvoering van deze werken zal kunnen gebeuren in 1997.
– De aanleg van een afmeerplaats ter hoogte van brug 2 in Retie is momenteel in uitvoering door de regie van de Dienst voor de Scheepvaart. Door de beperkte middelen die op de begroting van mijn departement beschikbaar konden wor-den gesteld, konwor-den in het verlewor-den niet al de gewenste onderhoudswerken worden uitge-v o e r d . Het ligt in mijn bedoeling in de nabije toekomst deze middelen voor de noodzakelijke onderhoudswerken vrij te maken.
