• No results found

(1)voor de wijziging van de Meetvoorwaarden Gas – RNB met betrekking tot het stuursignaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(1)voor de wijziging van de Meetvoorwaarden Gas – RNB met betrekking tot het stuursignaal"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

voor de wijziging van de Meetvoorwaarden Gas – RNB met betrekking tot het stuursignaal.  

Daar onderhavige codewijziging technische voorwaarden bevat dient dit ter notificatie aan de Europese Commissie  te worden aangeboden.  

Eventuele opmerkingen van de Europese Commissie zullen in het besluit worden opgenomen. 

Hierna zal de Raad van Bestuur van de NMa overgaan tot de definitieve vaststelling van de codewijziging. 

(2)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 12b, eerste lid, van de Gaswet.

Nummer 102973 / 7

Betreft zaak: Wijziging van de Meetvoorwaarden Gas - RNB met betrekking tot stuursignaal

I. Inleiding

1. Bij brief van 31 maart 2008 heeft de Federatie van Energiebedrijven in Nederland, sectie Netbeheerders, namens de gezamenlijke netbeheerders bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een voorstel, met kenmerk N 2008- 127, ingediend tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet. Op grond van artikel 12c, eerste lid, van de Gaswet kunnen de gezamenlijke netbeheerders een voorstel doen tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.

2. De gezamenlijke netbeheerders geven aan het voorstel (binnen het Gebruikersplatform Elektriciteits- en Gasnetten) aan de representatieve organisaties te hebben voorgelegd en met hen te hebben besproken op 6 maart 2008 (overleg als bedoeld in artikel 12d, eerste lid, van de Gaswet). De naar het oordeel van de gezamenlijke netbeheerders relevante passages uit het verslag van dit overleg zijn als bijlage bij de brief van 31 maart 2008 gevoegd.

3. Het wijzigingsvoorstel betreft een voorstel tot een aantal aanpassingen die betrekking hebben op de Meetvoorwaarden Gas – RNB.

II. Wettelijk kader en procedure

4. De Raad stelt de voorwaarden niet vast dan nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de voorwaarden niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

5. Uit het oogpunt van een zorgvuldige besluitvormingsprocedure raadpleegt de Raad marktpartijen en marktorganisaties, door terinzagelegging van het voorstel, publicatie daarvan in de Staatscourant en op de website en het bieden van de gelegenheid tot het

(3)

indienen van zienswijzen. De Raad wijst erop dat deze terinzagelegging geen uniforme openbare voorbereidingsprocedure is als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Na vaststelling van de wijzigingen bij dit besluit kunnen belanghebbenden dan ook bezwaar aantekenen tegen dit besluit.

6. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders heeft van 28 april 2008 tot en met 16 mei 2008 ter inzage gelegen ten kantore van de Energiekamer en op de website van de Energiekamer. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant op 28 april 2008 en op de website van de Energiekamer (www.energiekamer.nl).

7. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen op het voorstel tot en met 16 mei 2007 kenbaar te maken. Belanghebbenden zijn daarnaast in de gelegenheid gesteld te worden gehoord, maar hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

8. Mede aan de hand van de zienswijzen van de Vereniging voor Energie, Water en Milieu (hierna VEMW) en de Federatie van Energiebedrijven in Nederland (hierna: EnergieNed) en de uitkomsten van het overleg tussen de representatieve organisaties en de gezamenlijke netbeheerders (op grond van artikel 12d van de Gaswet) heeft de Raad het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders getoetst aan de belangen, regels en eisen, genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet. Hierbij zijn door de Raad strijdigheden

geconstateerd. Op grond van artikel 12f, derde lid, van de Gaswet heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders per brief van 12 juni 2008, met kenmerk: 102973/5.B1090 (hierna: de wijzigingsopdracht), opgedragen hun voorstel binnen vier weken zodanig te wijzigen dat de geconstateerde strijdigheden worden opgeheven.

9. Per brief van 10 juli 2008, met kenmerk: N 2008-117, hebben de gezamenlijke netbeheerders een gewijzigd voorstel ingediend.

10. Hieronder wordt het gewijzigde voorstel getoetst aan de belangen, regels en eisen, genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

11. Op grond van artikel 12f, tweede lid, van de Gaswet dient de Raad vóór vaststelling van de voorwaarden zogenaamde ‘technische voorschriften’ ter notificatie aan te bieden aan de Europese Commissie. Deze verplichting is gebaseerd op de Europese richtlijnen 98/34/EG en 98/48/EG .

12. Onder ‘technische voorschriften’ vallen onder meer – kort gezegd – voorschriften die direct of indirect aan een product worden gesteld (bijvoorbeeld technische eisen aan een

meetinrichting), maar ook eisen aan ‘diensten van de informatiemaatschappij’. Bij dit laatste gaat het om diensten die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand

(4)

(dus zonder dat partijen fysiek en gelijktijdig aanwezig zijn) en op individueel verzoek van een afnemer worden verricht (bijvoorbeeld een verplichting om meetgegevens op

elektronische wijze te verzamelen).

13. De voorstellen die met dit besluit worden vastgesteld, bevatten voorwaarden die technische voorschriften als hiervoor bedoeld inhouden.

