• No results found

De Fata Morgana van de Golfoorlog

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Fata Morgana van de Golfoorlog "

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

INTRO 1 Leo Molenaar

BUITENLAND 2

Inhoud

De Fata Morgana van de Golfoorlog Frank Biesboer

CULTUUR 13

Wie beschikt over foetus en moeder?

De technologische verandering van de zwangerschap

Dymphie van Berkel

HISTORIE 17

Wat verdwijnt en wat blijft Marcus Bakker

WILLEMEN 22

THEMA 23

De vakbeweging na de WAO Frank Biesboer

24

Het arbeidsproces biedt meer Illusies van de linkse politiek

Kees Korevaar

29

Een nieuwe aanpak van het vakbondswerk De nieuwe werknemer moet

gewoon hard werken Tineke de Rijk

34

Professionalisering op z'n FNV's De dreigende teloorgang van het brede beleid

lohn Stals

38

Doelgroepenbeleid als uitdaging en risico FNV en de uitkeringsgerechtigden

Rik van Berkel

42

De actualiteit van arbeidstijdverkorting Marianne Davvallier

FOTOKATERN 46 Linette Raven

POEZIE 53 Missen

Bij een bundel van Willem Jan Otten Hans Groenewegen

BOEKEN 54

'Tussen verbeelding en macht' van Duyvendak en Koopmans

los van Dijk

56

'Pramoedya Ananta Toer' van Snoek en Den Boef

Leo Molenaar

57

'De man die faalde' van Schreuders Maarten van Poelgeest

59

Het communisme in de fictie van Van der Pijl en Van der Kolk

los van Dijk

60

Noten bij artikel Huige

FOTOKATERN 61 Bert Zijlma

64

P&C -bijeenkomst 13 juni Racisme, wat doen we ertegen?

(3)

Goede start van jaargang 52

Op het eerste nummer van deze jaargang kregen we veel bemoedigende reacties. Er was lof voor de veelzijdigheid. Wel kwam er commentaar op de te volle bladspiegel, die soms tot grijze letter- zeeën zou hebben geleid. De opmaak van de tekstpagina's is dan ook wat bijgesteld, terwijl af en toe zogenaamde 'streamers' zijn toegepast om wat te onderbreken. Van het abonneefront valt goed nieuws te melden. We wa-

ren benieuwd (en benauwd)

lingen, en gaat zelf in op netelige kwesties.

Voor het Vlaams Marxistisch Tijdschrift schreef Marcus Bakker een artikel 'Wat verdwijnt en wat blijft'. Hij gaat in op historische verdiensten en te- kortkomingen van de communistische beweging, en komt uit op een aantal vraagstellingen. Het ar- tikel verdient de belangstelling van vriend en vij- and.

Het thema van dit nummer is 'De vakbeweging na de WAO'. Frank naar Uw reactie op de verhoging

van de abonnementsprijs. We kunnen U melden dat het aantal

Leo Molenaar Biesboer formuleerde de vraagstel- ling, verzamelde de bijdragen en leidt het thema in. De vijf bijdragen betalende abonnees - de oplage

van het blad ligt wat hoger - is gestegen van 650 in 1991 naar ruim 700 na het eerste nummer

INT R 0

van Korevaar, De Rijk, Stals, Van Berkel en Dauvallier geven samen een informatief en indringend

van de jaargang 1992. Dat geeft ons wat armslag en tegelijk een lans.

enorme stimu-

Dit nummer start met de Golfoorlog. In een Ne- derlands opinie-onderzoek naar de gebeurtenis die het meeste indruk had gemaakt in het jaar 1991, bleek dat deze oorlog te zijn. Bij terugblik- ken in de media 'een jaar na de Golf' blijkt merk- waardig genoeg dat de deze oorlog wettigende argumentaties nauwelijks veranderd zijn. En ver- der dat de openbaarheid rond de Golfoorlog nog steeds miniem is. Redacteur Frank Biesboer gaat, mede op basis van Noordamerikaanse publicaties, dieper in op achtergronden en op gangbare in- terpretatiekaders, en formuleert een aantal con- clusies.

In de rubriek 'cultuur' een artikel van Dymphie van Berkel over 'De technologische verandering van de zwangerschap'. Zij laat verschillende kanten zien van de adembenemend snelle ontwikkelin- gen. Beleven vrouwen doorgaans plezier aan de echoscopie, tegelijk is er de tendens dat de medi- sche technologie hen opvat als draagsters van het eigenlijke (wetenschappelijke) subject: de foetus.

Ook de door deze technieken gestimuleerde ten- dens om de 'vrucht' al vanaf de eerste weken een volwaardige 'menselijke' status te geven werpt vraagtekens op. Van Berkel beschrijft ontwikke- 0

"' >-

z

beeld van de dilemma's waarvoor de vakbeweging nu staat. Kees Wil- lemen geeft een getekend commentaar.

Het fotokatern is dit keer van Linette Raven. Het zijn zes portretten, die een indruk geven van haar werk. Bert Zijlma maakte op de manifestatie 'Ne- derland bekent kleur' van 21 maart de foto's voor de voorpagina en achterin.

Hans Groenewegen bespreekt in zijn poezie- rubriek 'Paviljoenen' van Willem Jan Otten. In de boekenrubriek besteedt Jos van Dijk aandacht aan het boek over 25 jaar sociale beweging van Duy- vendak c.s.: 'De actiegroep in het zilver'. Volgt een bespreking van Schreuders' 'De man, die faalde'.

De redactie vroeg een 'onbevangen' recensent, teneinde voorspelbare welles-nietes-reacties te vermijden. Maarten van Poelgeest schreef een, po- sitief uitgevallen, recensie.

In het volgende nummer start een al eerder aan- gekondigd artikel van Ger Harmsen onder de titel 'Bestaat er een links of rechts natuurbegrip?'. En naast het thema 'multi-etniciteit' (plus de discus- siebijeenkomst van 13 juni) bieden we van de in de Verenigde Staten werkzame wiskundige en marxist Dirk Struik een unieke terugblik op zijn ei- gen proces in de McCarthyperiode.

!

