• No results found

A D V I E S N r 1 9 / 2 0 0 0 v a n 2 8 j u n i 2 0 0 0 .

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "A D V I E S N r 1 9 / 2 0 0 0 v a n 2 8 j u n i 2 0 0 0 ."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ADVIES Nr 19 / 2000 van 28 juni 2000.

O. Ref. : 10 / A / 2000 / 014

BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister.

Uitbreiding van de toegang gevraagd door de Minister van Economische Zaken.

---

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de aanvraag van de Minister van Economie, doorgegeven door de Minister van Justitie op 8 mei 2000;

Gelet op haar adviezen nrs. 27/98 van 5 september 1998 en 22/99 van 12 juli 1999;

Gelet op het verslag voorgesteld door dhr. F. Ringelheim;

Brengt op 28 juni 2000 volgend advies uit :

(2)

I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

Naar aanleiding van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister, dat strekt tot uitvoering van artikel 8 van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister, bracht de Commissie twee adviezen uit : advies nr. 27/98 van 5 september 1998 en advies nr. 22/99 van 12 juli 1999.

Deze adviezen omschrijven de criteria en de voorwaarden waaronder sommige openbare besturen toegang mogen hebben tot de gegevens van het Strafregister.

De door de Minister van Justitie aan het advies van de Commissie voorgelegde aanvraag van de Minister van Economie heeft betrekking op de invoering in het ontwerp van koninklijk besluit (tengevolge van artikel 30) van een machtiging tot toegang ten gunste van drie diensten van het Ministerie van Economische Zaken, namelijk :

a) de dienst "Handelsreglementering" van het Bestuur Handelsbeleid;

b) de dienst voor de Industriële Eigendom van het Bestuur Handelsbeleid;

c) de dienst "Verzekeringen-Crediet" van het Bestuur Handelsbeleid.

II. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

In haar advies nr. 22/99 van 12 juli 1999 wees de Commissie erop dat de toegang tot het Strafregister door de besturen dient te steunen op precieze wettelijke bepalingen en dat deze bepalingen voor elk bestuur in het koninklijk besluit omschreven dienen te zijn. Zij benadrukt daarenboven dat de toegang beperkt moet zijn tot de gegevens die ter zake dienend en noodzakelijk zijn.

De Minister van Economie rechtvaardigt zijn aanvraag tot toegang voor de drie diensten van het Ministerie van Economische Zaken als volgt :

a) de dienst "Handelsreglementering" van het Bestuur Handelsbeleid.

Haar personeelsleden moeten, krachtens de artikelen 59 en 61 van de wet van du 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, nagaan of de personen die een aanvraag tot inschrijving indienen teneinde titels uit te geven waarmee men zich producten, diensten, voordelen of kortingen kan verschaffen, niet het voorwerp zijn geweest van een veroordeling omschreven in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, dat aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid verleent om dergelijke verboden op te leggen, of indien deze personen niet het voorwerp zijn geweest van een veroordeling op grond van artikel 29 van de wet van 9 juli 1957 1 tot regeling van de verkoop op afbetaling en van zijn financiering.

b. De dienst voor de Industriële Eigendom van het Bestuur Handelsbeleid.

Haar personeelsleden moeten, krachtens de artikelen 60, §1, 4°, 64, 66, 6) en 67 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, nagaan of de personen die ingeschreven wensen te worden in het register van de erkende gemachtigden, of, indien ze al ingeschreven zijn, die hoedanigheid wensen te behouden, zich niet in een toestand van ontzetting bevinden in de zin van de artikelen 31 tot 34 van het Strafwetboek of niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een veroordeling op grond van voornoemd koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934.

1 De Commissie merkt terzake op dat deze bepaling wordt opgeheven en vevangen door het huidige artikel 101 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.

(3)

c. De dienst "Verzekeringen-Krediet" van het Bestuur Handelsbeleid.