14. De Raad heeft de genoemde voorstellen ter notificatie aangeboden aan de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft de voorstellen ter beoordeling doorgezonden aan de andere EU-lidstaten. Daarmee zijn andere EU-lidstaten in de gelegenheid gesteld

‘technische voorschriften’ te beoordelen die na vaststelling mogelijk het vrije verkeer van goederen, diensten mensen en kapitaal binnen de EU ernstig beperken of onmogelijk maken.

15. Voor de Raad trad met de toezending van de te notificeren voorstellen een zogenaamde stand still-periode in: de te notificeren voorstellen mogen pas worden vastgesteld en bekendgemaakt nadat de notificatieprocedure is afgerond (al dan niet met opdracht van de Europese Commissie aan de Raad om de te notificeren voorwaarden aan te passen).

16. Van de zijde van de Europese Commissie is de volgende opmerking gemaakt/zijn geen opmerkingen gemaakt:

III. Beoordeling door de Raad

17. In het gewijzigde voorstel van de gezamenlijke netbeheerders wordt geregeld dat de meetinrichting bij gasgrootverbruikers met een jaarafname van meer dan 1.000.000 m3 geschikt dient te zijn voor uurlijkse afstanduitlezing en dat de meetdata van de desbe- treffende aangeslotenen ook daadwerkelijk uurlijks uitgelezen en verwerkt worden. Om tot een stuursignaal te kunnen komen, wordt de uurlijkse meetdata aangeboden aan een in te richten Centraal Systeem Stuursignaal.

18. De gezamenlijke netbeheerders stellen de volgende wijzigingen van de Meetvoorwaarden Gas – RNB voor:

3.1.3a Bij aansluitingen die in het aansluitingenregister zijn aangeduid met afnamecategorie GGV wordt een uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting toegepast.

3.3 Eisen aan uurlijks en aan dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen 4.1 Datacollectie bij uurlijks en aan dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen

(5)

In paragraaf 4.1 worden de begrippen “data” en “meetwaarden” telkens vervangen door:

meetdata.

4.1.1.1 De erkende meetverantwoordelijke verzamelt op elektronische wijze de in 3.3.1 sub a genoemde meetdata, alsmede per gasmaand de in 3.3.1 sub b genoemde data. Bij dagelijks uitleesbare meetinrichtingen gebeurt dit dagelijks, bij uurlijks uitleesbare meetinrichtingen gebeurt dit uurlijks.

4.1.2.4 De gecollecteerde meetdata van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen worden direct na het verstrijken van het betreffende klokuur door de erkende meetverantwoordelijke op juistheid gevalideerd aan de hand van de criteria als gesteld in 4.1.2.2 sub a, sub b en sub c.

4.1.2.5 Indien de gecollecteerde meetdata van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen niet voldoen aan de criteria volgens 4.1.2.4 worden deze meetdata niet verzonden overgedragen aan de in 6.1a.1 bedoelde uitvoeringsorganisatie het Centraal Systeem Stuursignaal.

4.1.3 Dataoverdracht aan de regionale netbeheerder en de in 6.1a.1 bedoelde uitvoeringsorganisatie het Centraal Systeem Stuursignaal

4.1.3.10 De erkende meetverantwoordelijke voert de in 4.1.2 bedoelde werkzaamheden bewerkt voor een uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting uit direct na het verstrijken van een klokuur de gecollecteerde data alvorens de meetdata te verzenden aan de in 6.1a.1 bedoelde

uitvoeringsorganisatie het Centraal Systeem Stuursignaal. De herleide volumes worden hierbij bepaald in normaal kubieke meters [m3(n)] en afgerond op hele waarden.

4.1.3.10 De meetdata van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen van een bepaald uur wordt uiterlijk 5 minuten na het verstrijken van dat uur door de erkende meetverantwoordelijke verzonden aan de in 6.1a.1 bedoelde uitvoeringsorganisatie het Centraal Systeem Stuursignaal.

6.1a Uitvoeringsorganisatie stuurinformatie

6.1a.1 De gezamenlijke netbeheerders wijzen een uitvoeringsorganisatie aan ten behoeve

samenstelling van stuurinformatie, zijnde een on-line schatting van de allocatie op basis van van de meting op de exitpunten tussen het landelijke gastransportnet de regionale

gastransportnetten.

6.3.2a Indien de in 6.3.1 bedoelde aanpassing van de bestaande meetinrichting betrekking heeft op een dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing zoals bedoeld in 3.1.3 of 3.1.3a, bedraagt de maximale termijn in afwijking van 6.3.2 maximaal 6 weken. Indien de bedoelde aanpassing

(6)

na verstrijken van deze termijn niet heeft plaatsgevonden of is aangevangen, stelt de netbeheerder de desbetreffende aangeslotene en diens meetverantwoordelijke schriftelijk in gebreke. De netbeheerder meldt de ingebrekestelling van de aangeslotene aan de

desbetreffende shipper en de ingebrekestelling van de meetverantwoordelijke aan TenneT.