I

(4)

De Fata Morgana van de Golfoorlog

Waarden en drijfveren die tijdens de Golfoorlog een jaar geleden zo'n grote rol speelden, lijken binnenstebuiten gekeerd. Toen droegen de Pale- stijnen op de bezette Jordaanoever portretten van de 'held van de Arabieren' terwijl poppen van Bush in brand werden gestoken, nu vestigen ver- tegenwoordigers van de PLO al hun hoop op het Witte Huis teneinde Israël aan de onderhande- lingstafel van de Midden-Oosten-

conferentie te dwingen. Toen ha-

schikbaar was. Dat valt echter tegen. De censuur, opgelegd door de militaire commando's aan bei- de zijden, lijkt nog steeds van kracht; sporadisch en zeer fragmentarisch wordt er iets meer bekend over de oorlogshandelingen zelf en datgene wat zich in de commandokamers afspeelde. Veel is dat • echter niet. Ontwikkelingen na de veldslag bie- den wel een beter perspectief om de schijngestal- ten van de Golfoorlog te onder- scheiden.

merden tegenstanders van de oor- log op de menselijke slachtoffers, inmiddels zijn door Saddam Hoes-

Frank Biesboer Verschillende interpreta- tiekaders

sein na de oorlog meer slacht- offers gemaakt dan door de Ang- lo-Amerikaanse bulldozers. Toen meldde de Amerikaanse legerlei-

BUITENLAND

Genoemde omkering van waar- den maakt in ieder geval duidelijk dat de wezenlijke achtergronden

ding triomfantelijk een verplette-

rende slag voor de militaire kracht van Saddam Hoessein, nu laat stafchef generaal Powell weten dat een belangrijk deel van de militaire structuur van Irak (luchtmacht, grondtroepen, tanks) nog intact is (Powell wil daarmee een al te groot en- thousiasme om Saddam Hoessein alsnog uit Bag- dad weg te jagen de kop indrukken). Waar de oorlog werd gevoerd in naam van de internatio- nale rechtsorde, democratie en mensenrechten, zijn de Amerikanen de eersten die het feodale pa- leis van de ai-Sabah dynastie herstellen.

De Golfoorlog, die op 17 januari 1991 begon en 28 februari werd beëindigd, markeerde een nieu- we etappe in de lange weg van de internationale verhoudingen. Voor het eerst sinds de grote om- wenteling in de Sowjet-Unie werd een conflict met de meest vergaande, in de internationale arena beschikbare middelen uitgevochten, ge- richt tegen de agressie van een zwaar bewapend Derde-Wereldland. Na de verlammende jaren van de Koude Oorlog zou een nieuwe wereldorde ze- gevieren. De jaren van de Hollanditis werden overschaduwd door de actieve betrokkenheid van de Nederlandse regering en de brede steun daar- voor onder de bevolking.

Een terugblik een jaar na dato zou de gelegen- heid kunnen verschaffen meer zicht te krijgen op informatie die in het heetst van de strijd niet be-

....

-' 0

0..

van de Golfoorlog niet met een- voudige schema's zijn te vangen.

Schema's die in de aanloop van de oorlog werden gehanteerd omdat mensen hun positie wilden bepalen: voor of tegen de oorlog.

Omdat organisaties verantwoordelijkheid wilden nemen om geweld te voorkomen of om de oorlog zo 'beschaafd mogelijk' te laten verlopen.

Een reflectie op de eigen opstelling, een jaar na dato, is alleen al nodig gezien de draagwijdte van de Golfoorlog: er waren bijna een miljoen solda- ten bij betrokken, honderdduizenden zijn het slachtoffer geworden, het milieu is een ongekend grote schade toegebracht, tientallen miljoenen mensen in de regio en elders in arme landen on- dervinden nog steeds de gevolgen, enige honder- den miljarden dollars zijn er aan gespendeerd en de oorlog werpt een schaduw over de internatio- nale arena. Het is eerder verbazingwekkend dat er zo weinig openbaar debat is over de gekozen opstellingen. Dit artikel beoogt een stap verder te zetten, ook verder dan mijn eigen protest.

De verschillende houdingen ten opzichte van de Golfoorlog zijn aan de hand van een viertal sche- ma's of interpretatiekaders te karakteriseren:

1. het imperialisme-schema. Het gaat de Ameri- kanen (en Engeland) om handhaving en vergro- ting van hun invloedssfeer nu de Sowjet-Unie als grootmacht is weggevallen en het zekerstellen van een vrije oliestroom. Het Arabische volk is 1

(5)

daarvan het slachtoffer, met de zaak van de Pale- stijnen als meest brandende kwestie.

2. het internationale rechtsorde-schema. Inzet van de Golfoorlog is herstel van de internationa- le rechtsorde. Het is ontoelaatbaar dat een lid van de Verenigde Naties door een buitenlandse macht wordt geannexeerd.

3. het Israël-schema. De bedreiging van Israël rechtvaardigt een keihard optreden tegen Sad- dam Hoessein.

4. het Hoessein/Hitler-schema. Inzet is de vernie- tiging van het militaire potentieel en het dictato- riale, met Hitier vergelijkbare optreden van Sad- dam Hoessein.

In grove trekken is duidelijk te maken dat deze schema's schijngestalten van de werkelijkheid vormen.

ad. 1: Het eerste schema had in Nederland een be- trekkelijk gering draagvlak, al speelde het een rol in de felle discussies binnen het Komitee Anti Golfoorlog (Kago) en de controverse tussen het Kago en andere organisaties over de manier waarop het protest tegen de oorlog gestalte moest krijgen.

Voor zover wordt verwezen naar het oliebelang is eenvoudig duidelijk te maken dat het zeker stel- len van de oliestroom echt geen oorlog nodig had: Irak bedelt nu om z'n olie te mogen verko- pen. Ook het romantische beeld van dé Arabische volkeren klopt niet gezien de verschillen tussen diverse landen en regio's. Voor zover er reden is zo'n romantisch beeld te hanteren zou het eerder moeten leiden tot scherpe protesten tégen Sad- dam Hoessein die meer Arabieren de dood in heeft gejaagd dan Amerikanen ooit hebben ge- daan. Voor de Palestijnen vormen de Amerikanen de enige hoop om hun recht op een eigen staat tot gelding te brengen. Dit schema voldoet niet, al zit er een kern van waarheid in gezien de rol van de westerse mogendheden in het Midden- Oosten en het grote belang van de olie als smeer- middel en brandstof van de westerse economie.

ad. 2: Het tweede schema, dat van de internatio- nale rechtsorde, had een groot draagvlak in de publieke opinie en vormde de belangrijkste poli- tieke legitimatie van regeringsoptreden. De over- heersende rol ervan was zo groot dat het zelfs ge- waagd lijkt het als een versimpeling van de Golf- oorlog weer te geven. De redenen om dat toch te doen zullen in de loop van dit artikel wel duide- lijk worden. Hier alvast enkele opmerkingen.

De mogelijkheden om de internationale orde langs diplomatieke weg of via het economische embargo te herstellen zijn door de VS consequent geblokkeerd. Het gebruik van het oorlogswapen kan onmogelijk dienen als vast bestanddeel van internationale rechtsordehandhaving en kon in

lO 0

"'

0 0

0 lO

het geval van Irak uitsluitend worden gehanteerd vanwege zeer specifieke omstandigheden. Bij het toepassen van oorlog als machtsinstrument is niet aan de regels van die internationale rechtsorde voldaan. Gezien de grote zeggingskracht en de beschavende werking van het streven naar een in- ternationale rechtsorde zal het in de toekomst wel een grote rol moeten spelen als houvast voor het internationale handelen.

ad. 3: Het derde schema, de bedreiging van Israël, had misschien wel de sterkste emotionele kracht.

Voor alle duidelijkheid, anders dan wat in Neder- land gebruikelijk is, beschouw ik emotionele kracht niet als iets minderwaardigs ten opzichte van zogenaamde rationele overwegingen. De ontzetting over de Scud-aanvallen op Tel Aviv en de gijzeling met de gifgasdreiging vormden zeer valide argumenten om aan Israël defensieve wa- pens ter beschikking te stellen.

