• No results found

Eindexamen economie 1 havo 2008-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1 havo 2008-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen economie 1 havo 2008-II

havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Opgave 2

Schaatstoernooi

Een ijsbaan in Nederland mag het wereldkampioenschap schaatsen organiseren. Het toernooi duurt twee dagen: een zaterdag en een zondag.

De vraag naar kaartjes luidt:

Qvza = −2.000P + 120.000 Qvzo = −2.000P + 150.000

Qvza is de gevraagde hoeveelheid kaartjes op zaterdag Qvzo is de gevraagde hoeveelheid kaartjes op zondag

P is prijs per kaartje in euro’s

De ijsbaan heeft een capaciteit van 20.000 bezoekers per dag. Elke bezoeker heeft een kaartje nodig. Voor beide toernooidagen is de prijs van een kaartje vastgesteld op € 30. Alle beschikbare kaartjes zijn verkocht.

De totale kosten van dit toernooi zijn in de onderstaande grafiek weergegeven.

totale kosten schaatstoernooi

0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 1.200.000

1.100.000 1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 100.000 200.000

0

aantal bezoekers op beide dagen samen

2p 4 Bereken de totale winst die door de ijsbaan met het schaatstoernooi wordt gemaakt.

Bij de vastgestelde prijs worden meer kaartjes gevraagd dan er beschikbaar zijn.

2p 5 Bereken bij welke prijs het aantal gevraagde kaartjes op zondag gelijk zou zijn aan het aantal beschikbare kaartjes.

De ijsbaan zou de prijs van een kaartje wel willen verhogen, maar mag dat niet van de nationale schaatsbond. Die vindt namelijk dat ook minder draagkrachtige schaatsfans in staat moeten zijn het toernooi bij te wonen.

2p 6 Is de vastgestelde prijs een maximum- of een minimumprijs? Verklaar het antwoord.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vraag Antwoord

voordeel behalen door luxe goederen in Nederland te kopen waardoor buitenlandse winkeliers omzet verliezen. Indien het vetgedrukte niet is verwoord

De olieprijs stijgt.. De

[r]

Een antwoord waaruit blijkt dat de vraag naar suiker nog verder kan toenemen en de prijs zo hoog kan worden dat het inkomen van de suikerproducenten voldoende

[r]

Uit het antwoord moet blijken dat de (reële) productie / toegevoegde waarde is gestegen terwijl de werkgelegenheid

2p 17 Bereken in één decimaal nauwkeurig met welk percentage de loonkosten per eenheid product in Nederland in 2002 ten opzichte van 2000 zijn gestegen. In 2002 zijn de loonkosten