Indien de bedoelde aanpassing van de meetinrichting binnen 6 weken na deze

ingebrekestelling niet alsnog is uitgevoerd of aangevangen, gaat de netbeheerder over tot de- activering van de desbetreffende aansluiting. Zolang de bedoelde aanpassing van de

meetinrichting niet is uitgevoerd, wordt voor de desbetreffende aansluiting de afnamecategorie GXX toegepast.

Zienswijzen VEMW

19. Naar de mening van VEMW dienen de investeringen die nodig zijn voor het plaatsen of aanpassen van meetinrichtingen bij grootverbruikers die zijn aangesloten op de regionale netten en afnemers die grote hoeveelheden gas invoeden op entrypunten te worden gedaan door Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS). VEMW voert hiervoor de volgende

overwegingen aan:

a. Op grond van artikel 7, zesde lid , van de verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PbEU L 289), hierna: de verordening) heeft GTS de wettelijke taak aan de shippers tijdig voldoende betrouwbare stuurinformatie, waaronder het stuursignaal, te zenden;

b. de door GTS gedane investeringen voor het aanpassen van de meetinrichtingen worden, verdisconteerd in het transporttarief, bij de shippers in rekening gebracht. Aangezien de shippers het meeste belang hebben bij het stuursignaal, door het uitsparen van

onbalansboetes, is het redelijk dat zij met tussenkomst van het transporttarief betalen voor de plaatsing en aanpassing van de voor het stuursignaal benodigde meetapparatuur;

c. Het neerleggen van de investeringslasten bij GTS draagt bij aan de doelmatigheid van de aanpassing. Door plaatsing en aanpassing van meetapparatuur voor haar rekening te laten komen, heeft GTS een prikkel om een zorgvuldige kosten-baten-analyse te maken, hetgeen bijdraagt aan de doelmatigheid;

d. Er is geen gelijke behandeling van gelijke gevallen omdat aangeslotenen op het landelijke transportnet niet hoeven bij te dragen aan de aanpassing van de meetinrichting, terwijl aangeslotenen op het regionale transportnet dit wel moeten doen.

20. De Raad is van oordeel dat de wijze waarop in het wijzigingsvoorstel invulling is gegeven aan de verantwoordelijkheden met betrekking tot het aanpassen van de meetinrichtingen niet in strijd is met de belangen, regels en eisen van artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

De Raad acht geen strijd aanwezig met artikel 7, zesde lid, van de verordening, omdat dit artikellid betrekking heeft op het verstrekken van informatie. Het heeft geen betrekking op de wijze waarop die informatie voorafgaand aan het verstrekken daarvan wordt gegenereerd en

(7)

derhalve ook niet op de verantwoordelijkheid voor het plaatsen of aanpassen van meetinrichtingen ten behoeve van het genereren van deze informatie. De Raad komt daardoor niet toe aan de beantwoording van de vraag of een en ander ook op een andere wijze geregeld had kunnen worden en laat de zienswijze van VEMW, voor zover het de bovengenoemde onderdelen b en c betreft, buiten beschouwing. Met betrekking tot het bovengenoemde onderdeel d is de Raad van oordeel dat geen sprake is van gelijke gevallen.

Het verschil bestaat hieruit, dat voor aansluitingen op het landelijke transportnet de aansluiting – in tegenstelling tot aansluitingen op het regionale gasnet – wordt gevormd door het GOS . Doordat op het GOS reeds door de netbeheerder on-line wordt gemeten, is het voor deze aansluitingen niet meer noodzakelijk nog een meetinrichting te plaatsen. De Raad deelt de zienswijze van VEMW op dit onderdeel derhalve niet.

21. VEMW geeft in haar zienswijze aan dat er krachtens artikel 12b juncto artikel 12f van de Gaswet in de voorwaarden regels moeten worden vastgesteld omtrent het ter beschikking stellen van on-line stuurinformatie aan marktpartijen. Daarbij dient het stuursignaal volgens VEMW niet alleen beschikbaar te zijn voor shippers, maar ook voor andere marktpartijen, zoals grootverbruikers en invoeders. Tevens acht VEMW het van belang dat er naast toegang tot het momentane stuursignaal ook historische data met betrekking tot het stuursignaal wordt gepubliceerd, op grond waarvan marktpartijen de ontwikkelingen met betrekking tot het stuursignaal kunnen volgen en analyseren.

22. De Raad constateert dat de verplichting voor GTS om on-line stuurinformatie beschikbaar te stellen aan aangeslotenen geen onderdeel uitmaakt van het wijzigingsvoorstel waarop het onderhavige besluit is gebaseerd. Gelet op het feit dat de Raad het gewijzigde voorstel niet in strijd acht met de belangen, regels of eisen van artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet laat de Raad dit onderdeel van de zienswijze van VEMW derhalve buiten beschouwing.

Zienswijzen EnergieNed

23. Op grond van het voorgestelde artikel 6.3.2a dienen netbeheerders zowel de aangeslotene als de meetverantwoordelijke te wijzen op het feit dat bij een aansluiting geen juiste

meetinrichting is geplaatst. Dit is volgens EnergieNed een ongewenste situatie, omdat de netbeheerder alleen met de aangeslotene een aansluit- en transportovereenkomst heeft en netbeheerders niet zouden moeten treden in de commerciële relatie tussen de aangeslotene en de meetverantwoordelijke. De netbeheerder zou daarom volgens EnergieNed uitsluitend de aangeslotene zelf in gebreke moeten stellen.