Hier geldt echter ook: het schema is te eenzijdig om de werkelijkheid rond de Golfoorlog te ver- klaren. Dat blijkt wel uit de gang van zaken rond de Midden-Oostenconferentie, waar de tegen- stellingen tussen de VS en Israël groter zijn dan ooit.

ad. 4: Het vierde schema, Saddam Hoessein als ge- vaarlijke dictatoriale machtsfactor, werd gaande de voorbereiding van de oorlog steeds belangrij- ker als operatief vijandbeeld.

Dit schema ligt echter minder vanzelfsprekend in het verlengde van het beroep op de internationa- le rechtsorde dan op het eerste gezicht lijkt: er zijn dictators genoeg met hegemoniale aanspra- ken waarbij niemand erover piekert hen met een oorlog te lijf te gaan. Bovendien, de militaire macht van Hoessein is weliswaar gebroken, Bush heeft het doelbewust mogelijk gemaakt dat hij in z'n paleis in Bagdad kon blijven. Die constatering heeft het blazoen van het succes van de oorlog in de VS ook behoorlijk verbleekt, wat heeft geleid tot een hernieuwde discussie over het al of niet met militaire middelen alsnog verwijderen van Hoessein. Wat uiteraard niet weg neemt dat Hoessein een buitengewoon gevaarlijke en agres- sieve dictator is, waarop de internationale ge- meenschap een antwoord moet formuleren.

Breuklijnen tussen medestanders Genoemde schema's vormden niet alleen inter- pretatiekaders, ze waren de voedingsbodem voor politieke stellingname. De mate waarin ze gehan- teerd werden was doorslaggevend voor het ver- loop van de gebeurtenissen voor en tijdens de Golfoorlog. De keuzes die werden gemaakt had- den diepingrijpende consequenties.

Waar de uitkomst van de verschillende posities zo verschilde, de keus tussen het ene of andere sche-

(6)

ma lag veel minder zwart-wit. De reden is duide- lijk: alle schema's bevatten elementen die ge- woon waar zijn en zeggingskracht hebben. Zo kon het gebeuren dat mensen die in de jaren tachtig nog zij aan zij een vredesgevoel uitdroe- gen, nu scherp tegenover elkaar kwamen te staan. Vredesactivisten die hun strijd beloond za- gen met het wegvallen van de Koude Oorlog, vonden dat ze nu voor de Golfoorlog moesten kiezen. Binnen de Vietnam-generatie ontstonden scherpe breuklijnen: voor de een waren de Ame- rikaanse bommen nog even erg, de ander vond ze een noodzakelijk middel. De meest ontluisteren- de ervaring was misschien nog wel dat tijdens de voorbereiding van de Golfoorlog onderling debat vrijwel onmogelijk leek. Dat gold tussen vrienden of collega's en nog scherper in de politiek. De stellingname van Groen Links werd niet opgepakt als uitdaging voor debat, maar werd hooghartig teruggewezen of genegeerd. Binnen de PvdA kon er, ondanks duidelijke verschillen van mening, niet over worden gediscussieerd. In de media werd de diepte van het conflict nauwelijks gethe- matiseerd. Het was vooral een met-z'n-allen ach- ter de 'geallieerden' (ik zet hier aanhalingstekens omdat geallieerden geen neutrale term is) tegen de vijand! Het zegt iets over de kwaliteit van on- ze democratie, de manier waarop daarin machts- politiek functioneert en de kwetsbaarheid ervan in situaties van oorlogsdreiging.

Roes van ontspanning

Het moment waarop de Golfcrisis uitbrak speelt minstens een even grote rol om te begrijpen waarom de Hollanditis verkruimelde en de Golf- oorlog op zo'n brede sympathie kon rekenen. De westerse wereld leefde in de roes van het einde van de Koude Oorlog, van betrekkelijk vreedza- me revoluties in Oost-Europa en een hereniging van beide Duitslanden. De eerste wapenakkoor- den waren al gesloten en er was het uitzicht op aanzienlijke wapenreducties. Een aantal regiona- le conflicten kwam tot een oplossing of het per- spectief daarop: Namibië, El Salvador, Cambodja.

Voor het eerst werden bezuinigingen op defen- sieuitgaven een politieke realiteit. Er was een nieuwe internationale ruimte ontstaan, waarin de verstramming als gevolg van de Koude Oorlog plaats maakte voor samenwerking van de groot- machten.

Deze 'roes' werd wreed verstoord door de inval van Saddam Hoessein en het oorlogsgevaar dat hij opriep. Het leverde het beeld op van de gast die een goed feest komt verpesten; een stel poti- ge jongens besluiten de gast er uit te gooien.

Zolang Oost en West nog tegenover elkaar ston- den was annexatie een kwestie van invloedssfe-

f- -' 0

0..

ren, min of meer bestaande afspraken, onder de voortdurende dreiging van de atomaire apoca- lypse. Nu was die dwang verdwenen en toch volg- de er een nieuwe annexatie. Hoe daar nu mee om moest worden gegaan in het tijdperk na de Kou- de Oorlog, daar had eigenlijk nog niemand over nagedacht, laat staan concepten voor uitgewerkt.

De onhandigheid en onbekendheid waarmee in de Haagse politiek werd omgesprongen met het handvest van de Verenigde Naties, de tekortko- mingen in dat handvest zelve, de manier waarop de Amerikanen daarvan gebruik maakten, was veelzeggend. Om enkele voorbeelden te noemen:

het niet functioneren van het militair commando van de VN, het ontbreken van ook maar enig on- derhandelingsmandaat voor de secretaris-gene- raal, het fatale ultimatum aan Irak dat de Veilig- heidsraad de handen bond aan de meest verre- gaande consequenties die de oorlog had kunnen hebben, zonder een eenvoudige mogelijkheid in de oorlog in te grijpen. Hier zullen onvermijdelijk lessen getrokken worden, wat ook al duidelijk maakt dat de Golfoorlog nooit als het vaste re- cept van internationale conflictsituaties kan die- nen. Ondertussen was de vredeseuforie van het noordelijke deel van de wereld min of meer over- vallen door het Golfconflict, wat de 'geallieerde' machthebbers betrekkelijk vrij spel gaf.

Machtsverhoudingen in het Midden-Oosten

Hoe komen de hierboven genoemde schema's sa- men in een beoordeling van het Golfconflict?

De militaire macht van Saddam Hoessein is een di- rect produkt van olie, Oost-Westtegenstellingen, machtsverhoudingen in het Midden-Oosten en binnenlandse politiek in Irak. Gezien de enorme olievoorraden en de geografische ligging vormde het Midden-Oosten het gebied bij uitstek waar Amerika en de Sowjet-Unie om de invloedssferen streden: afspraken over de verdeling van in- vloedssferen, zoals in het geval van Europa, wa- ren voor het Midden-Oosten niet gemaakt.

..

