• No results found

Vraag nr. 198 van 11 mei 2000 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 198 van 11 mei 2000 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 198 van 11 mei 2000

van de heer CARL DECALUWE

Waterzuivering – Beleid

Recentelijk is er heel wat deining ontstaan omtrent de waterzuiveringsproblematiek in V l a a n d e r e n . D e Europese Commissie veroordeelde het Vlaams Ge-west vanwege het niet halen van de Europese nor-men inzake de zuivering van het stedelijk afvalwa-ter (>10.000 IE).

Vorige week kondigde Aquafin aan dat ook de streefdatum van 2005 voor de zuivering van stede-lijk afvalwater moeistede-lijk te realiseren is. Tal van oor-zaken liggen aan de grondslag van deze vertraging : de beperkte rioleringsgraad, de inefficiënte wer-king van de bestaande waterzuiveringsinstallaties, de vertraging met de gewestplanwijziging bij de bouw van nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallaties ( RW Z I ) , het geringe succes van de kleinschalige zuivering, enzovoort.

De situatie verschilt bovendien sterk van regio tot regio.

Zo staat het Leiebekken nog altijd bekend als het meest vervuilde rivierbekken van V l a a n d e r e n . Zowel de fysico-c h e m i s c h e, als de biologische wa-terkwaliteit in de Leie en zijbeken zijn slecht. H e t afvalwater van slechts 27 % van de totale bevol-king wordt gezuiverd op een van de zes waterzui-v e r i n g s i n s t a l l a t i e s. Momenteel wordt er een waterzui- vuil-vracht van ongeveer 110.000 inwonersequivalenten (IE) rechtstreeks of onrechtstreeks op de Leie ge-l o o s d . In sommige gemeenten van het arrondisse-ment Tielt wordt het afvalwater niet of nauwelijks gezuiverd bij gebrek aan bovengemeentelijke wa-t e r z u i v e r i n g s i n f r a s wa-t r u c wa-t u u r. Hewa-t landelijke karakwa-ter van het arrondissement doet vermoeden dat de uit-bouw van enkele RWZI's alleen geen soelaas zal b r e n g e n . Er zullen bijkomende investeringen in kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI's) en in individuele zuivering noodzakelijk zijn. E n daar wringt onder andere het schoentje.

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aan-leg en het beheer van de KWZI's (<500 IE). D e praktijk leert dat dergelijke systemen niet populair zijn bij de gemeenten. Een verklaring hiervoor zijn de hoge aanleg- en exploitatiekosten, de te beperk-te subsidiemogelijkheden (tot 50 % van de kosbeperk-ten voor de bouw), het gebrek aan knowhow inzake beheer van dergelijke systemen en de uitgebreide procedure.

Ook de individuele zuivering laat te wensen over. Gezinnen die een afgelegen huis bewonen, zijn ver-plicht om hun huishoudelijk afvalwater zelf te zui-v e r e n . Zij krijgen daarzui-voor een zui-vrijstelling zui-van af-valwaterheffing (max. tot 4.000 fr. / j a a r ) . Deze vrij-stelling weegt in geen geval op tegen de kosten van een individuele zuiveringsinstallatie, die tot 200.000 frank kunnen oplopen. Ondanks het feit dat de ge-meenten werden ingeschakeld om de burgers te in-formeren en een premiestelsel uit te werken, z i j n weinig burgers op de hoogte van deze verplichting. De problematiek van het Leiebekken leidt tot nog een andere vaststelling. De verstedelijkte kernen zoals Kortrijk en Roeselare hebben een hoge riole-r i n g s- en zuiveriole-ringsgriole-raad. In de toekomst zullen de investeringen nog betere resultaten opleveren, waardoor de kloof met het landelijke Tielt wordt vergroot.

1. Werd reeds overwogen, teneinde de landelijke gebieden die ook nog in 2005 beneden het Vlaamse zuiveringsgemiddelde zullen liggen (cf. Kortrijk en Tielt) een inhaaloperatie uit te voe-ren en deze gebieden een verhoogd subsidieper-centage toe te kennen ?

2. Hoe gaat de minister het instrument van KWZI p r o m o t e n ? Wordt het subsidiebesluit aangepast zodat het voor de gemeenten aantrekkelijker wordt om te investeren in dergelijke systemen, door bijvoorbeeld ook de exploitatiekosten te subsidiëren ?

Hoe zit het met het beheer van de KWZI's ? Hoe staat de minister tegenover het voorstel van Aquafin om een parallelle instelling op te rich-ten (Aquafin H), die zich zou specialiseren in de kleinschalige zuivering en die als taak heeft om de gemeenten technisch te ondersteunen ? 3. Hoe gaat de minister de particulieren

stimule-ren om te investestimule-ren in een individuele zuive-ringsinstallatie ?

Waarom geeft zij niet meer ruchtbaarheid aan het verplichte karakter van deze maatregel, v i a een aangepast communicatiebeleid ?