24. De Raad constateert dat dit onderdeel van de zienswijze van EnergieNed betrekking heeft op artikel 6.3.2a van de Meetvoorwaarden Gas – RNB. Doordat in randnummer 42 van dit besluit door de Raad het voorstel voor artikel 6.3.2a buiten behandeling wordt gesteld, komt

(8)

de Raad niet meer toe aan de inhoudelijke behandeling van dit onderdeel van de zienswijze van EnergieNed.

25. In het wijzigingsvoorstel wordt voorgesteld om de beoogde regelgeving in werking te laten treden op 1 januari 2009. EnergieNed geeft in haar zienswijze aan dat het in de praktijk niet mogelijk is om met ingang van die datum aan de voorschriften te voldoen, omdat de partijen pas zullen overgaan tot investeren nadat de regelgeving definitief is en er voorts tengevolge van maatwerkoplossingen om de meetinrichtingen aan te passen, sprake zal zijn van langere doorlooptijden. Het lijkt EnergieNed op basis van haar praktijkervaring realistisch dat per 1 januari 2009 slechts een beperkt aantal meetinrichtingen zal zijn aangepast en per 1 januari 2010 ongeveer 80%.

26. Op basis van door de Raad gehouden interviews met meetverantwoordelijken in het kader van het onderzoek naar de voortgang van het project dat moet leiden tot voldoende stuurinformatie, is de Raad van oordeel dat een doorlooptijd voor het aanpassen van de meetinrichtingen van ongeveer één jaar mogelijk is. Gelet hierop is de Raad van oordeel dat de onderhavige technische voorwaarden op 1 juli 2009 in werking kunnen treden.

Centraal Systeem Stuursignaal

27. In het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders van 31 maart 2008 is een nieuw begrip “Centraal Systeem Stuursignaal” geïntroduceerd, dat door de gezamenlijke netbeheerders is omschreven als een systeem waarin de verwerking van de uurlijkse data volgens 3.1.3a van de Meetvoorwaarden Gas – RNB uitgevoerd wordt.

28. De Raad heeft in zijn wijzigingsopdracht aangegeven dat hierdoor weliswaar duidelijk is op welke wijze de gegevens van het stuursignaal worden verwerkt, echter, nog niet door wie die gegevens worden verwerkt. Ook dat laatste dient naar het oordeel van de Raad op grond van artikel 18, onderdeel c, van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas (hierna:

de regeling) in de voorwaarden te worden aangegeven. De Raad heeft in de

wijzigingsopdracht geconstateerd dat het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel daarom vooralsnog niet aan deze in artikel 18, onderdeel c, van de regeling opgenomen verplichting voldeed, waardoor het in strijd was artikel 12f, eerste lid, onderdeel g, van de Gaswet. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders vervolgens de opdracht gegeven de voorgestelde artikelen zodanig aan te passen dat duidelijk wordt door wie de in de onderhavige artikelen bedoelde data wordt verwerkt. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders daarbij in overweging gegeven om aan het begrip “Centraal Systeem Stuursignaal” telkens toe te voegen: “van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet”.

(9)

29. In de reactie van 10 juli 2008 op de wijzigingsopdracht geven de gezamenlijke netbeheerders aan dat in artikel 18 van de regeling expliciet wordt verwezen naar het meten van gas en dat op grond van onderdeel c in de codes dient te worden aangegeven wie deze meetgegevens verwerkt. De gezamenlijke netbeheerders geven aan dat in de Meetvoorwaarden Gas – RNB in hoofdstuk 4 wordt geregeld dat de meetverantwoordelijke dit doet en dat in de

Allocatievoorwaarden Gas de verdere afhandeling van de meetdata ten behoeve van de allocatie wordt geregeld. Daarmee is volgens de gezamenlijke netbeheerders invulling gegeven aan het bedoelde onderdeel van deze regeling. Volgens de gezamenlijke

netbeheerders verwerkt het beoogde Centraal Systeem Stuursignaal geen meetgegevens in de bovenbedoelde zin, maar maakt dit systeem op basis van meetgegevens op uurbasis een on-line schatting van de allocatie op de RNB-exitpunten van het landelijke gastransportnet, waarbij mede een bewerking op de door de meetverantwoordelijke verwerkte meetgegevens van aangeslotenen aan de netten van de regionale netbeheerders wordt uitgevoerd. De regeling geeft daaromtrent volgens de gezamenlijke netbeheerders geen aanwijzingen, reden waarom er naar het inzicht van de gezamenlijke netbeheerders geen sprake is van

strijdigheid met artikel 12f, eerste lid, onderdeel g, van de Gaswet.

