• No results found

De rol van strenge handhaving in het toezicht: Lessen van de ING-affaire

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De rol van strenge handhaving in het toezicht: Lessen van de ING-affaire"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

De rol van strenge handhaving in het toezicht: Lessen van de ING-affaire

Benink, Harald

Published in:

Tijdschrift voor Toezicht

Publication date:

2019

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Benink, H. (2019). De rol van strenge handhaving in het toezicht: Lessen van de ING-affaire. Tijdschrift voor Toezicht, 2019-1, 42-43.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

De rol van strenge handhaving in het toezicht

Lessen van de ING-affaire

Harald Benink*

In 2018 was er opnieuw sprake van turbulentie in de bancaire sector, met als dieptepunt de schikking die ING met het Openbaar Ministerie trof. ING had jaren-lang onvoldoende actief geprobeerd te voorkomen dat rekeningen bij de bank werden gebruikt voor witwassen. Hoogleraar Harald Benink kijkt terug op de gebeurte-nissen en concludeert in lijn met de in 2010 opgestelde ambities van De Nederlandsche Bank als toezichthou-der: de rol van strenge handhaving in het toezicht wordt vaak onderschat.

Vlak voor Kerstmis 2018 organiseerde de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer een rondetafelgesprek. Onderwerp was de stand van zaken van de financiële sector tien jaar na het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in 2008. Er was veel discussie over het feit dat de bankensector nog steeds fragiel is en de buffers aan eigen vermogen historisch nog steeds aan de lage kant zijn. De aandacht ging ech-ter vooral uit naar de recente witwasaffaire bij ING. ING-topman Ralph Hamers was persoonlijk in de Tweede Kamer aanwezig en trok opnieuw het boete-kleed aan.

Op 4 september 2018 werd bekend dat ING een door het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden schikking heeft geaccepteerd en een boete van 775 miljoen euro heeft betaald vanwege jarenlange en structurele over-treding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en schuldwitwassen

* Prof. dr. H.A. Benink is als hoogleraar Banking & Finance verbonden aan het Institute of Governance van Tilburg University. Tevens is hij voorzitter van het European Shadow Financial Regulatory Committee. Een eerdere versie van dit artikel is gepubliceerd door Me Judice op 6 februari 2019.

uit het Wetboek van Strafrecht. Uit het FIOD-onder-zoek blijkt dat ING in de periode van 2010 tot 2016 op grote schaal heeft nagelaten de verplichtingen na te komen die op grond van de Wwft op haar rusten.1

Dit roept vanzelfsprekend de vraag op hoe de jarenlange en structurele overtreding van de wet heeft kunnen gebeuren. Wat was de rol van de raad van bestuur van ING, van de raad van commissarissen van ING en van de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB)? Wat betreft de raad van bestuur is het opvallend dat na het publiceren van de schikking met het OM geen enkel lid van de raad van bestuur zich geroepen voelde om de eindverantwoordelijkheid op zich te nemen en terug te treden. Dit wekt enige verbazing omdat het in dit geval om de grootste boete gaat die ooit door een bedrijf in Nederland is betaald. Bovendien dient bij elk groot bedrijf er altijd een lid van de raad van bestuur te zijn dat verantwoordelijk is voor risk management &

com-pliance. Pas na een indringend gesprek van de minister

van Financiën met de voorzitter van de raad van commissarissen trad chief financial officer Koos Tim-mermans terug.

Het feit dat er in eerste instantie geen eindverantwoor-delijkheid werd ervaren bij de raad van bestuur van ING is consistent met het gepubliceerde feitenrelaas en de beoordeling van het OM. Hierin stelt het OM dat de

tone at the top onvoldoende het belang onderschreef van

een goede uitvoering van de Wwft-verplichtingen.2

Zowel bij de raad van bestuur als de raad van commis-sarissen, die ook blijkbaar geen reden zag om in te grij-pen, lijken jarenlang commerciële doelstellingen te

1. Brief van 11 september 2018 inzake ‘Strafrechtelijk onderzoek ING’ van de ministers Hoekstra en Dekker aan de Tweede Kamer.

2. Onderzoek Houston: Feitenrelaas en Beoordeling Openbaar Ministerie, rapport Openbaar Ministerie van 4 september 2018.

42

TvT 2019 | nr. 1 doi: 10.5553/TvT/187987052019010001008

(3)

hebben geprevaleerd boven de naleving van de Wwft, ofwel business boven compliance in de woorden van het OM. Het is bijzonder zorgwekkend dat dit bij een inter-nationale systeembank zoals ING heeft kunnen gebeu-ren. Blijkbaar zijn de krachten om winst te maken zo sterk dat vergeten lijkt te worden dat een bank, en zeker een systeembank, een grote maatschappelijke functie als poortwachter heeft.