Hoeveel gemeenten hebben de optie 10 van het milieuconvenant ondertekend en waarom wordt via deze weg ook niet meer druk uitgeoefend ? 4. De minister denkt eraan om de afbakening van

(2)

Het is duidelijk dat zolang deze studies niet af-gerond zijn, er niet kan worden overgegaan tot de verdere uitbouw van zuiveringsinstallaties. Welk tijdschema hanteert de minister ?

5. Wanneer worden de proefprojecten opgestart en voor wanneer voorziet de minister een evalu-atie van deze projecten ?

6. Volgens berekeningen van Aquafin zijn er nog 740 miljard aan investeringen nodig om de wa-terzuiveringsproblematiek versneld aan te pak-ken en te realiseren in de periode 2010-2 0 1 5 . D e minister houdt vast aan de streefdatum van 2005 en zal een versneld investeringsplan verde-digen bij Europees commissaris Walström. Heeft de minister de kosten van deze versnelde investering reeds begroot ?

Antwoord

1. Binnen het bekken van de Leie wordt momen-teel slechts van ongeveer een vierde van de in-woners het huishoudelijk afvalwater naar een RWZI gebracht, vaak bij gebrek aan gemeente-lijke of bovengemeentegemeente-lijke zuiveringsinfra-structuur.

Het merendeel van de nodige bovengemeente-lijke infrastructuur is echter opgenomen binnen de goedgekeurde investerigsprogramma's, w a a r-door de zuiveringsgraad binnen het Leiebekken op middellange termijn kan verdrievoudigen. Hierbij werd nog geen rekening gehouden met de eventueel door de gemeenten geplande rio-l e r i n g s w e r k e n , die het zuiveringspercentage enkel maar kunnen doen toenemen.

Net als voor de rest van Vlaanderen dient ech-ter een groot deel van de huishoudelijke vuil-vracht te worden gesaneerd door middel van kleinschalige of individuele zuivering.

De bevoegdheid of de plicht tot het saneren van de vuilvracht wordt bijgevolg naargelang het ge-bied gedragen door verschillende actoren : h e t g e w e s t , de gemeente of de burger. Het is niet opportuun om te gaan subsidiëren naargelang het landelijke of stedelijke karakter van het ge-b i e d , in plaats van naargelang de ge-betrokken a c t o r. Het optrekken of wijzigen van de huidige stimuli zal ook de middelen gebiedsgericht spreiden (bijvoorbeeld in een landelijk gebied

zal er waarschijnlijk meer gebruik gemaakt wor-den van subsidies voor KWZI's of IBA's). Cijfermateriaal van de Vlaamse Milieumaat-schappij toont aan dat het landelijke Tielt ten opzichte van de stedelijke kernen Kortrijk en Roeselare niet beneden het zuiveringsgemiddel-de ligt (in tegenstelling tot wat in zuiveringsgemiddel-de vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger wordt ver-meld).

Huidige Huidige Toekomstige rioleringsggraad zuiveringsgraad zuiveringsgraad

(%) (%) (% - na uitvoe-ring boven-gemeentelijke projecten) Roeselare 88 71 84 Kortrijk 96 56 87 Tielt 79 77 77 Vlaanderen 84 49 75

2. Het huidige subsidiebesluit voor gemeentelijke KWZI's zal worden aangepast. Hierbij zal het subsidiepercentage aanzienlijk worden opge-trokken en een oplossing worden geboden voor de momenteel door de gemeente te dragen ex-ploitatiekosten en uit te voeren onderhoud. E e n stuurgroep zal uitsluitsel geven of dit via een fi-nanciële vergoeding of via het oprichten van een begeleidende instantie dient te gebeuren. 3. De verplichting tot het zelf zuiveren van

huis-houdelijk afvalwater wordt momenteel gecom-municeerd in het kader van de campagne "Water. Elke druppel telt".

Door de Vlaamse Milieumaatschappij werd eind april 2000 gestart met een initiatief naar de a r c h i t e c t e n . Er werd een uitgebreide, vlot lees-bare brochure opgesteld m.b. t . het omgaan met water in en rond de woning : "De waterwegwij-zer voor architecten". Deze brochure werd uit-voerig toegelicht op vijf provinciale contactda-g e n . Ook de Vlaamse contactda-gemeentebesturen ont-vangen binnenkort een exemplaar van deze brochure.

(3)

Tijdens het gemeentelijk milieuconvenant 1997-1999 ondertekenden 284 gemeenten de basis-o v e r e e n k basis-o m s t . De basis-optie 10, die pas in maart 1999 werd toegevoegd, werd onderschreven door 32 gemeenten, die ook een aanvraagfor-mulier voor de subsidiëring van regenwaterput-ten en/of KWZI's indienden.