30. Desondanks stellen de gezamenlijke netbeheerders in reactie op dit onderdeel van de wijzigingsopdracht voor om aansluiting te zoeken bij de wijze waarop

uitvoeringsorganisaties op andere plaatsen in de codes worden aangeduid. Het komt er volgens de gezamenlijke netbeheerders op neer dat ergens in de code wordt aangegeven dat de gezamenlijke netbeheerders een uitvoeringsorganisatie (in dit geval EDSN) aanwijzen voor een bepaalde taak, in dit geval het samenstellen van het stuursignaal. Naar analogie van de indeling van de Meetcode Elektriciteit stellen de gezamenlijke netbeheerders in dit kader voor om de bedoelde aanwijzing van de uitvoeringsorganisatie op te nemen in een nieuwe paragraaf 6.1a. De aanvankelijk voorgestelde toevoeging aan de Begrippenlijst Gas zou hiermee volgens de gezamenlijke netbeheerders komen te vervallen.

31. De Raad constateert een verschil van inzicht met betrekking tot de betekenis van artikel 18 van de regeling. De Raad is van oordeel dat artikel 18 van de regeling een veel bredere strekking heeft dan door de gezamenlijke netbeheerders wordt aangenomen. Het gaat er niet alleen om dat in de meetvoorwaarden bepalingen worden opgenomen met betrekking tot het meten van gas in de beperkte zin van het woord. Artikel 18 van de Regeling strekt er blijkens de toelichting op dit artikel toe dat de voorwaarden van de gezamenlijke netbeheerders duidelijkheid scheppen over de verantwoordelijkheid voor het meten van gegevens en het uitwisselen van die gegevens, waarbij ook dient te worden aangegeven welke taken de verschillende partijen in het meetproces vervullen. Het op basis van meetgegevens op uurbasis maken van een on-line schatting van de allocatie op de RNB-exitpunten van het landelijk gastransportnet, waarbij bovendien nog een bewerking plaatsvindt op de door de meetverantwoordelijke verwerkte meetgegevens van aangeslotenen op de netten van de

(10)

regionale netbeheerders, is vanuit het brede perspectief van artikel 18 van de regeling naar het oordeel van de Raad niet anders te beschouwen dan het verwerken van meetgegevens.

32. De Raad constateert dat de gezamenlijke netbeheerders het wijzigingsvoorstel niet

overeenkomstig de wijzigingsopdracht hebben gewijzigd. De Raad stelt de Meetvoorwaarden Gas – RNB op dit onderdeel daarom op grond van artikel 12f, vierde lid, van de Gaswet vast onder het aanbrengen van zodanige wijzigingen dat deze in overeenstemming zijn met de belangen, regels en eisen van artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet. In

overeenstemming met de wijzigingsopdracht zal aan het begrip “Centraal Systeem Stuursignaal” telkens worden toegevoegd: van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De Raad neemt het voorstel voor een nieuwe paragraaf 6.1a van de Meetvoorwaarden Gas – RNB niet over. Ten slotte stelt de Raad de begripsbepaling van

“Centraal Systeem Stuursignaal” vast in de Begrippenlijst Gas.

Artikel 4.1.3.9 Meetvoorwaarden Gas – RNB

33. In het oorspronkelijk door de gezamenlijke netbeheerders voorgestelde artikel 4.1.3.9 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB is beschreven dat de meetverantwoordelijke de gecollecteerde data “bewerkt” alvorens de data te verzenden aan het Centraal Systeem Stuursignaal. In de wijzigingsopdracht heeft de Raad aangegeven dat op grond van de voorgestelde codetekst onduidelijk is welke bewerking het hier betreft. Genoemde onduidelijkheid is naar het oordeel van de Raad strijdig met het belang van het op een transparante wijze in evenwicht houden van het landelijke gastransportnet, omdat tekstuele onduidelijkheden kunnen leiden tot artikelen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Hierdoor neemt de transparantie van de artikelen af. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders de opdracht gegeven nader te omschrijven welke bewerking het hier betreft.

34. De Raad constateert dat de gezamenlijke netbeheerders aan dit onderdeel van de

wijzigingsopdracht hebben voldaan. In het gewijzigde voorstel wordt in artikel 4.1.3.9 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB nu verwezen naar de in artikel 4.1.2 bedoelde werkzaamheden.

35. Gelet echter op de omstandigheid dat de gezamenlijke netbeheerders niet aan de

wijzigingsopdracht hebben voldaan voor zover het betreft het onderdeel met betrekking tot het Centraal Systeem Stuursignaal wijzigt de Raad op grond van artikel 12f, vierde lid, van de Gaswet ook artikel 4.1.3.9 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB, in die zin, dat wordt opgenomen dat de meetdata worden verzonden aan het Centraal Systeem Stuursignaal van de beheerder van het landelijk gastransportnet.

Meetdata

36. In de in het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel voorgestelde artikelen 4.1.2.4, 4.1.2.5, 4.1.3.9 en 4.1.3.10 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB worden de termen “gecollecteerde

(11)

meetwaarden”, “gecollecteerde data”, “meetdata” en “data” naast elkaar gebruikt, terwijl genoemde termen niet in de Begrippenlijst Gas voorkomen. De Raad heeft in de

wijzigingsopdracht aangegeven dat dit leidt tot onduidelijkheid over de betekenis van de gebruikte termen, welke onduidelijkheid naar het oordeel van de Raad strijdig is met het belang van het op een transparante wijze in evenwicht houden van het landelijke gastransportnet, omdat tekstuele onduidelijkheden kunnen leiden tot artikelen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Hierdoor neemt de transparantie van de artikelen af.