Haar personeelsleden moeten, krachtens de artikelen 74, 75, 75 bis en 77 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, nagaan of de personen die een erkenning als kredietgever of een inschrijving als kredietbemiddelaar aanvragen, niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een van de veroordelingen omschreven in artikel 78 van dezelfde wet. De eerste paragraaf van deze laatste bepaling noemt 1° de hoedanigheid van de niet in eer herstelde gefailleerde; 2° de niet in eer herstelde personen die een gevangenisstraf van ten minste een maand, zelfs voorwaardelijk, hebben opgelopen wegens een inbreuk op voornoemd koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 en 3° (pro memorie : de wet heeft betrekking op personen die reeds het voorwerp uitmaakten van administratieve sancties die geen verband houden met het strafregister).

Tenslotte kunnen de reeds afgeleverde erkenning of inschrijving geweigerd of ingetrokken worden krachtens artikel 78, §2, van voornoemde wet van 12 juni 1991 :

1° voor de niet in eer herstelde personen die een gevangenisstraf van ten minste een maand, zelfs voorwaardelijk, hebben opgelopen wegens een inbreuk die strafbaar is gesteld door de bepalingen van voornoemde wet van 12 juni 1991 of door een van de zestien wetgevingen die bijgaand vernoemd worden;

2° voor de ondernemingen waarin het ambt van beheerder, zaakwaarnemer, directeur of gevolmachtigde bekleed worden door een persoon bedoeld in de §§ 1 en 2, 1° of, indien het gaat om een onderneming beoogd in artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, door de personen beoogd door datzelfde artikel.

De aldus geformuleerde rechtvaardigingen lijken conform de eisen geuit in het advies van de Commissie. Om hun wettelijke opdrachten te kunnen vervullen, dienen de personeelsleden van de betrokken besturen immers op de hoogte te zijn van het gerechtelijk verleden met betrekking tot de bedoelde wetsbepalingen.

De Commissie wijst op het belang dat de adviezen, die zij voorheen in verband met deze materie heeft uitgebracht, geëerbiedigd worden : zij benadrukt dat het niet alleen om de in voorliggend ontwerp van koninklijk besluit vernoemde adviezen nrs. 27/98 en 22/99 gaat, maar ook om advies nr. 28/98 betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister. Dat advies wees onder andere op de noodzakelijkheid de veiligheidsmaatregelen inzake de gegevenverwerkingen van het Centraal Strafregister strikt toe passen.

BESLUIT :

Voor zover tegemoet gekomen wordt aan de eisen geformuleerd in de adviezen nrs. 27/98, 28/98 (5 september 1998) en 22/99 (12 juli 1999), brengt de Commissie een gunstig advies uit.

Voor de secretaris, De voorzitter,

wettig verhinderd,

(get.) G. POPLEU (get.) P. THOMAS

adjunct-adviseur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ontwerpbesluiten dat ter advies aan de Commissie worden voorgelegd, kaderen in het project van het overdragen van voorschrijvings- en facturatiegegevens inzake de

De Commissie was, in het kader van voormelde adviezen, bovendien van mening dat de vaststelling van de technische middelen die de operatoren van telecommunicatienetwerken en

De voorgestelde wijziging van het besluit van 12 november 1997 voert een regeling in van de controle op het vervullen van de leerplicht in deze gevallen waar gekozen wordt

Men benadrukt dat indien cookies niet alleen door de site waar de particulier zich bevindt, maar ook door een onderneming die via reclame op de site aanwezig is, naar de

In het kader van het beheer van de informatieverwerking overeenkomstig de artikelen 44/1 tot 44/11 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, zoals gewijzigd door de wet van

Voor de ondernemingen waarop dit laatste koninklijk besluit niet van toepassing is, vult het KB- Sociale Balans de respectievelijke op deze ondernemingen van toepassing

In zijn hoedanigheid van voogdijminister van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid vraagt de Minister bij brief van 20 oktober 2000 de Commissie een advies uit te brengen omtrent

Het aan de Commissie ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de Vlaamse Landmaatschappij toegang te verlenen tot het Rijksregister van de