De optie 10 van het gemeentelijk milieuconve-nant 2000-2001 kan door de gemeente worden onderschreven tot 1 november. De meeste ge-meenten bereiden momenteel het subsidiebe-sluit en de verordening voor, of hebben dit reeds in een gemeenteraadszitting voorge-b r a c h t . Een definitief overzicht van de onderte-kening kan bijgevolg pas in de loop van novem-ber worden gegeven. Momenteel hebben 112 gemeenten de basisovereenkomst getekend, doch er liggen nog heel wat aanvragen. Het aan-tal van 112 zal zeker nog stijgen. De optie 10 werd reeds door 66 van deze 112 ondertekend. Het aantal zal vast en zeker ook nog stijgen, aangezien 2000 een startjaar is en we nog niet halfweg zitten.

( O p g e l e t : deze cijfers voor optie 10 mogen niet vergeleken worden met deze van het convenant 1 9 9 7 - 1 9 9 9 , omdat het ondertekenen van de optie 10 bij het convenant 2000-2001 een inten-tieverklaring is. De gemeenten hebben dus nog geen aanvraagformulieren ingediend. Bij het convenant 1997-1999 werd de optie 10 pas on-dertekend door de minister wanneer er ook een aanvraagformulier ingediend werd.)

4. Recentelijk werd een ontwerp van studieop-dracht goedgekeurd met betrekking tot de haal-baarheid van de afkoppeling van hemelwater bij p r i v é - w o n i n g e n . Binnenkort wordt deze op-dracht aanbesteed, waardoor de resultaten aan het einde van dit jaar ter beschikking zullen zijn.

Daarnaast is bij de Vlaamse Milieumaatschappij een studieopdracht in opmaak die als doel heeft een multicriteria-analyse aan te reiken voor de afweging tussen kleinschalige en individuele z u i v e r i n g. Van deze studie worden begin vol-gend jaar de resultaten verwacht.

5. Het is de bedoeling om nog voor het einde van dit jaar proefprojecten (één per provincie) op te starten rond maximale afkoppeling in combina-tie met kleinschalige zuivering.

Een eerste proefproject betreft het zuiveringsge-bied Merchtem. In een overleg tussen het

kabi-n e t , de admikabi-nistratie, de gemeekabi-nte, Aquafikabi-n ekabi-n enkele betrokkenen uit de sector van de klein-schalige waterzuivering, werd beslist om naast de centrale aanpak van de grotere kernen ook een tweetal locaties te voorzien van een alternatieve kleinschalige zuivering. Binnen deze gebieden zal tevens een grondige inventarisatie gebeuren op huisniveau naar de mogelijkheden voor de schei-ding tussen afvalwater en hemelwater.

De andere proefprojecten dienen nog te wor-den geselecteerd.

6. Het fenomenale bedrag van 740 miljard ver-dient enige verduidelijking en vooral een nuan-c e r i n g. Dit nuan-cijfer werd naar voren gesnuan-choven door de NV Aquafin en betreft het resultaat van een waardebepaling van de waterzuive-ringsinfrastructuur in Vlaanderen.

Via een extrapolatie van 22 uitgevoerde Hydro-nautstudies (die slechts een gering deel van Vlaanderen beslaan) heeft de NV Aquafin het voornoemde bedrag berekend. In dit bedrag zit enerzijds de investeringswaarde van de nog ge-plande zuiveringsinfrastructuur en anderzijds de vervangingswaarde van de bestaande infrastruc-tuur vervat. De verhouding tussen beide groe-pen ligt ongeveer op 1/3 (nog gepland) versus 2/3 (bestaand) en slaat op zowel de gemeentelij-ke als de bovengemeentelijgemeentelij-ke infrastructuur. De door de NV Aquafin uitgevoerde studie werd met mijn administratie besproken zonder dat ze evenwel werd goedgekeurd of dat de erin opgenomen bedragen voor waar werden ver-klaard.

De streefdatum van 2005 en het opzetten van een versneld investeringsplan wordt aan V l a a n-deren opgelegd door de Europese richtlijn inza-ke zuivering van stedelijk afvalwater.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien samen met een driekleurige lichtsignalisatie steeds voet- gangersoversteekplaatsen worden gemarkeerd en het aantal overstekende voetgangers en fietsers samen daar

Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking

De Dienst voor de Scheepvaart heeft in de jaren 1996 tot en met 2000 in geen enkele vorm structu- rele sponsoring gegeven aan een sportclub of aan een sportmanifestatie.. De vragen

[r]

In het kader van de uitbouw van het &#34;Groen L i n t &#34; , de verbinding tussen het Kennedybos (ei- gendom van het Vlaams Gewest) en het stads- r a n d b o s, werden wel

Van de genoemde veertien werd RWZI Nieuwpoort ge- sloten in 1995, RWZI Langemark behoort tot een agglomeratie kleiner dan 10.000 IE, RW Z I Laarne wordt niet door Aquafin

Hierin wordt voorgesteld de vroegere werk- groep nieuw leven in te blazen, met de opmer- king dat niet enkel de incidenten die te wijten zijn aan externe lozers zullen

langs de Boskapelstraat, is een aansluiting op het rioolstelsel van Wingene of van Ruisele- de praktisch en financieel niet haalbaar. Dit werd gemeld aan de gemeente Wingene ;.. b) wat