37. De Raad constateert dat de gezamenlijke netbeheerders aan dit onderdeel van de wijzigingsopdracht hebben voldaan. In hoofdstuk 4 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB worden de begrippen “data” en “meetwaarden” telkens vervangen door: meetdata. De Raad stelt de desbetreffende artikelen vast conform het gewijzigde voorstel.

Overdragen van meetdata

38. In het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders wordt in artikel 4.1.2.5 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB gesproken over “de overdracht” van data, terwijl in de artikelen 4.1.3.1, 4.1.3.3, 4.1.3.4, 4.1.3.5a en 4.1.3.6 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB wordt gesproken over “het verzenden” van meetdata. De Raad heeft opdracht gegeven de hierdoor ontstane onduidelijkheid weg te nemen, omdat deze onduidelijkheid naar het oordeel van de Raad in strijd is met het belang van het op een transparante wijze in evenwicht houden van het landelijke gastransportnet.

39. De Raad constateert dat de gezamenlijke netbeheerders aan dit onderdeel van de

wijzigingsopdracht hebben voldaan. In lijn met de andere artikelen van hoofdstuk 4 wordt nu ook in artikel 4.1.2.5 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB gesproken van het verzenden van meetdata. De Raad stelt artikel 4.1.2.5 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB vast conform het gewijzigde voorstel.

De-activering van de aansluiting

40. In het oorspronkelijk voorgestelde artikel 6.3.2a van de Meetvoorwaarden Gas – RNB is aangegeven dat, indien binnen zes weken na een ingebrekestelling niet alsnog de bedoelde aanpassing van de meetinrichting is uitgevoerd of aangevangen, door de netbeheerder wordt overgegaan tot de-activering van de desbetreffende aansluiting. De invoering van deze nieuwe maatregel in paragraaf 6.2 is in het wijzigingsvoorstel niet onderbouwd. De Raad heeft in de wijzigingsopdracht aangegeven dat hij hierdoor niet toe komt aan de beoordeling van de vraag of deze maatregel evenredig en niet-discriminatoir is als bedoeld in artikel 12f, tweede lid, van de Gaswet ten opzichte van het niet voldoen aan andere eisen uit hoofdstuk 3. Immers, aan het niet voldoen aan de andere eisen in hoofdstuk 3 is niet de consequentie verbonden van de-activering van de aansluiting. Aan de gezamenlijke netbeheerders is concreet de vraag gesteld waarom in het geval van het niet voldoen aan het dagelijks of

(12)

uurlijks afleesbaar maken van meetinrichtingen wél, maar in andere gevallen niet tot de- activering wordt overgegaan.

41. Dit onderdeel van de wijzigingsopdracht betreft een verzoek om nadere informatie. In de wijzigingsopdracht is vermeld dat, indien deze aanvullende informatie niet of niet binnen de gestelde termijn wordt verstrekt, de Raad kan besluiten het wijzigingsvoorstel op dit

onderdeel buiten behandeling te stellen.

42. De Raad constateert dat de in randnummer 40 van dit besluit opgenomen vraag niet is beantwoord. De Raad heeft daardoor onvoldoende gegevens om dit onderdeel van het wijzigingsvoorstel te kunnen beoordelen. Op grond van artikel 4:5, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht stelt de Raad dit onderdeel van het wijzigingsvoorstel daarom buiten behandeling.

Ingebrekestelling van de meetverantwoordelijke

43. Gelet op het feit dat het onderdeel van het wijzigingsvoorstel dat betrekking heeft op artikel 6.3.2a van de Meetvoorwaarden Gas – RNB door de Raad buiten behandeling wordt gesteld, komt de Raad niet meer toe aan de inhoudelijke behandeling van het onderdeel van de wijzigingsopdracht dat betrekking had op de ingebrekestelling van de meetverantwoordelijke.

Grenswaarde uurlijkse uitlezing op 1 miljoen kubieke meters

44. In het oorspronkelijk voorgestelde artikel 3.1.3a van de Meetvoorwaarden Gas - RNB is aangegeven dat aansluitingen die in het aansluitingenregister zijn aangeduid met de afnamecategorie GGV dienen te worden voorzien van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen. Dit betekent dat alle aansluitingen met een jaarafname van meer dan 1 miljoen kubieke meter gas moeten worden voorzien van uurmetingen. Uit het gedeelte van het verslag van het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten van 6 maart 2008 dat aan de Raad is overgelegd, leidt de Raad af dat Glaskracht een onderbouwing heeft gevraagd omtrent de hoogte van deze grenswaarde. Vanuit de gezamenlijke netbeheerders is aangegeven dat er berekeningen zijn uitgevoerd die als resultaat gaven dat vanaf een jaarverbruik van 1 miljoen kubieke meter uurmetingen dienen te worden geplaatst. Deze berekeningen hebben volgens het verslag aangetoond dat een andere grens (hoger dan 1 miljoen m3) niet wenselijk is, omdat dan de verschillen (afwijkingen van realisaties) voor de vele kleinere shippers erg/te groot worden.