De strijd om invloedssferen leidde tot uiterst com- plexe verhoudingen, waarbij Arabische landen om opportunistische redenen het blok kozen waar ze het meest aan dachten te hebben en de beide supermachten op hun beurt van de onder- linge tegenstellingen tussen de Arabische staten gebruik maakten. De Amerikaanse politiek steun- de op drie pijlers: het voorkomen van invloed van de Sowjet-Unie, vrije toegang tot de olie en steun aan Israël. Deze drie doelen zijn nauwelijks te ver- enigen en leidden tot de karakteristieke zwen- kingen in de Amerikaanse Midden-Oostenpoli- tiek. De invloedssfeer werd afgemeten aan de hoeveelheid en kwaliteit van de wapens die door 1

(7)

de supermachten aan de Arabische landen wer- den verkocht. Het geld daarvoor was vooral af- komstig uit de olieverkopen, die sinds de eerste vondsten begin deze eeuw steeds belangrijker werden en in omvang toenamen. De verhoudin- gen werden nog extra gecompliceerd door de po- sitie van Israël en de diverse oorlogen met Arabi- sche landen.

De regimes in de meeste Arabische landen zijn dictatoriaal. Als gevolg van de koloniale willekeur van de grenzen van de meeste Arabische staten vormde militaire macht vaak het enige nationaal- integrerende bestanddeel. Dat gold zeker voor Irak met grote tegenstellingen tussen de verschil- lende etnische culturen van Koerden, soennieten en sji'ieten. De absolutistische vormen van be- stuur worden versterkt door de renteniersecono- mie, waarbij de economische machtspositie is ge- concentreerd rond de verdeling van de staats(ol ie)inkomsten.

Verschillen zijn er tussen vorstendommen en radi- caal-nationalistische éénpartijstaten, tussen olie- exporterende en arme, bevolkingsrijke landen, tussen relaties met westerse en (voormalige) communistische bondgenoten, met een scherpe rivaliteit tussen de Arabische staten om de in- vloedssfeer in het Midden-Oosten.

Olie, Koude Oorlog en een scherpe rivaliteit leid- den tot een ongekende bewapening van het ge- bied (circa een derde van de staatsuitgaven gaat naar legers), met dwars daar

doorheen de confrontatie tussen Israël en de Arabische landen.

5

er geen enkele reden was de relaties met Irak te herzien. Tijdens de missie van westerse oorlogs- schepen naar de Golf onder het motto van het vrijhouden van deze 'levensader van de econo- mie' werden alleen Iraanse schepen aangevallen.

Ondanks de grote verliezen tijdens de eerste Golf- oorlog was Irak in staat haar militaire potentieel enorm uit te bouwen, waarbij in volgorde de Sowjet-Unie, Frankijk en China de grootste wa- penleveranciers waren (de VS en Duitsland lever- den tot vlak voor de inval in Koeweit hoogwaar- dige materialen) voor een totaal bedrag van te- gen de honderd miljard dollar! Het leverde na de eerste Golfoorlog een militair uiterst sterk en economisch uitgemergeld Irak op, dat de interne crisis trachtte te bezweren door een slag naar bui- ten: territoriale concessies van Koeweit en verla- ging van de olieproduktie teneinde de olieprijs te verhogen.

In de aanloop naar de fatale augustusdag van 1991 was Irak een dictatoriaal geregeerd land, waar mensenrechten op ongekende schaal wer- den geschonden (vernietiging Koerdische dorpen met tienduizenden slachtoffers), dat militair tot de sterkste van de regio behoorde en dreigende aanspraken maakte op Koeweits grondgebied.

'Appeasement'

Hoe past de Iraakse positie in de schema's die aan het begin van het artikel zijn geschetst?

- De Palestijnen vormden bij de Iraakse dreiging in het geheel

In 1979 werden de bestaande ver- houdingen door elkaar geschud als gevolg van de revolutie in Iran en het aan de macht komen van het sji'itisch fundamentalisme van ayatollah Komeini. Voor de Ame-

'Saddam Hoessein is geen bondgenoot

van de armen'

geen factor. Het enige effect was dat hun positie moeilijker werd als gevolg van de opgeroe- pen spanningen. Voor zover Saddam Hoessein later het argu- ment hanteerde van een eerlijke

rikanen viel een belangrijke

steunpilaar weg, terwijl de Sowjet-Unie zich extra zorgen maakte om haar eigen islamitische repu- blieken. De inval in Afghanistan was haar machts- politieke antwoord, waarop de VS reageerde met militaire steun aan de Afghaanse oppositie.

Irak, ondertussen rijkelijk voorzien van een mo- derne infrastructuur en wapens, zag in de Iraanse revolutie een kans haar machtspolitieke aanspra- ken tot gelding te brengen. Het betekende het begin van de eerste Golfoorlog die een miljoen slachtoffers zou vergen. Ook al was Irak met de agressie begonnen, het land verwierf toch de steun van de VS en de Sowjet-Unie a Is brugge- hoofd tegen de islamitische revolutie, vooral toen Iran stevig wist terug te slaan. Zo werden kritische vragen over het lot van de Koerden door minister Van den Broek afgedaan met de mededeling dat

CJ 0

"'

0 0

0 CJ

verdeling van de waanzinnige rijkdommen van Koeweit had hij echt niet de Palestijnen op het oog, maar zijn binnenlandse economische puinhoop. Hon- derdduizenden gastarbeiders uit arme landen werden direct het slachtoffer van de latere in- terventie.

- Olie was uitdrukkelijk in het geding: Irak was er immers op uit een forse prijsverhoging van de olie tot stand te brengen. Voor het milieu zou dat een zegen zijn, voor de westerse economie een forse klap, voor de Derde Wereld een ramp (Saddam Hoesein kan dus onmogelijk worden opgevat als een bondgenoot van de arme lan- den). Het was een imperialistisch belang om een grotere greep van Saddam Hoessein op de olieprodukie te voorkomen. (De angst voor die 'greep' op de olie is overigens zwaar overdre- ven. De mogelijkheden van de Opec-landen om

(8)

de produktie te beperken blijken uiterst gering gezien de onderlinge tegenstellingen, terwijl de komst op de wereldmarkt van de grote olie- voorraden van de voormalige Sowjet-Unie de flexibiliteit van het aanbod alleen maar ver- groot. Bovendien kan het Internationale Ener- gie Agentschap haar reserves inzetten om de prijs te manipuleren.)

- Israël was geen direct doel van de beoogde Iraakse agressie, al is het in de strijd om de Ara- bische hegemonie altijd een factor.

- Saddam Hoessein ontpopte zich als een uiterst gevaarlijke dictator. Gezien de bedreiging van Koeweit was de internationale rechtsorde re- gelrecht in het geding. En daarmee de vraag:

hoe reageert de internationale gemeenschap?

Het gebruikelijke antwoord in dergelijke conflict- situaties wordt gevormd door de zogenaamde 'strategische driehoek' van afschrikking, dwang en garanties. Via afschrikking moet aan de agres- sor duidelijk worden gemaakt waar de grens wordt overschreden die zalleiden tot tegenmaat- regelen. Via dwang zal de agressor tot een ande- re opstelling moeten komen. Garanties zijn nodig om duidelijk te maken dat de genoemde machts- middelen niet gebruikt zullen worden om de vei- ligheid van de agressor in het geding te brengen.