Het is hoopvol te zien dat ING inmiddels bezig is met een fors herstelprogramma, waaronder een forse inves-tering in het aantal mensen dat bezig is met het voor-komen van witwassen via ING-rekeningen, dat enkele jaren zal duren. En hopelijk zullen in de toekomst de raad van bestuur en de raad van commissarissen de

com-pliance een grotere prioriteit blijven geven.

Desalniettemin blijft de vraag wat de rol van toezicht-houder DNB is geweest gedurende de vele jaren van gebrekkige naleving van de regelgeving door ING. Eind 2017 schreef DNB, volgens NRC, dat financiële instel-lingen ‘minimalistisch en mechanisch’ optreden tegen financieel-economische criminaliteit en ‘DNB ervaart geregeld weerstand als we hierop wijzen’.3

In augustus 2010, dus ruim acht jaar geleden, publiceer-de DNB het rapport Van analyse naar actie: Plan van

aanpak cultuurverandering toezicht DNB naar aanleiding

van het rapport van de commissie-Scheltema.4 Op

pagi-na 7 van dit rapport schrijft DNB:

‘Goed toezicht is vasthoudend. Het toezicht moet analyse laten volgen door actie. Dat betekent niet alleen het eisen van risicomitigerende maatregelen, maar ook erop toezien dat deze maatregelen daadwer-kelijk worden uitgevoerd en zonodig hard ingrijpen om het gewenste eindresultaat te bereiken.’

Ik kan me moeilijk aan de indruk onttrekken dat DNB haar eigen plan van aanpak inzake cultuurverandering van het toezicht, als reactie op de bankencrisis van tien jaar geleden, nog niet ten volle heeft waargemaakt. Bij effectief toezicht gaat het niet alleen om adequate regel-geving (rules) maar juist ook om handhaving

(enforce-ment) van die regels. Bij de ING-witwasaffaire lijkt het

erop dat de regelgeving redelijk adequaat was, maar dat strenge handhaving achterbleef. Uiteraard treft de eer-ste blaam voor het niet naleven van de regelgeving ING zelf, maar DNB had beter kunnen handhaven.

In het toezicht is handhaving van het allergrootste belang. Te vaak wordt het accent gelegd op regelgeving. Uiteraard is goede regelgeving van belang, maar zonder goede handhaving zullen onder toezicht staande markt-partijen te gemakkelijk prikkels kunnen ervaren om

busi-ness boven compliance te stellen. Een toezichthouder

dient uit te stralen, zoals in de woorden van het rapport van DNB zelf, dat regelgeving daadwerkelijk dient te worden nageleefd en dat de toezichthouder zonodig bereid is hard in te grijpen. Hopelijk zal DNB zo’n

3. H. Chin-A-Fo & C. Driessen, ‘Waar was DNB toen het bij ING mis-ging?’, NRC Handelsblad 7 september 2018.

4. Van analyse naar actie: Plan van aanpak cultuurverandering toezicht DNB, rapport DNB, Amsterdam, augustus 2010.

strengere handhaving in de toekomst in grotere mate in concrete acties weten door te vertalen.

43

doi: 10.5553/TvT/187987052019010001008 TvT 2019 | nr. 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inspectie komt op basis van haar weging van alle bevindingen tot het oordeel dat de gemeente Nissewaard de uitvoering van haar toezicht- en handhavingstaak voldoende op

De gemeente Heemskerk is door de Inspectie van het Onderwijs geselecteerd voor een nader onderzoek omdat uit de verantwoordingsinformatie over 2015 is gebleken dat er

De inspectie beoordeelt de gemeentelijke uitvoering op het criterium uitvoering van de onderzoeken als ‘op orde’, indien alle onderzoeken voor registratie, onderzoeken drie

De bevindingen in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de door de gemeente geleverde documenten over de periode 20 december 2016 tot en met 18 april 2017, informatie uit GIR handhaven en

De inspectie komt op basis van haar weging van alle bevindingen tot het oordeel dat de gemeente Roerdalen de uitvoering van haar toezicht- en handhavingstaak voldoende op orde

De inspectie komt op basis van haar weging van alle bevindingen tot het oordeel dat de gemeente Goeree-Overflakkee de uitvoering van haar toezicht- en handhavingstaak voldoende

De inspectie komt op basis van haar weging van alle bevindingen tot het oordeel dat de gemeente Capelle aan den IJssel de uitvoering van haar toezicht- en handhavingstaak voldoende

De inspectie beoordeelt de gemeentelijke uitvoering op het criterium uitvoering van de onderzoeken als ‘op orde’, indien alle onderzoeken voor registratie, onderzoeken drie maanden