Voorbeeld DE2
Geen gebruik van rekenmachine toegestaan tenzij anders vermeld .
1. Schrijf als één logaritme en bereken :
❑
log
3
( 243)+ log
❑3( 1 27 )=¿
2.
Schrijf als één logaritme:6 .
4 × log
❑2( a)
3.
Schrijf als één logaritmen:❑
log
5 (
a
4 )+log (b )− log
❑√
3c
5
❑ 5
4.
Bereken met rekenmachine:log (265)
❑ 4
5.
Bereken met rekenmachine:log (67)
❑ 2 7
6.
Los op:(x − 6)(x+5)=0
7.
Los op2(b − 5)= 40
8.
Los op, zonder abc-formule:x2−5 x=−6
9.
Los op door ontbinden in factoren:K2 =169
10.
Los op:7 a =49 11.
Los op:4 x
12 = 3 x−4 18 12.
Los op, zonder abc-formule:p2=¿
256
13.
Los op, zonder abc-formule:( p−5 )
2−64=0 14.
Los op:√ p=9
15.
Los op:4 p+ 2 5 =0
16.
Los op:3 – 7p = − 3 + 9p
17.
Los op:5t = 2t2 + 3
18.
Los op:p7−6=0
19.
Bereken:❑
log
5
(625)=¿
20.
Bereken:log ( √36
6
−3)
❑ 6
=¿
21.
Schrijf als één logaritme:3 × log
❑9(5− p )− log
❑9(q−7)=¿
22.
Druk p uit in q voor de volgende formule:q= 2 p−8 5
23.
Druk p uit in Q voor de volgende formule:Q=34 ×(2,98)
p 24. Gegeven de volgende functies:y
1=7
y2=52 x−5
Bereken het snijpunt van deze twee functies.
25. Een werknemer heeft met zijn baas afgesproken, dat hij de eerstkomende 8 jaar 1,8 % loonsverhoging krijgt per jaar.
In onderstaande tabel zie je het loon na 1 jaar, 2 jaar en 3 jaar.
t(jaar) 1 2 4
Loon (€) 35630 36271,34 37588,86
Er is hier sprake van een exponentiële functie.
Bepaal de bijbehorende formule voor het loon (L, in euro) als functie van tijd (t, in jaar).