Instrumenten die hiervoor ingezet kunnen wor- den zijn diplomatieke, economische en militaire.

Militaire middelen en het gebruik ervan zijn dus niet uitgesloten, zij het dat alles erop gericht moet zijn het gebruik ervan te voorkomen.

In het Golfconflict faalden deze middelen echter.

De Amerikanen weigerden hun pro-lraakse posi- tie op te geven en toonden tot zelfs vlak voor de inval in Koeweit hun welwillendheid. Zowel de Amerikanen als de Sowjet-Unie hebben verstek laten gaan, zo gebiologeerd door hun machtspo- litieke angst voor Iran. Uit oogpunt van het voor- komen van een inval in Koeweit en het handha- ven van de internationale rechtsorde hád een Amerikaans (en eigenlijk ook Sowjet-) optreden moeten plaatsvinden.

Na de inval in Koeweit is de 'geallieerde' militai- re operatie vaak verdedigd met een verwijzing naar 'München' en 'appeasement' (toegevend- heid). Hiermee wordt gedoeld op het verdrag van München 1938 waarbij Engeland en Frankrijk er- mee akkoord gingen dat delen van Tsjechoslowa- kije bij het Derde Rijk werden ingelijfd, met de il- lusie dat Hitier van verdere oorlogsplannen zou afzien. Deze politiek van toegeven is later aange- wezen als een van de oorzaken van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Voor zover er in verschillende historische situaties een vergelij- king mogelijk is, dan moet Amerika en de Sowjet- Unie voorafgaand aan de inval van Irak in Koe-

>-

--' 0

"-

weit 'appeasement' worden verweten.

De aanhangers van het imperialismeschema heb- ben het grootste gelijk aan hun kant wanneer ze de opstelling van de Amerikanen aan de kaak stellen: als president Bush zo begaan is met het lot van de internationale rechtsorde dan had hij moeten ingrijpen, hij deed dat niet vanwege zijn imperialistische bedoelingen. Omgekeerd, het schema had een eventueel ingrijpen tegen Irak vóór de inval in Koeweit met dezelfde argumen- ten bekritiseerd, omdat elk ingrijpen van de VS al- leen in imperialistische categorieën wordt geana- lyseerd. In dit schema is het onmogelijk te erken- nen dat welke internationale sanctie dan ook te- gen Irak onmogelijk is zonder een actieve rol van de Verenigde Staten.

Van hun kant hebben de aanhangers van het in- ternationale rechtsordeschema zich uiterst laf ge- toond ten aanzien van het verzuim van de VS en de Sowjet-Unie. Scherpe kritiek was op z'n plaats geweest, evenals maatregelen om een herhaling in de toekomst te voorkomen. Dergelijke maatre- gelen zouden uiteraard in VN-kader genomen moeten worden, met duidelijke appèlmogelijkhe- den voor landen die zich bedreigd voelen. Het is overigens opvallend hoe passief Koeweit zich op- stelde voorafgaand aan de inval van Irak. Of had de sjeik zich al verzekerd van Amerikaanse steun?

De Iraakse inval

Op 2 augustus 1990 was de inval in Koeweit een feit. Het land werd ingenomen, de kluis van de centrale bank gekraakt, onder de bevolking werd beestachtig huisgehouden, aan het land werd een schade toegebracht van vele tientallen mil- jarden dollars, later gevolgd door de grootste mi- lieuramp van de moderne geschiedenis. Er zijn wel berichten geweest over een enthousiaste ont- vangst van de Iraakse troepen door delen van het leger in Koeweit. Uitgesloten is dat niet gezien de absolutistische macht van het vorstenhuis van ai- Sabah. Aan de verschrikkingen, begaan door het Iraakse leger, verandert dat niets.

Binnen de Arabische wereld zette de inval alle verhoudingen op z'n kop. Voor de staten verza- meld in de Golfsamenwerkingsraad- alle Golfsta- ten minus Irak en Iran- was de inval onaanvaard- baar. Inclusief de Koeweitse olievelden zou Irak een veel te machtige partner van de Opecworden met een-vijfde van de totale olieproduktie. Het onaanvaardbare werd daarnaast bepaald door ri- valiteit en machtsstrijd om de invloed in het Mid- den-Oosten, waarbij de status quo door de mili- taire macht van Irak gekoppeld aan de bezetting van Koeweit onaanvaardbaar werd verstoord.

Dat gold ook voor Syrië en Egypte. Dat laatste land was eind jaren tachtig met Irak, Jordanië en

(9)

Noord-Jemen verenigd in de Arabische samen- werkingsraad. Egypte hoopte met die samenwer- king haar verloren terrein in het Midden-Oosten terug te veroveren. Voor Egypte bleek Irak een volstrekt onbetrouwbare partner. Jordanië en Je- men keurden de inval af, maar hadden te maken met brede volkssteun voor Saddam Hoessein.

Oliebelangen, onderlinge rivaliteit en vrees voor de eigen territoriale integriteit leidden tot een opzienbarende Arabische eenheid tegenover Irak.

Voor Israël betekende de bezetting van Koeweit een extra veiligheidsrisico nu gebleken was dat Saddam Hoessein zijn agressieve taal in daden omzette. Diens antizionistische retoriek was niet nieuw, maar moest wel serieuzer genomen wor- den.

Uiteraard keerde Iran zich tegen de vroegere oor- logsvijand, ook al omdat na de wapenstilstand van de eerste Golfoorlog grensgeschillen en de kwestie van oorlogsgevangenen nog steeds niet waren geregeld. Later zou Irak volledig aan de ei- sen van Iran tegemoet komen, waarmee de op- stelling van Iran werd 'geneutraliseerd'.

Logischerwijs heeft deze eensgezindheid de vraag opgeroepen of er gestreefd moest worden naar een pan-Arabische oplossing van de crisis.

Ook al bleef deze optie diep onder het tapijt als gevolg van de overheersende Amerikaanse rol, veel kansen moeten er niet aan worden toege- schreven. Het is voor een vredesengel moeilijk dansen in een slangenkuil. Daar komt nog bij dat alle genoemde landen op hun beurt een grote bij- drage hebben geleverd aan de instabiliteit van de regio en de escalatie van conflicten. Iran door het agressieve fanatisme van z'n revolutie, Syrië door z'n machtspolitiek, de rijke oliesjeikdommen door hun egoïsme, Israël door de onderdrukking van de Palestijnen. Het verklaart waarom de Ameri- kanen belang hebben bij een vredesregeling om de stabiliteit te handhaven. Mocht de Midden- Oostenconferentie in een of andere vredesrege- ling uitmonden, dan zal het vooralsnog een ge- wapende vrede zijn, waarbij veiligheidsgaranties door een externe macht (en dat kan alleen de VS zijn) onontbeerlijk is.