45. De Raad heeft in de wijzigingsopdracht aangegeven dat het voorstel op dit onderdeel niet kan worden getoetst aan de belangen, regels en eisen zoals genoemd in artikel 12f van de Gaswet, omdat de Raad niet beschikt over een concrete onderbouwing waaruit blijkt dat de grens van 1 miljoen kubieke meter de noodzakelijke grens is waarbij uurmetingen verplicht dienen te worden gesteld. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders daarom verzocht de

(13)

in het verslag bedoelde berekeningen, zo nodig met een nadere onderbouwing, te overleggen waarin wordt gemotiveerd waarom een grenswaarde van 1 miljoen kubieke meter dient te worden gehanteerd met betrekking tot de verplichting voor uurmetingen.

46. In antwoord op het verzoek van de Raad hebben de gezamenlijke netbeheerders aangegeven dat bij het bepalen van een on-line allocatie voor de RNB-exitpunten van het landelijk gastransportnet de maximale potentiële onzekerheid wordt veroorzaakt door alle

aansluitingen die in het reguliere allocatieproces met een uurmeting meegenomen worden, aangezien voor profielafnemers de allocatie-berekening met behulp van het profiel exact uitgevoerd kan worden.

Bij de huidige grens tussen klein- en grootverbruik zijn alle grootverbruikers (de

afnamecategorieën GGV en GXX) voorzien van uurmeting, waarbij de keuze gemaakt moet worden welke on-line uitgelezen gaan worden en welke niet.

Er geldt volgens de gezamenlijke netbeheerders dat indien de grens voor on-line uitlezing wordt gelegd op de grens GGV/GGX, dat wil zeggen bij 1 miljoen m3/jaar, in de winter 60%

van de grootverbruikers (gerekend naar volume) on-line bemeten is. Deze 60% kan gezien worden als een minimum “requirement” voor het aandeel on-line bemeten.

47. Er is volgens de gezamenlijke netbeheerders bij besprekingen binnen de sector niet expliciet onderzocht of een hogere grens dan 1 miljoen m3 mogelijk is. De discussie binnen de werkgroep stuursignaal heeft zich juist gericht op de vraag of de grens lager dan 1 miljoen m3 zou moeten liggen. Met de kennis van betrokkenen van de Nederlandse markt is de

conclusie getrokken dat daar waar bedrijven met een grote gasafname verschillende bedrijfsprocessen hebben, waardoor de afname niet goed door een profiel beschreven kan worden, van bedrijven met een lagere afname een groter deel zich met een profiel laat vangen.

48. De gezamenlijke netbeheerders hebben daarnaast aangegeven dat in de werkgroep, waarin zowel netbeheerders, shippers als meetbedrijven vertegenwoordigd waren, vervolgens is voorgesteld dat de on-line uitlezing bij afnemers met een afname meer dan 1 miljoen m3 verplicht gesteld zou worden, terwijl (als compromis tussen de meningen van verschillende shippers) onder deze grens de on-line uitlezing voor grootverbruikers facultatief zou zijn.

Hiermee wordt bereikt dat een groter deel dan 60% van de grootverbruikers on-line bemeten is, waarmee aan de minimum requirement wordt voldaan. Hierbij is volgens de

gezamenlijke netbeheerders een ondersteunend argument geweest dat de investering in de on-line uitlezing voor grotere bedrijven relatief goedkoper is dan voor kleinere bedrijven.

Door de facultativiteit voor de kleinere grootverbruikers kunnen deze in overleg met hun toeleverancier een economische afweging maken over het al dan niet installeren van on-line uitlezing.

(14)

49. Naast het bovenstaande kan volgens de gezamenlijke netbeheerders als additioneel argument gesteld worden dat indien er voor een andere grens gekozen zou worden dan in het voorstel opgenomen is, dit zou leiden tot de introductie van een extra categorie in de systemen van alle marktpartijen, hetgeen de complexiteit in deze systemen en de daarmee verbonden kosten zou vergroten.

50. Voor zover in het verslag van het GEN werd verwezen naar berekeningen die zijn uitgevoerd, geven de gezamenlijke netbeheerders aan dat hierbij werd gerefereerd aan het feit dat de afgelopen jaren een aantal maal is onderzocht in hoeverre extrapolaties van marktaandelen uit het recente verleden gebruikt kunnen worden om, uitgaande van de on-line beschikbare meting van het GOS, een betrouwbare on-line schatting van de allocatie te bepalen.

Uit de onderzoeken is gebleken dat het niet mogelijk is met extrapolaties van het verleden een accurate voorspelling van de allocatie te maken. Met name voor shippers met kleine portfolio’s van niet-kleinverbruikers zijn zeer grote afwijkingen gevonden, waaruit de conclusie is getrokken dat het van belang is dat voor de doelgroep van genoemde shippers de werkelijke metingen gebruikt worden, omdat anders de afwijkingen tussen het

stuursignaal en de comptabele allocaties onaanvaardbaar groot worden.

51. De Raad is van oordeel dat de gezamenlijke netbeheerders met de beantwoording van de vraag aan het verzoek van de Raad hebben voldaan. De Raad heeft met betrekking tot artikel 3.1.3a geen strijdigheden geconstateerd met de belangen, regels of eisen van artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet en stelt artikel 3.1.3a vast conform het

wijzigingsvoorstel.