Voor de Amerikanen was de positie in eerste in- stantie ingewikkelder. Waar ze Irak steeds meer hadden beschouwd als bruggehoofd tegenover het oprukkend islamitisch fundamentalisme, in de hoop daarmee de stabiliteit en invloed in de regio te bestendigen, de nieuwste vertrouweling bleek nu zelf de grootste bedreiging voor de status quo.

De hele naoorlogse politiek van de VS in het Mid- den-Oosten werd na de revolutie in Iran voor de tweede keer op het spel gezet: anders dan Iran ging het niet om een binnenlandse politieke

7

"'

0

"'

0 0

0

"'

aardverschuiving, maar om de annexatie van een land dat belangrijke - ook financiële - relaties had met de westerse economie. De flagrante schending van de internationale rechtsregels ver- schafte een algemeen aanvaarde rechtvaardiging voor het scherpst mogelijke antwoord dat de VS kon bedenken: de inzet van een gigantische, su- permodern bewapende legermacht. Met het wegvallen van de Sowjet-Unie kreeg de VS bo- vendien de ruimte haar invloedssfeer in de Arabi- sche wereld te vergroten.

De VS als hoeder van de internationale rechtsorde Het pleidooi van president Bush voor de vestiging van een nieuwe internationale orde is onverbre- kelijk verbonden met de economische en geopo- litieke belangen van de VS in dat gebied.

Die verstrengeling heeft het appèl op die inter- nationale rechtsorde bij tegenstanders van de Golfoorlog verdacht gemaakt. Het gaat Bush al- leen maar om de olie en zijn machtspositie in de wereld, was het veel gehoorde verwijt. Daarmee wordt echter een wel erg abstracte kijk gegeven op het idee van de internationale rechtsorde. Het is een illusie te denken dat staatsmacht zich alleen door morele overwegingen laat leiden. Machts- politiek, de strijd om invloedssferen, is er onver- brekelijk mee verbonden, zoals elk juridisch sys- teem met belangen is verbonden. De waarde van een juridisch systeem is dat het spelregels ver- schaft die niet louter op militaire macht zijn ge- baseerd, waar iedereen zich vervolgens ook aan moet houden.

De handelwijze van de VS heeft daar sinds de Tweede Wereldoorlog haaks op gestaan. Het land heeft een patent op het overschrijden van inter- nationale rechtsregels. De inval in Panama eind 1989 was het meest recente voorbeeld. Kritiek van de Veiligheidsraad van de VN op schendingen van de internationale rechtsorde is vele keren door een Amerikaans veto getroffen, zeker ten aanzien van kwesties in het Midden-Oosten. De kritiek dat de VS het beroep op de internationale rechtsorde uiterst selectief toepast is volkomen terecht.

Als reactie op de selectieve toepassing van inter- nationale rechtsregels is wel aangevoerd dat de grote wereldmachten pas met het ontdooien van de Koude Oorlog uit hun onderlinge verkramping raakten en het mogelijk werd een werkelijke in- ternationale rechtsorde tot stand te brengen. Dat sloot ook goed aan bij ideeën van Gorbatsjow over globale vervlechting van belangen, de nood- zaak van gemeenschappelijke oplossingen en der- gelijke. Het moment waarop de Golfcrisis uitbrak was inderdaad heel bijzonder en maakte voor het

I

I

(10)

eerst een gemeenschappelijk optreden van de su- permachten mogelijk.

Los van de vraag of er rond de Golfcrisis sprake is van een nieuw begin in de internationale ge- meenschap of niet, het argument van de interna- tionale rechtsorde blijft zijn betekenis houden, ook al is er sprake van een willekeurige toepas- sing. Het belangrijkste is àf de internationale rechtsorde wordt gediend, welke overwegingen daar ook aan ten grondslag mogen liggen.

Voor de aanhangers van het imperialismeschema is deze redenering onaanvaardbaar. Zij hebben dan echter wel de plicht om duidelijk te maken op grond van welke andere criteria de Iraakse agres- sie zou moeten worden teruggedrongen? Zo'n ander criterium is er niet! De kritiek is ook kort- zichtig. Waar de Amerikanen het nodig vinden hun eigen belangen en overwegingen toe te dek- ken met de vlag van de internationale gemeen- schap, leert de ervaring dat een beroep op a !ge- mene beginselen uiteindelijk altijd ook degene verplicht die dat beroep doet. Uiteraard betekent dit niet dat de VS vanaf 28 februari tot de netste leerlingen van de internationale rechtsorde be- hoort, helemaal niet. Het betekent wel dat de Amerikaanse regering ook de vrijheid van zijn ei- gen handelen onder de vlag van de internationa- le rechtsorde heeft geplaatst.

Hoeven er dan helemaal geen vraagtekens gezet te worden bij de specifieke motieven van de VS om zich op de internationale

rechtsorde te beroepen? Zeker

trekt (nog) niet in de beschouwingen betrokken . Het wordt hoog tijd dat ze dat doen: essentieel voor welke rechtsorde dan ook is dat ze aan de- mocratisch vastgestelde regels moet voldoen, wil ze aanspraak kunnen maken op acceptatie.

2. Handhaving van rechtsregels vereist dat pri- mair politieke en diplomatieke middelen worden ingezet, waarbij economische en militaire druk het spanningsveld moeten opleveren waarbinnen de overtreder tot de orde kan worden geroepen.

Waar de VS voor de inval in Koeweit overdreven gemoedelijk was ten opzichte van Irak, sloeg de balans na de inval door naar het andere uiterste:

Saddam Hoessein werd geen enkele kans gebo- den om zich zonder al te veel gezichtsverlies uit Koeweit terug te trekken. Het diplomatiek/poli- tieke middel werd al snel volledig uitgeschakeld ten gunste van het militaire.

Zo kreeg de secretaris-generaal van de Verenigde Naties geen enkel onderhandelingsmandaat in zijn contacten met Saddam Hoessein, en werden creatieve voorstellen van Frankrijk, de Sowjet- Unie, Iran en Jordanië door een veto van de VS getroffen. De opstelling van de VS leidde al snel tot het betreden van de tunnel die uitkwam op oorlog. De heersende logica was die van de zelf- gekozen dwang: elke rationaliteit ontbrak, flexi- biliteit en creativiteit waren uitgeschakeld. De VS had de positie haar eigen zin door te drijven, waarmee ze de internationale rechtsorde per de-

finitie overtrad. Het ergste wat de VS kon overkomen was een terug- wel: waar de geloofwaardigheid

van dat beroep op de internatio- nale rechtsorde zo kwetsbaar is, wordt die geloofwaardigheid er- van bepaald door de zorgvuldig- heid waarmee het naleven van die internationale rechtsorde

'het is voor een engel moeilijk dansen in

een slangenkuil'

trekking van Irak uit Koeweit zon- der militaire krachtsontplooiing.

De vraag is waarom de VS per sé oorlog wilde? Er waren immers grote risico's aan verbonden, zo- wel politieke als financiële. Een

wordt toegepast. Op dat punt

heeft de VS essentiële steken laten vallen, waar- over binnen regeringskringen ook heftige me- ningsverschillen hebben bestaan:

1. toepassing van internationale rechtsregels kan alleen binnen internationaal erkende organen, dat wil zeggen de Verenigde Naties. De VS heeft zich dat uiteraard ook gerealiseerd gezien hun in- tensieve ijver de VN bij de operaties te betrekken.

Bewust is hier het woord betrekken gekozen: de VS creëerde de voldongen feiten, de VN moest ze achteraf goedkeuren, van een militair commando van de VN wilde de VS niets weten (overigens ook China niet).

Het lijdt geen twijfel dat volledige toepassing van de VN-regels niet tot de Golfoorlog zou hebben geleid. Die consequentie is door de aanhangers van het internationale-rechtsordeschema vals-

...

-' 0 c..

waarschijnlijke verklaring is dat militaire kracht het enige middel is waarmee Amerikanen hun hegemonie kunnen bewijzen. Economisch zijn ze niet in staat het Eu- ropese en Japanse blok te weerstaan. Macht is het middel waar ze als geen andere natie over be- schikt. Op basis van die macht wilde de VS laten zien wie in het Midden-Oosten de dienst uit maakt. De militaire top maakte daarbij de in- schatting dat een oorlog kort zou duren, zonder veel eigen verliezen.

Daarnaast speelt het gebrek aan draagvlak in de VS voor president Bush een rol. De voortdurende recessie had de populariteitscijfers van na de Pa- nama-inval al tot een dramatisch dieptepunt ge- bracht. Onder bepaalde voorwaarden blijkt oor- log een goed middel om populariteit op te krik- ken. Gezien de komende verkiezingen wilde Bush voorkomen in een langslepende embargosituatie

..

1

(11)

terecht te komen. Achteraf is duidelijk dat het ef- fect op de polls van beperkte duur is, terwijl de grootscheepse militaire inspanningen econo- misch herstel eerder moeilijker maken.

Saddam Hoessein als gevaarlijke dictator

Ter rechtvaardiging van de oorlogsdrang ver- schoof de VS zijn argumentatie van het tweede naar het vierde schema. Het ging weliswaar for- meel om het herstel van de soevereiniteit van Koeweit, maar de facto om het breken van de mi- litaire macht van Irak: de tanden moesten uit de gevaarlijke bek van Saddam Hoessein getrokken worden.

Deze redenering lijkt in het verlengde van de be- scherming van de internationale rechtsorde te lig- gen: wanneer je zorgt dat een agressieve dictator tandeloos wordt gemaakt, dan is de internationa- le rechtsorde daarmee vanzelf gediend.

Dit is een redeneertrant die vanzelfsprekend en gevaarlijk tegelijk is. Zo heb ik er zelf een beroep op gedaan toen ik constateerde dat de VS en de Sowjet-Unie hadden verzuimd op te treden naar aanleiding van de signalen dat Hoessein tot agressie over wilde gaan. Wat overigens niet wil zeggen dat vervolgens een geallieerde (hier zon- der de aanhalingstekens) oorlog moest worden ontketend. Eerder verwees ik naar de strategische driehoek van afschrikking, dwang en garanties.

De redenering is gevaarlijk omdat vijandsdreiging soms kunstmatig wordt gecreëerd. De zogenaam- de dreiging van Irak tegen Saoedi-Arabië werd door de VS kunstmatig opgeklopt. Hetzelfde ge- beurde ter rechtvaardiging van de luchtaanval te- gen kolonel Kaddafi. Er zijn altijd wel zwaar be- wapende dictators of met staatsmacht beklede drugshandelaren te vinden als mogelijk vijand- beeld. In het kader van de herverkiezing van Bush wordt in de pers al gespeculeerd over aanvallen op Irak, Libië of Noord-Korea. Voor zover het om een solo-actie van de Amerikanen zou gaan is dat onverenigbaar met de internationale rechtsorde.

Het ziet er niet naar uit dat de VN (overigens, de Amerikaanse regering loopt er ook niet warm voor) een bliksemaanval zal overwegen. Dat geeft ook al de betrekkelijkheid van de Golfoor- log als recept voor de nieuwe internationale rechtsorde aan.

Het gevaar van genoemde redenering schuilt vooral in de zucht van verlichting die bij velen is opgegaan toen de militaire macht van Saddam Hoessein inderdaad gebroken was. Achteraf heeft Israël menig compliment mogen ontvangen voor het bombarderen van de Iraakse kerncentra- le Osirak in 1981. Het beeld dat zich opdringt wordt dan al gauw: met de internationale rechts-

c::

0 0

0

"'

regels is het misschien niet zo nauw genomen, maar gelukkig is deze of gene dictator een slag toegebracht en kunnen de mensen in de betrok- ken regio weer rustig slapen. Hier wordt ook dui- delijk waar het Saddam/Hitlerschema verschilt van het internationale-rechtsordeschema, en scherper, waar beide haaks staan op elkaar.

Staatsterrorisme is onderdeel van een internatio- nale wanorde en roept hooguit ander terrorisme op, waarbij de uitkomst uiteindelijk alleen wordt bepaald door de militaire macht; het logische ver- volg is een alzijdig streven naar militaire macht en dus grotere onveiligheid. Waar mogelijke doelen van de internationale rechtsorde worden nage- streefd buiten de regels van die rechtsorde om wordt die rechtsorde zelf ondermijnd.

Moet er dan niets tegen agressieve dictators wor- den ondernomen? Uiteraard wel, zoals al uiteen- gezet: door een gepaste reactie en gebruik van een breed gedragen scala aan middelen (de stra- tegische driehoek).

Operatie Desert Storm

Het verloop van de oorlog zelf leverde vooral voor de sceptici over die oorlog een verrassing op:

alle apocalyptische beelden van een dreigende wereldbrand, het uitbreiden van de oorlog als een olievlek, het beeld van 'geallieerde' soldaten in plastic zakken naar het thuisfront, al die voor- spellingen kwamen niet uit. Het militaire over- wicht van de 'geallieerde' troepen was overwel- digend, Saddam Hoessein ging een totale con- frontatie op het slagveld uit de weg.

Degenen die de oorlog als het minste kwaad of als een 'technisch middel' om de rechtsorde te herstellen beschouwden, moesten echter ook het nodige incasseren: 100.000 tot 150.000 slacht- offers als gevolg van het directe oorlogsgeweld, een volledige vernietiging van de civiele infrast- ructuur van Irak waardoor minstens nog eens 100.000 burgers het slachtoffer zijn geworden, de grootste milieuramp aller tijden in de Golfregio.

Welke risico's elk ander scenario ook zou hebben gehad, gezien de gevolgen had de Golfoorlog veel actiever en creatiever voorkomen moeten worden.

Onmiskenbaar is het afwegen van de risico's van het ene of andere scenario zeer gecompliceerd.

Het vereist een inschatting van waarschijnlijkhe- den bij een verstrengeling van mensenrechten, economische en ecologische belangen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het embargo-scenario.