(15)

IV. Besluit

De Raad is van oordeel dat de onderhavige voorstellen voor de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet na het aanbrengen van bovengenoemde wijzigingen in overeenstemming zijn met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid van de Gaswet.

52. Gelet op het vorenstaande stelt de Raad de wijzigingen in de Meetvoorwaarden Gas-RNB vast conform de bijlage bij dit besluit.

53. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009.

54. Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant en op de internetpagina van de Energiekamer (www.Energiekamer.nl).

Den Haag,

(16)

Bijlage behorende bij het Besluit tot wijziging van de Meetvoorwaarden Gas – RNB met betrekking tot stuurinformatie

I

De Meetvoorwaarden Gas - RNB worden gewijzigd als volgt.

A

Na artikel 3.1.3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

3.1.3a Bij aansluitingen die in het aansluitingenregister zijn aangeduid met afnamecategorie GGV wordt een uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting toegepast.

B

Het opschrift van paragraaf 3.3 komt te luiden:

3.3 Eisen aan uurlijks en aan dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen

C

Het opschrift van paragraaf 4.1 komt te luiden:

4.1 Datacollectie bij uurlijks en aan dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen

D

In paragraaf 4.1 worden de begrippen “data” en “meetwaarden” telkens vervangen door:

meetdata.

E

Artikel 4.1.1.1 komt te luiden:

4.1.1.1 De erkende meetverantwoordelijke verzamelt op elektronische wijze de in 3.3.1 sub a genoemde meetdata, alsmede per gasmaand de in 3.3.1 sub b genoemde data. Bij dagelijks uitleesbare meetinrichtingen gebeurt dit dagelijks, bij uurlijks uitleesbare meetinrichtingen gebeurt dit uurlijks.

F

Na artikel 4.1.2.3 worden de volgende artikelen toegevoegd, luidende:

4.1.2.4 De gecollecteerde meetdatawaarden van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen worden direct na het verstrijken van het betreffende klokuur door de erkende

(17)

meetverantwoordelijke op juistheid gevalideerd aan de hand van de criteria als gesteld in 4.1.2.2 sub a, sub b en sub c.

4.1.2.5 Indien de gecollecteerde meetdata van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen niet voldoen aan de criteria volgens 4.1.2.4 wordt deze meetdata niet verzonden overgedragen aan het Centraal Systeem Stuursignaal van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

G

Het opschrift van paragraaf 4.1.3 komt te luiden:

4.1.3 Dataoverdracht aan de regionale netbeheerder en het Centraal Systeem Stuursignaal

H

Artikel 4.1.3.9 komt te luiden:

4.1.3.9 De erkende meetverantwoordelijke voert de in 4.1.2 bedoelde werkzaamheden bewerkt voor een uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting uit direct na het verstrijken van een klokuur de gecollecteerde data alvorens de meetdata te verzenden aan het Centraal Systeem Stuursignaal van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De herleide volumes worden hierbij bepaald in normaal kubieke meters [m3(n)] en afgerond op hele waarden.

I

Artikel 4.1.3.10 komt te luiden:

4.1.3.10 De meetdata van uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen van een bepaald uur wordt uiterlijk 5 minuten na het verstrijken van dat uur door de erkende

meetverantwoordelijke verzonden aan het Centraal Systeem Stuursignaal van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

II

De Begrippenlijst Gas wordt als volgt gewijzigd.

Aan de Begrippenlijst Gas wordt het volgende begrip toegevoegd:

Centraal Systeem Stuursignaal (CSS):

Systeem van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet waarin de verwerking van de uurlijkse data volgens 3.1.3a van de Meetvoorwaarden Gas - RNB wordt uitgevoerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De tekenaar constructeur bespreekt vraagstukken omtrent het te produceren technische product met betrokkenen, vraagt hun mening en doet reële, uitvoerbare voorstellen zodat hij

Op jouw eerste stagedag zal deze worden overhandigd door de stagecoördinator van het ziekenhuis.. Voor deze badge wordt er 20 euro

2.5.11 I ndien er sprake is van een dagelij ks op afst and uit leesbare m eet inr icht ing, st elt de nieuw e erkende m eet v erant woordelij ke onverwij ld v ast wat de m et

Hierbij aansluitend is het momenteel ook onduidelijk of er negatieve effecten te verwachten zijn van een toenemende frequentie van overstromingen in het natuurreservaat Oude Landen

3.4.15 Nadat geconstateerd is dat de nieuwe meetinrichting gedurende vijf aaneengesloten dagen o p afstand uitleesbaar is, wordt de plaatsing geaccepteerd door de

In de onderstaande tabellen zijn de resultaten weergegeven van de analyse waarbij gebruik is gemaakt van data uit het CSS, data afkomstig uit de OV-exit werkbladen en de

This graph time point is taken from when the GNPs were added to the cells….……….72 Figure 5-7: Normalised calculated cytotoxicity using xCELLigence data of the GNPs to the

Sesessie of afskeiding was die strewe, veral onder Nasionaliste, om die Unie van Suid-Afrika uit die Britse Gemenebes van Nasies los te maak.. Vir baie