Moet een volk economisch worden gestraft van- wege volkenrechtelijke belangen? Het zijn onop- losbare dilemma's. Stelregel is in ieder geval dat de kans op het slechtst denkbare risico zo klein mogelijk gemaakt moet worden.

(12)

Tijdens de oorlog liepen het herstel van de inte- griteit van Koeweit en de vernietiging van de mi- litaire macht van Irak logischerwijze volledig in elkaar over. Het stopzetten van de oorlog werd vooral bepaald door herstel van de grens van Koeweit; Schwarzkopf mocht niet doormarche- ren naar Bagdad, wat Bush verdedigde met een beroep op de VN-resoluties.

Gezien de ellende die Saddam Hoessein nadien heeft aangericht, kan alleen maar betreurd wor- den dat de VS niet heeft doorgezet: onder de Koerden en vooral de sji'ieten zijn vele tiendui- zenden slachtoffers gevallen van dictatoriaal ge- weld. Het zou een serieuze discussie verdienen of in een situatie als die van Irak, wanneer eenmaal wordt besloten tot een oorlog onder VN-auspi- ciën, de volledige vernietiging van de militaire en politieke structuren van het dictatoriale regime moet worden beoogd en een verantwoordelijk- heid voor een overgangssituatie onder VN-toe- zicht.

De uitkomst van de Golfoorlog was dat de con- frontatie met een geallieerd leger voor een dicta- tor te overleven valt, waarbij deze uiteraard de binnenlandse repressie enorm verscherpt en de bevolking, na de geallieerde oorlog, ook nog eens door een tweede oorlog van de dictator wordt getroffen.

Ook hier geldt dat het gehoorzamen aan de in- ternationale rechtsregels door de VS duidelijke geopolitieke bedoelingen had.

Een machtsvacuüm in Irak en Koerdische steun aan een islami-

tel was om eigen machtspolitieke belangen te be- dekken, een twijfel die terecht bleek. Toch is het streven naar zo'n internationale rechtsorde min- der onproblematisch dan op het eerste gezicht lijkt. Het vereist namelijk de anticipatie op een wereldwijd geweldsmonopolie, zonder dat deze de mogelijkheid heeft om misstanden te begaan.

Zoals in binnenlandse verhoudingen de misdaad niet bestreden kan worden met vertrou- wenwekkende maatregelen, vereist het naleven van internationale rechtsregels de mogelijkheid ze af te dwingen.

Waar de machtspositie van staten enorm ver- schilt, evenals hun militaire potentieel, geeft een wereldwijd geweldsmonopolie de sterkste mili- taire macht automatisch het zwaarste gewicht.

Machtsengelijkheid wordt weerspiegeld in de manier waarop internationale rechtsregels func- tioneren. De sterksten kunnen hun belangen het beste tot gelding brengen. Denk bijvoorbeeld aan het huidige vetorecht van de vijf permanente le- den van de Veiligheidsraad. Die positie is uit de- mocratisch oogpunt zeer onbevredigend, een simpele opheffing van dat vetorecht roept echter tal van andere problemen op.

De tijd is allang voorbij waarbij internationale po- litiek alleen bepaald werd door de verhouding tussen staten. Criteria als mensenrechten, sociale rechtvaardigheid, milieu treden in meer of min- der succesvolle mate op de voorgrond. Dat bleek

al bij de discussies in de VN over de bescherming van de Koerden en het zenden van waarnemers naar Oost- tisch geïnspireerde regering in

Bagdad zou een rampzalige uit- komst van de oorlog betekenen voor de regionale belangen van de VS. Als brugwachter bleek Saddam Hoessein niet betrouw-

'de VS betrad al snel de tunnel die op oorlog uitkwam'

Timor. Waar democratie de beste garantie vormt tegen machtsmis- bruik, ongebreidelde uitbuiting of milieurampen zal de buitenlandse politiek heel dirigistisch gericht

baar, maar als bruggehoofd te- gen de islamitische revolutie

moest het Ba'ath-bewind blijven bestaan. Waar- bij bedacht moet worden dat Irak als gevolg van de vernietiging van de infrastructuur in verre- gaande mate afhankelijk is geworden van de VS.

Zo werd het Ba'ath-regime in de ogen van de VS achtereenvolgens vriend, hoogste vijand en meest wenselijke optie. Door het weigeren van steun aan de anti-Saddam-oppositie in Irak ver- speelde Bush de kans op enigerlei vorm van bin- nenlandse democratisering. Dat geldt ook het ontbreken van druk op de ai-Sabah-dynastie.

moeten zijn op versterking van de democratie.

Het resultaat van beide redenerin- gen is dat het afdwingen van een internationale rechtsorde al gauw met neokolonialisme geasso- cieerd zal worden. Aangezien er voor deze inter- ne tegenstrijdigheid geen oplossing bestaat zal er bewust naar gehandeld moeten worden.

Eerder is al gewezen op de noodzaak de VN een centrale rol te laten spelen in de handhaving van de internationale rechtsorde, waarbij het er voor- al om gaat een instrumentarium te ontwikkelen gericht op minimaal gebruik van geweld.

Het heeft ook consequenties voor het internatio- nale gedrag van staten die zich als beschermers van de wereldorde willen opwerpen:

- elke vorm van wapenexport naar niet-stabiele democratieën wordt verboden;

Geweldsmonopolie van de sterkste Tot nu toe is het streven naar een internationale rechtsorde als onomstreden gepresenteerd. De

enige twijfel was of die rechtsorde geen dekman- - de export van hoogwaardige technologie 1

>- -' 0

0..

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Afdeling vinkte verder af dat volgens het Nederlandse beleid geen gedetailleerde vragen over seksuele handelingen gesteld meer mogen worden; dat niet tot ongeloofwaardigheid mag

indien een harmonisatie zich immers slechts tot de accijnzen zou beperken, worden de landen die het zwaartepunt op de indirecte belastingen leggen, dubbel bevoorbeeld; de

Deze wisseling kan mede ingegeven zijn door het feit dat enige onvrede bestaat bij de cliënt omdat deze weinig inzicht heeft in de inhoud en strekking van de

De jongen zet zich in den hoek van den haard en houdt de handen voor de oogen, en toch ziet hij altijd zijne moeder, die over den Kruisberg kruipt - en hij herhaalt in zijn hart

Er wordt in den kleinen kring van Walter Dorker over het gebeurde niet meer gesproken; de dochter vermijdt de minste zinspeling; de vader doet zich meer dan ooit geweld aan, om

(2) Voor de media is Rutger Bregman hét gezicht van dit nieuwe pleidooi. 10 Bregman pleit voor een basis- inkomen van circa 1.000 euro per maand, de zogenoemde armoede- grens,

Zo lijken kosten die niet direct een bij- drage leveren aan de waarde van menselijk kapitaal (bijvoorbeeld alle salariskosten, mogelijk dus ook ex- cessieve bonussen) voor

makkelijker gezien/geregistreerd? Zijn ze meer in de picture? Er is een ‘biased’ beeld. Het gaat hier duidelijk wel over groepen die problemen hebben met homoseksualiteit. Dit heeft